De verkiezingen van 14 oktober 2018 kunnen gerust historisch genoemd worden. Vooral op individueel vlak valt er een boompje over op te zetten. Zo bestendigde Bart De Wever zijn positie van populairste politicus van Vlaanderen en werd ikzelf voor het eerst opgeroepen als bijzitter. Laten we hier inzoomen op die laatste. Slechts een jaar nadat ik me in Ekeren domicilieerde, bleken mijn vaardigheden vereist om onze democratische verworvenheden te verdedigen. Een hele eer natuurlijk. Wat het voorzitterschap van Vitória Diabolix betekent voor het voetbal, betekent het statuut van bijzitter voor de politiek.
Al snel bleek ik helemaal gemaakt voor de stiel. Nog geen minuut na mijn aankomst op het kiesbureau promoveerde ik prompt tot secretaris. Van een blitzcarrière gesproken! Bij mijn broodheer deed ik er bijna elf jaar over om te stagneren, dan zat het hier beduidend beter qua opwaartse mobiliteit. Wat die functie van secretaris precies inhoudt kan ik moeilijk aan jullie, leken, uitleggen, maar wees maar zeker dat het om meer gaat dan een formulier invullen. Het gaat om meerdere formulieren. Ook moet er geregeld bijstand verleend worden in het kieshokje. Vooral de oude garde heeft moeilijkheden om zijn voorkeur via de stemcomputer aan de wereld diets te maken. Uit mijn interventies kan ik twee dingen besluiten:
1. Voor de Ekerse ouwe knarren staat links gelijk aan de N-VA en rechts aan het Vlaams Belang.
2. Voornoemde partijen mogen zich zorgen maken voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2024, want tegen dan is een substantieel deel van hun electoraat verschrompeld tot as.
(3. Dat ik in mijn hoedanigheid van democratische beschermheer de geijkte geleider ben van de verzuring, is niet per se een opbeurende gedachte.)
Om 15u30 zat mijn dagtaak erop. Met als eindbalans: meer dan acht uur in het getouw geweest, 27 euro verdiend (netto!), gratis broodjes gekregen en grofweg 15% van de rechtse stemmen geleverd. Tegen dan begon het me ook te dagen waarom verkiezingen altijd in het najaar georganiseerd worden. Met grauw herfstweer buiten is de relatieve kost van het bijzitterschap verteerbaar. Tegen de achtergrond van een blakende zon en 25 graden is de democratische plicht al minder goed bestand. Mogelijk gaat het hier om karma van de geduldige soort. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 heb ik immers feestelijk aan mijn stemplicht verzaakt, omdat dat toch niet bestraft wordt door de overheid. Helaas echter had ik geen rekening gehouden met het universum, dat zowel op meteorologisch als op electoraal vlak een aardig woordje meespreekt. Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren bijzitten.
|