Bijna 50 jaar geleden pleitte ik al voor verregaande samenwerking
tussen de onderwijsnetten en voor een meer
open confrontatie inzake zingeving, voor een soort open dialoogschool - in de
brochure Het kind van de rekening van 1969 en in een publicatie 'Naar een
open gemeenschapsschool' (Acco, januari
1973) van De Nieuwe Maand.
Dit was mede een reactie op de m.i. bekrompen en onrealistische en voorbijgestreefde opstelling van de toenmalige koepel-kopstukken van het katholiek onderwijs. Alfred Daelemans e.a. stelden in die tijd dat
(katholieke) leerlingen in een homogene
katholieke omgeving en zonder contact met niet- of andersgelovigen en afwijkende
meningen werden - en ook moesten-
grootgebracht worden.
Daelemans
en co poneerden b.v.: Een essentieel kenmerk van katholiek onderwijs is
precies dat het gehele onderwijs wordt aangepakt vanuit één welbepaalde
levensbeschouwing, vanuit een coherent, samenhangend wereld- en mensbeeld
(Christene School, 1969, p. 267). Een
keuze dus voor een besloten opvoeding
waarbij gelovige kinderen op school niet in contact mochten komen met
niet-of andersgelovigen. En zelfs
profane vakken als wiskunde moesten volgens Daelemans vanuit een katholieke
visie ingevuld worden.
In 1971 nam ik in het zondagprogramma 'Confrontatie' (nu:
7de dag) deel aan een debat over de samenwerking tussen de onderwijsnetten, de herziening van het schoolpact e.d. Ik
pleitte er o.a. voor verregaande samenwerking tussen de onderwijsnetten (b.v.
ook inzake opstellen van gezamenlijk leerplannen wiskunde), en voor een 'open
dialoog' over levensvragen en levensbeschouwing. Het was de tijd dat ook de kopstukken van de CVP-jongeren als Jean-Luc Dehaene en Wilfried
Martens zelfs openlijk pleitten voor pluralistisch onderwijs &
pluralistische scholen.
Ik nam er openlijk afstand van de visie die Mgr. Alfred
Daelemans en de koepelkopstukken rond 1970 nog propageerden - en die haak stond
op 'open dialoog' en het tijdsklimaat
van toen. Daelemans en co poneerden b.v.: Een essentieel
kenmerk van katholiek onderwijs is precies dat het gehele onderwijs wordt
aangepakt vanuit één welbepaalde levensbeschouwing, vanuit een coherent,
samenhangend wereld- en mensbeeld (Christene School, 1969, p. 267). Confrontatie
met andersdenkende leerlingen was geenszins wenselijk. Zo'n confrontatie zou volgens hen de katholieke leerlingen volledig in de war
brengen. "Leerlingen kan je nog
niet vragen een keuze te maken tussen een wit, een blauw of een rood ligbad,
stelde iemand in een debat in 1971" als reactie op mijn pleidooi voor een open gemeenschapsschool en voor open
dialoog over levensvragen.
Ik stelde 50 jaar geleden ook dat Daelemans en Co zich illusies
maakten over die homogene katholieke schoolomgeving en betreurde dat de
onderwijskoepel de samenwerking met andere onderwijsnetten afwezen.
Ik schreef bijna 50 jaar geleden o.a.: Katholieken, noch vrijzinnigen, noch
andersgelovigen vormen op levensbeschouwelijk, moreel en cultureel vlak een
homogeen blok. Er zijn overigens veel
soorten christenen, vele soorten vrijzinnigen en andersgelovigen, en er zijn
zelfs religieuze atheïsten. Zo kan ik met
de zgn. atheïst prof. Leo Apostel diepgaande gesprekken voeren over religie
& spiritualiteit. De overtuiging
van veel leerkrachten en ouders sluit zowel aan bij bepaalde elementen uit de
christelijke, dan uit de vrijzinnige, humanistische, ... traditie en
visie. Ook binnen de katholieke scholen
zijn de opvattingen van de leerkrachten, leerlingen en ouders veel diverser dan
vroeger het geval was. Een totaal besloten opvoeding is niet langer mogelijk
en gelukkig maar. Precies ook die
verscheidenheid biedt . kansen, maar die mag veelal nog niet openlijk geuit
worden in : (De Nieuwe Maand, januari 1973, p. 27).
In een gesprek in 1969 met
Daelemans in het Leuvens Kringhuis van de Pedagogische Kring konden we hem niet
overtuigen; en jammer genoeg wordt zon dialoog en open benadering van levensvragen op vandaag nog
steeds te weinig aangemoedigd door de koepelkopstukken.
Het is echter zon
benadering die leraren, leerlingen en ouders het meest kan aanspreken. De
onderwijskoepel van het katholiek
onderwijs zou hier een bijdrage kunnen leveren door het ondersteunen en
expliciet erkennen van het belang van een ruimere visie op religie en
zingeving, en door de waardering van de inzet hiervoor vanwege veel
gemotiveerde en geïnspireerde leerkrachten en directies."
Commentaar:
Toch merkwaardig dat de verzuiling de voorbije jaren weer toegenomen is en dat Boeve en co weer uitpakken met het argument van Mgr. Daelemaens van 1969: "Een essentieel & specifiek kenmerk van het katholiek onderwijs is dat het 'gehele' onderwijs wordt aangepakt vanuit één welbepaalde levensbeschouwing, vanuit een coherent en samenhangend mens- en wereldbeeld."
De huidige initiatiefnemers van de 'open dialoogschool' wekken jammer
genoeg ook al te vlug de indruk dat de meeste leerkrachten, leerlingen, ...
niet meer open staan voor zingeving en religie en dat de scholen op dat vlak al
te weinig presteren. Boeve en co stelden zelfs dat in de toekomst enkel nog echt
gelovige leerkrachten godsdienstles zouden mogen geven, dat er grote
scholengroepen nodig zijn omwille van het ontbreken van de nodige katholieke
bestuurders .. In plaats van de vele leerkrachten die momenteel begaan zijn met
zon open dialoog over zingeving te bemoedigen, wekken Boeve en Co de indruk
dat de identiteit totaal verwaterd is en dat er overal sterk bijgestuurd moet
worden. Ze verwachten nu vooral heil van
de aanwezigheid van moslimleerlingen en van een meer kennisgericht leerplan-
met veel meer aandacht ook voor de klassieke leer en bijbelverhalen, de 10
geboden, de 8 sacramenten, het verschil tussen de vasten en de ramadan ... Het godsdienstleerplan mag gerust meer kennis
bevatten, maar om een breed publiek van leerlingen en leerkrachten warm(er) te
kunnen maken voor alles wat te maken heeft met zingeving en religie, verwachten
we dat de koepelkopstukken de verandering in het landschap van zingeving meer
erkennen en ondersteunen.
|