Onderwijskrant
Conserveren en vernieuwen in coninuïteit
Inhoud blog
  • Ik pleit al decennia voor dringende optimalisring en bijsturing van ons kleuteronderwijs
  • Prof. William Brooks: Was Dewey a Marxist? Toch wel volgens auteur.
  • De regel dat men op school de kans loopt om niet te slagen en te moeten overzitten, maakt inherent deel uit van het schoolspel
  • Vlaamse kritiek in 1928 op indoctrinerend & communistisch onderwijs in Sovjet-Unie : haaks op de lovende getuigenissen van Dewey in boek van 1928, in brieven van Freinet
  • Pleidooi voor dingende optimalisering taalonderwijs in de kleuterschool
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    22-06-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beeldenstormers Kris Van den Branden & Co ontkennen hun aantasting van pijlers van sterke onderwijstraditie & wassen handen in onschuld - Deel 2

    Beeldenstormers Kris Van den Branden & Co ontkennen hun aantasting van pijlers van sterke onderwijstraditie & wassen handen in onschuld - Deel 2

    Inleiding

    Dit is een vervolg op de vorige bijdrage-deel 1.  Van den Branden en de ondertekenaars   van zijn protestbrief in DS van 30 mei ontkennen dat zij de ontscholing en een cultuuromslag  propageerden.

    Zo stelt Van den Branden nu: (1) “Het taakgericht taalonderwijs dat ons Leuvens  taalcentrum al 30 jaar propageert, draait om de zoektocht naar de best mogelijke synthese van kennis- en vaardigheidsonderwijs.”  (2)  “Als lerarenopleiders leren we toekomstige leraren om directe instructie in te zetten als dat aangewezen is.”  (3)  We leren onze studenten dat kennis en inzicht ondersteunend zijn voor de ontwikkeling van cruciale vaardigheden.

    In de volgende punten tonen we aan dat zij wel degelijk het constructivisme e.d. propageerden en de kwaliteit van het onderwijs hebben aangetast.

    4  Van den Branden & Co holden taalonderwijs uit: enkele illustraties

    Koen Jaspaert, de eerste directeur van het Leuvens Taalcentrum/Steunpunt NT2 hield op 16 december 1994 in Tilburg het referaat ‘Het verschil voorbij’ waarin hij totaal aftand nam van het klassieke/synthetische taalonderwijs,   en opteerde voor analytisch taalonderwijs, voor de whole-language visie. Het ging volgens hem om de natuurlijke taalverwerving van kinderen – net als bij het leren spreken.  Met Onderwijskrant maakten we ons toen al zorgen en dit leidde tot een lang en kritisch interview met Jaspaert in  de Onderwijskrant van september 1996.  Jaspaert stelde: “In onze analytische aanpak wordt een leerling onmiddellijk geconfronteerd met een geheel, een taaltaak waaruit het zelf elementen moet destilleren. Onze visie gaat in tegen de gangbare onderwijsopvatting. Als leerkracht wordt gangbaar verwacht dat je het leerproces stuurt, dat je zelf de verschillende stappen die kinderen moeten zetten uittekent.. In onze analytische aanpak  gaat dit heel anders. De kinderen zijn aan het leren en de leerkracht bekijkt dat. Als ze goed bezig zijn laat je ze doen, en als ze vastlopen help je wat.”  

    Op de opwerping dat veel leerkrachten een andere visie hebben en systematisch onderwijs van woordenschat, spelling, taalbeschouwing wel heem belangrijk vinden, repliceerde Jaspaert: “We zijn momenteel op ons taalcentrum (Steunpunt NT2 ) met 25 man bezig met taal.. Dat is een luxesituatie. We kunnen op het gebied van taalonderwijs veel meer verwerken dan om het even wie op. Vaak hebben wij jammer genoeg wel het gevoel dat velen zich afschermen van onze visie. Zo is er b.v.  veel ongerustheid van de leerkrachten inzake taalbeschouwing e.d.  Zelf zien wij  het belang van taalbeschouwing vooral in het zoeken zelf. Maar leerkrachten stellen dan b.v.  dat het veel te lang vooraleer de leerlingen weten wat b.v. een lijdend voorwerp is.” 

