Passage over aantasting van de kwaliteit van het onderwijs uit Interview van 25 j geleden in de krant DS over de toestand van het onderwijs
Raf Feys, gedreven
criticus Vlaams onderwijs: vernieuwen is niet hetzelfde als vernielen Interview van Hein De Belder op 8 december 1997 in De
Standaard
Hein De Belder: Wat moet er eerst van uw lever
Het Vlaams onderwijs kent een sterke traditie en sterke
leerkrachten; het is geenszins hopeloos verouderd. Toenemende stemmingmakerij
en neomanie tast(t)en wel de kwaliteit aan.
Feys: Ik wil vooreerst stellen dat ons Vlaams onderwijs
niet hopeloos verouderd is. In tegenstelling met de stemmingmakerij van topambtenaar Georges
Monard en vele anderen die beweren dat het slecht gesteld is met ons onderwijs
en dat enkel copernicaanse hervormingen nog soelaas kunnen brengen, vind ik
dat ons onderwijs een heel sterke
traditie kent en dat klassieke aanpakken niet zomaar voorbijgestreefd
zijn.
Ook internationaal gezien scoort ons onderwijs nog vrij goed -
b.v. zelfs de wereldtopscore wiskunde voor TIMSS-1995; maar topambtenaren
als Monard en co bleven ook dan verder
mekkeren dat b.v. onze eerste graad s.o. en de leraren-regenten slecht
presteerden; onze eerste graad was volgens hen een echte kankerplek en de
lerarenopleiding deugde niet.
Feys: We hadden anno 1997 echter al veel verder kunnen staan. Dat we te weinig vooruitgang boekten en er
zelfs op achteruit gaan, komt omdat
beleidsmakers en veel zgn. onderwijsexperts altijd opnieuw denken dat klassieke
aanpakken niet deugen, dat ze het bestaande moeten wegvegen, dat ze dringend de
school van vele kwalen moeten verlossen. Ons onderwijs heeft de voorbije
vijfentwintig jaar op bepaalde vlakken
ook wel vooruitgang geboekt; ik denk
aan de humanisering van de relaties met
leerlingen en de relaties leerkrachten-directies. Het is ook inhoudelijk wat
levensnabijer geworden. Maar we gingen
er de voorbije jaren jammer genoeg op tal van vlakken op achteruit i.p.v.
vooruit ook inzake onderwijskansen voor kansarmere leerlingen.
We kregen de voorbije jaren te maken met al te veel modes en
rages, met al te veel verlossers uit de ellende. Efficiënte didactische
aanpakken recht op het doel af - die hun deugdelijkheid al bewezen hadden, werden al te vlug in vraag gesteld. Het kan
toch niet dat het klassiek onderwijs dat we vroeger zelf genoten, zo slecht
was. Mensen die veraf staan van de alledaagse onderwijspraktijk, worden al te
vlug gecharmeerd door nieuwe visies en rages - mede omdat ze zich zo menen te
moeten waarmaken, en/of omdat ze als
vrijgestelden voor de permanente vernieuwing werk zoeken voor de eigen winkel.
Veel zgn. onderwijsexperts en beleidsmakers participeerden aan die
beeldenstormerij.
(Commentaar: Door overdrijvingen en eenzijdigheden in tal
van richtingen, hebben we ook de
voorbije 25 jaar nog meer achteruitgang
op tal van vlakken gekend. Onze
sterke eerste graad s.o. werd b.v. vanaf
1991 door topambtenaar Georges Monard en co zelfs als een kankerplek
bestempeld. Er was ook de nivellerende eindtermen- en leerplannenoperatie van
de jaren negentig. In de Uitgangspunten bij de eindtermen van 1996 stuurden
Roger Standaert en zijn DVO aan op een
pedagogische revolutie, constructivistische aanpak e.d. Vanaf 1993 waarschuwen
we ook al in Onderwijskrant voor de
uitholling van het taalonderwijs zoals toen al bleek uit de ontwerpeindtermen
Nederlands. )
Aantasting pedagogische aanpak & meesterschap van de
meester & verlossingsideologie
Feys: De aantasting van de pedagogische aanpak startte
eigenlijk al in de jaren zeventig. In de ministeriële brochure over het VSO van
1971 stond ook al het kennisrelativisme centraal, en het klassieke lesgeven was zogezegd
voorbijgestreefd en onderdrukkend. Denk
ook maar aan de opkomst van het
zelfontplooiingsmodel in die tijd; cf. b.v. het
ervaringsgericht onderwijs van prof. Ferre Laevers en zijn Leuvens CEGO.
