New York, New York. Daar hing ik dus uit de voorbije week. Een dag langer dan gepland zelfs. Ik had namelijk, zoals het altijd gaat bij die dingen, een terugvlucht te halen. Iedereen kent dat wel: zo laat vertrekt het vliegtuig, zo laat moeten de mensen aan boord, zo laat moet je op de luchthaven zijn etcetera. Nu moet mij van het hart dat ik geen held ben in het op tijd komen. Wat jammer is, gezien het gerust een essentieel aspect van de vliegtuigreisprocedure kan genoemd worden. Een beetje overschat toch wel, als je 't mij vraagt.
Enfin, ik heb al in overvloed aan volgende (niet-exhaustieve) lijst van gebeurtenissen mee geschreven: te laat voor de trein, te laat op examen, te laat op een afspraakje, te laat op een sollicitatiegesprek, te laat voor de zelfhulpgroep voor pathologische telaatkomers (introductie). En ja, ik weet wel dat ik altijd de eerste ben om aan NMBS-bashing te doen vanwege hun stuitende gebrek aan stiptheid maar hey, zíj zijn de overheidsorganisatie, niet ik. Dit keer was het vliegtuig de dader/het slachtoffer ('t is maar hoe je het bekijkt) van mijn eeuwige laattijdig op tijd komen.
Gelukkig kregen mijn reisgenoot (ik besmet in één moeite door ook mijn omgeving) en ikzelf te maken met een begripvolle check-in agente. Andermans begrip voor eigen idiotie, dat is altijd meegenomen. Onze bedremmelde blik moet het gedaan hebben. De behulpzame dame regelde ons een vlucht voor de dag later, zónder extra kosten. En zo was ik dus acht in plaats van zeven dagen a part of New York, waarover meer in de volgende blog.