Ontscholing & ontsystematisering van het onderwijs = enorme verspilling van talenten & centen
Overal pleidooien voor herscholing, maar Vlaanderen in 2011 nog in actie voor
verdere ontscholing & nivellering
Onderwijskrant 158 (juli-augustus-september 2011)
1 Actualiteit
ontscholing en herscholing
Veel Westerse landen kenden de voorbije decennia een ontscholing/ontschoolsing van het
onderwijs en een daling van de eisen - dit vaak in naam van de democratisering en onderwijskansen. Bij
inhouds-[en structuurarm
onderwijs worden benadeelde leerlingen
nog meer benadeeld en kunnen ook sterkere
hun talenten onvoldoende ontplooien. Zo verspilt
de samenleving een groot deel van de middelen
en energie die in het instituut onderwijs
gestopt worden. Armere landen als China, Singapore,
Zuid-Korea waar de ontscholing & infantilisering nog niet hebben
toegeslagen, presteren het best in landenvergelijkende studies.
Veel leerkrachten,
onderwijsdeskundigen, beleidsverantwoordelijken, publicisten
uit diverse
landen pleitten de voorbije 15 jaar voor herscholing van de school. Ook de bekende Engelse socioloog Frank Furedi neemt het in
Wasted. Why education isnt educating vooral op tegen de infantilisering, de
aantasting van het gezag en prestige van
de leerkracht & van de
vakdisciplines, het anti-intellectueel karakter ...
In het buitenland merken we dat tal van ontscholers naarmate ze ouder werden, zich bekeerden en
zelfs vurige herscholers werden. Zo
evolueerde de Engelse kennissocioloog Michael Young van kennis- en curriculumrelativist
tot een van de meest vurige pleitbezorgers
van de powerful knowledge van de vakdisciplines. In Engeland staat momenteel de herscholing centraal in het beleid.
Bij d meeste Vlaamse beleidsmakers en hervormers is de bezorgheid om de ontscholing en beknotting van
de talentontwikkeling nog geenszins doorgedrongen In onze recente themanummers
over ons secundair onderwijs betreurden we dat ze zich blind staren op grotendeels vermeende knelpunten en dat er tegelijk
met hun plannen de verdere ontscholing
& nivellering én daling van de onderwijskansen bevorderen: erste graad/middenschool met vage en
structuu-arme vakkenclusters en
belangstellingsgebieden i.p.v. gestructureerde
vakdisciplines, heterogene klasgroepen, competentiegerichte en zachte didactiek in de hervormingplannen
van de commissie-Monard-2009 en van minister Smet-2010 ...
Eind juni 2011 merkten we dat ook de redactie van het tijdschrift Impuls (voor onderwijisgebegeleiders e.d.) de verdere nivellering
wil stimuleren: invoering van de brede eerstge graad/ middenschool; gevoelige reductie in de 1ste graad van het aantal lesuren voor
basisvakken als wiskunde,
Nederlands en Frans, versnippering van de basisvorming via toevoeging van vage leerdomeinen als economische initiatie,
voedingsleer, mechatronica... ; de
leerlingen automatisch laten overgaan
naar het 2de jaar; hoeken- en contractwerk zoals in het basisonderwijs, ... Het
tijdschrift Impuls (destijds Floreat) heeft
zich vanaf 1968 gepresenteerd als een grote
voorstander van het VSO, het ontplooiingsmodel, de nivellerende eindtermen leerplannen, het
constructivistisch & competentiegericht
leren dat elders mede verantwoordelijk wordt geacht voor de grote daling van
het niveau & de onderwijskansen.
