Onderwijskrant
Conserveren en vernieuwen in coninuïteit
Inhoud blog
  • Ik pleit al decennia voor dringende optimalisring en bijsturing van ons kleuteronderwijs
  • Prof. William Brooks: Was Dewey a Marxist? Toch wel volgens auteur.
  • De regel dat men op school de kans loopt om niet te slagen en te moeten overzitten, maakt inherent deel uit van het schoolspel
  • Vlaamse kritiek in 1928 op indoctrinerend & communistisch onderwijs in Sovjet-Unie : haaks op de lovende getuigenissen van Dewey in boek van 1928, in brieven van Freinet
  • Pleidooi voor dingende optimalisering taalonderwijs in de kleuterschool
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    11-04-2022
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Structuurmethodes als ‘Veilig leren lezen’ van Mommers zorgden gedurende decennia voor minder veilig leesonderwijs. Onze kritieken en onze ‘Directe systeemmethodiek’ zorgden voor alternatief en brede consensus

    Structuurmethodes als Veilig leren lezen’van Mommers zorgden gedurende decennia voor minder veilig en alte omslachtig leesonderwijs. Onze kritieken en onze sobere en  Directe systeemmethodiek -DSM- zorgden voor alternatief en brede consensus

    1 Structuurmethodiek van Mommers was stap achteruit

    In Vlaanderen en Nederland werd de voorbije jaren afstand genomen van de structuurmethodes als Veilig Leren lezen e.d. die gedurende een 40 jaar ten onrechte als veilig werden voorgesteld. Dit gebeurde niet zonder slag of stoot. Dertig jaar geleden al formuleerden we een lange reeks kritieken op de methodiek in de sinds 1965/1970 gangbare structuurmethodes als Veilig leren lezen e.d.

    Nog in 2001 wees de hoofdauteur van Veilig Leren lezen, prof. C. Mommers onze kritieken hautain af; maar in 2014 verscheen de nieuwe kim-versie waarin expliciet afstand genomen werd van de structuurvisie van Mommers. In 2001 beweerde Mommers nog dat mijn kritiek op de globaliserende ingrediënten in zijn leesmethode en op de te grote ballast totaal misplaatst en onzinnig was (Mommers: Een contradictie: een structuurmethode met een globaliserende inslag (Basis-Schoolwijzer, 3 februari 2001).

    Ger Jansen, ex-directeur uitgeverij Zwijsen stelde nu terecht dat de nieuwe KIM-versie van Veilig Leren Lezen uit 2014 er heel anders uitziet dan Mommers-VVL-structuurmethode: Na een lange speurtocht, waarin Janssen de vijf versies van Veilig leren lezen beschrijft, komt hij terecht  tot de conclusie dat de kim- & sim-versie wel een totaal andere methode is geworden dan de Veilig-leren-lezen versies van C.Mommers.

    In de meer recente leesmethodes in Vlaanderen en Nederland (b.v. ook in recente kim-versie van Veilig leren lezen) wordt onze directe en fonetische systeemmethodiek (DSM) grotendeels toegepast; ook al reikt de DSM-methodiek veel brede uiteraard dan kan uitgedrukt worden in de leesteksten in een leesmethode; een leerkracht moet een aantal technieken in de vingers hebben die verder reiken dan het gebruik van een leesmethode.  Jammer genoeg blijft de aanpak ook nog in de Kim-versie al te omslachtig.

    We zorgden met onze kritieken op de structuurmethodes en met ons DSM-alterntief voor een grote consensus omtrent leren lezen in Vlaanderen en Nederland. De DSM staat ver af van de VLL-structuurmethode en-methodiek van Caesarius Mommers die immes koos voor een middenpositie tussen de globaalmethode en de klassieke analytisch-synthetische methode. In de  DSM wordt radicaal afstand genomen van de globaliserende elementen uit de zgn. structuurmethodes.

