Lovend relaas van prof. en reformpedagoog John Dewey vover zijn
studiereizen naar Rusland over zijn bezoek aan
Russische scholen in 1925-1928 - in zijn boek: Impressions of Soviet
Russia and the revolutionary world - van 1929.
Rond 1925 was er in Europa en de VS heel veel kritiek op het
politiek sovjet-systeem in Rusland en op
de indoctrinatie in het Russisch onderwijs. Maar Reformpedagogen als John Dewey
en Célestin Freinet legden die kritiek
naast zich. Ze bezochten meermaals
Rusland en het onderwijs in de Sovjet-unie en spraken zich achteraf vrij lovend uit over
de evolutie in Rusland en vooral over het Russisch onderwijs.
John Dewey, boegbeeld van de reformpedagogiek, prees in een bundeling van zijn verslagen
over die studiereizen in een publicatie
van 1929 de Russische revolutie en schoolsysteem m.i.v. politieke indoctrinatie en van vooral van
het scheppen van een collectief bewustzijn - als belangrijke vorm van burgerschapsvorming. Dewey
geloofde grotendeels de fabels die door
Sovjet-intellectuelen werden verteld. Hij was tegelijk een nauwkeurige verslaggever van wat er werkelijk gebeurde. In beide
gevallen was hij vol lof. Zoals zal blijken uit Dewey's tekst arriveerde hij in Leningrad gretig om
de creatie te bewonderen van wat hij een 'collectivistische mentaliteit' noemt.
Daartoe verontschuldigde hij de methoden van Lenin, Trotski en Stalin, en
geregeld bewonderde hij ze zelfs.
Ik druk een aantal stukken af uit Deweys boek, vooral uit de hoofdstuk 4 en 5.
Wonderbaarlijke
ontwikkeling van progressieve onderwijsideeën en -praktijken onder de
koesterende zorg van de bolsjewistische regering
Ik kwam de voorbije jaren onder de indruk van de
wonderbaarlijke ontwikkeling van progressieve onderwijsideeën en -praktijken
onder de koesterende zorg van de bolsjewistische regering - en ik spreek in
mijn verslagen over wat ik heb gezien en niet alleen over wat ik heb gehoord.
Ik heb in mijn
laatste artikel, hoofdstuk 3, enkele
redenen gegeven om te geloven dat in de "overgangstoestand" van
Rusland in de richting van het
marxisme heel veel belang gehecht wordt aan de mentale en morele marxistische
verandering die plaatsvindt. Deze
transformatie van de scholen is op korte
termijn een middel voor de economische en politieke verandering; maar het
geldt ook andersom. Dit betekent dat het belang van alle instellingen eigenlijk
educatief moet zijn in de brede zin
dat ze alle de collectieve gezindheid
en attitudes moeten bevorderen. Hun functie is om gewoonten te creëren, zodat
mensen net zo gemakkelijk coöperatief en collectief zullen handelen als
mensen nu in kapitalistische landen die
'individualistisch' handelen. De scholen zijn de 'ideologische arm van de communistische
revolutie'. Ze leveren een directe en
geconcentreerde inspanning om het effect te verkrijgen dat andere instellingen
op een diffuse en omslachtige/indirecte manier ontwikkelen. Bijgevolg sluiten
de activiteiten van de scholen op de meest buitengewone manier, zowel in de administratieve organisatie als in doel en
geest, aan op alle andere maatschappelijke instellingen en belangen.
Het grote verband dat in de visie van sovjetleekrachten
bestaat tussen de door politieke instellingen en school geformuleerde
attitudes en ingesteldheden kan verduidelijkt worden door een verwijzing naar het verhaal dat een van
de leiders van het nieuwe onderwijs van zijn eigen ontwikkeling imij verteld. Zijn inspanningen voor onderwijshervorming
dateren uit de vroege jaren van de 20ste eeuw, toen hij samen met een mede-Rus
een sociale actie uitvoerde in de arbeiderswijk van Moskou. Natuurlijk werden
ze gedwongen om te opereren langs niet-politieke lijnen en op de neutrale
gebieden van kinderclubs, recreatie, gezondheid, enz. . Toch stuitten ze op
constante tegenstand en onwil van het oude regime. In 1911 begon hij een educatief experiment in
het land, zo'n tachtig of honderd mijl van Moskou verwijderd, waarbij hij hulp
kreeg van welgestelde Russen met een liberale ingesteldheid. Deze school was dus gebaseerd op een combinatie van
Tolstojs versie van Rousseau's vrijheidsleer en het idee van de educatieve
waarde van productief werk ontleend aan Amerikaanse bronnen.
Zijn verhaal en evolutie is van historische betekenis bij
het aangeven van enkele van de oorzakelijke factoren van het huidige Sovjet-onderwijssysteem. De leraar
over wie ik spreek, begon als een liberale hervormer, geen radicaal maar een
constitutionele democraat. Hij werkte vanuit het geloof dat de school, door het
geven van een nieuw soort onderwijs, vreedzaam en geleidelijk de vereiste transformaties in andere
instellingen zou kunnen realiseren. De evolutie
van deze hervormingspedagoog tot overtuigd communist vormt een symbool
van de sociale fase van de hele Sovjet-onderwijsbeweging.
In de eerste plaats was er het onontkoombare feit dat vóór
de revolutie zijn hervormingsgezinde en progressieve inspanningen op alle mogelijke manieren werden belemmerd door
het regime van de tsaar, een feit dat
zeker veel liberale intellectuelen ertoe aanzette om naderhand hun medewerking te verlenen aan
de bolsjewistische regering.
Een van hen vertelde me dat hij dacht dat de intellectuelen die hadden
geweigerd om samen te werken met het nieuwe regime een tragische fout hadden
gemaakt; ze hadden hun eigen macht/invloed verkwanseld en het nieuwe Russische regime van hun medewerking beroofd net op het moment dat hun land hun medewerking
het hardst nodig had. Wat hemzelf betreft
had hij ontdekt dat de huidige
regering, de communistische partij de
weg vrij gemaakt had voor de zaken die
hij in het oude regime voor ogen had en waarvan de vooruitgang altijd hopeloos
werd tegen gewerkt door de huidige oppositie tegen het nieuwe Sovjet-regime. De
vermelde leraar was zelf aanvankelijk
geen communist, maar stelde vast dat zijn onderwijsadvies welkom was van zodra de autoriteiten erkenden
dat hij oprecht probeerde met hen samen
te werken.
