Met rasse schreden. Dat is de snelheid waarmee kerstmis naderbij komt. En dat is er aan te merken ook; de slingers, feestelijke verlichting, glühwein en zeemzoete muziek is in alle velden en wegen te bespeuren. Of ik daar gelukkiger van word is me vooralsnog een raadsel. Mijn talent tot introspectie is eerder beperkt, dat moet erbij gezegd. In elk geval doe ik gretig mee aan het consumentisme dat traditioneel aan het hele kerstgebeuren vastgeklonken wordt. Jenever drinken (ik lúst dat helemaal niet), Jo Vally aanschouwen op de kerstmarkt, cadeautjes (proberen te) kopen voor de rest van de familie: niks was me te veel dit jaar.
Mijn ongebreidelde voluntarisme wordt enkel ingeperkt door de massale drukte die de eindejaarsperiode traditioneel teweegbrengt. Bovendien verhindert de ratio dat ik al te veel hierom kanker, gezien ik zelf deel uitmaak van de bijenkorf in kwestie. Het blijft dan maar bij het gelaten ondergaan van de omstandigheden. Iets waar ik wél talent voor meen te hebben, trouwens.
Goed, nu maar eens mijn bed opzoeken. Morgen is bij mij in tegenstelling tot veel anderen een werkdag. Een verplicht nummertje, hopelijk ruim op tijd afgerond, zodat ik mij nog bijtijds naar het station kan reppen om daar een nieuwe NMBS-staking te aanschouwen. Want beunhazen zijn het wel, ons verzameld treinbegeleidersgild.