    Ger Jansen, ex-directeur uitgeverij Zwijsen stelde dus dat de nieuwe KIM-versie van Veilig Leren Lezen er heel anders uitziet dan Mommers-VVL-structuurmethode. We lazen: Ger Janssen, de directeur van Zwijsen, vroeg zich af in hoeverre de nieuwe versie nog wel voortbouwt op het gedachtegoed van Mommers. Ger Jansen omschreef de nieuwe aanpak in de Kim-versie, het recente keerpunt in VLL in termen van de principes van onze directe en fonetische systeemmethodiek. Hij schreef: De klank-letterkoppeling ontstaat door het leggen van verbindingen tussen foneemknopen en letterknopen in de hersenen. Die verbinding moet stevig zijn. Daarom moet de klankletterkoppeling bij het leren lezen niet alleen worden aangeleerd, maar door oefening worden geautomatiseerd. Het is belangrijk dat de kinderen een letter hebben geautomatiseerd voordat ze aan een nieuwe beginnen. Daarom gaat de reeks structureerwoorden uit de vorige versies van VVL op de schop. De nieuwe reeks wordt ik-kim-sim. De achterliggende gedachte is dat de uitbreiding van letters bij het leren lezen zeer geleidelijk moet verlopen. Iedere geleerde letter moet stevig worden verankerd voordat de volgende letter aan de orde komt. Die veranderingen komen onder andere voort uit het onderzoek naar dyslexie. Kinderen met leesmoeilijkheden blijken vaak een letter gemist te hebben in het leesonderwijs. Soms wordt daardoor de diagnose dyslexie gesteld, terwijl er in werkelijkheid sprake is van tekorten in het leesonderwijs.

    Ger Jansen verzweeg dat die andere aanpak in VLL er gekomen is dankzij onze vele kritieken op VLL en dankzij de door ons ontworpen directe (fonetische) systeemmethodiek die nu grotendeels in VLL wordt toegepast. Het zijn ook niet de recente ontwikkelingen in de hersenwetenschappen die rechtstreeks aan de oorsprong liggen van het feit dat VLL een echte metamorfose heeft ondergaan. Met leestheorieën van prof. Stanislas Dehaene en co sta je nog ver af van een uitgewerkte leesmethodiek. En voor het ontwerpen van de DSM hebben we geenszins gewacht op die recente ontwikkelingen binnen de hersenwetenschappen.

    Wie zorgde voor consensus over leesmethodiek?

    J. J. G. M. Rutten scheef in zijn studie van 2019 dus ten onrechte: De in Nederland en Vlaanderen bestaande consensus over de beste aanpak van het aanvankelijk lezen is in belangrijke mate aan Caesarius Mommers te danken. Hij voegde er wel merkwaardig aan toe dat de vele VLL-structureerwoorden/globaalwoorden, het meest typische kenmerk van VLL, uit de recente Kim-versie verdwenen zijn (in: De leesvader van Nederland. Frater Caesarius Mommers en zijn betekenis voor het leesonderwijs, Universiteit van Amsterdam.)

    Die huidige consensus en de grote recente bocht in VLL is echter niet aan Mommers te danken. In 2001 beweerde Mommers nog dat mijn kritiek op de globaliserende ingrediënten in zijn leesmethode en op de te grote ballast totaal misplaatst en onzinnig was (Mommers: Een contradictie: een structuurmethode met een globaliserende inslag (Basis-Schoolwijzer, 3 februari 2001). 

    De recente KIM-versie van 2014 nam vrij radicaal afstand van de versies van de VVL-versies van de voorbije 50 jaar en van de lange reeks structuurwoorden/globaalwoorden, en past nu eindelijk veel principes van onze ‘directe en fonetische systeemmethodiek’ voor het leren lezen toe. Mommers zelf nam in 2001 nog volledig afstand van mijn vele kritieken op zijn VLL. Tegelijk verzweeg hij met opzet ons alternatief en het feit dat onze directe systeemmethodiek in de Vlaamse methode Leessprong (Van In) van 1999 al werd toegepast.

