Jos Letschert, kopstuk
Stichting LeerplanOntwikkeling (SLO-Nederland) in 2000 over Naar een nieuwe
basisschool
Jos Letschert,
kopstuk SLO, pleitte o in 2000 voor een
om[1]wenteling, een
paradigmawisseling in het SLO)boekje Naar een nieuwe basisschool?. Ook in een
in Didaktief hield Letschert opnieuw een
vurig pleidooi voor het nieuwe leren; dit was ook het geval in zijn opgemerkte
oratie bij de aanstelling als deeltijdse
hoogleraar curriculumontwikkeling aan de
Universiteit Twente op 25 maart 2004. Zijn oratie droeg als titel De kunst
van de leerplanontwikkelin'.
In deze context vertolkte Letschert vooral
de visie dat het huidige onderwijs de
richting uit moet van het nieuwe leren.
Hij pleitte dan ook voor een heel open benadering die enorm veel inhoudelijke vrijheid
laat aan de leerkracht en aan de leerlingen
en die de ontwikkeling van elk kind volgt. Het belang van leerplannen, eindtermen, (centrale)
toetsen
moest voortaan dan ook ten
zeerste gerelativeerd worden.
Letschert kondigde in het SLO-boekje Naar een nieuwe basisschool zonder schroom het totale
failliet van het onderwijs aan. Hij
poneerde in de bijdrage Deugt het basisonderwijs? dat het absoluut niet deugt: Qua aard en inhoud is het basisonderwijs geworteld in een negentiende-eeuwse structuur.
Een structuur van een voornamelijk traditionele
vakkengerichte benadering van kinderen in een goeddeels strikte
systematiek van leerstofjaarklassen. De samenleving waarin
kinderen opgroeien is ondertussen
wel behoorlijk dynamisch en complex geworden. Informatie is aan snelle
veranderingen onderhevig, komt op
velerlei wijze tot kinderen.
In het onderwijs is momenteel
een bepaald gemeenschappelijk leerstofniveau
de maat, maar in de toekomst moeten de kinderen de maat zijn waar we rekening
mee houden. Het onderwijs heeft nood aan
een paradigmawisseling.
Letschert schreef verder dat hij zich aansloot bij de constructivistische
leertheorie en bij de opvatting van Luc Stevens die de 'ontwikkeling' van het kind
als het centrale paradigma poneert in plaats van het toewerken naar een extern opgelegde set eisen uitgedrukt in eindtermen, leerplannen e.d.; het opleggen
en nastreven van de huidige 'set communale
opbrengsteisen' (eindtermen) is fundamenteel fout.
Een standaardprogramma
past niet meer in de nieuwe basisschool
Letschert . beriep zich hierbij ook
op de bijdrage van Roger Standaert
DVO-directeur in hetzelfde boekje waarin Standaert de meetbaarheid van
ontwikkeling in sterke mate relativeert. In zijn boekje
laat L. ook de Ijslandse lerarenopleider G. Kristmundsson orakelen dat kennis
vlug verouderd is en dat ICT en het
internet voor een aardverschuiving zullen
zorgen.
We illustreren verderop Letscherts visie
zoals we ze aantreffen in Didaktief : Het
is onverstandig om tegenbewegingen als 'het
nieuwe leren' schouderophalend af te doen. ... Het hele funderend onderwijs heeft als manco
dat het de instructie op een voetstuk
plaatst. Dat blijkt niet goed te werken;
bijvoorbeeld als het erom gaat leerlingen hoogwaardige en duurzame kennis bij
te brengen en begrip van en inzicht in de stof aan te leren. Of om hen de mogelijke gebruikswaarde
van het geleerde te doen inzien en
ervaren.
Het levert enkel
verveelde en vervelende leerlingen op.
Volgens L. ontbrak de durf om keuzes te maken en traditionele leerinhouden onder kritiek te
stellen. Naar mijn mening moet de kern van het onderwijs zijn dat kinderen zich de kennis zelf eigen
maken, puur omdat ze er nieuwsgierig
naar zijn. Het te leren onderwerp moet
iets van de leerlingen zelf worden. De
leraar kan daarbij alleen maar de condities scheppen en faciliteiten bieden.
Kinderen zijn nieuwsgierig, ze leren altijd, maar met onze geïnstitutionaliseerde
onderwijssysteem slagen we er voortdurend
in om ze ongeïnteresseerd te maken.