    Kris Van den Branden en Piet Van Avermaet omschreven  het taakgericht taalvaardigheidsonderwijs  van het Leuvens Steunpunt NT2 in 1996 als volgt: “De leerkracht laat de leerder taken in zinvolle contexten uitvoeren (b.v. drankje bestellen, krant lezen, brief schrijven). Bij een taakgerichte aanpak vloeit het verwerven van de taalelementen automatisch en voor een groot deel onbewust voort uit het succesvol uitvoeren van de taak. De nadruk ligt dus in de eerste plaats op de betekenis van de gehanteerde taal. Het gaat er vooral om dat leerders door middel van taal weten te bereiken wat ze willen of moeten bereiken, zelfs als op het vlak van de correcte vorm daarvoor soms wat oneffenheden door de vingers worden gezien. (Taakgericht taalonderwijs: een onmogelijke taak?, VON-werkgroep NT2, Plantyn, 1996 ( 

    In het boek ‘Taal verwerven op school’ (2004) omschrijft het Leuvens taalcentrum zijn visie zo : “Het gaat bij ons taakgericht (taal)onderwijs om actief construeren van kennis en vaardigheden en om het leren al doende - aansluitend bij de behoeften van de leerlingen. Enkel wat de leerlingen zelf ontdekken, blijft hangen en leidt tot fundamenteel leren;  in tegenstelling tot het oppervlakkige leren dat door een uitleg van de leraar bereikt wordt. Er moet steeds gewerkt worden vanuit 'globale en zelfontdekkende taken'; het onderscheiden en inoefenen van deelvaardigheden is uit den boze”. Van den Branden voegt er nog aan toe " dat vanuit hun 'normaal-functioneel' vertrekpunt 'systematisch expliciet onderwijs van elementen, zoals woordenschat, grammatica, spellingregels e.d. - weinig effectief is' (o.c., p. 17)

    In zijn VLOR-rapport ‘Taalvaardigheidsonderwijs’-2005 kiest Vdbr voor eenzijdige taalvaardigheidsonderwijs.  Van den Branden omschrijft zijn zelfontdekkende en constructivistische visie   zo: “De effectieve manier om de schooltaalvaardigheid te bevorderen is de ‘taakgerichte aanpak’. Die neemt de spontane taalverwerving in een natuurlijke (niet-schoolse) omgeving als model. Terwijl je de taken van het dagelijkse leven uitvoert, leer je taal al doende, met het nodige vallen en opstaan, missen en treffen. En niet dankzij uiteenzettingen over hoe het systeem van de taal in kwestie in elkaar zit. Bij de meeste leerders, kinderen zowel als volwassenen, verloopt dat niet-gestuurde proces van zelfontdekking heel succesvol. Parallel met de situatie in het natuurlijke leven wordt in klas uitgegaan van het principe dat je taal leert via zelfontdekking, door taal te gebruiken in functie van een bepaald (niet-talig) doel dat moet worden bereikt: een voorwerp moet worden gemaakt, een handeling uitgevoerd, een probleem opgelost..... Leerlingen leren taal door taken uit te voeren, en niet door onderwezen te worden over taal.” (VLOR-rapport ‘Taalvaardigheidsonderwijs. Wat ze zelf doen, doen ze beter!’, 2005).

    De basisidee luidt dus: de vorm doet er niet toe,  als de leerlingen zich maar vlotjes kunnen uitdrukken, als de boodschap maar begrepen wordt. Geen systematisch onderwijs dus van woordenschat, spelling, grammatica, strategieën voor lezen en schrijven... Woorden als b.v. ventiel zijn volgens die visie, niet normaal-functioneel, want in het normale leven gebruiken de leerlingen toch soupape.

    De vroegere pedagogische coördinator van de Guimardstraat Jan Saveyn stelde in 2007 dat praktijkmensen terecht met veel kritische vragen zaten omtrent het vak Nederlands. De misnoegdheid was volgens hem vooral het gevolg van de nefaste invloed van de eenzijdige taalvisie van het Leuvens Taalsteunpunt van Van den Branden en Co.  Saveyn stelde: “Het Leuvens Taalsteunpunt opteerde voor radicaal vaardigheidsonderwijs. Woordenschatrijtjes, zinsontleding, aanleren van grammaticale - en spellingregels … waren uit den boze. De leerling moest volgens de analytische taalverwervings-methode al doende leren vanuit globale taaltaken (brief schrijven, telefoongesprek. ..) en zelfontdekkend hun eigen taal analyseren. Vanuit de constructivistische leertheorie moesten de leerlingen concludeerde terecht : “Veel praktijkmensen nemen aanstoot aan de exclusieve keuze voor inhouden vanuit een louter functioneel oogpunt, evenals aan de stelling dat men onderwijsleerprocessen altijd aan realistische, authentieke contexten moet zien te koppelen, aan het ontbreken van banden met de traditie van het systematisch moedertaalonderwijs, aan het geen aandacht schenken aan de verwachtingen van het secundair onderwijs ten aanzien van de basisschool.” (Tijdschrift Nova et Vetera, september 2007).