    Het controversieel leren-lezen-debat dat we nog steeds in landen als Frankrijk, Engeland, VS, Canada meemaken, behoort in Vlaanderen en Nederland al een tijdje tot het verleden. Er groeide inderdaad een grote mate van consensus over de beste aanpak; onze ‘directe systeemmethodiek’ wordt breed toegepast in Vlaamse en Nederlandse leesmethodes. C. Mommers bracht o.i. met zijn VLL in 1960 het leesonderwijs eerder op het foute spoor; VLL was een stap achteruit in vergelijking met de klassieke/oudere analytisch-synthetische – en normaalwoordenmethodes. In 1951 leerde ik lezen met de sobere normaalwoordenmethode Lustig Volkje van de Broeders Maristen van 1926, 2 dunne leesboekjes recht op het doel af en zonder al die franjes. In die tijd werd in Vlaanderen in het leerplan van 1936 en door de kopstukken van de inspectie nog volop de globale leesmethodiek à la Decroly gepropageerd, maar de overgrote meerderheid van de leerkrachten weigerden die methodiek toe te passen.   

     De huidige consensus over het leesonderwijs en onze DSM sluiten meer aan bij de visie van de oudere/klassieke methodes - zelfs bij de leesmethode van W. Prinsen van 200 jaar geleden. Verderop in deze bijdrage bekijken we uitvoerig hoe Mommers zelf destijds zijn afstand van de klassieke leesmethodes en zijn keuze voor zijn structuurmethodiek en invoering van globaliserende elementen beschreef als een combinatie van elementen uit de globale leesmethodiek en uit de klassieke analytisch-synthetische methodes. 

    Structuurmethode van Mommers was stap achteruit & ook al te omslachtig

    Structuurmethode als Veilig Leren Lezen waren   minder veilig dan de oudere analytisch-synthetische- & normaalwoordenmethodes (Hoogeveen e.d.), idem voor Vlaamse structuurmethodes die er mede door geïnspireerd werden. 

    Het verwondert ons ook dat in Nederland leesexperten als Kees Vernooy de voorbije decennia steeds Veilig Leren Lezen als absoluut veilig en effectief voorstelden. Ik heb nooit begrepen dat Vernooy  steeds de indruk wekte dat VLL een prima en veilige leesmethode was. Hij toonde ook nooit enige interesse voor onze vele VLL-kritieken vanaf 1985 en voor ons DSM-alternatief. De Nederlandse inspectie, de bijscholingsprojecten van Kees Vernooy (CPS) en andere landelijke Pedagogische Centra stelden steeds dat VLL een heel veilige/goede methode was. 

    De conclusie van een onderzoek van het SCO-Kohnstamm-instituut luidde in 2000 nog dat de methodes voor aanvankelijk lezen (alle structuurmethodes) heel sterk op elkaar geleken en dat ze alle degelijk waren (Blok e.a., Vergelijkend onderzoek naar methodes aanvankelijk leesonderwijs, Pedagogiek, jg. 20 (3). 2000).Ook in het Nederlandse Tijdschrift In de klas schreef ik nochtans in 1996 een paar lijvige bijdragen over onze vele kritieken op VLL en over ons DSM-alternatief.

    Op 29 januari 2011, nog 3 jaar voor het verschijnen van de KIM-versie, prees Vernooy bij de uitreiking van de tweede Dr. Mommersprijs nog Mommers klassieke structuurmethode de hemel in. Hij stelde:  Wij zouden de aanpak van Mommers in VLL nu evidence based noemen. Hij paste zijn methode pas aan op grond van wetenschappelijk onderzoek, zodat wetenschappelijk vergaarde kennis zijn weg vond naar de leerkracht in de klas.

    Mommers structuurmethode was een combinatie van de globaalmethode en klassieke analytisch synthetische methode. In de recente KIM-versie werd de globaliserende startfase eindelijk en terecht opgedoekt. Men kan ook moeilijk blijven stellen dat Mommers structuurmethode op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd was.