2 Onderwijskrant over
ontscholing & ontschoolde leerlingen
Met de overkoepelende uitdrukkingen als ontscholing van het onderwijs en ontscholingsdruk verwijzen
we in de eerste plaats naar de term
unschooling zoals John Holt die in 1977
introduceerde. Voor John Holt, Carl Rogers, Ferre Laevers en de vele andere ontscholers betekende de optie
voor ontscholing van het onderwijs een
keuze voor kindgestuurd, structuurarm
& geïnvidualiseerd onderwijs. De ontscholers
kozen voor het zelfontplooiingsmodel waarbij afstand genomen werd van de
traditie van gestructureerde vakdisciplines en
leerinhouden, leerkrachtgestuurd onderwijs,jaarklassen, klassikale instructie,
hoge prestatieverwachtingen, enz.
Vanaf de jaren zeventig drongen het prestatievijandig, anti-intellectueel en
anti-autoritair klimaat en het ontplooiingsmodel
ook in Vlaanderen door o.a. binnen de
VSO-hervorming van 1970, en later ook in de eindtermen en leerplannen van 1997-1998, in de competentiegerichte en constructivsitische aanpak .... In Vlaanderen
botsten de ontscholers wel op meer weerstand
en lippendienst dan in andere landen.
In Onderwijskrant en elders bestrijd ik zelf al bijna 40 jaar de verschillende
ontscholingstendensen. In een bijdrage van 1973 in Persoon en Gemeenschap luidde ùijn boodschap al: Weg
met de prestatiedwang, maar leve de
prestaties. Toen vanaf de jaren zeventig
het jaarklassensysteem als dé oorzaak
van alle mogelijke kwalen werd voorgesteld, bestempelden we de invoering ervan
als de grootste sprong voorwaarts ooit
en als een belang[1]rijke GOK-hefboom. We
hebben vanaf de start van het ervaringsgericht
ontplooiingsmodel van Ferre Laevers in
1976 die aanpak bestreden. We namen afstand
van de nivellerende eindtermen/leerplannen en de ermee
verbonden competentiegerichte en constructivistische
aanpak, van de middenschoolplannen ...
Ontscholing leidt tot
ontschoolde leerlingen en staat haaks op
de missie van Onderwijskrant, het bevorderen van de talentontwikkeling.
Met O-ZON en Onderwijskrant voeren we sinds begin 2007 een extra campagne rond de ontscholingstrends. Ter
herinnering nemen we hier een samenvatting van ons
O-ZON-manifest van 2007 op -met als titel: Meester, het mag weer!(Je mag weer lesgeven enz.)
*Respect voor- en vertrouwen in de professionaliteit en
ervaringswijsheid van leerkrachten.
*Herwaardering van basiskennis en basisvaardigheden,van de
vakdisciplines en van het belang van
abstrahering, symbolisering & structuur. Geen competentiegericht
en constructivistisch onderwijs.
*Herwaardering van de instructie, lesgeven en contacturen,
prestatiegerichtheid, orde en discipline.
*Herwaardering jaarklassen,klassikale aanpak en samen optrekken. Geen doorgedreven
individua[lisatie, geen
inclusief LAT-onderwijs.
*Verhoging van het niveau van het onderwijs en van de lerarenopleidingen
*Meer niveaubewaking en controle leerprestaties.
*Beter benutten van talenten van alle soorten leerlingen. Effectief achterstandbeleid. Geen
nivellering en nivellerende brede eerste graad, maar herwaardering van onze
sterke eerste graad
*Vernieuwing in continuïteit i.p.v. doorhollings- en omwentelingsbeleid & moderniseringstover.
*Verminderen van de druk en invloed van vernieuwingsestablishment,
van de vele vrijgestelden voor de
permanente hervorming van het onderwijs.
*Afremmen en/of afbouwen van bureaucratisering en grootschaligheid, reductie van planlast,
van de bureaucratische schil en overhead
in het hoger onderwijs.
*Geen nivellerende brede eerste graad s.o.,.