Ik trof in Rusland twee
soorten liberale intellectuelen
aan: zij die zich opstelden voor het
nieuwe regime als hij en zij die het tegenovergestelde deden en in de oppositie
gingen. Er is geen ongelukkiger en futieler klasse op aarde dan de tweede
soort, de opposanten van de hervormingen, en geen enkele meer levendiger en gelukkiger dan de eerste
ondanks de eng beperkte economische omstandigheden, woonruimten, salarissen,
enz.
Het bijna onvoorstelbare contrast tussen de carrière en het
lot van sociale aspiraties van mensen onder het oude regime en nu onder de
Sovjetregering, is iets waaraan ik in ieder geval niet voldoende gewicht had
toegekend in mijn eerdere inschattingen van bolsjewistisch Rusland. En ik kan
me voorstellen dat er velen zijn die, hoewel ze zich in het algemeen bewust
zijn van het repressieve en despotische karakter van de regering van de tsaar,
onbewust hun beoordeling van het huidige Russische systeem vormden en dit
eveneens als despotisch voorstelden door het ten onrechte in contrast te
stellen met een denkbeeldig democratisch systeem.
De opposanten tegen het nieuwe regime vergeten dat er voor
de vele miljoenen Russische mensen
er een groot contrast bestaat met het tsaristisch systeem. Het Russische
regeringssysteem vertoont ook wel repressieve trekken, maar het nieuwe systeem
heeft voor de burgers deuren geopend die voorheen gesloten waren. Het nieuwe
regime biedt de burgers toegang tot de bronnen van geluk, terwijl het vorige regime hen in de ellende wou
houden.
Dit feit, en niet dat
van politiebeperking, spionage en propaganda, verklaart de stabiliteit van de
huidige regering, ondanks het betrekkelijk kleine aantal communisten in het
land. Het verzet tegen het beleid in Rusland, dat gebaseerd is
op het idee dat de huidige regering gedoemd is om interne steun te verliezen,
als die regering maar voldoende kan
worden geboycot en extern geïsoleerd, berust op pure fantasie. Dit is ook het
geval van de verspreide fantasie door de vijf of zes Russische dagbladen die
door Russische emigranten/opposanten in Parijs worden uitgegeven.
De tweede reden die de transformatie van de al vermelde leerkracht tot medewerker van het regime heeft veroorzaakt, brengt ons van het gebied van hervormingsgezinde en
progressieve ideeën van die leerkracht naar de onderwijsideeën van het eigenlijke communisme.
Het is een belangrijke factor die ook door elke communistische leraar zou worden benadrukt. Het niet kunnen bereiken van hun
onderwijsdoelen doelen door slechte economische omstandigheden nam een veel
grotere plaats in in het verhaal van de pelgrimsovergang van pedagogie naar
communisme dan expliciete en duidelijke politieke en bestuurlijke propaganda.
In feite werd het laatste alleen genoemd als een onvermijdelijk bijproduct van
het eerste.
De kleinere vorming/opvoeding wordt door de school gegeven;
de grotere, en meest invloedrijke, wordt
gegeven door de feitelijke levensomstandigheden, vooral die van het gezin en de
omgeving. En volgens zijn eigen verhaal ontdekte deze al vermelde leraar dat
het werk dat hij destijds op school probeerde te realiseren, zelfs onder de
relatief zeer gunstige omstandigheden van zijn experimentele school, ongedaan
werd gemaakt door de invloed van nefaste educatieve vorming van de
ingesteldheden en mentale gewoontes
binnen de gezinsopvoeding en de invloed van de omgeving..
Belangrijke taak van
de school om de nefaste invloeden te bestrijden
van de thuissituatie en van de
omgeving - die nog steeds zo sterk zijn,
zelfs in een collectivistisch regime. En
belang van sociaal behaviorisme
Zo geraakte de leraar
ervan overtuigd dat het sociale/politieke systeem en de progressieve school
moesten samenwerken, in harmonie moesten opereren, elkaar moesten versterken,
om te voorkomen dat het doel van de progressieve school voortdurend zou worden
ondermijnd en verdreven door de invloed van de opvoeding thuis en in de omgeving
van de kinderen. Naarmate deze
overtuiging groeide werd hij onbewust
een communist. Hij raakte ervan overtuigd dat de centrale kracht in het
ongedaan maken van de egoïstische en particuliere idealen die jongeren werden
ingeprent door de instelling van privé-eigendom (winst en verworven bezit) precies bereikt konden worden door
gesocialiseerde heropvoeding
die hij probeerde te bereiken door middel van de school.
Het verhaal van die evolutie bij die leerkracht is leerzaam het wijst op
de positieve invloed van volgehouden
sovjetschoolactiviteiten.
Tijdens het overgangsregime dat Rusland momenteel
meemaakt kan de school er nog niet ten volle op rekenen dat het bredere
onderwijs op een oprechte manier de
vereiste collectieve en coöperatieve mentaliteit bij de leerlingen creëert. De
traditionele gebruiken, de negatieve invloed van thuis en van de kerk, de toestand
van de landbouwers, hun kleine
landbouwoppervlakte
creëren alle automatisch een individualistische
ideologie. Ondanks de grotere neiging van de stadsarbeider tot collectivisme,
werkt zelfs zijn sociale omgeving in veel opzichten dit nog tegen. Daarom is het de belangrijke
taak van de school om de nefaste invloeden te bestrijden van de thuissituatie en van
buurt - die nog steeds zo sterk
zijn, zelfs in een collectivistisch
regime.
Om dit doel te bereiken, moeten de leraar in de eerste
plaats precies achterhalen wat de omstandigheden zijn waaraan leerlingen
thuis worden onderworpen, zodat hij in
staat is om de handelingen van de
leerling op school te interpreteren in het licht van die omgevingsomstandigheden - en dit, niet alleen
op een algemene manier, maar zo trefzeker als een bekwame arts diagnosticeert
in het perspectief van de oorzaken van
de zieke aandoeningen waarmee hij te maken heeft.
(Commentaar: Dewey beschreef
zijn filosofie als "Sociaal
Behaviorisme. Wat De leraar ook zag , een manier van landbouw,
landbouwwerktuigen, stijl van woningbouw, huishoudelijke industrie, kerkgebouw,
enz., moest leiden naar de vraag om het waarschijnlijke
effect ervan op het gedrag leerlingen die onderworpen waren aan de invloed.
