We moeten er niet flauw over doen: Feest met bier III was een sof. Vijftien bakken bier werden er verzet, tegenover 28 de vorige editie. Een simpele berekening leert dat het feest dus 46,5 % minder plezant was dan vorig jaar. Bier blijft willens nillens de enige objectieve indicator van geluk.
Wat zijn nu de oorzaken van deze neergang? We hebben er ons suf over gepiekerd zaterdag, maar een pasklaar antwoord werd niet gevonden. Was het in laatste instantie verschuiven van de datum in al zijn nefastheid funest? Gedijt een feest als dit beter in het voorgeborchte van de winter, in de rol van baken van gezelligheid? Heeft het grote publiek zoals wel vaker ongelijk? Is ons feest gemeden uit vrees voor terroristische aanslagen? Zijn wij gewoon niet tof genoeg? Dat laatste is uiteraard een grapje.
In elk geval mag duidelijk zijn dat er koppen moeten rollen. Zonder bloederige interne afrekening gaan we nooit ofte nimmer het juk van dit echec kunnen afwerpen. Elk van ons zal een berooid leven kennen, getekend door schaamte en schuld. Er moet dus iemand geofferd worden, een zondebok voor het waarschijnlijke einde van de Feest met bier-saga aangeduid. Alleen zo kunnen we verder in vrede met onszelf, voor een berooid leven, gevrijwaard van schaamte en schuld.