Leuvense pedagogen
& sociologen mekkeren nu over ontwrichtende gevolgen van aso-gerichte
hervorming s.o. en oveer negatie specificiteit tso/bso , waarvoor ze zelf
radicaal gepleit hebben. Zo wassen ze de handen in onschuld. Foei!
Het Leuvens Metaforum
-pedagogen en sociologen - pleitten in 2012 voor ontwrichting van ons s.o., van onze prima eerste graad en van
ons uniek en comprehensief tso/bso.
Het zijn mede die pedagogen/sociologen die de voorbije weken mekkerden
over het feit dat er geen rekening
gehouden werd met de specificiteit van het tso/bso, met het aso-keuslijf waarin
het tso/bso gewrongen werd.
We publiceren nog eens onze analyse destijds van de ontwrichtende hervormingsvoorstellen van de
Leuvense pedagogen en sociologen in januari 2012.
Op de VRT-radio Vandaag,
van 20 januari 2012 beklemtoonden de woordvoerders van het Metaforum dat uitpakte met een voorstel voor de hervorming van het s.o. op 12 januari, Ides Nicaise en Jan Van
Damme dat ook tso/ bso-leerlingen recht hebben op algemene vorming om later ook volwaardig te kunnen
participeren in onze samenleving.
Het Metaforum pleit in zijn voorstel voor een integratie van tso/bso/kso-leerlingen in een soort aso-middenschool
tot 15/16 jaar. Dit leidt voor die leerlingen tot een consecutief systeem
waarbij pas na de middenschool gestart wordt met tso/bso/kso zoals in bepaalde comprehensieve
landen - die wel een middenschool hebben, maar geen inhoudelijk geïntegreerd
systeem voor tso/bso-leerlingen.
De Forumleden vetrekken vooreerst van de foute stelling dat
onze sterke eerste graad, een exportproduct, één grote probleemsector is, met veel uitval,
sociale discriminatie e.d. Prof. Jan Van
Damme is zelf verantwoordelijk voor de grote kwakkel over zittenblijven in de
eerste graad in het rapport Het educatief bestel in België van 1991. Daarin
pakte hij uit met de enorme kwakkel dat
er 9% zittenblijvers waren in het eerste jaar s.o. i.p.v. 3% in werkelijkheid
en in landelijke regios als b.v; Torhout 1,6%.
Vlaanderen beschikt o.i. voor tso/bso/kso-leerlingen over een uniek en geïntegreerd (comprehensief)
systeem, een combinatie van veel
algemene vorming met een behoorlijke dosis
technische vorming.
In de PISA-2003 behaalden onze 15-jarige tso-leerlingen voor
algemene vorming wiskunde overigens een schitterende score van 531 punten, veel
meer dan de gemiddelde leerling in
comprehensieve landen als Zweden, Noorwegen
& Denemarken. De huidige invulling van ons tsobso in de lagere cyclus
beantwoordt overigens beter aan wat het Metaforum inhoudelijk propageert inzake evenwicht tussen algemeen vormende, technische
en praktische vaardigheden, dan het model van de theoriegerichte middenschool (tot 15/16 jaar zelfs) dat als alternatief voorgesteld wordt.
Ook de Leuvense experts
zouden moeten weten dat leerlingen met
de technische opties in het eerste jaar
momenteel niet minder dan 27/28 lesuren algemene
vorming krijgen; en ook in de hogere leerjaren
tso/bso is er nog veel algemene vorming.
De Forumleden
verzwijgen de grote mate van gemeenschappelijkheid in de eerste
graad en ze bestempelen die eerste graad ten onrechte als radicaal categoriaal. Volgens
buitenlandse studies neemt Vlaanderen een middenpositie in. Zo is Duitsland veel meer categoriaal van Vlaanderen.
De
Forumleden hangen een karikatuur op van ons tso/bso/kso en ontzeggen die leerlingen
het recht op een vorming in een bepaald technisch
vak, ambacht of kunstrichting. Ze beseffen niet dat het verwerven
van praktische en artistieke vaardigheden, stielkennis (en belangstelling hiervoor)
veel tijd en inzet vergt en tijdig aangevat
moet worden. En door zomaar te stellen dat de notie techniek die vandaag in het onderwijs
wordt gehanteerd ten onrechte verward
wordt met manuele praktijk; hangen de Forumleden ook een karikatuur op van de huidige technische
vorming.
Het lange tijd openlaten
van de onderwijswegen heeft volgens de meeste praktijkmensen een negatieve invloed op de verdere
schoolloopbaan van de meeste leerlingen,
zowel voor deze die na een brede/gemeenschappelijke eerste graad een beroepsgerichte opleiding volgen, als voor
deze die een meer theoriegerichte studie kiezen.
