Vlaamse kritiek in 1928 op indoctrinerend &
communistisch onderwijs in Sovjet-Unie : haaks op de lovende getuigenissen van
Dewey in boek van 1928, in brieven van Freinet
In bijdragen in het Vlaams Opvoedkundig tijdschrift -VOT,
in 1919 opgericht door Torhoutse pedagoog Alberic Decoene, verschenen
in 1928 striemende kritieken op het
communistische en indoctrinerend onderwijs in de Sovjet-Unie. Ik ga er straks
uitvoerig op in: Onderwijs en Opvoeding
in Sowjet-Rusland & Kommunistische Paedagogiek.
De Vlaamse kritiek in het VOT staat haaks op John Deweys publicatie van 1928 over zijn reizen naar de
Sovjet-Unie waarin hij ten zeerste sympathiseert met het onderwijs in de
Sovjet-Unie. We lezen in de VOT-bijdrage
een gelijkaardige beschrijving van het Russisch onderwijs, maar een totaal andere
beoordeling dan in de lovende brieven van Dewey, Freinet
over hun reizen naar
Rusland en onderwijsbezoeken in de periode 1925-1928.
Na de Russische revolutie van 1917 formuleerde Dewey
nog meer kritiek op het Amerikaanse kapitalisme en hij sympathiseerde
met het communistisch experiment van
Lenin en co. Lenin nodigde Dewey overigens uit om Rusland te
bezoeken en vroeg zijn advies voor de hervorming van het onderwijs. In zijn
verslagboek van 1928 over zijn
onderwijsbezoeken in R. prees Dewey de
weldaden van de Russische revolutie. En het Russische onderwijs stond volgens hem rechtstreeks
in dienst van de verbetering en
opbouw van de maatschappij. De ideale
maatschappij (coöperatief, socialistisch) zou men vooral kunnen bereiken door opvoeding en onderwijs waarin coöperatie
centraal stond Dewey schreef o.a. in 1928:
De scholen zijn
'ideologische arm van de revolutie in Rusland. Ze sluiten terecht aan in doel
en geest, op alle andere sociale instellingen en maatschappelijke belangen
. Onderwijs moet collectieve gewoonten creëren, zodat mensen net zo gemakkelijk
coöperatief & collectief zullen handelen als mensen nu in kapitalistische landen die
individualistisch handelen. Dit wijst op het grote belang van zo'n doelstelling
in Russische scholen.
Het onderwijs
heeft ook de belangrijke taak de invloeden/de individualistische
ideologie te bestrijden van de
thuissituatie en van de buurt - die nog steeds zo sterk aanwezig zijn, zelfs
in het Russisch collectivistisch regime.
Kritiek op sovjet-aanpak van onderwijs en opvoeding in Vlaamsch Opvoedkundig tijdschrift in 1928
Ik citeer vooreerst
aantal belangrijke passages uit de bidjrage Onderwijs
en Opvoeding in Sowjet Rusland.
De kinderen moeten vanuit de kommunistische gedachte voortdurend
en rechtstreeks in verband worden gebracht met het kommunisme en hiervoor moet ook de slechte (individualistische)
invloed van de familie bestreden worden.
Man en vrouw hooren met hun kinderen toe aan den staat. Vóór de revolutie
hadden de ouders het gezag over de kinderen, dat is nu uit! en het ABC van het
kommunisme geeft de reden aan: Van
socialistische standpunt beschouwd, zijn de rechten van vader en moeder over de
kinderen, zonder de minsten grond. Het kind als eigendom van de staat, vereist
een echte kommunistische opvoeding; omdat alleen zon opvoeding een nieuwen
mensch vormen kan, een, die er in berusten wil als onpersoonlijk element
ingeschakeld te worden in het machien der proletarische maatschappij.
