Ook in
andere landen al kwart eeuw veel kritiek op ontscholing van het onderwijs en aantasting meesterschap van
de meester'
Tal van onderwijsexperts in tal van landen
waarschuwden de voorbije 25 jaar voor de aantasting
van de kwaliteit van het onderwijs. Zij illustreerden hoe de ontscholingsdruk zoal tot uiting kwam, en
formuleerden tegelijk welke de kenmerken waren van effectief & typisch schools onderwijs. Veel overeenkomsten met de analyse in Brinckman-rapport van de Commissie Beter Onderwijs.
1 Verzet tegen ontscholing in tal van landen
Niet enkel veel leerkrachten, maar ook een
aantal onderwijsdeskundigen, publicisten
uit diverse landen pleitten de voorbije 25jaar voor her-scholing i.p.v. ont-scholing
van de school, reconstruire &
réscolariser l'école i.p.v. détruire
l'école,Typisierung i.p.v. Enttypisierung, eine Pädagogik vom Lehrer aus i.p.v.
Pädagogik vom Kinde aus, prestatieschool
i.p.v. knuffelschool, Rückkehr der
Leistungsschule, école i.p.v. 'lieu de vie' of studiehuis, leerling i.p.v.
lerende, kind of klant, leerkracht i.p.v. begeleider
In Onderwijskrant nr. 158
van 2011 besteedden we er al een themanummer aan. In dit themanummer werd duidelijk dat er in
tal van landen een geanimeerd debat werd/wordt gevoerd over de ontscholing. We
nemen in punt 3 nog een aantal internationale opiniestandpunten op. Ze wijzen
er ook op dat we al lang weten wat de
oorzaken zijn van de uitholling van het onderwijs en van het lerarenambt.
Uit de opiniestandpunten blijkt dat we ook al
lang weten wat effectief onderwijs is. Het waren/zijn alle pleidooien om ons in
de toekomst opnieuw meer te concentreren op de leertaak van de school,
voor de terugkeer naar de specifieke leeropdracht, voor herwaardering van kennisoverdacht en
andere pijlers van onze sterke onderwijstraditie. Er werden/worden in de meeste landen ook tal van acties ondernomen
om de anti-intellectuele trend en
ontsystematisering te keren, om de
fundamentele kenmerken van de school,
haar ijzeren grammatica, in ere te herstellen, om de missie van de school
specifieker en tegelijk bescheidener te omschrijven.
Die opiniestandpunten hebben mede de invloed
van de ontscholingsdruk afgeremd en de leraren gesteund in hun verzet tegen de
aantasting van de kwaliteit van het onderwijs.
Het Vlaams vernieuwingsestablishment & Klasse verzwegen angstvallig
het ontscjnolings- en herscholingsdebat in Europa en de VS.
In praktisch alle Westerse landen werden actiegroepen opgericht
die ijveren voor herscholing en tegen
ontscholende hervormingen: Beter
Onderwijs Nederland, Reconstruire lécole, SOS Education, Sauver Les
Lettres, Groupe de Réflexion Interdiciplinaire
sur les Programmes (GRIP ) & SLECC (Savoir lire écrire compter calculer) in Frankrijk, O-ZON-campagne-2007
in Vlaanderen, ... De talrijke
ontscholingsprojecten van de voorbije decennia door veel onderwijsexperts als nefast
beoordeeld werden. Het gaat dan vooral
om kritiek op de neo-reformpedagogiek die grotendeels als een voortzetting van
de reformpedagogiek wordt gezien en om
een kritiek op de nivellerende middenschool, collège unique, Gesamtschule. Ontschoolde scholen
leiden tot ontschoolde leerlingen.
De Engelse kennissocioloog Michael Young poneerde dat het nieuwe
leren leerlingen de verkeerde boodschap geeft dat ze niet veel moeten werken om iets waardevols
te bereiken in het leven. Dit
ontscholingsconcept legt volgens Young ook
de basis voor een ongelijke maatschappij.