    5 Universitaire onderwijskundigen opteerden voor constructivistisch onderwijs in  VLOR-rapport Competentieontwikkelend onderwijs  van 2008.

    In 2008 publiceerde de VLOR een VLOR-rapport over competentieontwikkelend onderwijs van bijna 200 pagina’s.  De opstellers-onderwijskundigen opteerden allen enthousiast en ongenuanceerd gepleit wordt voor radicaal competentiegericht en vooral ook constructivistisch onderwijs.

    Voor de  opstelling van het rapport nodigde de VLOR  enkel onderwijskundigen ui die allen de constructivistische en competentiegerichte aanpak propageerden : Filip Dochy, Martin Valcke, Roger Standaert Katrien Struyven, Ferre Laevers, Herman Baert, Roger Standaert, Herman Baert en een paar Nederlanders. We lezen in de samenvattende bijdrage: ”Competentiegericht onderwijs hangt samen met het nieuwe onderwijskundige paradigma van het constructivisme dat aanstuurt op zelfsturend, construerend, reflectief en authentiek leren in contextgebonden en complexe omgevingen. Een belangrijke component van het competentie-leren is dus “zelf ontdekken en construeren van de eigen kennis en vaardigheden: de leerlingen moeten alleen of in groep, inductief leerstof, regels en vaardigheden ontdekken en zo hun ‘competenties’ construeren”. Daarnaast wordt telkens gewezen op het werken met authentieke en relevante taken, problemen of contexten en op vaardigheidsonderwijs. “ De VLOR-denkgroep pakt tegelijk uit met een karikatuur van het traditioneel onderwijs: “uiteenzetting/hoorcolleges/frontale setting; de lerende is eerder passief, klassikale en aanbodgestuurd curriculum, afzonderlijke en opgesplitste vaardigheidsmodules, disciplinaire aanpak, evaluatie gericht op kennisverwerving ...”

    Op pagina 156 lezen we: “Competentie-ontwikkelend onderwijs veronderstelt ook een hoge mate van zelfregulerend vermogen. Er bestaan immers steeds minder vaste referentiekaders en de levensloop is veel minder voorspelbaar.” We lezen op 119 dat competentiegericht onderwijs enkel kan in de context van een constructivistisch leerproces: betekenisvol leren (handelen), authentiek leren (handelen, werken vanuit authentieke beroeps-situaties), integratief leren (handelen), sociaal leren (handelen) en actief-reflecterend leren (handelen).”

    Op p.162 lezen we dat competentieleren situatie- of contextgebonden leren is waarin de leerling zich als een expert-onderzoeker moet gedragen: “Competenties worden omschreven vanuit de context waarin de lerende zal moeten handelen. ...Van de lerende wordt ook een prestatie verwacht in een complexe en levensechte situatie (en niet in een vereenvoudigde setting).” * leerling formuleert mee de leervragen en zoekt zelf antwoorden daarop *kernopdrachten, levensechte problemen moeten centraal staan, dus vooral vakkenoverschrijdende problemen. Het leren wordt geplaatst in een herken-bare en betekenisvolle context waardoor theorie en praktijk met elkaar verbonden worden.”*flexibele leertrajecten: niet alle leerlingen doorlopen hetzelfde programma, of doen dezelfde opdrachten in dezelfde volgorde.” Ook volgens Roger Standaert, ex-DVO-directeur, gaat het om “een organisatie rond ‘realistische’ of ‘authentieke’ (arbeids)situaties, waarin wordt gewerkt aan ‘voor de beroepspraktijk representatieve, praktijkrelevante opdrachten,  en om de accentuering van het actieve leren aan het constructivisme ontleend” (p. 59).

