Over het onderwijsverleden en de onderwijsvisie van Paul Yperman, vice-voorzitter van de raad der wijzen
Over de recente onderwijsvisie van de voorzitter Dirk Van Damme publiceerden we al de voorbije jaren enkele bijdragen in Onderwijskrant zie www.onderwijskrant.be Zijn recente visie komt grotendeels overeen met de visie in het rapport 'Beter Onderwijs' van de commissie-Brinckman.
Paul Yperman, de vice-voorzitter is geen onbekende in de onderwijswereld, maar voor de meeste onderwijsmensen wel minder bekend. Yperman was lange tijd adviseur binnen het verbond van het katholiek secundair onderwijs en was er mede-opsteller van de plannen voor de hervorming van het s.o.
Vanuit die achtergrond, werd Yperman ook een actief lid van de commissie Monard die in 2009 een eerste hervormingsplan s.o. opstelde. In de periode 2009-2014 werd hij - ook niet toevallig- adviseur van minister Pascal Smet en mede opsteller van de hervormingsplannen van de minister Hij was destijds ook getipt als opvolger van Mieke Van Hecke.
Yperman was dus een vurig voorstander van de structuurhervorming s.o. en mede-architect van die hervorming. Maar hij lamenteerde op 14 juni 2021 plots over de nefaste gevolgen van die hervorming in de kerant De Standaard.. De interviewer repliceerde: Maar U werkte toch zelf op het kabinet van minister Pascal Smet en bent een van de architecten van de modernisering van het secundair onderwijs. Het is nu bon ton te zeggen dat die is uitgedraaid op een flop. Straks meer hierover.
Yperman ontkende de niveaudaling, geen nivellerende eindtemren en leerplannen
Paul Yperman ontkende in het verleden steeds de niveaudaling samen met andere kopstukken van de katholieke onderwijskoepel als Chris Smits en Lieven Boeve. Op 24 januari 2013 stelde hij nog in de krant De Morgen: Onze leerlingen vandaag kennen misschien minder, maar kunnen meer. Welke kennis heeft een leerling nodig om toepassingsgericht te kunnen werken. Kennis is alleen maar vruchtbaar als je ze kan toepassen. en je kan pas iets toepassen als er kennis aanwezig is. Toen ik aan de universiteit zat, zeiden de proffen: 'in ver gelijking met jullie voorgangers weten jullie niets meer' Vandaag zeggen sommigen net hetzelfde. De lat moest volgens Yperman dus niet hoger gelegd worden. Hij ontkende dus ook de nivellerende invloed van de eindtermen en van de eigen leerplannen & opgelegde methodiek voor het taalonderwijs e.d niet.
Kritiek van voorstander structuurhervorming s.o. op de hervorming s.o. : niet radicaal genoeg
Als mede-architect en vurige voorstander van radicale structuurhervormng s.o. is Yperman dus mede verantwoordelijk voor de aso-isering van het s.o., voor het feit dat men te weinig rekening hield met de specificiteit van tso/bso, en dus voor het feit dat vooral het tso/bso de dupe werd - ook van de nieuwe gemeenschappelijke eindtermen én leerplannen die te weinig rekening houden met die specificiteit.
Maar tot mijn verbazing lamenteerde Yperman plots in de krant De Standaard van 14 juni 2021 over de nefaste gevolgen va die hervorming.Yperman was medewerker van het verbond van het katholiek secundair onderwijs dat in 2009 al gemeenschappelijke leerplannen oplegde, die te weinig rekening hielden met de specificiteit van veel tso/bso-leerlingen: te weinig afgestemd op de noden van de leerlingen van de meeste technische opties.
Yperman lamenteerde plots in 2021 dat de hervorming, de aso-isering de specifieke technische vorming in het gedrang bracht. De Standaardredacteur repliceerde: U werkte toch zelf op het kabinet van minister Pascal Smet en bent een van de architecten van de modernisering van het secundair onderwijs. Het is nu bon ton te zeggen dat die is uitgedraaid op een flop.
Yperman beantwoordde die stekelige vraag ontwijkend: Op een bepaald moment vroegen we ons zelf af of de hervorming nog de moeite waard was. Op het moment dat je terug naar de tekentafel wil, komt de politieke druk. Men is meer tevreden met een slecht resultaat dan geen resultaat. Het trieste is dat de opvolger van onderwijsminister Smet, Hilde Crevits, nog eens die kameel erdoor gejaagd heeft. Wat er finaal uit is gekomen, was onherkenbaar.Yperman voegde er nog aan toe: De laatste vijf ministers hebben geprobeerd om het tso en bso te waarderen door vooral van het aso af te blijven. Dat is een vergissing. Ik ben ervan overtuigd dat we aan alles moeten sleutelen om succesvol te hervormen. Yperman was dus voorstander van een radicalere hervorming s.o.