Leerlingen die kennis het meest nodig hebben, omdat hun weinig van huis uit
wordt aangereikt, steken zo op school al
te weinig op. Ook de keuze van Pierre
Bourdieu en co om arbeiderskinderen eerder te confronteren met de eigen
arbeiderscultuur of culture populaire (i.p.v. de culture bourgeoise) duwt deze kinderen terug in hun
eigen sociale klasse. Dit is ook de
basisidee in het boek 'Education and justice'
(Sage, London, 1997) van de Engelse
prof. Denis Lawton.
2
Max-Planck-Institut in 1996:
leraargeleid onderwijs is effectiever
In Duitsland komt de kritiek op de
ontscholing ook uit de hoek van het
wetenschappelijk onderzoek. In 1996 onderzocht het Duitse Max-Planck-Institut für
Bildungsforschung het effect van directe instructie in vergelijking met de veel
gepropageerde vormen van zgn. 'open
onderwijs' en deschooling (Bildungsverläufe
und psychosoziale Entwicklungen im Jugendalter). De Duitse onderzoekers
concludeerde tdat de resultaten van leerlingen die open onderwijs genoten
beduidend lager waren dan deze die
lehrerzentrierten Unterricht kregen. Een andere conclusie luidt: Doorgedreven
individualisering schaadt de
effectiviteit en is heel nadelig voor benadeelde kinderen.
In het
onderzoeksverslag concludeert de voorzitter, prof. Fr. Weinert: Tot
verbazing van veel reformpedagogen blijkt uit de meeste grondige onderzoeken
dat 'directe instructie' veruit het meest
effectief is. Directe instructie verbetert niet enkel de prestaties van bijna alle leerlingen, maar
verhoogt ook het zelfvertrouwen in het eigen kunnen en reduceert de faalangst. Weinert omschreef de gevolgen van de radicale
hervormingsprojecten uit de voorbije decennia met de termen Entschulung, Entsystematisierung,
Entsymbolisierung und Infantilisierung des unterrichtlichen Lernens.
3 Prof. Herman Giesecke: anti-intellektuellen
und gegen- aufklärischen ontscholingseffect
De Duitse pedagoog Herman Giesecke stelde in 1999 in Neue Mythen in der Pädagogik dat veel
moderne pedagogische theorieën een anti-intellektuellen, anti-kognitiven
und insofern auch gegenaufklärischen
effect produceren en het onderwijs al te sterk emotionaliseren en therapeutiseren (p. 86). In het
onderwijspedagogische en onderwijspolitieke discours werden de kernopgaven van het onderwijs vaak gedemonteerd.
De leerlingen moeten dan eerder zelf uitvinden en zelf bepalen wat, hoe en in
welk tempo ze willen leren. Leerkrachtgeleid onderwijs wordt als ouderwets en politiek reactionair gezien. De
leerkrachten zijn geen lesgevers meer maar opvoeders en moderators van leerprocessen. De nieuwe
Leitmotive van ons schoolsysteem heten Selbsttätigkeit, Lernen (nicht
Lehren), Erziehung,Integration. Het beloofde humane leren houdt zijn
beloftes niet en schafft
neue Benachteiligungen ,
heel nadelig dus voor sociaal en/of cognitief benadeelde kinderen en voor de
zorgverbreding.
De nieuwe mythes zijn in de plaats gekomen van
het klassieke vormingsbegrip. Het basisbeginsel van degelijk onderwijs berust
volgens Giesecke op het feit dat er leraars zijn die één en ander weten of kunnen en dit wensen door
te geven op een didactisch verantwoorde
manier aan leerlingen die dat nog niet
weten of kunnen (p. 90). Onderwijs mag
men niet bekijken als eine feindliche Besatzungsmacht in das Leben
Unschuldiger ein, wie manche Schultheoretiker
zu glauben scheinen.
Pas via bemiddeling door de leerkracht kunnen complexe
zaken en handelingen geleerd worden.
