Het wonder is geschied. Onze Rode Duivels hebben niet nul, niet één, maar twéé matchen op rij gewonnen. Dat is alweer geleden van 2005, als ik de gespecialiseerde vakpers mag geloven. Wanneer ik voortga op mijn eigen gespecialiseerde herinneringen, moet het echter nog veel langer geleden zijn, van de tijd dat 'Back to the Nineties'-fuiven nog gewoon als 'Nineties'-fuiven door het leven gingen. Laten we het erop houden dat er een poos is verstreken intussen. Na de anticlimax der anticlimaxen in de thuiswedstrijd tegen Oostenrijk vorig jaar, werd nu vrij makkelijk de maat genomen van datzelfde Oostenrijk en van dat andere Azerbeidjan, het toetsenbordvriendelijkste land ter wereld. De ambiance in het stadion was er naar. Meer dan 35.000 dolenthousiaste toeschouwers maakten er een heksenketel van en vroegen zich 90 minuten retorisch af waar dat feestje nu eigenlijk precies is. In het Koning Boudewijnstadion dus.
Was er na de wedstrijd in Oostenrijk hier en daar nog een kniesoor die voorbehoud aantekende, dan nam de glansrijke overwinning tegen Azerbeidjan alle twijfels weg: België wordt wereldkampioen! Eventueel pikken we tussendoor nog even de Europese titel mee ook, doet er in feite niet zozeer toe. Wat telt is dat België nu echt wel getoond heeft de sterkste voetbalnatie ter wereld te zijn. Uiteraard surf ook ik graag mee op deze golf, of beter tsunami, aan enthousiasme. Maar ergens wringt het ook op een rare manier. Jarenlang deelde ik met de vaste kliek lief en leed met de Rode Duivels, waarbij we vooral het leed voor lief namen. In nauwelijks gevulde tribunes zagen we België niet winnen tegen grootmachten als Litouwen, Polen en Kazachstan, in mijn herinnering steeds vergezeld van een kouwelijke noorderwind. Nu is het tij gekeerd, wat ook met zich meebrengt dat de Rode Duivels niet langer exclusief (op een paar duizend vrijkaarten na) aan ons toebehoren. Het is zoals die muziekgroep die je in een vroege fase zelf ontdekt hebt en waarvan je de wereldwijde doorbraak nadien vreemd genoeg met lede ogen aankijkt.
Gelukkig was er nog de NMBS om voor gerechtigheid te zorgen. Teneinde toch voor een deel van de jongelui de avond te vergallen, bevatte de trein Brussel - Luik slechts drie (uiteraard overvolle) wagons, was er op het stuk tussen Brussel en Leuven alleen al 54 minuten vertraging en werd er over dit alles niks gecommuniceerd aan de reizigers. De NMBS houdt echt met alles rekening. Dat die successupporters maar niet gaan denken dat een wedstrijd van België bijwonen een plezierreisje is! Ik moet wel toegeven dat ik op het moment zelf redelijk kwaad was en de NMBS zelfs van onkunde betichtte. Wat was ik toch een naïeve, onwetende jongen in die tijd, om zo aan de diepere betekenis voorbij te gaan. Een verzachtende omstandigheid is dat overacting aan NMBS-zijde hiervan aan de basis lag. De mededeling "Euh.., is hier soms een treinbestuurder aanwezig?", die in Brussel-Noord door de intercom schalde, had wat mij betreft niet gehoeven. Maar voor de rest: geniaal alweer. Ge-ni-aal zeg ik u.
|