Volgens die visie kunnen en moeten kinderen zich vanuit zichzelf kunnen
ontplooien. Denk ook aan de opvatting dat in de klas het welbevinden/de
intrinsieke motivatie vooraf moet gaan aan het verwerven van kennis en
vaardigheden.
Afwijzing van jaarklassen: ook in decreet 1997, te doorgedreven individualisering en zelfsturing
Feys: Een andere grote dwaalweg is b.v. de afwijzing vanaf
de jaren zeventig van het klassikaal onderwijs en de jaarklassen (met hun
activerende directe instructie & klassikale interactie); gepaard met het promoten van doorgedreven individualisering
en zelfsturing. Nu heeft ook de overheid onlangs het jaarklassenprincipe in
vraag gesteld en meteen ook afgeschaft in het recente decreet basisonderwijs
van 1997. Maar ik hoop en vermoed dat de scholen en leerkrachten die visie niet
zullen volgen; het jaarklassensysteem
met de eraan verbonden leerplannen per leeftijdsgroep is nu eenmaal het beste
en meest efficiënte en eenvoudige systeem.
Kritiek op
universitaire steunpunten voor onderwijsvoorrang, GOK, NT2 en zorgverbreding
Feys: Als pleitbezorger vanaf de jaren tachtig van de
zorgverbreding voor kansarmere
leerlingen betreur ik ook dat die zorgverbreding vanaf 1991 grotendeels
uitbesteed werd aan universitaire steunpunten als CEGO-Leuven, Steunpunt
NT2-Leuven en Steunpunt ICO-Gent die een visie propageren die haaks staat op
een effectieve aanpak. Het Leuvens Steunpunt NT2 vond na een paar jaar zelfs
extra NT2-lessen voor anderstalige leerlinge overbodig, en mag nu volop
zijn eenzijdige communicatieve en
vaardigheidsgerichte taalvisie propageren/opleggen.
Onhaalbare
differentiatie, onderwijs op maat van
elk kind , therapeutisering, overbevraging
Feys: Het nieuwe leren en de zorgverbreding ging ook al te vlug
de kant op van leerlinggestuurd leren en van differentiatie en personalisering van het
leerproces. Men tast zo de klassikale
instructie en interactie in groep aan en gooit de leerlingen, ook de zwakkere,
meer op zichzelf terug. Onderwijs is vooral interactie met de leraar, en niet
van de leerling met zichzelf; leren in groepsverband is heel belangrijk. De
leerkracht zou alle leerlingen meer
individueel moeten aanpakken en daarnaast ook de zwakkere leerlingen
individueel moeten helpen. En velen
vragen tevens dat de leerkracht ook nog als een soort therapeut optreedt, zoals
prof. Ferre Laevers en zijn CEGO. Zon verregaande individualisering kan een leerkracht
ook gewoon niet aan.
Dit zijn enkele van de toenemende vormen van overbevraging
van het onderwijs. En er zijn nog tal van andere situaties waarin men
onrealistische verwachtingen stelt aan de leraar. In zon situaties gaan/moeten
leerkrachten maar hun plan trekken, se
débrouiller zoals men in Congo zou zeggen. Maar dit alles tast het meesterschap
en het gezag van de leerkrachten aan en maakt alles veel te gecompliceerd. En
zo wordt het lerarenberoep tegelijk ook
minder aantrekkelijk.
(Commentaar: sinds dit interview in 1997 namen de werkdruk
en de ontscholingsdruk bij de leerkrachten en directies nog verder toe en zo werd ook het lerarenberoep
minder aantrekkelijk.)
Inzet voor het
wiskundeonderwijs: noch moderne wiskunde, noch constructivistische
De Belder: U was destijds tegen de invoering van de Moderne
wiskunde, nu wordt de Moderne Wiskunde in de eindtermen ook afgeschaft,
maar nu lees ik in een recente
Onderwijskrant, dat u nu weer uitpakt met nieuwe waarschuwingen.
Feys: Velen opteren nu als alternatief voor de formalistische
moderne wiskunde voor een andere extreme aanpak, het contextueel en constructivistisch rekenen zoals het
Nederlandse Freudenthal Instituut dat propageert. Een leerling zou nu zelf zijn
wiskundekennis, b.v. zijn specifieke
berekeningswijze van 72-28,
moeten construeren; en het moet nu doing mathematics zijn i.p.v.
knowing. Bij het opstellen van de
eindtermen was die strekking volop aanwezig. Ik deed de voorbije twee jaar
mijn best om het zgn. constructivistisch en contextueel rekenen buiten
het leerplan lager onderwijs te houden. Ik publiceer binnenkort ook een boek
over de didactiek van het wiskundeonderwijs - met veel aandacht ook voor de
zwakkere rekenaars.
Kritiek op onderwijsbeleid van de overheid, & acties i.v.m. hervorming lerarenopleidingen
Vervreemding van
onderwijspraktijk, overrompelingsbeleid en al te weinig inspraak praktijkmensen.
De Belder: Je bent blijkbaar ook ontevreden over het
onderwijsbeleid en over veel hervormingen.
Feys: Veel grote hervormingen en projecten van de overheid
zoals het VSO (Vernieuwd secundair onderwijs), het VLO (Vernieuwd lager onderwijs), de invoering
van de Moderne wiskunde, het zorgverbredings- en GOK-beleid
waarin veel geld wordt geïnvesteerd, zijn grotendeels mislukt, of aan het
mislukken
De Belder: In een opiniebijdrage in september 1992 in de
krant De Standaard en in Onderwijskrant betreurde u dat beleidsmensen,
beleidsadviseurs en ondersteuners te sterk vervreemd zijn van de klaspraktijk
en al te weinig rekening houden met de visie van de praktijkmensen.
Feys: Ik betreurde in september 1992 dat het beleid het
monopolie dreigde te worden van een
beperkt aantal mensen die elkaar in
Brusselse cenakels/ivoren torens frequenteren. Een beperkt aantal mensen
maken uiteindelijk de dienst uit. Binnen die Brusselse cenakels worden radicale
hervormingen bedisseld zonder voldoende rekening te houden met de visie van de
praktijkmensen. Bovendien hanteren beleidsmakers de tactiek van de
overrompeling: als ze een hervorming hebben uitgedacht, willen ze die er zo
vlug mogelijk doorjagen.
Feys: Een te beperkt aantal beleidsmakers speelden de
voorbije jaren een hoofdrol in de beleidsbepaling maar aan het opdringen
van de DVO-Uitgangspunten bij de
eindtermen die een controversiële pedagogische aanpak, constructivisme e.d. opdringen.
Het wordt gevaarlijk als een beperkt aantal mensen te lang
ononderbroken aan de top blijven en samen
het beleid in sterke mate mogen bepalen. Als ik zoals Georges Monard
meer dan vijftien jaar aan de top alles zou mogen regelen, dan zou ik wellicht
ook zelfgenoegzaam worden en het debat met de praktijkmensen niet zo belangrijk
vinden.
Tegelijk merk ik dat de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) niet
genoeg een tegengewicht vormt en onvoldoende rekening houdt met de visie van de
praktijkmensen. Ik betreur ook dat de vroegere specifieke onderwijsraden als
b.v. de Hoge raad voor het PHO, voor de
lerarenopleidingen werden afgeschaft. Binnen de (algemene) VLOR-raad hoger
onderwijs moesten mensen die de lerarenopleidingen geenszins kennen de vorige
jaren hun advies geven over de hervorming van de lerarenopleidingen.
|