In de context van de aanslagen in Parijs in 2015 verschenen ook een aantal bijdragen en analyses over de problemen met moslimjongeren in het Brussels onderwijs. Na de voetbalmatch België-Marokko is de thematiek actuelere dan ooit.
We verheugen ons over het feit dat in een aantal analyses ook de veelal verzwegen problemen en oorzaken van de leer- en gedragsproblemen van allochtone jongeren tot uiting kwamen. Tot nog toe domineerde het weldenkende knuffel- en victimisatie-discours ten aanzien van allochtone (moslim)jongeren, een discours dat zelfs de agressie en rancune van een aantal van een aantal van die jongeren in de hand werkte. Er was ook weinig begrip voor de nefaste gevolgen van de Vlaamse leerlingen.
We merkten eind november 2015 tegelijk dat politiek correcte sociologen als Dirk Jacobs -ULB, Ellen Huyghe -UGent, Tim Reeskens -Utrecht ... zich onmiddellijk geroepen voelden om de getuigenissen en analyses van de Brusselse leerkrachten, en van prof. Mark Elchardus ... te weerleggen. Ze pakten eens te meer uit met de discriminatie in het onderwijs als belangrijkste oorzaak van de leer- en gedragsproblemen en van de radicalisering (zie punt 3). Elchardus werd door Reeskens zelfs als een afvallige socoloog bestempeld.
Lange tijd ontkenning van problemen
De grote problemen van de Brusselse scholen zijn al lang gekend, maar ze werden lange tijd genegeerd door de beleidsmensen, de politiek correcten, de sociologen, het Steunpunt-GOK ... In 2007 drukte prof. Ides Nicaise de gangbare sociologische verklaring en vergoelijking zo uit: De jonge allochtone leerlingen zijn (taalkundig) niet gehandicapt; het gaat enkel om achterstelling in de maatschappij en op school (De school van de ongelijkheid,EPO) Volgens Nicaise en Co zijn ze ook qua intellectuele aanleg even getalenteerd. We mochten volgens Nicaise & CO ook geen heil verwachten van intensief NT2 en achterstandsdidactiek, want die waren volgens hem gebaseerd op het deficit-model, op de theorie van de socio-culturele handicap.Zelfs de directeurs van de GOK-steunpunten ontkenden de specifieke taal- , leer- en gedragsproblemen van allochtone leerlingen.
In een publicatie van 2004 beweerden Kris Van den Branden, Piet Van Avermaet & Ferre Laevers : Van zodra kinderen van een andere etnische afkomst slechter presteren, is er sprake van systematische kansenongelijkheid en discriminatie. Het leerpotentieel en de bereidheid leerinspanningen te leveren zijn immers gelijk verdeeld over de verschillende volkeren en bevolkingslagen (Steunpunt GOK; Beter, breder en met meer kleur, 2004). Het Steunpunt NT2 ontving in de periode 1990-2010 12,5 miljoen euro voor de uitbouw en ondersteuning van NT2, maar verklaarde al vlug dat NT2 overbodig was.
2 Klachten van Brusselse leraren in 2015
We volgden eind november 2015 met aandacht de bijdragen over het Brussels onderwijs. We zijn verheugd dat de leer-, taal- en gedragsproblemen niet langer verdoezeld werden.
In de bijdrage Wat moet er van die jongens worden? in De Standaard van 22 november 2015 maakten leerkrachten in scholen in en rond Brussel zich grote zorgen over het je-men-foutisme bij een deel van de moslimjongeren. Zij stelden dat het moeilijk is om les te geven in dergelijke klassen: Veel van die gasten hebben geen getuigschrift lager school, maar stromen door op basis van leeftijd. Ze leveren geen taken n, studeren amper voor toetsen. En dan hun houding: ze snauwen meer dan ze spreken. Leerkrachten die tegengas geven worden afgedreigd of beschimpt. Straffen hebben weinig impact.
Stagebegeleiders zijn bang om sommige van die onhandelbare jongeren naar bepaalde bedrijven te sturen. Omdat ze te laat komen, weinig ijver aan de dag leggen. Ze volgen kantoor, maar ze spreken onvoldoende Nederlands om de telefoon te beantwoorden. Wat de leraars beangstigt, is het je-men-foutisme. Ze lijken in niets geïnteresseerd. ... thuis krijgen die leerlingen weinig of geen steun. Ze lijken verweesd op te groeien.
