Soms is het goed blogger te zijn. Die constatering overviel me meermaals vorige nacht tussen 1 en 3 uur. Ik was weliswaar moe, maar kon alvast vooruitkijken naar een toekomstige tevredenheid die het schrijven van dit stukje met zich mee zou brengen. Het is immers altijd gemakkelijker om over malheur te schrijven, hoe ridiculer van gedaante hoe beter bovendien. In dat opzicht is het bloggerschap een soort van tegenslagenverzekering light. Indien er ongewenste dingen gebeuren, wordt op zijn minst het creatieve proces tot totstandkoming van een blog gesmeerd. Een beetje zoals veel getroebleerde singer-songwriters eigenlijk, wier lyrics pas vloeien wanneer rampspoed hun deel is. In het beste geval verkopen zij daarmee miljoenen platen; waar ikzelf, in mijn droomscenario, het wekelijkse bezoekersaantal van deze webstek boven de grens van de vier kan houden. Zo zie je maar dat elke uit de hand gelopen hobby zijn eigen onverwachte neveneffecten kan hebben.
Aan het malheur van gisteravond lag een bekende dader ten grondslag. Een recidivist zonder weerga, die in ons landsdeel met het initiaalwoord 'NMBS' door het leven gaat. Over de NMBS zijn er vele goeie dingen te vertellen, stuk voor stuk gelogen. Ik verkies hier bij de naakte feiten van gisteren te blijven. Na de wedstrijd België - Verenigde Staten (die gewonnen werd zowaar, door België dan nog) togen ik en vier medesupporters naar het station van Brussel-Centraal. De melding dat de trein van 00u05 richting Leuven 25 minuten vertraging had werd niet op gejuich onthaald, maar gaf ons wel mooi de tijd om ons snel te voeden met fast food. Na de maaltijd bleek dat de oorspronkelijke aangegeven vertraging vervangen was door de melding 'vertraging nog nader te bepalen'. Elke rechtgeaarde treinreiziger weet dat panikeren op zo'n moment aangewezen is. Je mag je aan alles verwachten, en feitelijk, achteraf gezien, dus ook wel aan onderstaande.
Via de intercom werden de reizigers aangemaand de trein naar Brussel-Noord te nemen. Daar aangekomen nam een spoorwegbeambte met zichtbare tegenzin de rol van woordvoerder op zich. De trein stond met problemen (oké, zonder zou nog belachelijker zijn) stil in Gent en zou pas over een uur arriveren in Brussel-Noord. En nee, de NMBS betaalt geen taxi terug zolang een trein niet helemaal afgeschaft is. Wij namen dan maar de bluts met de buil en gingen, met de goedkeuring van de woordvoerder, tot 1u30 een pintje nuttigen in 'Le Lombeek', een oase van zedigheid tussen een myriade van hoerenkoten. Groot was echter de verbazing toen we op het afgesproken uur op een gesloten achterdeur van station Brussel-Noord stootten. Volgens mensen die het kunnen weten - een uitgelezen gezelschap marginalen, zwervers en eeuwige twijfelaars tussen beide -, die hun stekje pal voor de deur hadden opgetrokken, zou het nog tot vier uur duren vooraleer we opnieuw binnen konden. Overbodig te zeggen dat wij er op dat moment collectief de pest in hadden, al had ik natuurlijk mijn tegenslagenverzekering light achter de hand.
Wat volgde was een tocht langs de gesloten zij-ingangen die station Brussel-Noord by night rijk is. De allerlaatste optie was de hoofdingang die, oef!, wel nog open was. Kanttekening hierbij misschien: er kwam enig, euh, wrikken aan te pas vooraleer we ons door de opengesperde schuifdeur konden wurmen. De twee Securail-opzichters waren dan ook hoogst verrast toen er opeens vijf in Belgische vlaggen getooide jongemannen voor hun neus stonden - het moet geleken hebben op de zomer van 1830 all over again. Tijdens het verhalen van onze perikelen, bleek meteen dat we in een good cop/bad cop-situatie zaten. Waar de dikkere Brusselaar begrip had voor onze situatie en het treinpersoneel in de gang verderop probeerde te verwittigen, stoof de Waal naar de ingang, onophoudelijk "Ils ont forcé la porte!" tierend. Laten we zeggen dat hij niet helemaal onbevooroordeeld was. Net had de good cop geregeld dat wij langs de achteringang terug binnen zouden kunnen gaan, of daar was de bad cop terug. Hij was inderdaad tot de conclusie gekomen dat wij la porte geforceerd hadden. Een "Je vais chercher le chien!" later kregen we ook nog eens een Duitse herder achter ons aan, opdat we meteen het station zouden verlaten. Terecht natuurlijk, geconfronteerd met tuig van de straat zoals ons kan je maar beter direct de harde middelen inzetten.
Uiteindelijk konden we langs de achteringang terug binnengaan, arriveerde de trein om 2u15 en stonden we om 2u45 zowaar op Leuvense grond. Al bij al was het een bewogen avond.
|