    Prof. Martin Valcke (U Gent) stelt op p. 21: “De kern van dit onderwijsmodel  bestaat uit taken die authentiek zijn en gecontextualiseerd worden. Taken zijn altijd geordend van eenvoudig naar complex; maar het gaat altijd om volledige taken. De verschillende taken samen leiden uiteindelijk tot het kunnen aanpakken van de volle complexiteit. In b.v.  de lerarenopleiding zullen dus volledige situaties worden aangeboden (bijv. een disciplineprobleem op een schooluitstap) en zullen via de taken alle realistische aspecten van dit probleem ervaren en aangepakt worden.” Als tweede voorbeeld van een integrale taak vermeldt Valcke ‘de boekhouding in een kapperszaak’ met alles wat daarbij komt kijken, intrestberekening inbegrepen. Verder schrijft Valcke dat het competentiedenken ook haaks staat op de klassieke vakkensplitsing.” Ook volgens Roger Standaert, ex-DVO-directeur, gaat het  om “een organisatie rond ‘realistische’ of ‘authentieke’ (arbeids)situaties, waarin wordt gewerkt aan ‘voor de beroepspraktijk representatieve, praktijkrelevante opdrachten en om de accentuering van het actieve leren aan het constructivisme ontleend” (p. 59).

    In de bijdrage van prof. Philip Dochy treffen we één algemene omschrijving aan van een cgo-aanpak voor studenten hoger onderwijs waarbij “studenten in groepjes drie taken per aangeboden thema (module) moeten uitvoeren – opdrachten die het liefst buiten de opleiding gezocht worden. De studenten vragen zich telkens af aan welke competenties ze zullen werken en maken hun leerproces zichtbaar in een portfolio.” Dochy, poneerde vorig jaar nog: “Klassikaal lesgeven is gewoon geen goed idee. Nee! De impact is bijzonder laag en dat is frustrerend. Stop ermee a.u.b.! (Leeuwaeder Courant 8 maart  2019). Volgens prof. Laevers komt cgo overeen met zijn ervaringsgericht onderwijs waarbij betrokkenheid centraal stelt.

    6. Universitaire lerarenopleiders e.a. pleitten voor studentgestuurde en constructivistische aanpak

    6.1   Universitaire lerarenopleiders

    De universitaire lerarenopleiders Antonia Aelterman (UGent), Nadine Engels (VUB), Peter Van Petegem (UA), Frans Daems (UA) ... propageerden in 2004 volop de constructivistische en studentgestuurde aanpak die volgens hen aansloot bij 'Uitgangspunten van de eindtermen/basiscompetenties' opgesteld door Roger Standaert en zijn DVO. Een paar van hen ondertekende de protestbrief van Van den Branden van 30 mei j..

    Ze stelden in 2004: "Wanneer we verwachten dat leerkrachten zich leerlinggericht opstellen, dan hebben we nood aan een andere opleidingsdidactiek die vanuit en met de ervaringen van de studenten werkt en die het leerproces van de persoon van de student centraal stelt. Ook de lerarenopleiding moet zich in het verlengde van de emancipatorische onderwijsvisie van de basiscompetenties centraal staan. Het leren realiseren van krachtige leeromgevingen vergt een activerende opleidingsdidactiek. De huidige praktijk is meestal echter anders” (TORB,2004, n'. 4, p. 267-271).  Ook Linda Van Looy (VUB) sympathiseerde met de constructivistische onderwijsvisie van de DVO (TORB) 2000, nr. 5. Ze betreurde dat ze te traag ingang vonden (In: Ondraaglijke traagheid van onderwijsinnnovaties).

    We troffen de pleidooien voor een radicale inhoudelijke hervorming van de (leraren)opleidingen ook aan in de tekst ‘Uitgangspunten bij de basiscompetenties voor toekomstige leraren’ opgesteld door Roger Standaert en zijn ‘Dienst voor onderwijsontwikkeling.’ Op de hoorzitting inde commissie onderwijs van 30 maart 2000 verklaarde DVO-voorzitter Standaert dat de door zin DVO gepatroneerde eindtermen en basiscompetenties en de eraan toegevoegde constructivistische en competentiegerichte 'Uitgangspunten' 'de ideale basis vormden om de lerarenopleiding voor de 21ste eeuw op te enten'. Hij drong er aan op een cultuuromslag. De VU-volksvertegenwoordigers Vandenbroeke en Van Dyck stelden destijds terecht dat de basiscompetenties lege vaten waren en de leerkrachten reduceerden tot 'goochelaars zonder kop'.

    6.2  Lerarenopleiders  die destijds pleitten voor studentgestuurde en constructivistische leraren opleiding

    In de doorlichting van 2000-2001 gepatroneerd door Georges Monard en Roger Standaert werd  nagegaan in welke mate de lerarenopleidingen voldoende de competentiegerichte en constructivistische aanpak van de 'Uitgangspunten van de basiscompetenties voor de leraren' toepasten. In de  ‘Uitgangspunten bij de basiscompetenties voor de leraren"’ lazen we: "Leren moet opgevat worden als een constructief en actief proces. Bij het formuleren van de beroepsprofielen en basiscompetenties is uitgegaan van een optimistische visie op leren en ontwikkeling, vertrekkend van de groeikracht van kinderen. De traditionele kennis staat dus minder centraal. De nadruk ligt op probleemoplossende inzichten en vaardigheden." Dit wordt verduidelijkt met de beschrijving van een aantal verschuivingen, zoals "voorrang voor vaardigheden t.o.v. kennis, minder vakgericht leren, minder cognitief en sequentieel ...”

