Het is allemaal wat geruisloos
voorbijgegaan, maar ondertussen ben ik zes maanden in dienst bij mijn
broodheer. Als beloning vorm ik vandaag het voorwerp van een heuse detachering.
Al dient gezegd dat ook de lieden van de NMBS daartoe hebben bijgedragen.
Door hun werkonwilligheid ben ik veroordeeld om uitzonderlijk in het lokale
kantoor in Leuven post te vatten. Er was hier toch nog een computer vrij, zodat
ik me niet zou vervelen.
Dat laatste lukt eerlijk gezegd niet
helemaal. Wanneer ik niet in het zicht zit blijken de collegas mij beduidend
minder werk toe te schuiven. Tijd genoeg dus om alvast de bezienswaardigheden
in München onder de loep te nemen. Wat qua tijdsbesteding zowat het equivalent
is van eens goed gaan pissen. München is zon stad die het niet echt van zn
bezienswaardigheden moet hebben, lijkt me. Tevens kwam ik erachter dat
sinds 1945 welgeteld twee grote persoonlijkheden in München ter wereld kwamen.
Het betreft de levende legendes Philip Lahm en Lou Bega. Noem München een
bakermat van talent en ik wijs je een leugenaar aan.
Voor het overige is het best leuk om eens
in mijn eigen stad te werken, op letterlijk vijf minuten wandelen van mijn
venster (het hoeft niet altijd de deur te zijn die met de pluimen gaat lopen).
Het moet van de lagere school geleden zijn dat ik nog eens zo dicht bij
huis de verplichte uren zat af te tellen. In een fraai decor trouwens. Het
gebouw hier is ingebed in een post-industrieel, euh, industriepark. Mooie
lanen, veel groen, een langwerpige vijver en zelfs een palmboom zorgen voor de
vakantiestemming. Ook de binnenkant is met zijn minimale maar moderne inkleding
post-industrieel te noemen. Net als mijn werkprestaties, die ook niet direct
een hedendaagse bewerking van de film Daens zullen halen. Het is nu
gewoon wachten op de aankomende vrije dagen, waarin zoals gezegd de
detachering naar het oogverblindende München plaatsvindt.
|