2 Kritiek op ontscholing, ontsystematisering en infantilisering
Entschulung,
Entsystematisierung und
Entsymbolisierung
Niet enkel veel leerkrachten, maar ook veel onderwijsdeskundigen, beleidsverantwoordelijken,
publicisten
uit diverse landen pleitten de voorbije 15 jaar voor her-scholing i.p.v. ont-scholing
van de school, reconstruire &
réscolariser l'école i.p.v. détruire
l'école,Typisierung i.p.v. Enttypisierung, eine
Pädagogik vom Lehrer aus i.p.v. Pädagogik vom
Kinde aus, prestatieschool i.p.v. knuffelschool, Rückkehr der Leistungsschule, école i.p.v.
'lieu de vie' of studiehuis, leerling i.p.v. lerende, kind of klant, leerkracht
i.p.v. begeleider
Het waren/zijn alle pleidooien om ons in de toekomst meer
te concentreren op de leertaak van de
school, voor de reductie van het curriculum
én de terugkeer naar de specifieke leeropdracht, voor herwaardering van kennisoverdacht en
andere pijlers van onze sterke onderwijstraditie. Er werden/worden in de meeste landen ook tal van acties ondernomen
om de anti-intellectuele trend en
ontsystematisering te keren, om de
fundamentele kenmerken van de school,
haar ijzeren grammatica, in ere te herstellen, om de missie van de school
specifieker en tegelijk bescheidener te omschrijven.
Het Vlaams vernieuwingsestablishment & Klasse verzwijgen angstvallig het
her-scholingsdebat in Europa en de VS.
In praktisch alle Westerse
landen werden actiegroepen opgericht die
ijveren voor herscholing en tegen ontscholende hervormingen: Beter Onderwijs Nederland,
Reconstruire lécole, SOS Education,
Sauver Les Lettres, Groupe de Réflexion
Interdiciplinaire sur les Programmes (GRIP ) & SLECC (Savoir lire
écrire compter calculer) in Frankrijk,
O-ZON-2007 in Vlaanderen, ... GRIP & SLECC proberen oerdegelijke aanpakken
voor rekenen, lezen, spelling, ... te herwaarderen & te optimaliseren. Ook
in onze vakdidactische publicaties over lerfen lezen, rekenen, spellen, W.O. ... besteedden we hier veel aandacht aan.
Een aantal
onderwijsexperts namen de voorbije jaren een
opgemerkt standpunt innamen omtrent ontscholing en herscholing. Prof. Franz Weinert (Max
PlanckInstitut) omschrijft de
gevolgen van de radicale hervormingsprojecten uit de voorbije decennia met
de termenEntschulung,
Entsystematisierung, Entsymbolisierung und Infantilisierung des
unterrichtlichen Lernens. De emancipatorische
pedagoog Hermann Giesecke sprak over een anti-intellektuellen, antikognitiven und insofern
auch gegenaufklärischeneffect. De
Duitse ex-president Herzog waarschuwde voor
de knuffelpedagogiek.
Het valt op dat de voorbije 15 jaar in Engeland, Frankrijk,
Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk,
Québec, VS
de talrijke ontscholingsprojecten
van de voorbije decennia door veel
onderwijsexperts als nefast beoordeeld werden.
Het gaat dan vooral om kritiek op de neoreformpedagogiek die grotendeels als
een voortzetting van de reformpedagogiek
wordt gezien en om een kritiek op de
nivellerende middenschool, collège unique,
Gesamtschule. Ontschoolde scholen leiden
tot ontschoolde leerlingen.
Bij de tegenstanders van ontscholing treft men volgens prof.
Giesecke veel vernieuwers in continuïteit aan die het onderwijs proberen te
optimaliseren zonder te raken aan de fundamentele pijlers van de school en met
respect voor hetgeen in het verleden werd
opgebouwd. Deze vernieuwers hebben gedurende de voorbije decennia één en ander
bereikt, maar ze werden hierbij afgeremd
door de radicale hervormers die het prestatiebeginsel
sterk in vraag stelden en voor de benadeelde kinderen - in tegenstelling met hun
mooie beloftes - niets hebben gerealiseerd. In het
verleden ging de steun van de overheid
ook praktisch uitsluitend naar ontscholen de
nieuwlichters - ook in Vlaanderen. Zelf kreeg ik nooit officiële waardering en enige financiële steun voor mijn publicaties: over 'beter leren lezen' (mijn directe systeemmethodiek die momenteel in de meeste leesmethodes in Vlaanderen én Nederland wordt toegepast, over rekenen, spellen, wereldoriëntatie ... Ook ons tijdschrift Onderwijskrant (opgericht in 1977) ontving nooit enige officiële waardering en/of financiële steun. Omdat Onderwijskrant fungeert als de luis in de pels van de beleidsverantwoordelijken is zelfs de verwijzing ernaar en de naam Onderwijskrant taboe.
