Is er een beter moment mogelijk om mijn eigen voorbije voetbalseizoen te reconstrueren dan vandaag, de openingsdag van het WK voetbal? Het antwoord is ja, de 364 overige dagen van 2018 zouden beter geschikt zijn. Voor ik er erg in heb, gaan lezers misschien mijn prestaties verwarren met die van internationale topvedetten, en vice versa. Sowieso is het vreemd dat er tot op heden nog geen letter verschenen is over mijn exploten bij Forza Mechelen en Vitória Diabolix in het voetbalseizoen 2017-2018. Wat is hier aan de hand? Gaat het om een vergetelheid? Valse bescheidenheid misschien? Of is integendeel argwaan op zijn plaats? Bij wie eerder dat laatste gevoel overheerst, heeft het bij het rechte eind. Mijn voetbalseizoen 2017-2018 was niet om over naar huis te bloggen. Het begon nochtans goed, met een fabuleuze openingswedstrijd tegen het niet te onderschatten FC Diamantschijf. Op het moment zelf beoordeelde ik mijn prestatie in die match als goed zonder meer, doch retroactief gezien is enige overdrijving wel op zijn plaats, gezien de teleurstellende optredens die volgden. Rekening houden met de omstandigheden, heet dat dan. Stoppen op mijn hoogtepunt zou deze keer wel een zéér kort seizoen opgeleverd hebben.
Toch vormde ook die eerste, zeldzaam goeie, match een soort van blauwdruk voor al wat komen ging. Twee keer bracht ik mezelf middels een mooie individuele actie alleen voor de keeper, twee keer miste ik lullig. Dat procedé zou zich nog een keer of 15 herhalen in deze ellendig lange voetbaljaargang. Met links, met rechts, vanop 10 meter, vanop 5 meter, met of zonder keeper: ik miste kansen als nooit tevoren. Eigenlijk was er dit seizoen geen enkel excuus voorhanden om mijn doelpuntenrecord van 8 goals níet te breken. In plaats daarvan volgde mijn allerslechtste rapport in pak 'm beet acht jaar Forza: 1 schamele goal, gescoord vanaf een meter of tien met volle wreef en gesloten ogen. Zo weinig vertrouwen in mijn traptechniek dat ik Leo Van der Elst-gewijs het leer slechts zo snel mogelijk, zo hard mogelijk richting doel wou piloteren. Tijdens de absolute topmatch van de heenronde, dat dan weer wel. Mijn eigen België-Spanje op het WK '86, op een achterafveldje te Bonheiden.
Als ploeg wisten we nog wel de officieuze titel van herfstkampioen te bemachtigen (met dien verstande dat ook de echte kampioenstitel behoorlijk officieus is, maar dit terzijde), maar nadien kwam de klad er flink in. Na nieuwjaar zat er niks anders op dan ternauwernood nog een derde plaats uit de brand te slepen. Een gemiste kans dus, in het seizoen der gemiste kansen. Gelukkig is voetbal een ploegsport, je wint en je verliest als team - vooral als je verliest. Ik weet nu in elk geval wat me te doen staat: nog iets minder vertrouwen hebben in mijn technische capaciteiten en tegelijkertijd de Leo Van der Elst-doctrine nog iets meer verfijnen, en dat komt helemaal goed volgend seizoen.
|