Het ideaal dat de kommunisten voor de opvoeding nastreven,
en naar zij hopen, binnen afzienbaren tijd zal uitgevoerd zijn, bestaat erin de kinderen aanstonds aan de ouders te
ontnemen en naar bewaarscholen te brengen ook tijdens de vakanties. We lezen: De
kommunistische overtuiging moet de ouders die enge liefde afleeren, die bestaat
in de kinderen bij zich willen houden. Niet alleen blijven door zulke wijze van
opvoeding thuis, de burgerbegrippen voortleven bij de kinderen. De staat neemt
dus de kinderen op en zuigelingen worden
er in kinderkribben verzorgd. Daar zal schrijft een dagblad, den invloed
door de familie op het kind uitgeoefend kunnen verlammen. Het gezin is een
gesel zegt Sabsovith (1930) die het bestaan der volwassenen en der kinderen
kwelt.
De opbouw van dien geheel nieuwen staat wordt dus aangevat
met de opvoeding van de kinderen en zo jong mogelijk: zijn de fundamenten
stevig, dan rijst het geheel hoog op en zal sierlijk zijn in vormen en rustig
harmonisch zijn in zijn lijnen, heerlijk uitkomen boven de kapitalistische
staten die met hun bekrompen begrippen van egoïsme en zedelijkheid in enge
straatjes en steegjes gebracht, geen breed plan meer zullen kunnen opzetten
laat staan uitvoeren.
We moeten eene jeugd vormen, zeide Lenin, die in geenen
deele op de oude generatie gelijkt. Het programma der leerstof, de opvoedingsmethode, zal daarop
dus gericht worden; m.a.w. de politiek wordt het hoofddoel van het onderwijs.
Zelfs in het vakonderwijs komt het kommunisme als theorie op de eerste plaats,
vakken als moedertaal, rekenen
zijn een middel om dat hoofddoel aan te
leeren. Voor het rekenen kan men b.v. vragen stellen als deze: De parijsche
kommunebegon op 22 Maart 1871 en duurde tot 22 mei. Hoeveel dagen heeft ze
bestaan. Praktisch heeft wetenschap op de scholen niet zo veel belang, het is belangrijker het handboek ABC
van het kommunisme te kennen. Zo moesten zelfs 17 leerlingen op een school te Rostov in 1925 de klas overdoen omdat hun antwoord niet voldeed op deze vraag:
--------
In andere bijdrage Kommunistische Paedagogiek uit die tijd
geschreven door dr. M. Dewijn lezen we: Pistrak
stelt: Wilt ge met succes in de nieuwe sovjet-school werken, dan moet U
overtuigd zijn van deze twee stellingen: (1)Zonder revolutionaire
paedagogische leer geen revolutionaire pedagogische praktijk. Ieder methodebeginsel
moet eerst en vooral onderzocht worden
in t licht van de kommunistische opvoedingsleer. (2) De kommunistische
paedagogische leer zal alleen aktief en
doeltreffend worden, wanneer de onderwijzer ook tot een aktief-strijdende
apostel zal heropgevoed worden.
De nieuwe werkschool
steunt op twee pijlers: actualiteit en auto-organisatie
van de leerlingen. Actualiteit d.w.z. datgene wat leeft in de zegevierende
sociale revolutie die de meester beleven en bewegen en de kinderen zo ook opleiden.
Die actualiteit zal bestudeerd worden, en t verleden zal alleen beschouwd
worden in zijn ruïnen, veroorzaakt door den strijd van het proletariaat.
Auto-organisatie van de leerlingen betekent
vooral: de bekwaamheid om collectief te werken en zijn gelukkige plaats te vinden
in datzelfde werk.
Geen leerschool, maar een werkschool. De mensch kan alleen
zijn wondere scheppingskracht toonen door den produktieven arbeid en daarin zijn
zaligheid vonden, daarom moeten de kinderen dus opgeleid worden tot echte en
perfekte voortbrengmachienen.
Vanaf de kindertuin tot aan de universiteit moet
de leerling in een atmosfeer leven van arbeid; binst zijn arbeid zal hij de
ideologie van het proletariaat aanwerven; maar vooral zal hij moeten
aankweeken: arbeidsgewoonten en produktievermogen; hij zal vooral leeren
waarnemen met de ogen van den arbeider, als een proletariër, als een kampvechter
van de nieuwe orde. Naar het woord van Choulguiine moet geheel de
kommunistiche opvoedingspoging eerste en vooral gericht worden op de
produkdieven arbeid, omdat de arbeid de grondbasis is van de Sovjet-Unie.
|