Opvallend veel herscholers en wijzelf zijn sterk begaan met het bieden van optimale onderwijskansen.
Gemeenschappelijk in de meeste
pleidooien is de stelling dat de sociaal
en/of cultureel benadeelde leerlingen nu
minder onderwijskansen krijgen omdat de slinger
te sterk is doorgeslagen in de richting van ontscholing en ontsystematisering.
De Engelse kennissocioloog Michael Young stelt dat het nieuwe leren leerlingen de verkeerde boodschap geeft dat
ze niet veel moeten werken om iets
waardevols te bereiken in het leven.
Dit ontscholingsconcept legt volgens
Young ook de basis voor een ongelijke maatschappij.
Leerlingen die kennis het meest nodig hebben, omdat hun
weinig van huis uit wordt aangereikt,
steken zo op school al te weinig op. Ook
de keuze van Pierre Bourdieu en co om arbeiderskinderen
eerder te confronteren met de eigen arbeiderscultuur
ofculture populaire (i.p.v. de culture
bourgeoise) duwt deze kinderen terug in hun eigen sociale klasse. Dit is ook de basisidee in
het boek Education and justice (Sage, London, 1997) van de Engelse prof. Denis Lawton.
3 Mythen und
Errungenshaften
3.1 Giesecke: anti-intellektuellen
und gegen- aufklärischen ontscholingseffect
Een boek waarin de ontscholingsgedachte sterk bestreden wordt is Neue
Mythen in der Pädogik. Warum eine gute Schule nicht nur Spass machen kann (Donauwörth,
Auer, 1999). Een algemene idee in verschillende
bijdragen in Neue Mythen is precies dat
het vermeende humane leren zijn beloftes niet
houdt en dat het neue Benachteiligungen schafft en dus heel nadelig is voor sociaal en/of
cognitief benadeelde kinderen en voor de
zorgverbreding.
Net als vele anderen stelt ook prof. H. Giesecke in Neue Mythen dat veel moderne pedagogische
theorieën een anti-intellektuellen, anti-kognitiven und insofern auch gegenaufklärischen effect
produceren en het onderwijs al te sterk emotionaliseren en therapeutiseren(p. 86). In het
onderwijspedagogische en onderwijspolitieke discours werden de kernopgaven van het onderwijs vaak gedemonteerd.
De leerlingen moeten dan eerder zelf uitvinden
en zelf bepalen wat, hoe en in welk tempo ze willen leren. "Leerkrachtgeleid
onderwijs wordt als ouderwets en politiek
reactionair gezien. De leerkrachten zijn geen
lesgevers meer maar opvoeders en
moderators van leerprocessen. De nieuwe Leitmotive van ons schoolsysteem heten
Selbsttätigkeit, Lernen' (nicht Lehren), Integration.Ze zijn in de plaats gekomen van het klassieke
vormingsbegrip.
Het basisbeginsel van degelijk onderwijs berust volgens
Giesecke op het feit dat er leraars zijn die één en ander weten of kunnen en dit wensen door
te geven op een didactisch verantwoorde
manier aan leerlingen die dat nog niet
weten of kunnen (p. 90). Onderwijs mag
men niet bekijken als eine feindliche Besatzungsmacht in das Leben
Unschuldiger ein, wie manche Schultheoretiker
zu glauben scheinen. Pas via bemiddeling door de leerkracht kunnen complexe
zaken en handelingen geleerd worden.