3 Analyse van prof. Mark Elchardus in 2015
Ook prof. Prof.-socioloog Mark Elchardus mengde zich enkele jaren geleden in De Morgen en in De Standaard in het debat. Socioloog Tim Reeskens schreef in een reactie dat hij Elchardus omwille van zijn (rechtse) uitspraken niet langer beschouwde als een voorvechter van progressief intellectueel Vlaanderen (zie punt 3.2).
In de bijdrage in ZENO van 28 november 2015 wees Elchardus op de grote leer- en disciplineproblemen - en op deze met de moslimleerlingen in het bijzonder.
Elchardus stelde: Het grootste probleem, om man en paard te noemen, doet zich wel voor bij de moslimjongeren. Hoe je het ook draait of keert, je belandt altijd weer bij het probleem van de discipline in klas. Ik ken leerkrachten die de helft van hun tijd met disciplinering bezig zijn, waardoor slechts de helft van de tijd nog naar lesgeven gaat. Al ze hun diploma secundair onderwijs op zak hebben, hebben die leerlingen alles welbeschouwd drie jaar les gehad. Een andere vraag luidt: gaat het hier om wat die groep leerlingen meebrengt van thuis, of iets wat op school met de jongeren gebeurt? Als blijkt dat die jongeren dingen aanbrengen die ingaan tegen de geest van wat ze op school leren, dan is dit een serieuze hinderpaal voor het onderwijs.
In de De Morgen van 18 november 2015 reageerde Elchardus al op de stelling dat de radicalisering een gevolg was van achterstelling. Hij poneerde: Het lijkt er op dat radicalisering zich vooral voordoet in landen waar wel goede onderwijskansen worden geboden . Elchardus nam ook afstand van de velen die stellen dat de terreur helemaal niets met de Islam te maken heeft: Ontkennen dat de moordenaars gemotiveerd worden door hun geloof, is een gevaarlijk ontkennen van evidentie. Hij poneerde verder nog: We moeten slechts nieuwkomers toelaten in een mate die compatibel is met het behoud en de ontplooiing van dat samenlevingsmodel.
We moeten dat model verdedigen tegen zijn belagers. We moeten de soort samenleving die onze grootouders en ouders hebben opgebouwd, kordaat verdedigen en ook voortvarend uitdragen naar de mensen die ook zo willen leven. ... Het zou ook oneerlijk zijn als de scholen het gelag moeten betalen voor de collectieve fouten uit het verleden i.v.m. de migratie... Dit zijn vraagstukken die niet over een nacht ijs opgelost zullen raken. En ook de scholen zullen die problemen dus niet zomaar kunnen oplossen.
Noot. Eind november 2015 wees de bekende Engelse socioloog Frank Furedi er ook nog op dat het klassieke victimisatie- en knuffeldiscours van veel vakgenoten en politiek correcten precies agressie en rancune bij die jongeren uitlokte: The most powerful driver of jihadist influence in the West is the sacralisation of victimhood. In recent decades, the victim has acquired a quasi-sacred status. Competitive claims-making about victimisation has become widespread, and misfortune is frequently represented through the prism of victimisation. From a victim of bullying to a victim of a heart attack, the variety of victimizing experiences is continually expanding. Coincidentally, one of the most powerful themes promoted in radical jihadist propaganda is there presentation of Islam as the universal victim of Western aggression.
Dit is ook een stelling die Malika Sorrel (ex-lid Hoge Raad voor Migratie in Frankrijk) al lange tijd bleef verkondigen - ook in haar pas verschenen boek Décomposition Française Jammer genoeg moffelden de politiek correcte leden van de Hoge Raad Sorrels analyse weg. In de context van de radicalisering en de aanslagen in Parijs krijgt Sorrel momenteel in de media veel aandacht en lof. Volgens Morel werd veel te weinig ingezet op doorgedreven integratie, kennis van het Frans, enz.
4. Reactie/ontkenning van van Dirk Jacobs, Ellen Huyghe en Tim Reeskens
Een aantal sociologen waren doodongelukkig met de uitspraken van prof. Elchardus, met de uitspraken van de leerkrachten over allochtone jongeren, e.d. Dit kwam duidelijk tot uiting op twitter en in de reacties en standpunten van Ellen Huyghe (UGent), Dirk Jacobs (ULB) en Tim Reeskens (U Utrecht).
