Ik citeer even uit het samenvattend verslag van de hoorzitting op de website van de commissie onderwijs hoorzitting van eind oktober 2011
Raf Feys van Onderwijskrant en Onderwijs Zonder ONtscholing (O-ZON) is een voorstander van de traditionele opdeling van het onderwijs in aso, tso, bso en kso, en van vroege studiekeuze. Onze eerste graad is volgens hem geen kankerplek, maar een export-product.
Raf Feys somde een aantal kritische bedenkingen bij de hervorming op.
* Een middenschool/gemeenschappelijke eerste graad betekent meer algemene vorming, een ontwaarding van techniek en handenarbeid in tso en bso, en van kunstzinnige activiteiten in kunstonderwijs. Dat leidt tot schoolmoeheid en op termijn ook tot minder specifieke vorming en stielkennis bij afgestudeerden van tso/bso.
Een verbrede eerste graad is niet wenselijk.
*Er is eerder nood aan minder gemeenschappelijkheid dan de huidige 80% in het eerste jaar s.o.. Meer gemeenschappelijkheid doet sterke leerlingen onderpresteren en zwakkere leerlingen worden schoolmoe.
Vlaanderen scoort hoog bij onderzoeken zoals PISA, mede omdat het nog een groot aantal vijftienjarigen op leeftijd heeft (72 %). Dat is mede een gevolg van de vlotte (her)oriëntering zonder tijdverlies ook dankzij B-attesten. Ten onrechtge wordt vanaf rapport 'Het educatief bestel in België' van 1991 nog steeds de kwakkel verspreid dat er enorm veel zittenblijvers zijn in het eerste jaar s.o. en cdat dit een gevolg is van de differentiatie in de eerste graad.
Minister Pascal Smet en leden van commissie Monard pleiten ook ten onrechte voor het nieuwe leren, constructivisme ed.
De hoge Vlaamse resultaten in landenbergelijkende studies vanaf 1995 zijn vooral ook te danken aan de klassiek didactische aanpak waarbij Vlaams leraren meer prestatiegericht en gestructureerd werken. Ze hechten meer belang aan kennis en verkiezen vakgerichte boven vakoverschrijdende aanpak. Dit staat haaks op de hervormings- plannen van de commissie Monard en van minister Smet die pleiten voor de zachte didactiek, voor competentiegericht (constructivistisch, AVC) onderwijs.
Structuurhervormingen s.o. al 50 jaar verkeerde GOK-gok
Het onderwijssysteem moet inzake GOK vooral meer optimale gelijke kansen realiseren in het basisonderwijs: vooral ook achterstand op vlak van taal en rekenvaardigheid effectief wegwerken/verminderen. In Vlaanderen maken we al 50 jaar de verkeerde GOK-gok, door vooral veel heil te verwachten van structuurhervormingen s.o. zoals VSO en recente structuurhervormingsplannen.
Antwoorden van Feys op vragen van commissieleden
Een comprehensieve/gemeenschappelijke eerste graad is volgens Feys altijd een enge, theoretische eerste graad, een vorm van aso-isering. Vooral technische opties vallen overal weg. Zo komt men terecht bij eenzelfde toestand als in Finland. De vijftienjarigen weten daar nog niet of ze sterk of zwak aso aankunnen. En vooral als ze aan beroepsgericht onderwijs beginnen, weten ze nog niet wat ze kunnen.
Als jongeren op de leeftijd van twaalf jaar kiezen voor bijvoorbeeld de bakkerijrichting, dan is dat voor hen veelal een verademing. Voor de meesten is een technische een goede keuze. Sommige ouders stelen dat een definitieve keuze nog niet noodzakelijk is. Die jongeren kunnen eerst twee jaar aso volgen en dan tso. Ook dat is een goede keuze.
Behalve Vlaanderen en Nederland is er overigens geen enkel land dat de kinderen tot twaalf jaar samenhoudt in heterogene klassen. In landen als b.v; Frankrijk, Engeland, Duitsland
oordeelt men dat de verschillen in de derde graad van het basisonderwijs al te zwaar wegen.
Het gevolg van een middenschool, gemeenschappelijke eerste graad, is dat de knapste leerlingen zich vervelen en dat anderen afhaken omdat het onderwijs te theoretisch is.