    Uit het feit dat de nieuwe versie als een sterk vernieuwde versie wordt voorgesteld, wordt meteen ook duidelijk dat VLL als structuurmethode 54 jaar lang (1960-2014) veel minder veilig was, en dat Mommers destijds ten onrechte elementen uit de globale leesmethodiek heeft ingelast – en dit niettegenstaande de meeste leerkrachten ook in die tijd de globale leesmethodiek afwezen. In het Vlaams leerplan van 1936 werd de globale leesmethodiek gepropageerd, maar praktisch alle leerkrachten bleven werken met een klassieke analytisch synthetische methode of normaalwoordenmethode. Zo leerde ik zelf in 1951 lezen met de methode Lustig Volkje van 1926. De nieuwe KIM-versie van VVL neemt radicaal afstand van de globale ingrediënten als globaal inprenten en herkennen van een groot aantal structureerwoorden die Mommers destijds invoerde. De kim-versie neemt tegelijk afstand van Mommers’ vroegere kritiek op de klassieke analytisch-synthetische methodes/normaalschoolmethodes De nieuwe kim-versie sluit overigens meer aan bij de klassieke analytisch-synthetische en normaalwoordenmethodes.

    2 Mommers en uitgeverij Zwijzen wezen nog in 2001 & 2010 onze kritieken op VLL af

    Met de invoering van onze directe systeemmethodiek (DSM) voor het leren lezen in de methode Leessprong (Van In) in 1999 slaagden we er geleidelijk in om de globale leesmethodiek en de invloed ervan op de zgn. structuurmethodes uit te bannen in de Vlaamse en Nederlandse leesmethodes. Dit gebeurde niet zonder slag of stoot. In 2001 beweerde Mommers nog dat onze kritiek op de globaliserende ingrediënten in zijn leesmethode en op de te grote ballast totaal misplaatst en onzinnig was (Mommers: Een contradictie: een structuurmethode met een globaliserende inslag (Basis-Schoolwijzer, 3 februari 2001.) Afwijzende en boze reactie van Mommers dus op mijn kritiek van 1991 in Onderwijskrant, in Pedagogische Periodiek, in de Praktijkgids basisonderwijs en in het Nederlandse tijdschrift In de klas. Ook nog in 2010 op de voorstelling van ons boek ‘Beter lezen lezen. De directe systeemmethodiek’ op de Antwerpse Boekenbeurs botsten we op agressieve reacties vanwege vertegenwoordigers van de VLL-uitgeverij Zwijzen.

     Volgens Mommers was een structuurmethode met een globaliserende inslag, een contradictio in terminis. Hij ontkende de globalaliserende inslag in de startfase van VVL. Mommers wekte de indruk dat ik  zijn VLL te weinig bestudeerd had en dat ik alleen stond met mijn kritiek Hij schreef:  Als auteur van de eerste en meest gebruikte structuurmethode voel ik me door deze onjuiste of onzorgvuldige informatie van Raf Feys aangesproken. Een echte structuurmethode werkt niet globaliserend, maar juist deglobaliserend. Een structuurmethode met een globaliserende inslag is naar mijn mening een contradictio. Mommers ging dus geenszins akkoord met onze vele kritieken op VLL.

     In de bijdrage van 2001 schreef Mommers verder dat hij met de invoering van de term structuurmethode in 1958 een synthese tussen de globaalmethoden en de analytisch-synthetische methoden viseerde. Hiermee gaf hij dus impliciet toe dat er tijdens de eerste maanden van het eerste leerjaar veel globaliserende elementen voorkwamen, zoals het globaal inprenten van een groot aantal woorden. In de eerste versies van Veilig leren lezen werd overigens nog de term globaalwoorden gehandteerd, ook  inprenten van globaalwoorden; pas later in 1979 werden ze plots structureerwoorden genoemd. 

    Mommers repte in 2001 wel met geen woord over het DSM-alternatief en over de eerste Vlaamse DSM-methode Leessprong (Van IN, 1999) die in Vlaanderen al veel interesse genoot. De interesse voor Leessprong in Vlaanderen alarmeerde de uitgeverij Zwijsen. Jan Crijns, auteur van de eerste DSM-methode Leessprong (Van In, 1999), schreef over de aanvankelijke tegenstand die ik ondervond, op de kritiek van Mommers: Toen Raf Feys in Onderwijskrant (1991) en in andere publicaties de principes van zijn directe systeemmethodiek uiteenzette, werd dat door bepaalde groepen (en vooral door Mommers van Veilig leren lezen), nogal neerbuigend onthaald. Uit onderzoek en wetenschappelijke literatuurstudie blijkt nu echter dat deze onderwijspedagoog het gelijk aan zijn kant krijgt (Crijns, Pedagogische Periodiek, 2009, p.8). 