4.1 Reactie van Ellen Huyghe (UGent)
De Gentse sociologe Ellen Huyghe publiceerde in De Standaard van 25 november een reactie op de pessimistische uitlatingen van de leerkrachten in DS van 22 november onder de titel Hoe moet een worstelende leraar zelf de jongeren steunen. Haar basisstelling luidde dat de houding en problemen van van die allochtone jongeren vooral een gevolg zijn van discriminatie in het onderwijs: Een op de vier jongeren met een etnisch-culturele achtergrond zegt dat hij in zijn onderwijsloopbaan ongelijke behandeling heeft ervaren. Uit eigen onderzoek blijkt bovendien dat een op de drie leerlingen uit diezelfde groep zich geen deel voelt van de school. Dat is problematisch omdat jongeren die zich niet thuis voelen op school vatbaar zijn voor antischoolculturen en hun kansen op ee n diploma verkleinen doordag ze zich uitgesloten voelen op school. Huyghe pakt dus uit met het klassieke victimisatie- en knuffeldiscours.
4.2 Reactie van Tim Reeskens op Elchardus
In een reactie-bijdrage - aanbevolen op twitter door Dirk Jacobs - betreurde de Utrechtse socioloog Tim Reeskens de uitspraken van prof. Elchardus in De Standaard:. Reeskens poneerde: De Brusselse socioloog Mark Elchardus was ooit een voorvechter van progressief intellectueel Vlaanderen. Maar hij valt in zijn recente diagnose terug op een conservatieve reflex die zelfs de legitimiteit van de sociologie in vraag stelt. Reeskens betreurde dat Elchardus geen sociale (lees: sociologische) oorzaken voor de agressie en rancune vooropstelde. Reeskens: Mensen die onzekerheid ervaren vallen makkelijker terug op het geloof omdat deze antwoorden biedt op existentiële vragen. ... Mensen vinden in hun zoektocht naar een sociale identiteit eerder heil vonden in de radicale islam omdat België hen, ondanks alles, weinig houvast gaf. De oorzaak moet dus ook volgens Reeskens vooral gezocht worden in ons falend land en falend onderwijs.
Reeskens betreurde ook heel sterk dat Elchardus een link legde naar de Islam en verder stelde: We moeten slechts nieuwkomers toelaten in een mate dit compatibel is met het behoud en de ontplooiing van ons samenlevingsmodel.
4.3 Jacobs: onderwijs deugt niet & discrimineert allochtone jongeren
Ook socioloog Dirk Jacobs (ULB) kon in de ZENO-bijdrage (28 november) over het Brussels onderwijs zijn mening kwijt over het onderwijs in Brussel. Zijn analyse verschilde heel sterk van de analyse van de Brusselse leraren en van Elchardus. Jacobs nam afstand van de analyses die we hiervoor in punt 2 beschreven en pakte uit met de stellige uitspraak: Het debat over taal, religie, etnische afkomst en sociale achtergrond is een debat over het geslacht der engelen. Voor de achterstand van allochtone jongen worden nu eens sociaal-economische, dan weer culturele argumenten aangevoerd. Ik vind die discussie niet to the point.
Wat zijn dan volgens Jacobs wel de belangrijkste oorzaken van het zwakke presteren en hoe kan men ze verhelpen? We lezen: De grootste uitdaging is de extreme sociale en etnische segregatie in ons onderwijssysteem. Hij repte met geen woord over de gevolgen van de immigratie en over wat Elchardus bestempelde als de dingen die moslimjongeren van huis uit meebrengen en die ingaan tegen de geest van wat ze op school leren.
Prof. Bea Cantillon (UA) ergerde zich al op een KBS-studiedag van 2007 mateloos aan het simplistisch en politiek correct standpunt van Dirk Jacobs. Ze stelde kritisch: het veelal herleiden van de problemen van allochtone leerlingen tot sociale discriminatie is een heel grote vergissing is. De problemen zijn ook cultureel, religieus, levensbeschouwelijk. Verder zijn er ook de grote taalproblemen. Kleuters beginnen al met een grote achterstand. De leerproblemen hebben verder ook te maken met het feit dat de ouders niet geïntegreerd zijn of zich niet laten integreren. Zij vormen een gesloten gemeenschap.