2 Onderwaardering voor tso/bso-leerlingen en stielkennis
Forumuitspraken als We moeten de tso-leerlingen meer algemeen onderwijs geven zodat ze later
ook volwaardig kunnen participeren in
onze samenleving en Alleen wie aso volgt, lijkt voldoende voorbereid op hoger
en universitair onderwijs, werden door
velen als gezwets van beroepspedagogen en
als een kaakslag voor ons tso/bso/kso bestempeld. Ook Marc Maes, begeleider Brussels gemeenschapsonderwijs, betreurt
in zijn symposiumverslag dat de
Forumleden de lagere maatschappelijke waardering
van wie geen hogeschool- of universitair diploma behaalde, overbeklemtonen.
... Heeft een geschoold arbeider,
zelfstandige niet evenzeer een groot
maatschappelijk nut en liggen de verdiensten
wel zo ver uit elkaar? Volgens Maes is die
onderwaardering en onderschatting een typische constructie van die hoger geschoolde Forumleden zelf
(Bocowebsite, 24 januari 2012).
Het Nederlands)Expertisecentrum Beroepsonderwijs betreurt eveneens het onderwaarderen en willen
uitstellen van de beroepsgerichte vormingsactiviteiten door de OESO- en
PISA-kopstukken en door een aantal beleidsmakers
: In het beleid van de OESO e.d. gaat
het steeds over de kenniseconomie, over het belang van een hoge opleiding. Hoe hoger (en algemener) de opleiding, hoe
beter, is de gedachte (De rafelrand van
het beroepsonderwijs 2009).
De Leuvense rector Rik Torfs en ex-rector André Oosterlinck zijn de hervorming niet genegen. Oosterlynck belde me zelfs persoonlijk op en steunt de verzetcamapagne van Onderwijskrant. De Leuvense professor-Elektrotechniek Ronnie Belmans protesteerde krachtig tegen de
visietekst van het Metaforum en de ontwrichting van het tso/bso in het bijzonder.
Vanuit zijn inzet voor voldoende technisch gevormde
burgers en voldoende stielkennis, verwoordde hij vrij goed de basiskritiek die
doorklinkt in veel reacties: Het rapport
van het Metaforum is zowat de grootste
onzin die ik de laatste tijd las. Op een
ogenblik dat er (eindelijk) gepleit wordt voor een betere overeenstemming tussen scholing en economische
realiteit wordt gepleit voor nog meer uitstel, nog meer vervlakking, nog meer
afstand. Iedereen drie (of vier) jaar
algemene dingen laten doen is onzin,
brengt niets op, is tijdverlies en geeft
schoolmoeheid. Het tso en bso zijn volwaardige opleidingen, die hun waarde voor de
maatschappij meer dan bewijzen elke dag.
De afgestudeerden zorgen voor een grote
meerwaarde voor de maatschappij. Geef jongeren
die hiervoor interesse hebben snel de kans
om te doen waar zij goed in zijn. (Reactie op op website van DS, 21 januari).
Het VSO van weleer leidde tot het sterk teruglopen van het aantal leerlingen in tso/bso. In
1975-1976 stelde minister Herman De Croo
inderhaast het VSO-1 bij; hij voerde in
het tweede jaar terug opties als
Technische in met 7 à 10 lesuren. In tal van
reacties op het Metaforum wordt gesteld dat het nog radicalere VSO-2 waarvoor het Metafourm tot
een nog grotere aantasting van ons tso/bso zou leiden. Het is geen toeval dat precies de technische scholen destijds het voortouw namen in de strijd tegen het VSO, met de volle steun ook van het verbond van het katholiek technisch onderwijs.
In het programma Peeters en Pichal van 2 februari 2012 stelde een directeur van een tso/bso-school
dat het in de eerste plaats de hervormers zijn die met het lanceren en dramatiseren
van de zgn.watervalde indruk wekken
dat er slechts afval in tso en bso terecht
komt - de zoveelste kaakslag voor het tso. Hij tilde ook zwaar aan het voorstel om de
technische vorming in de eerste en
tweede graad grotendeels door extra
algemene vorming te vervangen. Twee andere
tso-directeurs waren dezelfde mening toegedaan.
Ze wezen er ook op dat we mensen met verschillende
capaciteiten en vaardigheden nodig hebben,
of dat het veelal de ouders zijn die bewust voor tso-opties en bso kiezen omdat
ze die het best achten voor hun kind.
Op 19 maart 2012 tijdens een
debat in de regio Brugge na een uiteenzetting van Chris Smits, secretaris-generaal VVKSO,
merkten we dat de directies en de
bestuursleden van tso/bso -scholen unaniem stelden dat de hervorming een ramp zou betekenen voor hun scholen en voor
de VTIs in het bijzonder. In eigen
bijdragen suggereerde Smits dus ten onrechte dat de weerstand tegen de hervorming vooral afkomstig was van
elitaire aso-scholen.
4 Praktijkvreemde bureau-analyse, leerkrachten enkel uitvoerders
In de vele afwijzende reacties vanwege de praktijkmensen worden de
meeste voorstellen als vaag, nefast, ondoordacht, praktijkvreemd en spagaatachtig bestempeld
als gezwets van theoretici. Praktijkmensen tillen zwaar aan de lage
waardering voor de eerste graad en voor
de tso/bso/kso-richtingen in het bijzonder, voor de wijze waarop de leerkrachten hun best doen om de leerlingen
soepel te (her)oriënteren - mede met
behulp van B[1-attesten ...
Ook Mieke
Van Hecke (chef Katholiek Onderwijs)
stelde tijdens het symposiumdebat dat het
hervormingsplan bedacht was door hoger opgeleiden met een aso-vorming, terwijl
er ook veel concreter en praktischer
ingestelde kinderen zijn. De simplistische kritiek op de B-attesten wees volgens
haar eveneens op een sterke praktijkvervreemding.
(NvdR: iets later veranderde Van Hecke plots haar visie - onder druk vermoedelijk van Chris Smits en zijn verbond s.o. Even merkwaardig: de dag van de aanstelling van Lieven Boeve in 2014 stelde zijn collega-theoloog Pollefeyt in De Ochtend dat hij verwachtte dat Boeve afstand zou nemen van de hervormingsplannen.)
Het Metaforum bestempelt zijn visietekst op een bepaald
moment als een theoretisch concept waarvan de waarde enkel door
praktijk[mensen beoordeeld kan
worden. Maar waarom hield het dan zelf geen rekening met de toch al bekende de
opvattingen van de praktijkmensen en met de vele publicaties hierover? Ook uit tal van andere uitspraken blijkt dat
de theoretici de leerkrachten enkel als uitvoerders beschouwen. Bart Haers schreef
in zijn reactie bijvoorbeeld: In het radio 1-programma Vandaag (20 januari) vertelde Ides Nicaise nog maar eens
dat de invoering van het VSO wel moest mislukken, omdat de leerkrachten niet goed voorbereid waren en
niet willig genoeg om het nieuwe
onderwijsbeleid vorm te geven. Nicaise
en co zien de leerkrachten blijkbaar eens te meer als
uitvoerders van het beleid en niet als mensen die autonoom en als corps in
staat zijn over hun opdracht na te
denken en er het beste van te maken. Het is niet omwille van het te
weinig voorbereid zijn en de onwilligheid
van de leerkrachten dat het VSO mislukt is en dat praktijkmensen momenteel ook
geenszins akkoord gaan met de
hervormingsvoorstellen.
Tijdens die hoorzittingen -bij Forumlid Bregt Henkens e.a- en in de visietekst van het Metaforum merkten we voortdurend het voorwendsel dat het VSO mislukte
omdat de leerkrachten te weinig
voorbereid, opgeleid en ondersteund werden.
De VSO-scholen kregen maar liefst 30%
extra comfort en veel vrijgestelde ondersteuners.
Dat ook de meeste lerarenopleiders - en
vooral de vakdocenten - niet enthousiast
waren, was enkel het gevolg van het feit dat ook zij niet geloofden in het concept, in heterogene
klassen e.d. Met een verwijzing naar het
VSO stelden een aantal sprekers op de
hoorzittingen eveneens dat de hervorming
zou mislukken als ze niet ineens en van
bovenaf aan alle scholen werd opgelegd. Ook
dat wijst erop dat men de leerkrachten, directies en Onderwijskrant schoolbesturen
louter als uitvoerders beschouwt. En nu schermen dezelfde mensen met de vrijheid en professionaliteit van de scholen en leerkrachten.
Ook een bange Monard poneerde dat de hervorming nu zo vlug mogelijk moest
worden doorgevoerd en dat de politici
maar de knopen moesten doorhakken. Hij
vreesde (terecht) dat uitstel tot een
volgende legislatuur tot afstel zou leiden. Voor Smet, Monard en co is er blijkbaar
geen breed draagvlak bij leerkrachten,
directies en schoolbesturen nodig;
leerkrachten e.d. zijn uitvoerders.
De
al geciteerde Haers betreurt ook dat de
beleidsmakers en andere hervormers tot nog
toe hun best deden om een open debat te
voorkomen. Samen met anderen betreuren we ook dat tijdens de 5 hoorzittingen van de
commissie onderwijs praktisch uitsluitend
voorstanders het woord kregen en geen
enkele leerkracht s.o. Redactielid Raf Feys was de enige spreker die aanstuurde op een brede
peiling bij de praktijkmensen en die een kritisch geluid liet horen.
|