    Dat VVL uiteindelijk toch rekening hield met onze kritieken, was mede een gevolg van het feit dat ze merkten dat steeds meer Vlaamse scholen hun VVL-methode vervingen door de eerste DSM-methode Leesspring van de uitgeverij Van In.

    3 Enkele van mijn kritieken op VLL (meer uitgebreid in Onderwijskrant nr. )

    Vanaf 1980 formuleerde ik als lerarenopleider in mijn cursus leren lezen een hele reeks kritieken op de toen overal gangbare structuurmethodes als Veilig leren lezen (1958 -). Ik toonde aan dat VVL helemaal niet veilig was en in feite historisch gezien een stap achteruit was in vergelijking met de vroegere analytisch-synthetische en normaalwoorden-methodes. Ik wees ook op de vele niet effectieve opdrachten en materialen waarmee men de leerlingen bezig hield – al te veel ballast ten koste van de effectieve leer(lees)tijd.

    In de Onderwijskrant van september 1991 publiceerde ik uitgebreid mijn v kritieken op de VVL-structuurmethode van Mommers en co.

    Mijn kritiek kort samengevat in de Onderwijskrant nr. 68/69 van september 1991, 30 jaar geleden, luidde:

    - De globaalleesstrategie krijgt tijdens de eerste weken veel te veel aandacht en het aantal in te prenten globaalleeswoorden (48) is veel te groot. Sommige van die woorden zijn niet klankzuiver en/of zijn ook te moeilijk bij de start.

    -De kinderen worden aldus met veel te veel letters tegelijk geconfronteerd.

    -De letters worden niet langzaam aangeboden en ook niet onmiddellijk gediscrimineerd en vastgezet (geautomatiseerd)

    -Het duurt veel te lang vooraleer medeklinkers en klinkers gedifferentieerd worden. In VLL worden de klinkers bovendien al te laat aangebracht; in de Vlaamse structuurmethodes wordt de ontcijfering van de medeklinkers te lang uitgesteld. Hierdoor wordt het vormen van nieuwe woordjes, de synthese, veel te lang uitgesteld.

    -De elementaire leeshandeling als basisvaardigheid komt aldus te laat, niet nadrukkelijk en systematisch genoeg aan de orde. Het gevolg is vaak dat bij de overgang van leesboekje 2 naar leesboekje 3 de leeszwakke leerlingen duidelijk uit de boot vallen; ze blijken dan niet te kunnen lezen.

    -De letterkennis is al te sterk gebonden aan de globaalwoorden’en aan ‘Duimeliesje-verhaal’

    -Het lezen als vaardigheid wordt al te weinig op een directe (en ook mondelinge) wijze geoefend, maar komt veel te veel aan bod midden allerlei (schriftelijke) werkschrift- en werkboekopdrachten met vaak minder geschikte, minder effectieve en (onnodig) complicerende onderdelen. 

    VLL bevat al te veel ballast – ten koste van de effectieve leertijd. Als we tijdens praktijklessen onze studenten laten berekenen hoeveel minuten per les een afzonderlijk kind werkelijk aan het lezen was, dan bleek meestal dat de effectieve leer- of leestijd al te beperkt was. ( Marcel Schmeier, onderwijzer en begeleider, schreef onlangs nog: Van een leesles van 45 minuten zijn leerlingen vaak minder dan 10 minuten daadwerkelijk aan het lezen. Ja, ze trekken lijntjes in hun werkboek, zetten rondjes, luisteren naar een ankerverhaal, kleuren, knippen en plakken plaatjes of kijken naar flitsende digibord-oefeningen. Lezen doen zij echter minder dan 10 minuten. Dan is het natuurlijk niet gek dat 15 procent van de leerlingen niet het gewenste minimumdoel behaalt. Lees- en leertijd is een belangrijke factor voor leersucces. We mogen ons leesonderwijs dus niet langer opsmukken met zinloze ballast.

