KLASSE en Cor Meijer
maakten in december j.l. nog propaganda voor meer radicaal inclusief onderwijs
= radiale individualisatie= totale
ontwrichting van effectief onderwijs
In het regeerakkoord lezen we omtrent de bijsturing van het M-decreet: We schaffen
het M-decreet af en voeren een begeleidingsdecreet voor kinderen met zorgnoden
in. De doelstellingen ervan geven we voortaan een pragmatische en realistische
invulling: buitengewoon onderwijs indien nodig, inclusief onderwijs indien
mogelijk. Het buitengewoon onderwijs blijft voor veel leerlingen met speciale
noden het meest geschikt om hen de best mogelijke omkadering te bieden. Gelet
op de grote deskundigheid, blijven we het Buitengewoon Onderwijs een
volwaardige plaats in het onderwijsaanbod geven. We versterken de kwaliteit.
Kyra Fastenau die voor Klasse al een tijdje het M-decreet
opvolgt, heeft het regeerakkoord en de beleidsverklaring van minister Weyts
blijkbaar niet aandachtig gelezen. Zij
stuurt in Geslaagd inclusief onderwijs vraagt grote stappen van 3 december j.l. aan op radicaal inclusief
onderwijs.
Fastenau: Het M-decreet was
een eerste poging om ons onderwijssysteem inclusiever te maken. Binnenkort komt
er een nieuw begeleidingsdecreet voor in de plaats, en er is debat over welke
richting dat moet uitgaan. Op termijn moeten alle leerlingen kwalitatief
onderwijs in hun eigen omgeving krijgen, samen met leeftijdsgenoten. Hoe
realiseer je dat ambitieuze doel? Ik vroeg het aan Cor Meijer, directeur van
het European Agency for Special Needs and Inclusive Education (EASNIE).
10-jarige
inclusieleerling met niveau derde kleuter met leeftijdsgenoten in 4de
leerjaar!??
Meijer: Inclusief onderwijs betekent dat elke leerling
kwalitatief onderwijs volgt in zijn eigen omgeving, samen met
leeftijdsgenootjes (dus in zelfde klas). Lange busritten naar
speciale scholen of internaten, dat is niet meer van deze tijd. We moeten de
zorg naar de leerling brengen, niet de leerling naar de zorg. (Commentaar: dus
ook 10-jarige inclusieleerling met een
niveau derde kleuterklas moet optrekken
met medeleerlingen in het vierde leerjaar!??)
Buitengewoon
onderwijs afschaffen!?,
Meijer: Zolang het buitengewoon onderwijs een uitweg
blijft, stimuleer je gewone scholen niet om écht in te spelen op diversiteit.
Als je vertrekt van het idee dat wie anders is ook naar een andere school
moet, kantelen de dominosteentjes al snel richting het buitengewoon onderwijs.
Maar ook gewoon onderwijs afschaffen
Voor landen werk kunnen maken van inclusief onderwijs,
moeten ze eerst een reflectieoefening doen. Hoe gaat hun onderwijssysteem om
met diversiteit? In een onderwijssysteem dat erg homogeen is georganiseerd, krijgen
die natuurlijke verschillen tussen leerlingen onvoldoende plaats. Wil je
inclusief onderwijs haalbaar maken, dan
moet je afscheid nemen van organisatievormen die weinig ruimte laten voor
diversiteit, zoals jaarklassen, zittenblijven en vroege selectie. Leerlingen
van dezelfde leeftijd heterogeen groeperen werkt het best. Om inclusie echt te
doen slagen, moet het hele onderwijssysteem veranderen.
Reactie van prof. Wim Van den Broeck
Cor Meijer wordt voorgesteld als een man met een helikopterperspectief. Dit is geen
helikopterperspectief, maar de opvatting van iemand met een radicale visie op
inclusie. Dat mag natuurlijk, maar het is niet deze visie die landen en
regios, zoals Vlaanderen, dichter zal brengen bij een meer inclusief
onderwijs, integendeel, de radicaliteit ervan stoot eerder af.
Wat we hier voorgeschoteld krijgen is een visie die wel
sterk overeenkomt met wat er in de general comments(GC) staat bij het
VN-verdrag. Waar het VN-verdrag zelf nog heel wat interpretatieruimte open
liet, is dat in de GC niet meer het geval. Ook daar wordt, net als in dit
betoog van Meijer, zeer duidelijk dat dit inclusieconcept meteen een hele rits
van onderwijsopvattingen impliceert die op zn zachtst uitgedrukt erg controversieel
zijn en haaks staan op wat door vele anderen als goed onderwijs wordt gezien.
Men bepleit een radicaal ander onderwijsconcept waarbij
uitgegaan wordt van de natuurlijke verschillen tussen kinderen. Het
jaarklassensysteem moet er dan aan geloven, een systeem echter dat universeel
wordt toegepast en gezorgd heeft voor de hoge kwaliteit van het onderwijs in
vele landen. Uitgaan van diversiteit wordt als iets positiefs voorgesteld, maar bij nader inzien blijkt het niets anders
te zijn dan een hyperindividualistisch
onderwijsconcept, wat in de praktijk
vaak leidt tot heel wat leerlingen met
allerlei exclusieven(labeltjes, aparte maatregelen, etc.). Het relativeren,
dus minder belangrijk maken, van leerprestaties
ten voordele van meer nadruk op
welbevinden is een simplistisch recept.