Onderwijs vereist ook de passende distantie ten aanzien van het dagelijks
leven. Onderwijs is een culturele uitvinding
omdat het mogelijk maakt de
onmiddellijkheid van ons bestaan te overschrijden en een voorraad (vooraf) aan
kennis op te doen in functie van
toekomstige handelingen. De basispolariteit van onderwijs en leven mag niet
weggewerkt worden, zoals steeds opnieuw geëist wordt met parolen en slogans als lebensnahen Schule, Schülerorientierung,
Erfahrungsorientierung, Lebensweltorientierung, Handlungsorientierung '
Giesecke: De totale maatschappij heeft er
belang bij dat de nieuwe generaties het
aanwezige potentieel aan kennis en
vaardigheden overnemen en kunnen aanvullen.
De leerplannen/eindtermen moeten een gemeenschappelijk
bestand van kennis en vaardigheden voor
alle leerlingen vastleggen. Vanuit
zichzelf is het kind niet onmiddellijk geïnteresseerd
om veel vakkennis en culturele kennis op te doen; de interesse van het kind
reikt niet verder dan zijn onmiddellijke
levenshorizon. Vooral ook de sociaal benadeelde kinderen hebben met het oog op hun
emancipatie uit hun benadeelde situatie
nood aan directe, gerichte, maar
tegelijk geduldige en aanmoedigende instructie. De radicale hervormingsbeweging
heeft in tegenstelling met haar beloftes voor deze kinderen niets gerealiseerd.
Integendeel.
Giesecke betreurde ook de steeds verder toenemende
maatschappelijke en pedagogische opdrachten
die aan de school toegewezen worden. De school moest volgens de ontscholers een
allesomvattende leefschool (total institution)
worden, waarin de leerkrachten zo polyvalent zijn dat ze alle mogelijke problemen van de leerlingen en van de maatschappij
kunnen oplossen. Door de te sterke beklemtoning
van de zgn. 'Sozialpädagogisierung' komt
de kernopdracht van de school in het gedrang.
Door het feit dat de kerntaken van het onderwijs ondergesneeuwd geraakten, is ook het beroepsbeeld
van de leerkracht heel diffuus en minder
aantrekkelijk geworden nog het meest voor de jongens.
De ontscholing is
volgens Giesecke één van de belangrijkste
oorzaken van de crisis van het leraarsberoep
(Radiouitzending NDR 4 op 11.07.01:
Woran erkennt man gute und schlechte Lehrer?, Internet). De kernopdracht voor
de leraar moet opnieuw worden dat hij
onderricht en hierop moet zijn zelfbeeld
gebaseerd zijn. Er moet dus aandacht
zijn voor de begrenzing van de onderwijsopdracht: Een goede leraar moet in elk geval zo goed mogelijk willen onderwijzen. Als de
leerkracht hier goed scoort, dan mag men er meestal ook van uitgaan dat hij ook
geslaagd is voor zijn pedagogische en motiverende opdrachten en dat hij een
leervriendelijk klimaat geschapen heeft.
4
Leraar-publicist Michael Felten
Leraar Michael Felten is ook één van de
bekendste herscholers in Duitsland. We
denken vooral aan 3 publicaties: Neue Mythen
in der Pädagogik, Auer, 1998, 'Kinder
wollen etwas leisten' (Kösel-Verlag, 2000)
en Auf die Lehrer kommt es an! Für eine Rückkehr
der Pädagogik in die Schule (Gütersloher
Verlagshaus 2010). Felten bekritiseert in dit laatste boek de reformpedagogische tijdsgeest die
gebaseerd is op een gelijkheidsfictie tussen leerkrachten en leerlingen, op een zelfstandigheidsillusie
m.b.t. de zelfstandige capaciteiten van
het kind en op een conflictschuw strengheidstaboe in de relatie
leerkracht-leerling. Dit alles mondt uit in schoolse verwenning omdat de leerlingen
behoed moeten worden voor grote verwachtingen en beschermd tegen slechte cijferbeoordelingen; de leerkracht
moet dus vooral speelse werkvormen
toepassen. Felten omschrijft de methodische overdrijvingen in termen van *triomf van de leeftijdsgenoten het sociale
leren van elkaar; het zoveel mogelijk
leren op eigen verantwoordelijkheid of triomf van het ego; triomf van de open werkvormen en het open
onderwijs; triomf van het leuk zijn en
het welbevinden...