    -Leerlingen moeten tijdens de eerste maanden veel effectiever leesonderwijs krijgen met behulp van een sober programma en op een mondelinge wijze. Enkel via het mondeling werken kan men ook de leesdruk opvoeren zodat de leerlingen aandachtiger en vlotter leren lezen.”

    3. Mommers: structuurmethode: combinatie van globaalmethode en klassieke analytisch synthetische methode

    Om de invloed van de globale leesmethodiek op de structuurmethode van frater Mommers te achterhalen, moeten we even terug naar de methode die de Broeders van Zwijsen er als voorloper van de structuurmethode publiceerden.

     In 1931 verschijnt in de Opvoedkundige brochurereeks van de Broeders van Zwijsen het boekje Leesmethodiek en moderne psychologie van Govert Grazer, een van pseudoniemen van frater Rombouts. Rombauts windt er geen doekjes om: Met dit boekje heeft de schrijver revolutionaire bedoelingen. Hij is namelijk van mening, dat de tegenwoordig in Nederland gebruikte leesmethodes geen van alle deugen, niet om fouten in de uitwerking, dus in bijkomstigheden, maar omdat hun grondslag, en hun hele opzet verkeerd zijn. En wat niet deugd moet verdwijnen en vervangen worden door iets goeds. Op basis van nieuwe inzichten uit de Duitse Gestaltpsychologie toonde frater Rombouts aan dat kinderen niet letter voor letter of woord voor woord lezen en propageerde hij de globale leesmethodiek. Hij benadrukte het ‘zinvolle geheel. Frater-onderwijzer Cassianus Versteeg ontwikkelde op basis hiervan de nieuwe leesmethode ‘Echt Lezen’.

    Ook nog in 1952 prezen de kopstukken van de Vlaamse inspectie het toepassen van de globale leesmethodiek à la Decroly. Maar het is bekend dat de meeste Vlaamse en Nederlandse leerkrachten de globale leesmethodiek niet genegen waren, en zo kende ook de globale Zwijsen-methode Echt lezen’in Nederland geen succes. En zo werd broeder Mommers in 1958 aangesproken om een nieuwe methode op te stellen. De eerste versie van VLL verscheen in 1965.

    In zijn scriptie van 1958 vergeleek Mommers alle zevenentwintig methoden voor aanvankelijk lezen die op dat moment in Nederland in gebruik waren. Zijn conclusie luidde dat geen van de methoden voldoet. Hij pleitte voor een nieuwe aanpak waarin de sterke kanten van bestaande methoden worden gecombineerd. Die aanpak noemde hij de structuurmethode. Cesarius Mommers, Aanvankelijk lezen. Een kwalitatief vergelijkende studie van een aantal hedendaagse methoden voor aanvankelijk leesonderwijs in Nederland. Tilburg, RKJW, Onderwijskundige Brochuren Reeks, nr. 190, 1958.)

    Als Mommers op 4 juli 1958 afstudeert, kreeg hij dezelfde dag de opdracht om zo snel mogelijk een groep fraters bij elkaar te roepen om een nieuwe leesmethode op te stellen – omdat de toen gangbare globale methode van de Broeders niet zo succesvol was. In 1960 verschijnt de eerste versie van zijn nieuwe methode onder de naam Zò leren lezen: niet analytisch, niet globaal, maar zò. Later werd de naam Veilig leren lezen.

    De structuurmethode wordt voorgesteld als een middenweg tussen de globaalmethode die zijn Mommers’ oudere confrater Rombauts voorheen propageerde en die in Zwijsens’gobale leesmethode ‘Echt lezen’ toegepast werd, en anderzijds elementen uit de klassieke analytisch-synthetische methoden. 