Het gaat me veel meer om het proces ernaartoé, dan op het product (de leerprestatie) waar je
op rekende. Ik heb liever dat leerlingen
zo'n proces goed hebben doorlopen, dan dat ze zeggen: nou kunnen we dit.
Het kan mij niet schelen of groep 3 - ons eerste leerjaar- met Kerst al Aap, Noot
en Mies kent of nog niet, als ze maar leren
lezen." Onderwijs moet een onzeker
avontuur worden.
Daarom vind ik dat er
veel mag misgaan in het onderwijs, misgaan althans in de zin van het product waar je op
rekende.
Kritiek op jaarklassen, leerplannen, eindtermen en toetsen
Het leerstofjaarklassensysteem, de gangbare leerplannen en eindtermen
moesten volgens L. meteen opgedoekt worden, want elke standaard, hoe
dan ook, levert problemen op. Als
bijvoorbeeld de kern[1]doelen (= eindtermen)
heel zwaar zijn, halen veel kinderen ze
niet omdat de norm te hoog ligt. Versoepelt men de eisen dan vervelen anderen
zich omdat de norm te laag ligt. Terwijl
elk kind de norm moet zijn. Hoe groter
juist de individuele verschillen, hoe beter
ook het onderwijs. Ik geloof niet in standaardisering, omdat kinderen niet
standaard zijn. We moeten ophouden het als lastig te ervaren dat kinderen verschillen;
we moeten verschillen juist zien als een gegeven rijkdom"
"Het
klassikale onderwijssysteem is natuurlijk het makkelijkste voor een school.
Maar er ontstaan problemen als gevolg
van de grote schommelingen tussen niveaus van leerlingen.
De centraal gestuurde leerplannen deugden volgens L dan ook niet: Het lijkt alsof
leerplannen van een hoger belang zijn
dan het proces van het leren zelf, zoals
zich dat afspeelt tussen de lerende en
de leraar, of de lerenden onderling
Leerplannen verdringen het geïndividualiseerde
en sociale proces van het leren naar de tweede plaats. L. stelt volgende verschuivingen
voor in de leerplanontwikkeling: van protocol naar zijnswijze; van aanbod
naar vraag; van voorschrijvend naar
uitdagend en inspirerend; van directief naar transformatief; van rationeel naar
relationeel; van schoolgecentreerdheid naar samenlevingsoriëntatie.Leerplannen verdringen het geïndividualiseerde en sociale proces van
het leren naar de tweede plaats.
Wat deze nieuwe professor
in'curriculumdevelopment'daaronder verstond blijft een raadsel; je krijgt
zelfs de indruk dat hij zijn functie en
deze van de Stichting voor Leerplanontwikkeling totaal ondergraaft; maar ook in
het ver[1]leden ondersteunde de
SLO de leerplanontwikkeling al te
weinig.
Letschert pleitte dan ook voor een verregaande autonomie van
de scholen: "De tot nu toe sterke centrale
aansturing van de onderwijsinhoud en van de evaluatie past niet in een
moderne aanpak van onderwijzen en leren. L. sluit zich aan bij de -promotoren
van Het Nieuwe Leren die afwillen van
centrale toetsen en van allerhande vergelijkende,
kwantitatieve onderzoeken, leerstandaarden en normgerichte toetsen
Volgens L. kan enkel een consequent onderwijsbeleid dat zijn regelgeving sterk beperkt
en zijn beheersingsstreven verlaat, een
overgang bewerken van oud naar nieuw leren.
Vakkennis is bijkomstig
In Letscherts optiek moest de leerkracht dan ook omschakelen van zijn rol van instructeur naar
die van procesbegeleider. Hij opteede
ook voor de lagere cyclus s.o. voor een generalistische groepsleraar, pas in de hogere cyclus s.o. is een
meer vak - specialistische inrichting van het onderwijs verantwoord."
"De leraar moet primair de functie van
coach krijgen, die goed observeert wat de leerlingen doen. Pedagogiek moet dan ook de basis
vormen van de nieuwe lerarenopleiding.
Studenten moeten meer leren oog te
hebben voor de leerlingen, te kijken hoe
ze zich ontwikkelen. Natuurlijk is enige
vakkennis in de lerarenopleiding ook nodig, maar heel specialistisch hoeft dit niet te
zijn
|