Ook Gert Biesta, net als Leuvense pedagogen Masschelein, Simons ...in de ban van antipedagoog en ontscholer Jacques Rancière
Ook de Nederlandse pedagoog Gert Biesta, wijdde samen met Charles Bingham een sympathiserend boek van 176 paginas aan de visie van Rancière: Jacques Rancière: Education, Truth, Emancipation New York: Continuum, 2010, 176 pages.
Biesta en Bingham beschrijven in hun boek hoe Rancière trecht afrekent met de vele gevarieerde vormen van macht en onderdrukking op school en dit in naam van de emancipatie.
Zij stellen dat Rancières visie op emancipatie ons in staat stelt om afstand te nemen van de klassieke emancipatie-notie die stelt dat de leerling (opvoedeling) vooral vrijheid moet verwerven als gevolg van een pedagogische en emancipatorische interventie en actie van de leerkrachten en opvoeders.. Zowel de anti-autoritaire visies als de klassieke onderwijsvisies focussen volgens Rançière en Biesta niet op echte emancipatie, maar op het tegengestelde: op bevrijding van de leerling via onderdrukking.
Volgens Biesta presenteert Rancièr terecht een totaal andere kijk op emancipatie: Voor R. is emancipatie het tegenovergestelde van 'stultificatie', dit is wat gebeurt "wanneer de ene intelligentie ondergeschikt is aan de andere" , wanneer de intellignetie van de leerling ondergeschikt is aan deze van de leerkracht.
Deze nieuwe visie op emancipatie onthult een fundamentele tegenstrijdigheid in de hedendaagse en klassieke benaderingen van emancipatorisch onderwijs die in feite geen emancipatie, maar afhankelijkheid, ongelijkheid, wantrouwen en achterdocht installeren.
In de klassieke visie op emancipatorish onderwijs zijn de leerlingen afhankelijk van de tussenkomst van de emancipator, een interventie die gebaseerd is op een kennis die fundamenteel ontoegankelijk is voor degene die geëmancipeerd moet worden (Bingham & Biesta, 2010, p. 31).
Biesta schrijft dat R. afstand neemt van de klassieke kijk op de emancipatorische functie van het onderwijs, omdat de leerlingen die geëmancipeerd moeten worden in de klassieke visie afhankelijk zijn van de waarheid of kennis die hen meegedeeld wordt door de leraren-emancipatoren. Dit creëert volgens R. en Biesta een fundamentele afhankelijkheid, een ongelijkheid tussen degenen die geëmancipeerd moeten worden en de emancipatoren (leraars e.d.). Biesta schrijft verder: De belangrijkste eigenschap van een schoolmeester is de deugd van onwetendheid. Rancière beschrijft een leraar, Joseph Jacotot, die aantoonde dat "ongeschoolde mensen zelfstandig konden leren, zonder dat een leraar hen dingen uitlegde, en dat leraren van hun kant konden onderwijzen waar ze zelf onwetend over waren. (Fabel van en over Jacotot-1813). Het is dus niet belangrijk dat een leraar over voldoende vakkennis beschikt en soms zelfs nadelig.
In het vermelde boek treft men geen kritische analyse van Rancières visie aan, maar enkel een sympathiserende. Ook de Leuvense pedagogen Masschelien, Simons ... sympathiseren met de antipedagogische en ontscholende visie van Rançiere.