Onderwijs vereist ook de passende distantie ten aanzien van het dagelijks
leven. Onderwijs is een culturele uitvinding
omdat het mogelijk maakt de
onmiddellijkheid van ons bestaan te overschrijden en een voorraad (vooraf) aan
kennis op te doen in functie van
toekomstige handelingen. De basispolariteit van
onderwijs en leven mag niet weggewerkt worden, zoals
steeds opnieuw geëist wordt met parolen en slogans als lebensnahen
Schule, Schülerorientierung,
Erfahrungsorientierung, Lebensweltorientierung,
Handlungsorientierung '
Giesecke: De totale maatschappij heeft er belang bij dat de nieuwe generaties het
aanwezige potentieel aan kennis en
vaardigheden overnemen en kunnen aanvullen.
De leerplannen moeten een minimaal
gemeenschappelijk bestand van kennis en
vaardigheden vastleggen. Vanuit zichzelf is het
kind niet onmiddellijk geïnteresseerd om veel vakkennis
en culturele kennis op te doen; de interesse van het kind reikt niet verder dan
zijn onmiddellijke levenshorizon. Vooral
ook de sociaal benadeelde kinderen
hebben met het oog op hun emancipatie uit
hun benadeelde situatie nood aan directe,
gerichte, maar tegelijk geduldige en aanmoedigende instructie. De
radicale hervormingsbeweging heeft in tegenstelling met haar beloftes voor deze
kinderen niets gerealiseerd. Integendeel.
Giesecke betreurt ook de steeds verder toenemende maatschappelijke
en pedagogische opdrachten die aan de
school toegewezen worden. De school moest
volgens de ontscholers een allesomvattende
levensschool (total institution) worden, waarin de leerkrachten zo polyvalent zijn dat ze alle
mogelijke problemen van de leerlingen en
van de maatschappij kunnen oplossen. Door de te sterke beklemtoning van de zgn.
'Sozialpädagogisierung' komt de
kernopdracht van de school in het gedrang.
Door het feit dat de kerntaken van het onderwijs ondergesneeuwd geraakten, is ook het beroepsbeeld
van de leerkracht heel diffuus en minder
aantrekkelijk geworden nog het meest voor de jongens. De ontscholing is volgens Giesecke
één van de belangrijkste oorzaken van de
crisis van het leraarsberoep
(Radiouitzending NDR 4 op 11.07.01:
Woran erkennt man gute und schlechte Lehrer?, Internet). De kernopdracht voor
de leraar moet opnieuw worden dat hij
onderricht en hierop moet zijn zelfbeeld
gebaseerd zijn. Er moet dus aandacht
zijn voor de begrenzing van zijn opdracht: "Een goede leraar moet in elk
geval zo goed mogelijk willen onderwijzen.
Als de leerkracht hier goed scoort, dan mag men er meestal ook van uit[gaan dat hij ook geslaagd
is voor zijn pedagogische en motiverende opdachten en dat hij een leervriendelijk klimaat
geschapen heeft.
Giesecke heeft deze ideeën meer uitvoerig uitgewerkt in drie
publicaties: Pädagogische Illusionen. Lehren aus 30 Jahren Bildungspolitiek,
Stuttgart 1998 en Wozu ist der Schule
da?, Stuttgart 1996 en Pädagogik: quo
vadis?, Juventa-Verlag 2009. Op het
Internet treft men ook tal van interviews met
hem aan.
3.2 Max-Planck-Institut: leraargeleid onderwijs is effectiever
In Duitsland komt de kritiek ook uit de hoek van het wetenschappelijk onderzoek. In 1996
onderzocht het Duitse Max-Planck-Institut
für Bildungsforschung het effect van directe instructie in vergelijking met de veel
gepropageerde vormen van zgn. open
onderwijs en deschooling (Bildungsverläufe
und psychosoziale Entwicklungen im Jugendalter).