Deze specifieke problemen worden veelal ontkend of sterk gerelativeerd. Deze waarheid past niet binnen het politiek correcte denken over de multiculturele samenleving en over gelijke kansen. Wie in Vlaanderen stelde dat de grote schooluitval ook een gevolg was van ons (mild) migratiebeleid, wordt al vlug als racist bestempeld. De politiek correcte rapporten over migratie van de Koning Boudewijn Stichting van Dirk Jacobs en CO verzwegen steeds de belangrijkste oorzaken van de problemen.
De oplossing van socioloog Jacobs ziet er ook nogal simpel uit: Als samenleving moeten we er in de eerste plaats, net als de Finnen, van uitgaan dat elk kind een goede school verdient. Dat is niet wat vandaag gebeurt. Alle actoren moeten overtugd worden van het belang van een goed functionerend onderwijs. De studiekeuze vastleggen op een later tijdstip in het secundair kan een deel van de oplossing aanleveren.
In het Finse Helsinki waar men ook een toename van de allochtone leerlingen kent, worstelt men evenzeer met die problemen. Elchardus stelde overigens dat radicalisering zich zelfs vooral voordoet in landen waar goede onderwijskansen worden geboden. Elchardus toonde veel begrip voor de grote problemen van de Brusselse leerkrachten en schuift die niet zomaar op naam van het onderwijs, de leerkrachten, onze maatschappij... Dronkers e.a. stelden ook vast dat allochtone leerlingen met Marokkaanse, Turkse ...roots in alle landen vrij zwak presteren en dit in tegenstelling met b.v. leerlingen met roots in Zuid-Oost Azië.
Volgens Elchardus, Dronkers, de leraren ... spelen culturele en etnische factoren, anderstaligheid, laaggeschooldheid van de ouders. .. wel een belangrijke rol. Bij huwelijksmigratie gaat het zelfs vaak om een ongeschoolde moeder of vader. Het is ook bekend dat er b.v. nog veel leerlingen zijn van de derde generatie die gebrekkig Nederlands spreken. Jacobs beweert ten onrechte dat het hier telkens zou gaan om een debat over het geslacht van de engelen.
Jacobs verwacht ook nog steeds veel heil van de invoering van een gemeenschappelijke eerste graad s.o. De Leuvense onderzoekers Jan Van Damme en CO die het onderwijsrapport in De sociale staat van Vlaanderen- 2013 opstelden denken daar totaal anders over. Zij stellen dat de beperkte(re) schooluitval in Vlaanderen mede een gunstig gevolg is van early tracking (differentiatie vanaf 12 jaar) en van het vroegtijdig aanbieden van technische opties. Dit is ook de visie van de praktijkmensen. En dit blijkt ook uit de massale ondertekening van de petitie van Onderwijskrant (2012).
Bij de punten die Jacobs niet to the point vindt, vermeldt hij merkwaardig genoeg ook de taalproblematiek. Ook een 30-tal universitaire taalachterstandsnegationisten ontkenden de voorbije jaren de taaltijdbom en kantten zich tegen de invoering van intensief NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. Een van hen, Helene Passtoors, beschuldigde ons zelfs van racisme omwille van het feit dat we gewaagden van taalachterstand en ijverden voor NT2. We besteedden sinds 1993 in Onderwijskrant heel wat bijdragen aan deze thematiek en trokken geregeld aan de alarmbel. Ook groepen bezorgde Brusselse ouders deden dit al vanaf 1993 (zie punt 5). De Brusselse klokkenluiders kregen het hard te verduren vanwege politici e.d. (zie punt 4).