Anderzijds moest de leraar bij
confrontatie met een vorm van ongewenst gedrag van de kant van een leerling
ernaar streven te achterhalen hoe
dit terug te voeren was op zijn sociale
oorzakelijk verband. De overheid gebruikte spionage en verklikking op ouders ook om hen politiek te controleren.
)
Dewey: Een van de meest interessante pedagogische
vernieuwingen die ik ken, is de techniek om leraren in staat te stellen de
feitelijke omstandigheden te ontdekken die leerlingen in hun buitenschoolse
leven beïnvloeden. Hier kan ik alleen maar zeggen dat het onder andere gaat om
kritisch onderzoek van geschiedenis en
aardrijkskunde, van de themas in het geschreven werk van de leerlingen, en ook
een gedetailleerde studie gedurende het hele jaar van de huis- en
gezinsbudgetten. Nog afgezien van elke economische theorie, communistisch of
individualistisch, zijn de resultaten al van grote pedagogische waarde en
beloven ze een nieuwe en vruchtbare methode van sociologisch onderzoek te
bieden.
De aldus opgedane kennis van de thuisconditie en van hun effect op het gedrag (en ik kan terloops
zeggen dat dit sociaal behaviorisme mij intellectueel veel veelbelovender lijkt
dan enig exclusief fysiologisch behaviorisme ooit kan blijken te zijn) is een
voorbode van de ontwikkeling van methoden die scholen in staat zullen stellen
gunstig te reageren op de ontdekte ongewenste leefomstandigheden, en
tegelijk om aanwezige wenselijke
omstandigheden te versterken. Hier is
natuurlijk het punt waarop het sociaal constructieve werk van de school tot
uitdrukking komt. Straks meer hier over
wanneer ik het zal hebben over de idee van "sociaal nuttig werk
als een criterium voor het beslissen over de waarde van "projecten" -
want Sovjet-onderwijs is afgestemd op de
"projectmethode". Maar afgezien van de praktische uitwerking, is het
ook interessant omdat het gaat om een
van de centrale ideeën van het huidige Russische pedagogische
onderwijsstudie. Er is wel nog
steeds een denkschool die stelt dat
onderwijsprincipes kunnen worden afgeleid uit psychologie en biologie hoewel
het belang van citaten van Marx nu hun invloed overschaduwt en dat correcte
onderwijsmethoden het gewenste effect zullen produceren, onafhankelijk van
concrete kennis van de huiselijke en lokale omgeving. Niets is minder waar.
(Hier neemt Dewey vermoedelijk afstand van de psychologische visie van mensen
als Vygotsky.)
Collectivisme & communistische
maatschappij centraal
Ik heb te lang stilgestaan bij bepaalde algemene
overwegingen, ten koste van wat scholen eigenlijk doen en hoe ze dat doen. Maar
met betrekking tot de hele Russische situatie, zijn deze generieke punten van sociale aspiratie
heel belangrijk. Dat wat de Sovjetscholen onderscheidt van zowel andere
nationale systemen als van de progressieve scholen van andere landen (waarmee
ze veel gemeen hebben) is precies de bewuste maatstaf van elke
onderwijsprocedure, hun verwijzing naar een enkel en alomvattend
maatschappelijk doel (de communistische maatschappij).
Dat verklaart de sociale/maatschappelijke verwevenheid van
het onderwijs waar ik het in het begin over had. Dat overtuigde collectivisten
het traditionele gezin beschouwen als exclusief en isolerend/individualistisch en dus als vijandig tegenover een echt
gemeenschappelijk leven, is bekend.
Afgezien echter van het effect van de vaak gereciteerde bolsjewistische
opvattingen inzake huwelijk en echtscheiding, wordt het instituut van het gezin
eerder indirect dan door frontale aanvallen ondermijnd; de historische steun,
economisch en kerkelijk, is immers al verzwakt. Zo wordt de beperking van
woonruimte, die in Rusland net als in andere landen door de oorlog werd
afgedwongen, bewust misbruikt om sociale combinaties te creëren die breder zijn
dan die van het gezin en die de gezinsbanden overschrijden. Er is geen woord
dat men in Rusland meer hoort dan het
woord groep, en allerlei actiegroepen pleiten tegen het primaire sociale
belang van de gezinseenheid. Voor iedereen die de zaak nuchter bekijkt, vrij
van sentimentele associaties rond de historische
familie-instelling, vindt er dus een zeer interessant sociologisch experiment
plaats, waarvan het effect zou
moeten kunnen uitwijzen in hoeverre de banden die het traditionele
gezin bij elkaar houden intrinsiek zijn en in hoeverre ze te wijten zijn aan externe oorzaken; en in hoeverre het gezin in zijn gebruikelijke vorm
anti-sociale belangen voedt.
De centrale positie
van de scholen in de productie van een communistische ideologie als voorwaarde
voor het succesvol functioneren van communistische instellingen. De brede inspanning om opvoeding en
onderwijs van de jeugd vanaf de geboorte te gebruiken als middel om bepaalde
sociale/maatschappelijke doelen te bereiken
Onze bijzondere aandacht gaat hier uit naar de rol van de
scholen bij het opbouwen van krachten en factoren waarvan het natuurlijke
effect is dat het belang en het unieke karakter van het gezinsleven wordt
ondermijnd. Het is voor elke waarnemer duidelijk dat in elk westers land de
toename van het belang van openbare scholen op zijn minst samenvalt met een
versoepeling van de invloed van de oude familiebanden. Wat er in Rusland aan de
hand is, lijkt een geplande versnelling van dit proces te zijn. Het vroegste
deel van het schoolsysteem bijvoorbeeld (kleuterschool), dat zich bezighoudt
met kinderen van drie tot zeven jaar, heeft tot doel om in de steden kinderen
zes, acht en tien uur per dag onder zijn hoede te houden. Hoewel het hier gaat
om initiatieven op beperkte schaal, moet op termijn deze aanpak universeel en verplicht te worden. Waar het al wordt
uitgevoerd, is het effect op het gezinsleven enorm, hoewel in Moskou slechts
een tiende van de kinderen van deze leeftijd op dergelijke scholen zit. De
inbreuk op het gezinsleven stopt niet in de omgang met jonge kinderen. Er
worden ook zomerkolonies gepland,
overeenkomend met onze frisse luchthuizen voor kinderen uit sloppenwijken,
waarin kinderen van deze "kleuterschool" die de hele dag open is, een
groot deel van de zomermaanden zullen doorbrengen. Sommige van de zomerkolonies
bestaan al. Nu zou het te ver gaan om te zeggen dat deze instellingen
opzettelijk zijn gepland met alleen verwijzing naar hun desintegrerende effect
op het gezinsleven. Zij maken ook deel uit van een heel netwerk van
instellingen, waardoor de Sovjetregering haar bijzondere zorg voor de
arbeidersklasse toont, om haar politieke steun te verwerven en om een
praktische les te geven in de waarde van een communistisch plan. Vanuit dit
oogpunt doet de Russische regering op grote schaal wat particuliere filantropie
in onze steden heeft gedaan door middel van crèches en dergelijke. Maar
daarnaast is het vooral een treffend
voorbeeld hebben van het bewuste en systematische gebruik van de school ten
behoeve van een bepaald maatschappelijk doel en beleid. De brede inspanning om
de opvoeding van de jeugd te gebruiken als middel om bepaalde sociale/maatschappelijke
doelen te bereiken, kan niet zomaar worden afgedaan als propaganda zonder alle
pogingen tot opzettelijke sociale controle als propaganda te degraderen.