Heeft Yperman nog niet ingezien dat de structuurhervormingen s.o., eigenlijk al vanaf het VSO steeds een aso-isering betekenden - en een aderlating kwantitatief en kwalitatief voor het tso/bso? Yperman, een belangrijke architect van de hervorming geeft wel openlijk toe dat de hervorming een flop is geworden; maar hij acht zich geenszins mede verantwoordelijk. Hij pakte uit met een uitvlucht voor de nefaste gevolgen van de hervorming; de hervorming was volgens hem te weinig radicaal : het aso had volgens hem radicaal hervormd worden (afschaffing onderwijsvormen e.d.)
Bevoogder Yperman over staatsbevoogding ET als bedreiging vrijheid van leraren!??
Yperman trok als vertegenwoordiger van de Jezuïtencolleges samen met Lieven Boeve naar het Grondwettelijk Hof om de eindtermen te vernietigen - en dit in naam van de zgn. pedagogische vrijheid. Hij stede in het interview: Vanuit ons opvoedingsproject is zon uitgebreide set van eindtermen een bedreiging. Als we de leraar geen vrijheid geven ben ik ervan overtuigd dat we niet alleen de motivatie, maar ook de kwaliteit zien afnemen. Yperman zal dus oook geen voorstander zijn van de invoeringf van centrale toetsen.
Ik toonde hiervoor en in andere bijdragen al aan dat de problemen met de eindtermen- vooral voor het tso/bso, in de eerste plaats een gevolg van de ook door Yperman zelf gepropageerde hervorming en aso-isering van het s.o. Yperman legde zelf pedagogische aanpak op Yperman schermt met de vrijheid van de leraren. maar zelf hield hij destijds - net als Chris Smits en co -niet het minste minste rekening met het grote verzet tegen de hervorming s.o. vanwege de leraren.
Yperman stelde nu dat de eindtermen wegens hun uitgebreidheid de pedagogische vrijheid van de leraren aantasten. Maar Yperman zelf had er in zijn beleidsperiode van 2004 tot 2013 geen problemen mee om in de hervormingsplannen die hij mede opstelde een pedagogische aanpak op te leggen, een vrij controversiële dan nog.
*Als actief lid van de commissie Monard had Yperman geen problemen met het feit dat tegelijk gepleit werd voor het opleggen van de zachte didactiek, van het zgn. AVC-leren: Activerend, Vakoverschrijdend en Competentiegericht, een pedagogische aanpak, een vorm van staatspedagogie die tevens een bedreiging betekent voor de kwaliteit van het onderwijs. Het plan-Monard stelde: We geven nog les als in de vorige eeuw. Ons s.o. is nog veel schoolser dan in andere landen. In de eerste graad komen de leer lingen in een totaal ander systeem terecht dan in het basisonderwijs. Het tempo is er te hoog, de in valshoek sterk cognitief (p. 39). De klassieke cli chés over lesgeven werden opgedist.
In de oriëntatienota Mensen doen schitteren - 2010 stellen Smet, adviseur s.o. Yperman en co dat ze ook een pedagogisch-didactische aanpak zullen opleggen. De geplande invoering van competentiegericht onderwijs e.d. is volgens de nota zelfs dé motor van de innovatie: Gelet op de belangrijke maat schappelijke opdracht op vlak van competentie ontwikkeling voor ons Vlaams onderwijs, kiezen we voor ons toekomstige secundair onderwijs resoluut voor competentieontwikkelend onderwijs, niet alleen omwille van sociale en economische motie ven, maar ook en vooral vanuit ontwikkelingspsychologische en onderwijskundige argumenten. Competentieontwikkelend onderwijs versterkt bij voorbeeld de mogelijkheid dat leerlingen het eigen leren in handen kunnen nemen. In het kielzog van het competentiedebat is de vraag naar nieuwe vor men van leren op de voorgrond gekomen. Innovatieve leeromgevingen en nieuwe leerstrategieën komen daarmee volop in de belangstelling. Sommige auteurs zien projectwerk en een leren dat ver trekt vanuit reële problemen als dé sleutel tot een succesvolle implementatie van competenties voor de 21e eeuw.
Bevoogder Yperman schermt nu met de vrijheid van de leraar, maar is blijkbaar vergeten dat precies de hervormingsplannen van de commissie Monard en van minister Smet die hij mede opstelde, de leerkrachten veel meer een pedagogische aanpak wil den opleggen, net overigens als de leerplannen van zijn eigen onderwijskoepel. Veel leerkrachten van het eigen onderwijsnet hebben hier de voorbije 20 jaar tegen geprotesteerd. Zijn eigen onderwijskoepel koepel legde in 2016 met de invoering van het nieuwe ZILL leerplan eens te meer nog een pedagogische aanpak op: ontwikkelingsgericht/constructivistisch
|