5
Duitse hoogleraar Thomas Ziehe
Een andere bekende Duitse herscholer is de onderwijspedagoog
Thomas Ziehe. Ziehe stelt in tal van publicaties dat leerkrachten moeten
accepteren dat het op school vooral gaat
om culturele kennis die ver af staat van
de leefwereld van de leerlingen en die
dus door hen op een eerste gezicht als vreemd ervaren wordt. Voor het vreemde
karakter moeten leraren zich niet
excuseren en omgekeerd moeten leerlingen
niet de schuld krijgen van hun self
world-gerichtheid. Leraren moeten leerlingen
helpen hun motivatiehorizon te verbreden. Leerlingen mogen niet gefixeerd
blijven op hun innerlijke zelf vanwege
de ambivalenties die dat oproept.
Leraren vervullen dus een brugfunctie tussen
de self-worlds van hun leerlingen en die
andere werelden. Leraren kunnen en moeten ook meer gebruik maken van het
verborgen verlangen van leerlingen naar
het trots zijn op wat je bereikt/ geleerd hebt. Ze moeten zelf uitstralen dat
je verdiepen in een vak tot verrukking kan leiden. De leerlingen moeten leren
dat op de lange termijn aan iets werken
uiteindelijk een groter gevoel van bevrediging
en arbeidsvreugde oplevert dan het momentaan
welbevinden.
Scholen moeten verder meer i.p.v. minder
gestructureerde situaties bieden om de diffuusheid voor leerlingen niet nog
groter te maken. Er moet een setting zijn van regels en routines die je
vasthouden. De leraar is verantwoordelijk
voor structuur én voor een responsief
klimaat. Volgens Ziehe hebben leerlingen in de huidige periode van
individualisering juist behoefte aan meer
i.p.v. minder structuur. De profeten van
het Nieuwe Leren en open onderwijs hebben
ongelijk, want kinderen geraken alleen maar
in de war door al die vrijheid en openheid.
6 Josef
Kraus, voorzitter Duitse lerarenvakbond
Ook Josef Kraus, de bekende voorzitter van
de Deutsches Lehrerverbandes, pleitte
rond 2010 herhaaldelijk voor herscholing: eine Schule des Wissens, eindeutig, strukturierten
Ergebnisorientierten Unterricht, Schule des lebendigen Wissens statt der sterilen technisch gespeicherten Daten,
keine Überfrachtung von Schule durch
sozialpädagogische Aufgaben,meßbare Wissensleistung & Qualitätskontrolle,
eine Schule der Kultur und keine Schule des flachen Ökonomismus.
Kraus sprak
zich kritisch uit over tal van pedagogische mythen: Selbstbestimmung,Selbstentfaltung,Selbsterfharung
Selbsterziehung, Selbstkonzept
Hij betreurt dat de nieuwlichters minder aandacht besteden
aan Selbstbeherrschung, Selbstdiziplin
... Uit het louter bezig zijn met het zelf resulteert vaak: Selbstgefälligkeit,
Selbstsucht, Selbstüberschätzung,Selbsttäuschung
We citeren nog even uit een aantal stellingen
die Josef Kraus in maart 2011
verspreidde in Zwanzig Wahrheiten über
Schule in Deutschland (Internet). Kraus: Die um sich greifende Erleichterungs- und
Wohlfühlpädagogik bringt nichts. Schule ohne Leistung und Anstrengung
geht nicht. Die Notengebung wurde immer
und immer wieder liberalisiert oder gar abgeschafft, schwere Schulfächer
konnten durch leichte ersetzt werden,
und überhaupt wurde eine Pädagogik
gepredigt, derzufolge Schule Spaß und Unterhaltung
garantieren soll. *Die Debatte um Bildungsgerechtigkeit ist nichts anderes als
der sozialromantisch kaschierte Versuch, über die Schule Gleichmacherei zu betreiben. Wir brauchen
schulische Vielfalt statt integrierte Einfalt. Die Gesamtschule in Deutschland
ist gescheitert. ... Außerdem erzielt eine von Gleichmacherei geprägte
Schulpolitik vermeintliche Gleichheit allenfalls durch Absenkung des Anspruchsniveaus.