De verwijzing naar deze fase van de Sovjet-opvoeding/onderwijs
kan misschien op passende wijze worden
afgesloten met een citaat van Lenin, dat deel is gaan uitmaken van de canonieke
geschriften van de bolsjewistische onderwijsliteratuu. Lenin: De school, los van het leven, los van de
politiek, is een leugen, een hypocrisie. De burgerlijke maatschappij gaf zich
over aan deze leugen en verdoezelde het feit dat zij de scholen gebruikte als
een middel tot overheersing, door te verklaren dat de school politiek neutraal
was en in dienst van alle mensen. We moeten openlijk verklaren wat zo'n visie
verhulde, namelijk de politieke functie van de school. Terwijl het doel van onze
vorige strijd was om de bourgeoisie omver te werpen, is het doel van de nieuwe
generatie nog veel complexer: het is om de communistische samenleving op te
bouwen. Dit citaat ondersteunt
officieel mijn schijnbaar extreme uitspraken die ik heb gedaan over de
centrale positie van de scholen in de productie van een communistische
ideologie als voorwaarde voor het succesvol functioneren van communistische
instellingen. (Commentaar: Lenin uitte
vaak dergelijke ideeën over onderwijs. Een ander voorbeeld, uit zijn toespraak
op het Eerste Al-Russische Onderwijscongres, 28 augustus 1918: "Wij zeggen
dat ons werk op het gebied van onderwijs deel uitmaakt van de strijd voor de
omverwerping van de bourgeoisie. We verklaren publiekelijk dat onderwijs
gescheiden van leven en politiek een leugen en hypocrisie is." V. I.
Lenin, Verzamelde werken: Deel XXIII, 1918-1919, p. 215.)
Voor een nieuw
maatschappij zijn nieuwe en totaal
andere scholen nodig, arbeidsscholen totaliteitsonderwijs
Het idee van school waarin leerlingen, en dus ook
leerinhouden en methoden, verbonden zijn met het sociale leven, in plaats van
geïsoleerd te zijn, is een bekend idee in de onderwijstheorie. In een of andere vorm is het dit idee dat ten grondslag ligt van alle pogingen
tot grondige onderwijshervormingen. Wat kenmerkend is voor het Sovjetonderwijs
is niet het idee van een combinatie van schoolactiviteiten en buitenschoolse sociale activiteiten, maar het
feit dat er voor het eerst in de geschiedenis een onderwijssysteem is dat
officieel op basis van dit principe is georganiseerd. In plaats van te worden
beoogd in een paar verspreide scholen
die particuliere ondernemingen zijn zoals in de VS, wordt zon schoolconcept in Rusland gepromoot door het hele politieke regime. Dat de Russische beleidsmakers erin
slaagden om in een korte tijd dit soort onderwijs te
ontwikkelen, is te danken aan het feit
dat ze aan het onderwijs in de
economische en industriële fase van het sociale leven zon centrale plaats toekenden. In dat feit ligt het grote voordeel dat de
revolutie heeft toegekend aan onderwijshervormers in Rusland, in vergelijking
met onderwijshervormers in de rest van
de wereld. Een eerlijke
onderwijshervormer in westerse landen kan moeilijk ontkennen dat het grootste
praktische obstakel in de weg om op scholen die verbinding met het sociale leven
te introduceren die hij wenselijk acht, de grote rol is die persoonlijke
concurrentie en het verlangen naar privé-gewin in ons economisch leven spelen.
De Russische onderwijssituatie is voldoende om me in te zetten voor het idee dat alleen in een samenleving
gebaseerd op het coöperatieve principe de idealen van onderwijshervormers
adequaat in werking kunnen worden gesteld.
(Commentaar: alleen in een communistische samenleving kunnen
onderwijshervormers dus volgens Dewey
hun idealen realiseren. Cf. ook Deweys bijdragenin de Social Frontier).
De centrale plaats van economische doelen in de afstemming
van schoolwerk op het sociale leven buiten de school wordt overigens expliciet vermeld in de officiële documenten van Sovjet-commissaris
Loenatsjarski. Hij schrijft: "De twee belangrijkste huidige
vraagstukken van sociale opvoeding zijn:;
(1) de ontwikkeling van de bevolking in de geest van het communisme." (2)
De ontwikkeling van de openbare economie met betrekking tot de socialistische
wederopbouw in het algemeen en de efficiëntie van arbeid in het bijzonder.
Zoals alle formele verklaringen moeten deze stellingen
begrepen worden in het licht van de
praktijken waarmee ze gerealiseerd worden . De "vereniging van algemene
cultuur met efficiëntie van arbeid" gaat vooraf aan die van een school die
rechtstreeks de leerlingen vormt voor specifieke technische noden/ beroepen.
Polyvalente technische
scholen tot 13 jaar
Het meest opvallende in het Russische onderwijssysteem is
precies dat het niet beroepsmatig is in
de enge zin die die woorden vaak bij ons hebben, namelijk een technische opleiding van gespecialiseerde
werknemers op het oog heeft. Integendeel,
een dergelijke technische opleiding
wordt overal uitgesteld en ondergeschikt gemaakt aan de eisen van de algemene
cultuur, die echter zelf in sociaal industriële zin wordt opgevat; dat wil
zeggen, als ontdekking en ontwikkeling van de capaciteiten die een individu in
staat stellen om op een coöperatieve manier te werken, en aan werk dat sociaal nuttig is, "sociaal
nuttig" wordt opgevat - in de
genereuze zin van alles wat het menselijk leven voller en rijker maakt. Voorbereiding op speciale beroepen wordt
uitgesteld tot het stadium van speciale scholen - genaamd Technicums, die pas kunnen
worden ingevoerd nadat zeven jaar van de openbare "eenheidsschool zijn voltooi (tot 13 jaar dus). Deze scholen
worden "polytechnisch" genoemd, maar het woord is misleidend in de
gewone Engelse betekenis. Want bij ons betekent het een school waarin individuele
leerlingen een van een aanzienlijk aantal technologieën kunnen selecteren en
volgen, terwijl het in het Russische systeem een school betekent waarin
leerlingen, in plaats van een "monotechnische" opleiding te krijgen,
worden onderwezen in de zaken die fundamenteel zijn voor een aantal speciale
industriële technieken. Met andere woorden, zelfs in de scholen voor
beroepsonderwijs wordt de gespecialiseerde opleiding voor een bepaalde roeping
uitgesteld tot de laatste jaren, nadat een algemene technologische en
wetenschappelijk-sociale basis is gelegd.
Voor zover kan worden vastgesteld, zijn er twee redenen voor
de goedkeuring van deze brede opvatting van industrieel onderwijs, in
identificatie met de algemene cultuur die geschikt is voor een collectief
geleide samenleving. Een daarvan is de staat van de progressieve
onderwijstheorie in andere landen, met name de Verenigde Staten, tijdens de
vroege vormende jaren na de revolutie. Want een leidend beginsel van deze
geavanceerde leer was dat deelname aan productief werk de belangrijkste
stimulans en gids is voor zelfopvoedende activiteiten van de kant van
leerlingen, aangezien dergelijk productief werk zowel in overeenstemming is met
het natuurlijke als psychologische leerproces; en biedt ook de meest directe
weg om de school te verbinden met het sociale leven, vanwege de rol die
beroepen in de laatste spelen. Sommige van de liberale Russische opvoeders
voerden op deze basis particuliere experimentele scholen uit vóór de revolutie;
de leer had het prestige van de meest geavanceerde onder de onderwijsfilosofieën,
en het beantwoordde aan onmiddellijke Russische behoeften.
Zo stond vanaf een vroege periode het idee van de "arbeidsschool"
(Arbeitschule, école du travail, activiteitsschool) vrij centraal in postrevolutionaire
schoolondernemingen. En een belangrijk kenmerk van deze doctrine was dat, hoewel
productief werk bij uitstek educatief is, het in een brede sociale zin moet
worden opgevat en als een middel om een sociale nieuwe orde te creëren en niet
alleen als een aanpassing aan het bestaande economische regime. Deze factor
verklaart echter alleen de eerdere periode van de groei van het
Sovjet-onderwijs, bijvoorbeeld tot 1922 of 1923, een periode waarin de
Amerikaanse invloed, samen met die van Tolstoj, over het algemeen overheersend was.
Toen kwam er een sscherpe reactie, vanuit een marxistisch standpunt.
De reactie nam echter niet de vorm aan van het verwerpen van
het idee van productief werk als centraal op scholen. Het gaf het idee alleen
een uitgesproken socialistische vorm door het idee van arbeid te interpreteren
op basis van de nieuwe nalatenschap van de arbeider die door de proletarische
revolutie tot stand werd gebracht. De verandering verliep min of meer
geleidelijk, en zelfs nu is er nauwelijks nog een volledige vertaling of fusie.
Maar de geest van de verandering wordt goed aangegeven in de woorden van een
van de leiders van het educatieve denken: "Een school is een echte werk-school
in de mate waarin het de leerlingen voorbereidt om de ideologie van de
arbeiders te waarderen en te delen of het nu een school te lande of stad
is." En met de arbeider wordt hier natuurlijk bedoeld dat de arbeider
zich bewust is geworden van zijn positie en functie door middel van de
Revolutie. Deze transformatie van het vroegere "burgerlijke
hervormingsidee" door de nadruk te leggen op de ideologie van de
arbeidersbeweging legde dus de nadruk op het algemene idee van de verbinding
van de school met de industrie en versterkte deze idee.
Dit verslag beperkt zich noodzakelijkerwijs tot een verklaring
van algemene beginselen. Maar ik wil
vooral ook ook mijn hulde brengen aan
het bevrijdende effect van actieve deelname aan het sociale leven op de houding
van leerlingen. De leerlingen die ik
ontmoette hadden een vitaliteit en een soort vertrouwen in het leven niet te
verwarren met louter zelfvertrouwen, een
van de meest stimulerende ervaringen van mijn leven. De ingesteldheid van die
leerlingen kwam goed tot uiting in de
inscriptie die een jongen van veertien schreef op de achterkant van een
schilderij dat hij me voorlegde: de "school die mijn ogen opende. Die jongen
zat op een van de scholen waar de nieuwe onderwijsvisie net was ingevoerd.
Alles wat ik ooit, op theoretische gronden had geloofd over
de mate waarin de saaie en moedeloze ingesteldheid van de gemiddelde leerling te wijten is aan
het isoleren van school van het leven, werd meer dan bevestigd door het
tegenovergestelde dat ik zag op Russische scholen.
Er zijn drie of vier speciale aandachtspunten bij de
identificatie tussen cultureel en industrieel onderwijs. Een daarvan wordt
gesuggereerd door de officiële verklaring met betrekking tot de bijeenkomst
door de scholen van lokale omstandigheden en behoeften. Het Sovjetonderwijs
heeft niet de fout gemaakt om eenheid van onderwijs te verwarren met uniformiteit:
integendeel, centralisatie is beperkt tot de kwestie van het uiteindelijke doel
en de geest, terwijl diversificatie in detail is toegestaan, of liever
aangemoedigd.
The central place of
human labor in the educational scheme is made manifest in the plan for the
selection and organization of subject-matter, or the studies of the curriculum.