Nu wil men een theoretische middenschool creëren waardoor er afhakers zullen zijn zoals in de Franse sys teem van het collège unique. Dat leidt ook tot ve meer gedragsproblemen.
Feys betreurt verder ook dat er niet wordt verwezen naar de onderzoeken die in opdracht van de minister werden gedaan rond het welbevinden. Vier op de vijf leerlingen zijn tevreden. Ook de ouders zijn tevreden over de eerste graad. Nochtans zegt men voortdurend dat het hier slecht gesteld is met het welbevinden.
De heer Raf Feys vraagt zich ook af waarom de hervormers zon negatieve houding aannemen ten aanzien van het Vlaams secundair onderwijs en van onze (sterke) eerste graad s.o. in het bijzonder.
Aantasting kwaliteit onderwijs en niveaudaling zijn de echte knelpunten
Er is een wel een duidelijke achteruitgang van het onderwijs niveau. In 2007 voerden we met Onderwijskrant dan ook onze O-ZON-campagne die door heel veel mensen onderschreven werd.
De hervormers zien dit probleem over het hoofd en/of ontkenden in het verleden .
We hebben geen structuurhervorming s.o. nodig, maar we moeten prioriteit verlenen aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.
Door tal van factoren is het niveau van het onderwijs gedaald. We willen alles leuker maken. Ons taalonderwijs b.v. is jammer genoeg uitgehold. Er is b..; geen systematische AN-woordenschat meer, geen grammatica-onderwijs over lijdend en meewerkend voorwerp in het lager onderwijs
. Gelukkig hebben de conserverende vernieuwers aan de uitgeverijen gesuggereerd om nog afzonderlijke spellingpakketten uit te geven. De spelling van studenten in het hoger onderwijs is nog altijd slecht. Taalprofessoren als Kris Van den Branden hebben immers altijd gezegd dat spelling en grammatica niet systematisch mochten worden onderwezen. Onderwijskrant heeft aan de uitholling van het moedertaalonderwijs een volledig nummer en tal ban bijdragen besteed vanaf 1993. Ook voor het vak wereldoriëntatie, voor de zgn. zaakvakken ontbreekt de systemathiek.. Vanaf de derde graad moet moeten ook de vakken het vak geschiedenis, natuurkennis en aardrijkskunde gestructureerd worden onderwezen. Volgens de heer Feys is ook de niveaudaling in het hoger onderwijs een belangrijk probleem. Ook daarvoor verwijst hij naar de Onderwijskrant, nummer 158 b.bv. (zie www.onderwijskrant.be.
Ook de invulling van de zgn. zorgverbreding en her gelijke-kansen-beleid is momenteel veel te ruim en oeverloos, te weinig gericht en effectief. De NT2-leerlingen bijvoorbeeld moeten nog de beginselen van de taal leren. In de meeste landen oordeelt men dat men deze kinderen voldoende apart dient te nemen opdat ze de taal zouden leren: extra NT2-lessen vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. In Vlaanderen zegt men dat ze geen intensief NT2 moeten krijgen, dat NT2=NT1.
Feys en Onderwijskrant hebben ook werk gemaakt van het optimalsieren van de methodieken voor lezen, rekenen, ... Hun directe systeemmethodiek leren lezen wordt bijna overal in Vlaanderen gebruikt - en ook steeds meer in Nederland. Hetzelfde geldt voor het wiskundeonderwijs. Raf Feys heeft eerst de formalsitische moderne wiskunde bestreden en vervolgens ht andere extreem, de constructivistische wiskunde.
Conserverende vernieuwers proberen de sterke kanten van het onderwijs te borgen en verder te optimalsieren. Vlaanderen kent een sterke onderwijstraditie. De generaties leerlingen die onderwezen werden op basis van het leerplan van 1880, konden o erigens al goed rekenen, lezen, enz. Op heel wat punten presteert het onderwijs in Vlaanderen nog steeds beter dan in andere landen. Men moet vooral de sterke kanten veilig stellen, borgen. Daar kan men dan nieuwe elementen aan toevoegen. Voor wiskunde is dat gebeurd in het leerplan wiskunde-1998 (katholiek onderwijs) daat Feys mede opstelde. De conserverende vernieuwers moeten jammer genoeg altijd in stilte werken. Ze krijgen nooit enige officiële steun.
|