Ook hier kwamen de onderzoekers tot de vaststelling dat de
resultaten van leerlingen die 'open onderwijs' genoten beduidend lager waren
dan deze die 'lehrerzentrierten Unterricht'
kregen. Een andere conclusie luidt:
Doorgedreven individualisering schaadt
de effectiviteit en is heel nadelig voor benadeelde/kansarmere kinderen.
In het onderzoeksverslag concludeert de voorzitter, prof.
Fr. Weinert: Tot verbazing van veel reformpedagogen
blijkt uit de meeste grondige onderzoeken dat 'directe instructie' veruit het
meest effectief is. Directe instructie
verbetert niet enkel de prestaties van
bijna alle leerlingen, maar verhoogt ook het zelfvertrouwen in het eigen kunnen
en reduceert de faalangst.
3.3 Leraar-publicist Michael Felten
Leraar Michael Felten is ook één van de bekendste herscholers in Duitsland. We denken vooral
aan 3 publicaties: Neue Mythen in der
Pädagogik, Auer, 1998, Kinder wollen
etwas leisten (Kösel-Verlag, 2000) en
Auf die Lehrer kommt es an! Für eine Rückkehr
der Pädagogik in die Schule (Gütersloher
Verlagshaus 2010).
Felten bekritiseert in dit laatste boek de reformpedagogische tijdsgeest die
gebaseerd is op een gelijkheidsfictie tussen leerkrachten en leerlingen, op een zelfstandigheidsillusie
m.b.t. de zelfstandige capaciteiten van
het kind en op een conflictschuw strengheidstaboe in de relatie leerkracht-leerling. Dit alles
mondt uit in schoolse verwenning omdat de leerlingen behoed moeten worden voor
grote verwachtingen en beschermd tegen slechte
cijferbeoordelingen; de leerkracht moet dus
vooral speelse werkvormen toepassen.
Felten omschrijft
de methodische overdrijvingen in termen van
*triomf van de leeftijdsgenoten het sociale leren van elkaar; het zoveel mogelijk leren op
eigen verantwoordelijkheid of triomf van het ego; triomf van de open werkvormen en het open
onderwijs; triomf van het leuk zijn en
het welbevinden...
3.4 Duitse hoogleraar
Thomas Ziehe
Een andere bekende Duitse her-scholer is de onderwijspedagoog
Thomas Ziehe. Ziehe stelt in tal van publicaties dat leerkrachten moeten
accepteren dat het op school vooral gaat
om culturele kennis die ver af staat van
de leefwereld van de leerlingen en die
dus door hen op een eerste gezicht als vreemd ervaren wordt. Voor het vreemde
karakter moeten leraren zich niet
excuseren en omgekeerd moeten leerlingen
niet de schuld krijgen van hun self
world-gerichtheid. Leraren moeten leerlingen
helpen hun motivatiehorizon te verbreden. Leerlingen mogen niet gefixeerd
blijven op hun innerlijke zelf vanwege
de ambivalenties die dat oproept.
Leraren vervullen dus een brugfunctie tussen de self-worlds van hun leerlingen en die andere werelden.
Leraren kunnen en moeten ook meer gebruik maken van het verborgen verlangen
van leerlingen naar het trots zijn op
wat je bereikt/ geleerd hebt. Ze moeten zelf uitstralen dat je verdie[1]pen in een vak tot
verrukking kan leiden. De leerlingen moeten leren dat op de lange termijn
aan iets werken uiteindelijk een groter
gevoel van bevrediging en arbeidsvreugde
oplevert dan het momentaan welbevinden.
Scholen moeten verder meer i.p.v. minder gestructureerde
situaties bieden om de diffuusheid voor leeringen
niet nog groter te maken. Er moet een setting zijn van regels en routines die
je vasthouden. De leraar is
verantwoordelijk voor structuur én voor een
responsief klimaat. Volgens Ziehe hebben leerlingen in de huidige
periode van individualisering juist
behoefte aan meer i.p.v. minder structuur. De
profeten van het Nieuwe Leren en open onderwijs hebben ongelijk, want kinderen geraken alleen
maar in de war door al die vrijheid en
openheid.
