Werchter 2011 heeft als thema 'gemis'. In de dubbele betekenis van het woord: ik kijk er nu met heimwee op terug en kan niet wachten tot de volgende 51 weken gepasseerd zijn enerzijds; ik ben er vorige week in geslaagd een behoorlijk deel van mijn vooraf zorgvuldig aangestipte optredens te missen anderzijds. Met dat laatste heb ik mij definitief geposteerd op het pad dat het merendeel van de ervaren festivalgangers bewandelt. Het is een pad dat van het festival weg leidt, richting bierstandjes op de straat voor het terrein om maar iets te zeggen. Naarmate de bijgewoonde Werchter-edities aandikken, neemt het enthousiasme voor de core business - in principe de optredens - onherroepelijk gradueel af. De ene band heb je al 27 keer gezien de laatste zes jaar, de andere staat voor het eerst op het festival maar klinkt min of meer als die ene. Dat moet ouwezakkenlogica zijn.
Vreemd genoeg geraakt het randgebeuren, ik zou het per hoge uitzondering 'de sfeer' willen noemen, niet geïnfecteerd door de gewenning. De pintjes lijken jaar na jaar beter te smaken, het jolijt is navenant. Wat er op zijn beurt dan weer voor zorgt dat optredens die wél als must see staan gemarkeerd eveneens de mist in gaan. Vicieuze cirkels, ze lijken gemaakt om in je nadeel uit te vallen. Het vervolg van de festivalloopbaan mag duidelijk zijn. Ik heb me laten inspireren door de jolige bende die ik zondagavond volledig relaxed pintjes zag drinken op de parking. Zo gaat het gewoon: het accent verschuift eerst van de festivalwei naar de bierstandjes, dan naar de camping en vervolgens, op termijn, wanneer de status van waarachtig gelouterde festivalganger is bereikt, neem je allang vrede met de parking. Tweehonderd flappen betalen om vier dagen van de zon te genieten tussen stilstaande auto's, heerlijk. Als de wind gunstig staat zelfs een streepje muziek erbovenop. Werchter is dan misschien wel duur, mensen vergeten al te vaak wat je ervoor in de plaats krijgt.
|