    De klassieke analytisch-synthetische methoden voldeden volgens Mommers niet omdat voor het leren van de koppeling tussen klanken en letters klankzuivere woorden nodig zijn. Vanuit de hoge eisen die vanuit fonetisch oogpunt aan de beginwoorden moeten worden gesteld is het aantal bruikbare woorden volgens Mommers te beperkt. Eenvoudige leesteksten tijdens de eerste maanden klonken volgens hem daardoor vrij gekunsteld. Tegen de globaalmethode kon volgens hem echter worden ingebracht dat zwakke lezers de klank-letterkoppeling niet spontaan ontdekken, waardoor de uitval bij het leren lezen hoog is.

    De methode van Mommers bestaat uit leerstofkernen zodat de leesoefeningen ontleend konden worden aan de leefwereld van de kinderen. Het begint met verhaaltjes en de kinderen halen daar woorden ui. De keuze voor deze leerstofkernen is ontleend aan de globaalmethodes. Maar anders dan in de globaalmethoden wordt in de structuurmethode vlugger begonnen met het analyseren en synthetiseren. Mommers nam dus expliciet afstand van de destijds vigerende analytisch-synthetische en normaalwoordenmethodes als Lustig Volkje waarmee ik in 1952 leerde lezen, en anderzijds van opkomst vanaf de jaren dertig van globale en globaliserende leesmethodes à la Decroly e.d.

    In een bijdrage van 1978 beschreef Mommers nog eens de evolutie van de leesmethodes en de plaats van zijn structuurmethode hierin (Pedagogische Studiën, 1978, jg. 55.) Mommers stelde in 1978 eens te meer: De structuurmethode neemt een middenpositie in tussen de globaalmethode en de analytisch-synthetische methode. De invloed van de Gestaltpsychologie, de globaliserende aanpak, is vrij groot. De structuurmethode gaat immers uit van een betekenisvolle Gestalt van een woord. De woorden worden in eerste instantie globaal aangeleerd en in (globaal)zinnen gepresenteerd. Pas later volgt analyse en nog later de synthese. En binnen de globaalwoorden wordt dus in de startfase slechts 1 letter van een globaalwoord gedifferentieerd

    De synthese tot nieuwe woorden werd in VLL ook lange tijd uitgesteld – mede omdat de klinkers vrij laat worden aangebracht (in Vlaamse structuurmethodes werden die vroeger aangebracht.) Toch merkwaardig dat Mommers nog in een bijdrage van 2001 mijn kritiek op de te sterke invloed van de globale leesmethodiek op zijn VLL ontkende.

    De invoering van Mommers leesmethode was m.i. een flinke stap achteruit in vergelijking met de analytisch-synthetische – en normaalwoordenmethodes die in die tijd op de meeste Nederlandse en Vlaamse scholen gebruikt werden en die ook veel soberder oogden dan de omvaqngrijke VLL. De (oudere) analytisch-synthetische methodes en normaalwoordenmethodes differentieerden uit een beperkt aantal uiterst korte woorden quasi onmiddellijk alle letters (In Lustig Volkje 2 letterwoorden als AN, OT…). Ze wilden aldus het globaal inprenten van woorden als prentjes en van globaalzinnen tegen gaan en vroege synthese van nieuwe woorden mogelijk maken. Tegelijk wilden ze zo vlug mogelijk met de gekende klinkers en medeklinkers de synthese en het lezen van nieuwe woordjes bevorderen. 

    De semi-globale structuurmethodes wilden precies komaf maken met deze praktijk en de vroege analyse en wilden ook de synthese uitstellen. Onder invloed van de globale leesmethodiek van Decroly en co ontwikkelden Mommers en co dus een combinatie van de globale leesmethodiek en de klassieke analytisch-synthetische & normaalwoorden-methodes, een eerste versie in 1958. Zelf leerde ik in het eerste leerjaar in 1952 lezen met de m. normaalwoordenmethode Lustig Volkje’ van de Broeders Maristen van 1926. Ook veel Vlaamse uitgeverijen publiceerden een structuurmethode.





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 04/03-10/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 30/04-06/05 2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs