Ik ben een stabiel persoon. Er moet al veel gebeuren om me uit mijn evenwicht te brengen - vooral wanneer René Vandereycken geen betrokken partij is. En toegegeven, Vandereycken was geen betrokken partij bij mijn missie van de afgelopen maanden. Die missie had tot doel de vrouw van mijn dromen mijn realiteitsveld binnen te loodsen. Of beter: een vrouw van mijn dromen, ik ben nauwelijks fundamentalistisch op dat vlak. Onze eerste ontmoeting vond intussen al een maand of zes geleden plaats. In de Seven Oaks zelfs, een café dat het nu niet meteen moet hebben van zijn vrouwelijk schoon. Maar ook de Seven Oaks ontkomt niet aan de wijsheid dat het de uitzondering is die de regel bevestigt. Die uitzondering stond begin december enkele meters van mij vandaan. Blonde haren, helblauwe ogen en een verheven, enigmatische uitstraling die slechts versterkt werd door de zelfgecreëerde rookslierten waarin zij zich hulde (dat daar later geheid kanker van komt, vergeet ik met graagte).
Haar eerste woordjes klonken Hollands. Alle andere daarna eigenlijk ook. Toen had ik het moeten weten, dat het nooit iets zou worden. Maar niet dus. Maanden na die eerste ontmoeting hervatten we het contact, er volgden wat afspraakjes en er leek enige toenadering in te zitten. Tot de befaamde vrouwelijke wispelturigheid zijn naam gestand deed. Een relatie, nee, dát zat er nu ook weer niet in. Mij restte weinig anders dan te verlangen naar ontroostbaarheid. Daar hoort bij: een glazige, afwezige blik, een apathische levenshouding en een hoop zelfbeklag.
Om het allemaal nog wat aanschouwelijker te maken, ging ik daarstraks een uur joggen in de plensende regen, tussen de bliksemschichten door. Die apocalyptische weersituatie, met het omineuze gedonder steeds op de
achtergrond, maakte dat ik doorheen mijn
interne ik scheen te zwerven. Dat leek me wel een gepaste manier om af te rekenen met mijn innerlijke demonen. Plus, als ik als stabiele mens dan toch eens voor mezelf het recht heb afgedwongen om ontroostbaar te zijn, dan mag daar wel een metafoor bij ook. Alles erop en eraan. Nu kunnen we weer verder.