5 Sjoerd Karsten en Philippe van Parijs over problemen met migratie
De Nederlandse professor Sjoerd Karsten, een autoriteit inzake de GOK-problematiek, verwoordde in 2007 zijn grote zorgen over de prestaties van de migrantenleerlingen van moslimorigine (Opinio, 2-8 februari 2007). Hij stelde o.a.: Als de instroom van migranten uit herkomstlanden met een laag onderwijspeil van Turken en Marokkanen, en van asiel-zoekers uit vooral Afrika gewoon blijft doorgaan, dan zullen wij de achterstanden in het onderwijs nooit inlopen. De belangrijkste oorzaak van de grote groepen allochtone probleemleerlingen bij elkaar in zwarte scholen is de ongecontroleerde migratie van de afgelopen decennia. En van de vervolgmigratie door huwelijken en gezinshereniging, waardoor we steeds opnieuw moeten beginnen met dat moeizame proces van integratie
Ook de progressieve Brusselse filosoof Philippe Van Parijs erkende de migratie-gevolgen en stelde een paar jaar geleden dat de mate van ongelijkheid in Vlaanderen mede beïnvloed werd/wordt door ons migratiebeleid: Als je mensen niet-selectief binnenlaat, krijg je veel laaggeschoolden die ook weinig verdienen, wat bijdraagt tot de ongelijkheid. Van Parijs wees ook op het grote belang van de kennis van het Nederlands.
Als men voor een niet-selectief migratiebeleid opteert, dan moet men ook accepteren dat dit extra onderwijsproblemen oplevert. In plaats van dit te erkennen, ontkennen de vele politiek correcte denkers de taal- , leer- en gedragsproblemen ... Ze poneren liever beschuldigend dat de problemen van deze leerlingen vooral veroorzaakt zijn door de school die deze leerlingen discrimineert. Dat de minister van onderwijs veel extra geld investeert in het onderwijs aan allochtone leerlingen zullen Jacobs en co ook nooit vermelden. Ze zwijgen ook over de nefaste gevolgen voor de Vlaamse leerlingen.
6 Alarm Ouders voor scholen van 1999 miskend & weggehoond
Al in 1999 sloeg de Brusselse actiegroep Ouders voor scholen groot alarm en wees op de nefaste gevolgen voor de allochtone én voor de Nederlandstalige kinderen. De migranten lopen een al te grote achterstand op en de Nederlandstalige kinderen verzuipen, ze nemen taalfouten over van de klasgenoten en passen zich aan het lagere tempo aan. De Ouders voor scholen werden voor conservatief uitgescholden en kregen heel weldenkend Brussel over zich heen (Geert Selleslach, Het leven zoals het is: Onderwijs in Brussel, Samenleving en Politiek, 2004 nr. 2).
Selleslach betreurde in dezelfde Sampol-bijdrage dat ook socioloog Koen Pelleriaux beweerde ook dat er in het Nederlandstalig onderwijs geen grote groep Franstalige kinderen bestaat. ... De allochtone leerlingen kennen vaak wel Vlaams, maar omwille van de noodzaak met hun ouders spraken ze op straat Brussels Frans, aldus Pelleriaux.
Selleslach schreef verder: De eenvoudige vraag naar kwaliteit stellen was voldoende om heel weldenkend Brussel over zich heen te krijgen. Ook de reactie van de Sp.a was ronduit bedroevend. Hou je mond, jullie goedverdienende middenklassers, jullie kunnen je eigen boontjes doppen. Jullie hebben niet te klagen, was de teneur. Voormalig staatsecretaris Robert Lathouwers liet zelfs geen kans onbenut om de actiegroep ouders voor de scholen in het openbaar te berispen. Zelfs taalbegeleider Werner Schrauwen van het Nascholingscentrum Brussel Hoofdstedelijk Gebied liet zich in het tijdschrift VONK (juli 2007) heel sceptisch uit over de taalplannen van minister Vandenbroucke: Meer Nederlands, wordt immers snel minder mijn moedertaal (Frans, Arabisch
).
Ook al in 1993 ergerden zich al veel Brusselse leerkrachten en ouders aan de vele weldenkenden en GOK-ideologen die de taal- en disciplineproblemen sterk relativeerden en zelfs negeerden. (Zie: Bernard Daelemans, Vlaamse beweging en multicultuur, Meervoud, december 1995). In zijn beleidsplan 2004 onderschatte ook minister Vandenbroucke nog schromelijk de grote problemen. Hij schreef heel optimistisch: Het project Voorrangsbeleid Brussel (VBB) zette de afgelopen jaren goede resultaten neer. In ons interview met Vandenbroucke wezen we er op dat hij zich deerlijk vergiste omtrent de kritieke situatie in Brusselse scholen. Maar hij ontkende dit.
|