De verzekering die Meijer ons denkt te kunnen geven, nl. dat
deze radicale ommekeer niet hoeft gepaard te gaan met een
algemene kwaliteitsdaling overtuigt niet
meer nadat we de onderwijskwaliteit in vele
landen hebben zien dalen, precies door het
toepassen van dit recept. Het moet Meijer ongetwijfeld ontgaan zijn dat
er sinds kort een nieuwe wind waait in
onderwijsland, waarbij onderwijskundigen
de waarde van degelijk klassikaal
onderwijs opnieuw weten te waarderen.
In een dergelijk onderwijs is er zeker ook plaats voor een meer realistisch concept van
inclusie, maar dan een waarbij gebleken kwaliteitskenmerken niet zomaar
overboord worden gegooid.
Reactie van Raf Feys:
niet enkel buitengewoon, maar ook gewoon
onderwijs afschaffen!?
Het verwondert me ten zeerste dat de Klasse-redactrice de
indruk wekt dat de bijsturing van het M-decreet
de richting moet en zal uitgaan van meer
radicaal inclusief onderwijs, en in die context een propagandist van radicaal inclusief onderwijs
Cor Meijer uitnodigde voor een
interview. Volgens Meijer vereist inclusief
onderwijs niet enkel het afschaffen van
het buitengewoon onderwijs, maar
tegelijk ook het afschaffen van het gewoon
onderwijs, van de basisgrammatica van gewoon en effectief onderwijs: We moeten afscheid
nemen van organisatievormen die weinig
ruimte laten voor diversiteit, zoals
jaarklassen, zittenblijven en vroege selectie.
Leerlingen van dezelfde leeftijd heterogeen
groeperen werkt het best, daar is het EASNIE van overtuigd.
Meijer staat niet alleen met zijn opvatting. Ook andere
voorstanders van radicaal inclusief onderwijs
poneren dat inclusief onderwijs niets minder dan het afschaffen van de basisgrammatica van
klassiek (én effectief!) onderwijs vereist: m.a.w. radicaal geïndividualiseerd onderwijs
In het Unesco-rapport A guide for ensuring inclusion and equity in
education van 2017 wordt even[1]eens gesteld:
Inclusief onderwijs vereist een totaal geïndividualiseerd
leerproces vereist waarin elke leerling
can work at his own pace and in his own way
met de leerkracht als coach.
Ook volgens prof. Geert Van Hove, hét Vlaams boegbeeld van inclusief onderwijs, vereist
inclusief onderwijs een totale
omwenteling: Inclusie gaat niet om het
toevoegen van iets bij een onveranderbaar geheel, maar over een totaal herdenken van het
schoolgebeuren, om ecologische
aanpassing van curriculum, didactiek en
instructie (Inclusief onderwijs, Impuls, maart
2005). In de PANO-uitzending van 28
maart 2018 pleitte ook prof. Martin Valcke
De Vlor-platformtekst van 2005 stelde eveneens: Inclusief onderwijs staat haaks op het
huidige leerstofgerichte karakter
van het onderwijssysteem. Het onderwijs
moet ook bereid zijn zich aan te passen aan
de behoeften van elke leerling in plaats van de
leerling te dwingen zich aan te passen.
In het Vlor-memorandum van
april 2015 stuurden de Vlor-kopstukken eens te meer aan op radicaal
inclusief onderwijs: Het huidige model
van inclusief onder[1]wijs ligt onder vuur
van internationale organisaties. Het
maatschappelijke denken over inclusie reikt
veel verder dan het huidige model dat wordt uitgetekend door het M-decreet.
Het M-decreet is maar een eerste stap op
weg naar inclusief onderwijs.
Ook de koepels van de onderwijsnetten en van de CLBs pleitten in februari 2015 nog euforisch
voor meer inclusief onderwijs. De
koepels sloten zich zonder meer aan bij
het VN-verdrag dat stelt dat een kind
een bijna absoluut recht heeft op inclusief
onderwijs. Ze poneerden dat inclusief onderwijs een radicale shift in het denken van de
praktijkmensen vereist. Voortaan mag de vraag niet meer zijn wat is er mis met deze leerling, maar hoe
moet de school zich aanpassen aan deze
leerling. Er zullen dus ook leerlingen
zijn voor wie het niet mogelijk is om
het gemeenschappelijk curriculum te volgen.
Voor hen wordt een individueel, aangepast curriculum uitgetekend. Het
gaat hier om maatwerk, volgens de onderwijsbehoeften van deze specifieke leerling. De (inclusie)leerling heeft gewoon
een specifieke onderwijsbehoefte. De vraag wordt dus: Wat heeft deze leerling nodig om in deze school
de leerplandoelen te
bereiken.
Conclusie
Het verwondert ons dat Klasse in het perspectief van de herziening van het M-decreet uitpakt
met de radicale visie van Cor Meijer. De
bijsturing van het M-decreet belooft nog
een moeilijke klus te worden.
.
|