Een dertigste verjaardag kan maar beter overschaduwd worden. Maakt bijna niet uit door wat, desnoods door iets heel ergs. Alles is goed om de aandacht af te leiden van de vliegende tijd. Die gedachte moet ergens in mijn achterhoofd opgeslagen zijn geweest, toen ik zaterdag, twee dagen voor mijn decennium bug, de bal op 11 meter van het doel legde, de keeper in de ogen keek en vervolgens de bal staalhard tegen de onderkant van de lat joeg. Mijn hele reputatie in één klap aan diggelen, de man-die-nooit-een-penalty-mist is niet meer (zie ook de blog van 12-12-2010, nvdr). Uiteraard zijn er excuses voorhanden voor het onvergeeflijke. Een kurkdroge backlijn waardoor schieten over de grond riskant was, een wel heel lichte bal, de keeper die ik in mijn ooghoek al meteen de juiste kant zag kiezen, vijf centimeter lager en het was netjes in de winkelhaak... Het kan allemaal wel zijn, maar dat weerhoudt me niet om voor het ultieme excuus te verwijzen naar het onbewuste. Dit hele tafereel was slechts een dekmantel ter verhulling van die verfoeide cumulatie der levensjaren.
Een kleine week later is het tijd voor een evaluatie. Heeft de dekmantel zijn werk gedaan, was het een slimme zet om hem - zij het volledig onbewust - in het leven te roepen? Het antwoord is ja. De met forse snokken wegebbende jeugdigheid heeft eigenlijk maar zelden door mijn gedachten gespeeld de voorbije dagen. Alles moest plaats maken voor honderdduizend reconstructies van een gemiste strafschop in een oefenwedstrijd tegen een team met de naam 2860 Reunited. Een heel vervelende aangelegenheid natuurlijk, maar alles welbeschouwd iets minder existentieel dan me te moeten buigen over de cesuur tussen jong en oud die me maandag te beurt is gevallen. Plus, een bijkomende troost, ik ben dan wel dertig geworden, maar tenminste niet langer de Timmy Simons* van de ploeg.
*voor de niet-voetballiefhebbers: Timmy Simons is een van de bekendste penaltyspecialisten, die met zijn 37 jaar stilaan het einde voelt naderen.
|