Jacotot-mythe over Leuvense 20-jarige studenten die volgens
Rançière en Leuvense pedagogen van Eucatie en samenleving in 1818! zogezegd geen Frans kenden. Niets is minder waar.
In zijn boek'De onwetende meester van 1987 luidt het dat Jacotot in 1818 even les Franse literatuur gaf aan studenten van de Leuvense universiteit. Dit was ook zo. Maar in een interview in 2004 stelt R. plots dat Jacotot les gaf in Nederland. Blijkbaar besefte R. dan wel dat Leuvense studenten in 1818 wel vrij goed het Frans beheersten minder geloofwaardig was dan Nederlandse studenten die in 1818 geen Frans kenden.
Antipedagoog, ontscholer en anarchist Rançiere verzon in zijn boek 'De onwetende meester (1987) dat de Leuvense studenten van Jacotot in 1818! geen letter Frans kenden. Niets is minder waar; ze beheersten de Franse taal heel goed. Leuvense pedagogen van de groep Educatie en Samenleving, Masschelein, Simons, Cornelissen
namen al te gretig die taalfabel over.
In het intervies Entretien avec Rancière van 2004 verzon Rançière echter dat Jacotot in 1818 geen les gaf in Leuven, maar ergens in Nederland, zonder evenwel de naam van de universiteit te vermelden (zie verderop).
In Le maître ignorant (1977) beroept Rancière zich voort durend op de visie van de Franse docent en wijsge rige pedagoog Joseph Jacotot (1770-1840), met inbegrip van de fabel over de Leuvense studenten.
Ook Goele Cornelissen schreef in het boek De lichtheid van het opvoeden van Masschelein e.a. de bijdrage gelijkheid, waarbij ze zich volledig aan sloot bij Rancière en de fabel van Joseph Jacotot, van 200 jaar geleden.
Cornelissen schreef: De plotse ingeving van Jacotot over opvoeding en onderwijs is een gevolg van het lezen van de publicatie van Jacotot over zijn leraar schap in Leuven in 1818. Die omwenteling in zijn denken heeft alles te maken met het feit dat hij vast stelt dat de aan zichzelf overgelaten Leuvense studenten zichzelf geleerd hebben om Frans te spreken en te schrijven zonder hulp van zijn uitleg. Deze ervaring heeft Jacotot wakker geschud. Jacotot was in Leuven in 1818 even professor Franse literatuur aan de Leuvense universiteit. Hij beweerde dat hij de studenten op korte termijn Frans leerde door ze enkel maar het boek Télémaque en de Nederlandse vertaling in de handen te stoppen. Hij kende zelf geen woord Nederlands en vertikte het om les te geven. Hij kon zelfs niet communiceren met de studenten.
Jacotot, Rancière en Masschelein en Simons beweren/verzinnen dat die studenten nog het ABC van Frans niet kenden. De Leuvense studenten konden 200 jaar geleden echter al vlot lezen, spreken en schrijven in het Frans; ze kregen in het secundair onderwijs les in het Frans. Pas vanaf 1911 werden er overigens een paar cursussen in het Nederlands gegeven. Ook aan de Leuvense universiteit kregen ze in 1818 les in het Frans en nit in het Nederlands.
Het lijkt me geen toeval dat Rançière in 2004 in een interview plots stelde dat Jacotot in 1818 in Nederland les gaf en niet in Leuven. R.in 2004: Jacotot est en 1818 un professeur français émigré aux Pays-Bas. Ses étudiants hollandais veulent apprendre le français mais lui ne connaît pas le hollandais. Il ne dispose que d'une version bilingue du Télémaque de Fénelon et se résout à leur demander d'apprendre le français en s'aidant de la traduction. Au bout d'un certain temps, il leur demande de raconter en français ce qu'ils pensent de ce qu'ils ont lu. Il s'attend à une catastrophe. Or il est très surpris par la qualité de leurs travaux et tire de lexpérience deux leçons essentielles.
Noot: In 1857- al 163 jaar geleden - maakte de Nederlandse pedagoog-filosoof J. De Ghelder in zijn boek Paedagogie brandhout van de anti-pedagogische & simplistische visie & fabels van Joseph Jacotot (zie pag. 47).
Toch hoogst merkwaardig dat hedendaagse pedagogen, onderwijskundigen, filosofen
de fabels van Jacotot nog steeds klakkeloos blijven doorvertellen
|