*Wir
verzichten immer mehr darauf, von unseren
Schülern konkretes Wissen einzufordern. Stattdessen schwafeln wir von
Methoden-, Basis-, Horizontal-, Sozial- und Handlungskompetenzen. Wir brauchen
wieder einen Primat der Inhalte vor den Methoden. Es ist eine Renaissance des
konkreten Wissens angesagt. ... *Wir lassen unsere Muttersprache bereits in der
Schule verkommen. Das Beherrschen der
Mutter- und Landessprache ist das A und
O jeder Bildung. Tatsache ist aber: Schule in Deutschland schafft es nicht, den
Nachwuchs solide in der Mutter- und
Landessprache zu schulen. (Klaus betreurt
de uitholling van het moedertaalonderwijs.)
*Falsch ist die Behauptung, es komme nicht
auf Schulstrukturen, sondern
ausschließlich auf die Art des Unterrichts an nämlich auf einen
projektorientierten, lehrermoderierten und schülerzentrierten. Unsere Schüler
brauchen einen strukturierten und
ergebnisorientierten (nicht nur erlebnisorientierten) Unterricht. Übrigens:
Gerade leistungsschwächere und jüngere Kinder profitieren von einem klar strukturiertem Unterricht. Die
internationalen Abitur-Vergleiche sind falsch. Dort wo man in Europa die
niedrigsten Abiturienten-Quoten hat, hat
man zugleich die besten Wirtschaftsdaten:
nämlich in Österreich, in der Schweiz sowie in Bayern.
7 Reconstruire l'école: réscolariser
In Frankrijk leidde de thematiek van de
ontscholing de voorbije 25 jaar tot een
nieuwe schoolstrijd. Er verschenen veel
boeken, artikels e.d. met scherpe kritiek
op de ontscholingsprojecten van de voorbije decennia. De herscholers spreken er
over 'reconstruire l'école' en formuleren ook veel kritiek aan het adres van het nivellerende collège
unique. We denken in dit verband aan de
vele boeken die alle de ontscholing
bekritiseren. We vermelden er enkele: La
destruction de l'enseignement élémentaire et ses penseurs (L. Lurçat), Vers une
école totalitaire (L. Lurcat), L'école
desoeuvrée, la nouvelle querelle scolaire (C. Thélot en Ph. Joutard),
L'enseignement de l'ignorance (J.C. Michéa),
La barbarie douce (J.P. Le Goff), Oser
enseigner (G. Molina), Lettre ouverte à
ceux qui croient encore en l'école (J.
Romain) over de 'délimitation' de l'école,
L'ensignement mis à mort (Adrien Barrot)
Que vive l'école république,1999 en 'L'école de
la philosophie, Pleins feux, 2000 (Charles Coutel); La Pédagogie du vide (Hervé Boil-lot en Michel
Le Du) P.U.F, 1993: kritische analyse
van de visie van Ph. Meirieu; L'enseignement mis à mort (Alain Barrot, Librio 2000; L'imposture pédagogique van
Isabelle Stal (2008) met vooral een
kritiek op de (universitaire) lerarenopleidingen. Een fundamentele analyse
treffen we ook aan in een oproep (28 paginas) van een aantal professoren
wiskunde en wetenschappen: Les savoirs fondamentaux au service de l'avenir scientifique et technique. Comment
les réenseigner, Laurent Lafforgue e.a,
2004, Internet. Het gaat hier telkens om
vrij bekende auteurs.