Deze aanpak wordt officieel de 'totale onderwijsaanpak'/totaliteitsonderwijs
genoemd. Dit betekent het opdoeken van
het opsplitsen van leerinhouden in geïsoleerde studies/disciplines, zoals in de
conventionele school, en het vervangen
door totaliteitsonderwijs over
het totale menselijk leven - inclusief
de natuur in de relaties die de natuur heeft met het leven van de mens in de samenleving.
In de officiële
verklaring klinkt het zo: "Aan de basis van het hele programma ligt de
studie van de menselijke arbeid en de organisatie ervan: het uitgangspunt is de
studie van alles wat te maken heeft met arbeid in zijn lokale manifestaties.
Observaties van de laatste moeten echter mede worden ontwikkeld door "een
beroep te doen op de ervaring van de mensheid dat wil zeggen ook boeken,
zodat de lokale verschijnselen van de arbeid verbonden kunnen worden met het
nationale en internationale industriële leven."
Om deze opvatting van het juiste studieonderwerp uit te voeren is het noodzakelijk dat de leraren zelf weer
leerling worden. Ze zijn verplicht om
zowel hun lokale omgeving te bestuderen als om vertrouwd te raken met de
gedetailleerde economische plannen van de centrale overheid. Zo wordt in het
onderwijsprogramma het grootste belang gehecht aan natuurwetenschap en wat wij
natuurstudie noemen. Maar volgens het heersende principe moet dit materiaal
niet worden behandeld als geïsoleerde
leerinhoud die op zichzelf moet worden
geleerd, maar worden beschouwd op de manieren waarop de arbeid daadwerkelijk in
het menselijk leven komt door middel van het gebruik van natuurlijke
hulpbronnen en energieën in de industrie voor sociale doeleinden.
Afgezien van de vitalisering van fysieke kennis die wordt
geleverd door het zo in zijn menselijke context te bekijken, dwingt deze manier
van presenteren leraren om op de hoogte te zijn van het zgn. Gosplan, meerjarenplan
van de regering, van de
gedetailleerde meerjarenprojecten, van
de regering voor de economische ontwikkeling van het land. Een opvoeder uit een
burgerlijk land als de VS kan jaloers zijn op de extra waardigheid die de
functie van de leraar krijgt wanneer hij wordt beschouwd als partner in plannen
voor de sociale ontwikkeling van zijn land. Zo iemand ontkomt er nauwelijks aan
zich af te vragen of dit partnerschap alleen mogelijk is in een land waar de
industrie een publieke functie heeft in plaats van een particuliere
onderneming; hij vindt misschien geen zeker antwoord op die vraag, maar de voortdurende
aanwezigheid van de vraag in zijn geest zal zeker dienen als een eye-opener.
Totaliteitsonderwijs
anders dan ons totaliteitsonderwijs en projectonderwijs
In de Amerikaanse literatuur over Sovjet-onderwijs wordt
" de totale onderwijsaanpak (totaliteitsonderwijs) vaak geïdentificeerd
met de zgn. "projectmethode"
omdat dat het gelijkt op de aanpak ontwikkeld in ons eigen land, in de VS. Voor zover de project-aanpakken in beide
landen afstand doen van het starten met
vaste lessen in geïsoleerde studies, en ze dit vervangen door een poging om
leerlingen door hun eigen activiteit in contact te brengen met een relatief
totaal deel van het leven of de natuur, is er sprake van gelijkenissen. Over
het algemeen is de vergelijking met projecten in de VS echter misleidend , en dit om twee redenen. In de eerste plaats omvat
het bij totaliteitonderwijs in Rusland gaat om de studie van menselijk werk in zijn
verbinding aan de ene kant met natuurlijke materialen en energieën, en aan de
andere kant met de sociale en politieke geschiedenis en instellingen. Vanuit
deze achtergrond betekent dit dat
Russische leraren wel een
oorspronkelijke schatplichtigheid aan de Amerikaanse theorie erkennen, maar dat
ze tegelijk veel van de
"projecten" die op onze scholen worden gebruikt, bekritiseren als
casual en als triviaal, omdat ze niet een
algemeen maatschappelijk doel nastreven, geen duidelijke sociale gevolgen
hebben. Voor Russische leraren is een educatief "project" het
middel waarmee het principe van een "complex" of verenigd geheel van
sociale zaken worden gerealiseerd. Het criterium van de waarde van projectwerk is de bijdrage aan 'maatschappelijk nuttige
werken en doelen'. De werkelijke projecten variëren naargelang van de
bijzondere omstandigheden, in de stad of op het platteland, en naargelang van
de specifieke behoeften en tekortkomingen van het plaatselijke milieu. In het
algemeen omvatten ze bijdragen tot de verbetering van sanitaire voorzieningen
en hygiënische omstandigheden, die helpt bij de campagne tegen analfabetisme;
het voorlezen van kranten en boeken aan analfabeten; het helpen in clubs, excursies, enz., Jongere kinderen & onwetende volwassenen dus helpen om
intelligent te kunnen deelnamen aan het beleid van lokale Sovjets, zich bezighouden
met communistische propaganda en, aan de industriële kant, deelnemen aan een
veelheid van uiteenlopende activiteiten die bedoeld zijn om de economische
omstandigheden te verbeteren.
In een plattelandsschool die werd bezocht, bijvoorbeeld,
observeerden en bestudeerden leerlingen
onder experimentele omstandigheden
de relatie van bloemen e.d. met
insecten , schadelijk en nuttig, om vervolgens de resultaten bekend te maken
aan hun ouders en andere boeren, verbeterde zaadstammen te verdelen, enz. . In
elk geval is het de bedoeling dat het werk vroeg of laat eindigt in een
daadwerkelijke deelname aan het grotere sociale leven, al was het maar door
jonge kinderen die bloemen dragen naar een invalide of naar hun ouders. In een
van de stadsscholen waar dit werk het langst is uitgevoerd, zag ik bijvoorbeeld
interessante grafieken die de transformatie toonden van gedetailleerde
hygiënische en leefomstandigheden van de huizen in een arbeiderswijk, een
studie gedurende een periode van tien jaar door de jongens en meisjes van de
school.
Een woord over het betrokkenheid van leerlingen in schoolbestuur en zelfdiscipline op Sovjetscholen
Gedurende een
bepaalde periode had het idee van vrijheid en discipline van leerlingen de
neiging om op hol te slaan. Maar blijkbaar is het idee van
"auto-organisatie" (dat fundamenteel is in het officiële schema) nu
in een positieve vorm uitgewerkt, zodat over het algemeen de bekritiseerde
excessen van de eerdere periode verleden tijd zijn. Het verband met wat zojuist is gezegd, ligt
in het feit dat de organisatie van leerlingen waarop wordt vertrouwd om
zelfdiscipline te bereiken, zoveel mogelijk niet zijn gecreëerd in het belang
van de school of overheid , maar groeien uit het voortzetten van een of andere
lijn van werk die nodig is in de school zelf, of in de buurt. Ook hier, terwijl
het idee van zelfbestuur ontwikkeld in Amerikaanse scholen de oorspronkelijk
stimulerende factor was, wordt de gewone Amerikaanse praktijk bekritiseerd als
te veel imitatie van volwassen politieke vormen (in plaats van te groeien uit
de eigen sociale relaties van de leerlingen), en dus als kunstmatig en extern.
In het licht van het ten onrechte heersende idee in andere landen over het totale gebrek aan
vrijheid en de totale veronachtzaming van democratische methoden in het
bolsjewistische Rusland, is het op zijn zachtst gezegd verontrustend voor
iedereen die in dat geloof heeft gedeeld, dat Russische schoolkinderen veel
democratischer georganiseerd zijn dan de onze; en om op te merken dat ze via het
systeem van schoolbestuur een training krijgen die bij hen past voor latere actieve deelname aan de
zelfsturing van zowel lokale gemeenschappen als industrieën.
Eerlijkheid vereist dat ik tot slot moet zeggen dat het beschreven onderwijssysteem op dit moment
kwalitatief bestaat in plaats van kwantitatief. Statistisch gezien is de
realisatie ervan nog steeds zeer beperkt maar eigenlijk ook niet verrassend wanneer men rekening houdt
met de zowel de externe moeilijkheden van oorlog, hongersnood, armoede,
met leraren destijds opgeleid met vreemde ideeën en idealen, als met de interne
moeilijkheden van het initiëren en ontwikkelen van een onderwijssysteem op een
nieuwe sociale basis gebaseerd. Gezien deze moeilijkheden ben ik inderdaad
nogal verbaasd over de geboekte vooruitgang.
Valse rapporten over Russisch
onderwijsssyteem
Terwijl een Amerikaanse bezoeker als ik een zekere
patriottische trots kan voelen om te merken in hoeveel opzichten een eerste
impuls kwam van een progressieve school in ons eigen land, wordt hij tegelijk
vernederd en gestimuleerd tot nieuwe pogingen om te zien hoeveel organischer
dat idee in het Russische systeem is opgenomen dan in het onze.
Hoe dan ook, als de ervaring van een Amerikaanse bezoeker ook maar enigszins op de mijne lijkt, zal hij zich bewust worden van de kunstmatige
barrières en valse rapporten die Amerikaanse leraren nu isoleren van het
Russisch onderwijssysteem. Hij zal beseffen dat onze beleden progressieve democratische ideeën
het meest volledig zijn belichaamd in Russische scholen, en waarvan we dus veel
meer zouden kunnen leren dan van het systeem van enig ander land. Ik begrijp nu
als nooit tevoren de kritiek van sommige buitenlandse bezoekers, vooral uit
Frankrijk, die Sovjet-Rusland veroordelen omdat het volgens hen te vurig ingaat op een "Amerikanisering"
van de traditionele Europese cultuur.
Het grote experiment
en de toekomst
Het samenvatten van de indrukken over Rusland is
noodzakelijkerwijs het aangaan van speculaties over de toekomst van Rusland.
Niettegenstaande mijn geloof dat het belangrijkste aspect van de verandering in Rusland moreel en
psychologisch is ongetwijfeld vooral te
verklaren is door contacten met mensen
uit het onderwijs, niet met politici en economen, lijkt het toch geloofwaardig. Lenin zelf bracht het idee tot uitdrukking
dat met de voltooiing van de revolutie de Russische situatie een grote verandering
onderging. Voor die politieke verandering had plaatsgevonden, was het utopisch,
zei hij, om te veronderstellen dat we met onderwijs en vrijwillige samenwerking iets
belangrijks konden bereiken. De arbeiders moesten eerst de macht grijpen. Maar
toen ze de teugels van de regering in handen hadden, vond er "een radicale
verandering plaats in ons standpunt ten opzichte van het socialisme. H Vroeger
moest het zwaartepunt in de politieke strijd en de verovering van de macht
moest worden gelegd. Nu wordt dit zwaartepunt verplaatst in de richting van
vreedzaam cultureel/intellectueel werk., ware het niet dat we genoodzaakt
blijven onze positie in het
internationale systeem te verdedigen. Lenin vervolgde, dat de zaak van het
socialisme nu economisch gezien identiek is aan die van de bevordering van de
coöperatie, en voegde er de veelbetekenende woorden aan toe: "Volledige
coöperatie is niet mogelijk zonder een intellectuele revolutie."
Een ander getuigenis van dezelfde strekking ontwikkelde zich
in een onderhoud dat sommigen van ons hadden met Kroepskaja, de weduwe van
Lenin, hoofd van het
regeringsdepartement van onderwijs, en natuurlijk een persoon met groot
aanzien. Zij vatte de taak van het huidige regime samen: Het doel ervan is, zei
ze, ieder mens in staat te stellen persoonlijke cultivatie te verkrijgen. De
economische en politieke revolutie die had plaatsgevonden was niet het einde.
Het was het middel en de basis voor een nog te realiseren culturele
ontwikkeling. Het was een noodzakelijk middel, want zonder economische vrijheid
en gelijkheid kan de volledige ontwikkeling van de mogelijkheden van alle
individuen niet worden bereikt. De economische verandering was en is bedoeld om
ieder mens in staat te stellen ten volle te delen in alle dingen die waarde
geven aan het menselijk leven.
Zelfs in de economische situatie is de kern van het probleem
nu intellectueel en educatief. Dit betekent in engere zin dat het huidige
industriële plan en andere plannen onmogelijk kunnen worden uitgevoerd zonder
de voorbereiding van bekwame technici in alle sectoren, industrieel en
administratief. Maar het is ook waar dat het economische en sociale plan niet kan worden
uitgevoerd zonder verandering in de verlangens en overtuigingen van de massa's.
Het lijkt mij inderdaad dat de eenvoudigste en meest nuttige manier om te
kijken naar wat er nu in Rusland aan de hand is, is om het te zien als een
enorm psychologisch experiment in het transformeren van de motieven die
menselijk gedrag inspireren.
De fanatiekeling van de individuele kapitalistische handel
voor persoonlijk gewin en de marxistische dogmatische fanaticus hebben beide
het antwoord bij voorbaat klaar. Volgens de eerste is het economische plan
gedoemd te mislukken; het is voorbestemd om, in de woorden van de heer Hoover,
een "economisch vacuüm" te creëren. Volgens de laatste is de overgang van
individualisme naar collectivisme van het handelen het absolute en
onvermijdelijke resultaat van de werking van wetten die voor de sociale 'wetenschap' evengoed gelden als bijvoorbeeld de wet van de zwaartekracht
tot de natuurwetenschap. Ik vind het leerzamer om het Russisch experiment te beschouwen als een experiment waarvan de
uitkomst nog niet volledig gekend is, maar dat is, net als een ander experiment, in alle opzichten het
interessantste is dat er de voorbije decennia
op onze aardbol plaatsvindt.
De eerst overtuiging de 'individualistische' filosofie heeft de
mensen in staat gesteld het kwaad van de huidige orde van dingen te verdragen.
Als dit zo vast is als de menselijke natuur, en als de menselijke natuur is
gebouwd op het patroon van de huidige economische orde, dan zit er niets anders
op dan zo goed mogelijk stand te houden. De marxistische filosofie gaf de
mensen geloof en moed om dit regime uit te dagen.
Als ik beide daarnet
vermelde dogmatische religies negeer, zou ik zeggen dat wat er in Rusland is,
een experiment is met twee doelen. Het eerste en meer directe doel is om te
zien of mensen zulke garanties kunnen hebben van zekerheid tegen gebrek,
ziekte, ouderdom, en voor gezondheid, ontspanning, een redelijke mate van materieel
gemak en comfort, dat ze niet hoeven te strijden voor puur persoonlijke
verwerving en accumulatie, zonder kortom gedwongen te worden de spanning van de
concurrentiestrijd voor persoonlijk gewin te ondergaan. In de verste uithoeken
is het een experiment om te ontdekken of de vertrouwde democratische idealen
althans bekend in woorden van vrijheid, gelijkheid en broederschap zullen
niet het meest volledig worden gerealiseerd in een sociaal regime dat gebaseerd
is op vrijwillige samenwerking, op gezamenlijke arbeiderscontrole en -beheer
van de industrie, met een daarmee gepaard gaande afschaffing van privé-eigendom
als een vaste instelling een iets andere zaak natuurlijk dan de afschaffing
van privébezit als zodanig.
Het eerste doel is het duidelijk economische doel. Maar het
verderop idee is dat wanneer economische zekerheid voor iedereen is
gewaarborgd, en wanneer arbeiders de industrie en de politiek beheersen, er
voor iedereen de mogelijkheid zal zijn om vrij en volledig deel te nemen aan een
gecultiveerd leven. Dat een natie die streeft naar een privécultuur waarvan
velen door economische stress worden uitgesloten, geen gecultiveerde natie kan
zijn, was een idee dat vaak ook bij ons uit de mond van zowel opvoeders als werkende
mensen werd gehoord.
Het was op dit punt dat mijn eigen vroegere opvattingen/vooroordelen hun meest complete omkering ondergingen. Ik
had het idee dat het socialistisch communisme in wezen een puur economische
zaak was. Het idee werd gevoed door de
bijna exclusieve aandacht van socialisten in westerse landen voor economische
kwesties, en door het luid zelfverklaarde 'economisch materialisme' van
marxistische communisten. Ik was daarom bijna totaal niet voorbereid op wat ik
eigenlijk in Rusland aantrof: namelijk dat de ontwikkeling van "cultivatie"
en het besef van de mogelijkheid dat iedereen erin deelt, de dominante noot
was. Het bleek, het meest verbazingwekkende, dat alleen in
"burgerlijke" landen socialisten vooral bezig zijn met het verbeteren
van de materiële omstandigheden van de arbeidersklasse, alsof ze bezig zijn met
een soort publiek in tegenstelling tot particuliere filantropie in het verhogen
van lonen, het verbeteren van de huisvestingsomstandigheden, het verminderen
van arbeidsuren, enz. Natuurlijk is het niet zo
dat het huidige Russische regime niet ook met dergelijke zaken bezig is,
maar het is wel ook zo dat het tegelijk begaan is met het uitbreiden en vergroten van de
werkelijke inhoud van het leven. Ik kon inderdaad niet anders dan het gevoel
hebben dat buitenlandse bezoekers die de nadruk hebben gelegd op wijdverspreide
armoede als grond voor het voorspellen van de ondergang van het huidige regime,
het verkeerd voor hebben. In de eerste plaats wordt de armoede vooral ervaren
als het historische erfgoed van de massa's , en in de tweede plaats zijn
er er veel mense , vooral van de jongere
generatie, die zo toegewijd zijn aan het menselijke en morele Sovjet-ideaal van
het bevorderen van en universele
cultivatie universeel dat ze bereid zijn een offer te brengen.
Dat de maatschappelijke revolutie in Rusland intrinsiek
religieus is, was iets wat ik vaak had gehoord en waarvan ik dacht dat ik het
begreep en geloofde. Maar toen ik oog in oog stond met de werkelijke
omstandigheden, werd ik gedwongen om te zien dat ik dit helemaal niet had
begrepen. En voor deze misvatting waren er twee oorzaken. Een daarvan was dat
ik, nooit eerder getuige geweest was van
een wijdverspreide en ontroerende religieuze realiteit, en dus niet wist wat
die eigenlijk was. De andere reden was dat ik het idee van het Sovjetcommunisme
als religie, te veel associeerde met intellectuele theologie, het geheel van
marxistische dogma's, met zijn beleden economisch materialisme, en te weinig
met een ontroerende menselijke aspiratie en toewijding. Maar nu heb ik
het gevoel dat ik voor het eerst enig idee heb van wat de begeestering en kracht van het primitieve christendom kan zijn
geweest..
Ik ben best bereid te horen dat ik deze fase van de zaken
overdrijf; Ik ben bereid te geloven dat ik, vanwege de onverwachtheid van de
indruk, het relatieve belang ervan heb overdreven. Maar ik ben ik er nog steeds
zeker van dat niemand de huidige revolutie in Rusland kan begrijpen die geen rekening houdt met
deze religieuze vurigheid. Dat mannen en vrouwen
|