Met het ingaan van september is ook mijn achtste jaar Leuven officieel van start gegaan. Zoals het gros van mijn lotgenoten (id est Leuvense immigranten) ben ook ik veroordeeld tot het einde van mijn Leuventijdperk mijn verblijfsduur af te meten in academiejaren. Die standaard geldt sinds 1492 en zal ook de volgende jaren van toepassing zijn. Vergeet 1 januari; het Leuvense nieuwjaar valt steevast rond 15 september, het bijbehorende vuurwerk is - althans tijdens de studentenjaren - voor de weken erna.
Aan het begin van jaargang acht bewoon ik nog steeds hetzelfde gemeenschapshuis als in jaren zes en zeven. Toch hebben er voor het eerst intern enkele verschuivingen plaatsgevonden. Van de vijf huisgenoten van het eerste uur verdwijnen er immers twee: eentje gaat met zijn lief samenwonen in Mechelen, de andere gaat zonder lief rondtrekken in Zuid-Amerika. Zowel zich settelen als het compleet tegenovergestelde van zich settelen: alle redenen zijn tegenwoordig blijkbaar goed om ons gemeenschapshuis te ontvluchten. De moedige overblijvers, 66,6 % van de oorspronkelijke bevolking, rest niks anders dan volharden in honkvastheid. Een streven dat ons op het lijf geschreven is, gezien het een totaal gebrek aan actie veronderstelt. Wij zullen met ons gevieren als alles goed gaat dus ook de komende jaren het kloppende hart van ons gemeenschapshuis vormen. Uit samenhorigheid, uit luiheid, uit sympathie...
Uiteraard worden de vertrekkers afdoende vervangen. De twee nieuwkomers behoorden al tot onze kennissenkring, werden uitgebreid gescout en krijgen nu de kans om zich op het hoogste niveau te bewijzen. Al zullen ze nooit helemaal de leemte die hun voorgangers nalaten kunnen opvullen. Vooral de plaats waar ooit de Playstation 3 en de mega-flatscreentelevisie van Wim stond wordt nooit meer zoals het was. Met lede ogen aanschouwde ik vorige week de nieuw ingerichte kamer, maar het enige dat écht mijn aandacht trok, was het gebrek aan Playstation 3 en mega-flatscreentelevisie van Wim. Het einde van de Pro Evolution Soccer-era, vervat in één beeld. Maar we moeten verder, met minder materialistische genoegens en - zonder ironie dit keer - met twee dierbare vrienden minder.
"Bas - toe - toe - bas - open - open - bas - toe - toe - toe - toe - toe - bas!" Wie mij ooit zou voorspeld hebben dat ik tijdens mijn werkuren zulke commando's te verhapstukken zou krijgen, had ik voor gek verklaard. Of toch zeker had ik hem of haar eens goed gezegd van "nee, ik denk niet dat ik tijdens mijn werkuren ooit zulke commando's te verhapstukken zal krijgen." Hij of zij zou in de toekomst dan wel twee keer nadenken, alvorens zo'n onzin uit te kramen.
Maar kijk, op 11 september 2008 na Christus, 7 na Mohammed, was het zover. In het kader van relaxatie en ontspanning op het werk mochten we een uitgebreide middagpauze lang relaxeren en ontspannen op het werk. En hoe kon dat beter dan met een heuse djembé-sessie? Waarschijnlijk op duizend manieren, maar dat antwoord zou volledig voorbijgaan aan het suggestief-retorische gehalte van mijn vraag. Het werd dus djembé, met de bijbehorende commando's, die zich nog het best laten samenvatten als 'bas', 'toe' en 'open'. De overbrenger van deze behoorlijk abstracte wenken was trouwens een wel érg bleke neger - een blanke, naar men fluisterde. Getrouw volgden we zijn raadgevingen op, en het duurde niet lang of we waren in staat een toch enigszins ritmische kakafonie voort te brengen.
Opdracht geslaagd dus. Maar goed ook, want als één van de twee 'O2-coaches' draag ik de helft van de verantwoordelijkheid over de gekozen activiteiten. Als O2-coach moet ik namelijk 'zuurstof geven', in de vorm van het uitwerken van toffe en gezonde bezigheden voor de hele groep. Een functie die nog het best te vergelijken valt met die van de jongen die de melk moet uitdelen in de lagere school. In die mate zelfs dat ik mijzelve in de hoedanigheid van oppergezondheidsgoeroe nog zie gaan leuren met melk ook. De Gareth Keenan* van het kantoor is bij deze bekend.
* voor wie Gareth Keenan niet bekend is: wacht nog even, ooit schrijf ikzelf hoogstpersoonlijk het ultieme 'The Office'-essay. Gewoon eens kijken naar The Office blijft ook een optie.