Ook in de publicaties en TV-uitzendingen van
Alain Finkielkraut troffen we regelmatig een hoofdstuk aan over de ontscholing in Frankrijk. We denken
verder aan de publicaties van Jean-Paul
Brighelli (La fabrique du crétin: La mort programmée de l'école, ...) en aan
deze van Marc Le Bris over de ontscholing in het lager onderwijs: Bonheur
d'école : Peut-on encore sauver l'école française?; Vos enfants ne sauront pas lire... ni compter !
7.2 Reconstruire l'école
Vooral ook de scherpe kritieken op de
hervormingen van het secundair onderwijs wijzen op een bitsige schoolstrijd. Het verzet tegen het
voorbije beleid wordt deels
gecoördineerd door de vereniging Reconstruire l'école waarvan prof.
Denis Kambouchner de voorzitter is. Hij
publiceerde zelf een boek hierover: Une
école contre l'autre. Hij verwijt
Meirieu en co dat ze net als de reformpedagogen destijds de fundamentele
pijlers van elk degelijk onderwijssysteem
totaal in vraag stelden en dat hun
alternatieve (romantische) onderwijsvisie te
ver afstaat van de praktijk. Met een zinspeling op het beleidsprincipe
enseigner moins pour enseigner mieux, repliceerde Kambouchner dat hij eerder
opteerde voor enseigner mieux en enseignant
plus (plus betekent hier meer aandacht voor basiskennis en
basisvaardigheden).
Zelf lazen we ook met veel interesse L'école
desoeuvrée, la nouvelle querelle scolaire (Ed. Flammarion, 1999) van C. Thélot
en Ph. Joutard. Op de achterflap wordt
de basisgedachte als volgt samengevat: "Sinds de jaren zeventig geeft de
onderwijspolitiek voorrang aan de visie van pedagogen zoals Meirieu en co. Men verwaarloost elementaire
kennis, men minacht het lesgeven en de leerkrachten, men wil per se van het onderwijs een 'lieu de
vie' maken. De school gaat voorbij aan
haar ware roeping: transmettre les savoirs et les oeuvres. In plaats van het aanmoedigen van de vlucht
vooruit van vele nieuwlichters zou een
verantwoorde onderwijspolitiek eerder moeten proberen om de fundamentele
evenwichten te vinden die een school nodig
heeft."
Volgens de Franse onderwijssociologe Judith
Lazar hebben ontscholers als Ivan
Illich, Paulo Freire, Michel Foucault, Pierre Bourdieu, Louis Althusser, A.S. Neil, Françoise Dolto
de
basisgrammatica van het onderwijs en het
gezag van de school en van de
leerkrachten sterk ondermijnd. Ze beïnvloedden sterk de publieke opinie en de
'Education nationale', de onderwijshervormingen van de voorbije 40 jaar. jaar (J. Lazar, Pour quoi faire?, Flammarion
2004).
We vermelden nog een aantal werken die
de analyse hiervoor ondersteunen. Jean
Romain: Lettre ouverte à ceux qui croient encore en l'école, L'Age d'Homme, 2001. Zijn belangrijkste
boodschap luidt: "On est en train
de casser un vieux métier humaniste qui
consiste à enseigner quelque chose à quelqu'un. Il faut recommencer à
enseigner, reprendre le risque de l'autorité et réapprendre à lire, réapprendre
à écrire, réapprendre à calculer. Remettons la matière au centre, parce que
c'est la matière enseignée qui va faire
grandir, qui va élever - c'est l'étymologie du mot èléve".
Jean-Piere Le Goff: La Barbarie douce:
la modernisation aveugle des entreprises
de l'école, 1999. In dit boek behandelt
Goff veschillende thema's waaronder de vernieuwingsdwang,de managementmode, de
reductie van de primaire opdracht van
het onderwijs: L'école perd sa mission première qui est de transmettre
les connaissances dans une relation par
essence inégalitaire entre le professeur qui a étudié pour acquérir un savoir
et l'éléve qui va progressivement
apprendre. L'établissement scolaire devient un 'lieu de vie', sorte de garderie sociale; le professeur n'a plus
l'autorité reconnue, il est censé être à l'écoute de l'apprenant qui n'est plus celui qu'on 'élève', mais
celui au niveau duquel on s'abaisse,
toujours au détriment des plus
faibles.
We vermelden verder ook de publicatie Limposture
pédagogique van prof. Bernard Berthelot (2001, de tekst staat op het Internet).
7.3
Prof. Nathalie Bulle
De bekende Franse onderwijssociologe
Nathalie Bulle publiceerde in 2009 het
boek Lécole et son double over wat er
al 40 jaar misloopt met de hervormingen
van het secundair onderwijs, met de ontscholing
en comprehensivering. Het ontplooiingsmodel vanaf de basisschool samen met
de invoering van het collège unique
ontwrichtten volgens Bulle het destijds behoorlijk functionerende onderwijs. De vele nieuwlichters kozen voor
een didactische ommekeer: voor het
ontplooiingsmodel mede gebaseeerd op een biologische visie à la Rousseau en Piaget. Ze stelden ten onrechte het belang
van de culturele vakdisciplines en van
cultuuroverdracht in vraag.
Prof Bulle schrijft in deze context: Lécole en
France est en réalité aujourdhui dominée par des représentations de lhomme et
de son développement fondées sur des bases
fausses. Les conceptions aussi bien en psychologie, en épistémologie
quen sociologie, qui ont partie liée et
qui ont guidé ses transformations pédagogiques,
sont à la source dune profonde dégradation
de son enseignement.
De nieuwlichters kozen volgens Bulle ook voor
het nivellerende collège unique. Volgens
haar was de invoering van comprehensief
onderwijs zoals het collège unique Alle leerlingen werden de dupe van het collège unique en van de ontscholing;
nog het meest de sociaal benadeelde
leerlingen. Bulle wees ook op de nefaste invloed van het onderwijssociologisch
gedachtegoed van Pierre Bourdieu en zijn
vele volgelingen.
7.4
Kritiek op ontscholing in basisonderwijs
Voor
het basisonderwijs lijken ons de publicaties
van prof. Liliane Lurçat, destijds 'directeur de recherche au CNRS (psychologie
de l'enfant) heel revelerend. Lurçat schreef
ook verschillende werken over de
vakdidactiek voor schrijven, lezen en rekenen
voor jonge kinderen. Een bijdrage op het
Internet draagt de titel 'L'école élémentaire détruite'. Lurçat betreurt o.a. dat door de hervormingen
van de voorbije decennia geraakt werd
aan de fundamentele pijlers van het basisonderwijs waardoor ook het aantal
mislukkingen en het aantal kinderen met leerproblemen
sterk is toegenomen. Er wordt te weinig
aandacht besteed aan het onderwijzen van de basisvaardigheden; er werd afbreuk gedaan
aan de oerdegelijke methodiek van het
basisonderwijs, gebaseerd op de
systematische en progressieve overdracht
van kennis en vaardigheden. Door de onduidelijkheid
over de juiste aanpak en het tekort aan
systematiek heerst er nu verwarring en onbegrip.
De basisvaardigheden worden niet meer bereikt
door veel leerlingen die geen beroep kunnen doen op steun thuis; maar ook bij
veel gewone kinderen merkt men tal van
lacunes. De toegenomen ongeletterdheid op het einde van het basisonderwijs is
een product van de aantasting van de beproefde
methodes. De (universitaire) lerarenopleidingen lieten de beproefde
vakdidactische methodes vallen in naam van ideologische en pedagogische
argumenten (pédagogisme et constructivisme à la Ph. Meirieu, Freinet ...).
8 Besluit
In deze
bijdrage werd duidelijk dat er in tal van
landen de voorbije 30 jaar een
geanimeerd debat wordt gevoerd over de
ontscholing van het onderwijs.
|