3.5 Josef Kraus, voorzitter lerarenvakbond
Ook Josef Kraus, de bekende voorzitter van de Deutsches Lehrerverbandes, pleitte de
voorbije 15 jaar herhaaldelijk voor herscholing: eine Schule des Wissens, eindeutig, strukturierten
Ergebnisorientierten Unterricht, Schule
des lebendigen Wissens statt der
sterilen technisch gespeicherten Daten, keine
Überfrachtung von Schule durch sozialpädagogische Aufgaben,meßbare
Wissensleistung & Qualitätskontrolle, eine Schule der Kultur und keine Schule
des flachen Ökonomismus.
Kraus spreekt zich
kritisch uit over tal van pedagogische mythen: Selbstbestimmung,Selbstentfaltung,Selbsterfharung
Selbsterziehung, Selbstkonzept
Hij betreurt dat de nieuwlichters minder aandacht besteden
aan Selbstbeherrschung, Selbstdiziplin
... Uit het louter bezig zijn met het zelf resulteert vaak: Selbstgefälligkeit,
Selbstsucht,Selbstüberschätzung,Selbsttäuschung
We citeren nog even uit een aantal stellingen die Josef Kraus in maart 2011 verspreidde in
Zwanzig Wahrheiten über Schule in
Deutschland (Internet). Kraus: Die um
sich greifende Erleichterungs- und Wohlfühlpädagogik
bringt nichts. Schule ohne Leistung und Anstrengung
geht nicht. Die Notengebung wurde immer
und immer wieder liberalisiert oder gar abgeschafft, schwere Schulfächer
konnten durch leichte ersetzt werden,
und überhaupt wurde eine Pädagogik gepredigt,
derzufolge Schule Spaß und Unterhaltung
garantieren soll. *Die Debatte um Bildungsgerechtigkeit
ist nichts anderes als der sozial[1]romantisch kaschierte
Versuch, über die Schule Gleichmacherei
zu betreiben. Wir brauchen schu[1]lische Vielfalt statt
integrierte Einfalt. Die Gesamtschule in Deutschland
ist gescheitert. ... Außerdem erzielt eine von Gleichmacherei geprägte Schulpolitik vermeintliche
Gleichheit allenfalls durch Absenkung des Anspruchsniveaus.
*Wir verzichten immer mehr darauf, von unseren Schülern konkretes Wissen einzufordern.
Stattdessen schwafeln wir von Methoden-, Basis-, Horizontal-,
Sozial- und Handlungskompetenzen. Wir brauchen
wieder einen Primat der Inhalte vor den Methoden.
Es ist eine Renaissance des konkreten Wissens angesagt. ... *Wir lassen unsere
Muttersprache bereits in der Schule verkommen. Das Beherrschen der Mutter- und Landessprache ist
das A und O jeder Bildung. Tatsache ist
aber: Schule in Deutschland schafft es nicht, den Nachwuchs solide in der Mutter- und Landessprache zu schulen.
(F. betreurt de uitholling van het
moedertaalonderwijs.)
*Falsch ist die Behauptung, es komme nicht auf Schulstrukturen, sondern ausschließlich auf
die Art des Unterrichts an nämlich auf einen projektorientierten,
lehrermoderierten und schülerzentrierten.
Unsere Schüler
brauchen einen strukturierten und
ergebnisorientierten (nicht nur erlebnisorientierten)
Unterricht. Übrigens: Gerade leistungsschwächere und
jüngere Kinder profitieren von einem
klar strukturiertem Unterricht. Die internationalen Abitur-Vergleiche sind
falsch. Dort wo man in Europa die niedrigsten Abiturienten-Quoten hat, hat man zugleich die besten
Wirtschaftsdaten: nämlich in Österreich,
in der Schweiz sowie in Bayern.
|