Voorbij krampachtige uitspraken over religie, atheisme ... en afsnoepen van gelovige/ongelovige zieltjes ....
Prof. Johan Braeckman mag uiteraad kritische vragen stellen bij het wetenschappelijke karakter van het onderzoek van de Leuvense theologen en bij hun conclusies.
Maar scepticus Braeckman pakte destijds zelf al te graag uit met dubieus flutonderzoek waaruit zou gebleken zijn dat jongeren die religieus zijn opgevoed minder solidair zouden zijn. Dit onderzoek bleek geenszins te deugen.
Hij vergaloppeerde zich ook deerlijk 2 jaar geleden bij zijn propaganda/TV-uitzending e.d. over het dubieus Milgram-experiment.
Ik betreur dat mensen als Braeckman zo weinig interesse tonen voor een open dialoog over zingeving en levensbeschouwing.
En ook in publicaties over de 'open dialoogschool' van Lieven Boeve e.a. is dit m.i nog niet voldoende het geval. Ook Boeve en co denken nog te strak in termen van gelovige en niet gelovige leerkrachten/leerlingen, goede en lauwe katholieken en hierbij aansluitend in termen van afgebakende katholieke identiteit, enkel echt katholieke leraren die het vak godsdienst mogen geven, ...
We verwachten veel meer heil van een open-minded dialoog over een hedendaagse en ruimere visie op zingeving, religie en levensbe-schouwing dan deze die Boeve en Co propageren, een visie die veel meer leerkrachten, directies en leerlingen kan aanspreken. Godsdienstleraar Jan Maes verwoordde dit destijds heel overtuigend op zijn blog en in De Standaard.
Maes merkte in dit verband ook op dat mensen een sterk ontwikkelde gevoeligheid voor zingeving en religie (in brede zin) kunnen ontwikkelen zonder daarom ook god-gelovig te moeten zijn in de enge zin van het woord. In plaats van veel leerkrachten, directeurs, bestuursleden ... al te simpel als pseudo-katholiek of ongelovig te bestempelen zouden we beter hun feeling en inzet voor zingeving waarderen en helpen voeden door een meer open-minded aanpak i.p.v. een krampachtig achterhoedegevecht over religie en zingeving.
Bijlage 1 Mijn pleidooi voor open-minded & realistische benadering van 'levensbeschouwing' 50 jaar geleden
50 jaar geleden pleitte ik zelf al voor een meer open dialoog en confrontatie inzake zingeving, voor een open dialoog inzake zingeving - in de brochure Het kind van de rekening van 1969 en in een publicatie van De Nieuwe Maand van januari 1973 (Naar een open gemeenschapsschool, 100 p. ) Op de congresdag van De Nieuwe Maand in mei 1973 heb ik die visie ook toegelicht.
Dit was mede een reactie op de bekrompen en levensvreemde opstelling van de toenmalige koepel-kopstukken. Alfred Daelemans e.a. stelden in die tijd dat leerlingen het best in een homogene katholieke omgeving -zonder contact met niet- of andersgelovigen en afwijkende meningen - werden grootgebracht.
Ze poneerden: Een essentieel kenmerk van katholiek onderwijs is immers dat het gehele onderwijs wordt aangepakt vanuit één welbepaalde levensbeschouwing, vanuit een coherent, samenhangend wereld- en mensbeeld (Christene School, 1969, p. 267).
Confrontatie met andersdenkenden zou de leerlingen volledig in de war brengen.
Ik repliceerde 50 jaar geleden vooreerst dat Daelemans en Co zich illusies maakten over die homogene katholieke schoolomgeving. We schreven o.a.: Katholieken, noch vrijzinnigen, noch andersgelovigen vormen op levensbeschouwelijk, moreel en cultureel vlak een homogeen blok en bezitten het monopolie inzake zingeving."
Ik schreef verder i.v.m. het aspect zingeving op school: Er zijn anno 1972 vele soorten christenen, vele soorten vrijzinnigen en andersgelovigen, en er zijn zelfs religieuze atheïsten" (b.v.prof. Leo Apostel en vele anderen. Goede herinnering aan getuigenissen van prof. Apostel hieromtrent. )
De overtuiging van veel leerkrachten en ouders sluit zowel aan bij bepaalde elementen uit de christelijke, dan uit de vrijzinnige, humanistische, ... traditie en visie.
Ook binnen de katholieke scholen zijn de opvattingen van de leerkrachten, leerlingen en ouders veel diverser dan vroeger het geval was. Precies ook die verscheidenheid biedt kansen, maar die mag veelal nog veelal niet openlijk geuit worden (De Nieuwe Maand, januari 1973, p. 27).
(Het in Tertio en De Standaard beschreven Leuvens onderzoek ondersteunt mijn stelling en oproep van 50 jaar geleden. )
In een gesprek in 1969 met mgr. Daelemans in het Leuvens Kringhuis konden we hem niet overtuigen; en jammer genoeg wordt zon dialoog op vandaag nog steeds te weinig aangemoedigd door de koepelkopstukken van de onderwijsnetten..
Zon open-minded levensbeschouwelijke dialoog over zingeving in de brede zin van het woord, kreeg de voorbije decennia wel al gestalte op veel scholen.
Taede Smedes schreef: Terwijl we geneigd zijn om atheïsme en geloof tot twee helder afgebakende eenheden te maken, blijkt in werkelijkheid dat de grens ertussen niet zo duidelijk is. Zo hebben niet alle gelovigen meer een traditioneel godsbeeld. En niet alle atheïsten blijken godloochenaars te zijn.... (p.103).
Denk in dit verband ook aan de vrij zinnige publicaties van de vrijzinnige prof. Leo Apostel over spiritualiteit. Volgens Apostel is spiritualiteit een systematische houding en strategie gericht op ervaringen die onze relatie met de diepste realiteit belichamen.' Daartoe plaatst men zich 'n het grootste geheel waartoe men denkt te behoren en richt men zich 'op de basisdoelen die men het eigen leven stelt.
Gerard Westendorp (Karmeliet) schreef: De postmoderne spiritualiteit overstijgt de tegenstelling tussen religieus en seculier. Zij beschouwt de hele seculiere cultuur als vindplaats van heil. Zij overstijgt als weg van liefde de scheiding tussen religieus en seculier. De bevlogen verbeelding van een wetenschapper en kunstenaar, bedacht op mens en menswording, past niet minder in een postmoderne spiritualiteit dan de mystieke verbeelding van een bidder. Het gaat om een open houding, om eenopen menselijke wereld tegenover een gesloten op eigen belang gerichte wereld. (Secularisatie en spiritualiteit).