    Op de informatievergadering over die doorlichting protesteerden we tegen het feit dat Monard & Standaert & minister Marleen Vanderpoorten de normaalscholen hun overheidspedagogiek wilden opdringen. Jammer genoeg waren er ook lerarenopleidingen en normaalscholen die maar al te graag dit spelletje meespeelden en uitpakten met het feit dat hun lerarenopleiding voor  voor zo’n studentgestuurde opleiding koos. Een paar illustraties. 

    Lerarenopleiding van groep-T Leuven (pedagoog Stijn Dhert en Co) pronkte in 2000 met de metamorfose van hun lerarenopleiding. Groep-T stelde dat ze vanaf het schooljaar 1999-2000 een studentgestuurde aanpak toepaste in overeenstemming met de uitgangpunten bij de basiscompetenties. We citeren even: "We denken niet langer in termen van vakken of disciplines, maar wel van competenties. Deze aanpak leidde tot een ingrijpende onderwijsvernieuwing: het klassieke vakgerichte contactonderwijs heeft plaats gemaakt voor samen leren en werken in projecten. Competent wordt je al doende, in projecten gedefinieerd vanuit de beroepspraktijk. Beroepsbekwaam word je met andere woorden niet door passief informatie te consumeren en te reproduceren. Je moet de student zoveel mogelijk verantwoordelijk maken voor zijn/haar leerproces." ...

    "Ook voor de tweedejaars wordt een beroep gedaan op de zelfwerkzaamheid van de studenten. De docenten blijven op de achtergrond. Ieder team kreeg een tutor aangewezen die geregeld met de studenten bijeenkomt, niet om hun problemen op te lossen, maar om te coachen. Voor de rest gaat het initiatief van de studenten uit." (In: Samen werken aan competenties, Interview, jg. 10, nr. 1, 20 nov. 2000).

    In een informatriebrochure over  ‘probleemgestuurd leren’ op de katholieke normaalschool van Mechelen lazen we in 1996: “Tot voor kort steunde onze opleidingsmethode vooral op passief opnemen van schoolgerichte informatie. Daarom gooien we het nu over een andere boeg. Zelf doen, zelf ontdekken, zelf verwerken, kritisch bestuderen en herdenken staan nu ventraal eerder dan accepteren, consumeren, reproducenten. Studenten gaan nu op ontdekkingstocht doorheen allerlei media. Zijzelf gaan verkennen, beschrijven, analyseren en oplossingsstrategieën formuleren voor concrete problemen in het onderwijs. Met het probleemgestuurd leren willen we een werkruimte creëren waarbinnen de student zijn eigen leerproces gestalte kan geven. De studenten krijgen geen cursussen, wel worden ze aangemoedigd om en themamap bij te houden waarin alle informatie omtrent een thema verzameld wordt. Sommige studenten zijn maar al te trots dat nu zelf cursussen maken.”

    7. Rage van student/leerlinggestuurd en constructivistisch leren brak in lerarenopleidingen en hoger onderwijs al 25 jaar geleden uit - en leidde ook tot een inhoudelijke uitholling van lerarenopleidingen.

    In vorig punt zagen we al dat beleidsmakers en  docenten van universitaire lerarenopleidingen het voortouw namen in de propaganda voor een cultuuromslag in de lerarenopleidingen, voor de constructivistische aanpak.  Dit leidde tot een inhoudelijke uitholling van de universitaire lerarenopleiding. Een aantal docenten van geïntegreerde lerarenopleidingen/normaalscholen deden er ook gretig aan mee; wij en  anderen remden die evolutie af. We gaan hier straks verder op in. Zelf bleven we  in die tijd samen met enkele andere lerarenopleiders - pleiten voor voldoende docentgestuurde aanpakken als expliciete instructie e.d., voor voldoende basiskennis en basisvaardigheden, voor het behoud van voldoende lesuren, enz..

     In Onderwijskrant nr. 94  van november 1996 en in nummer 97  van juni 1997 namen we afstand  van de eenzijdige student- en probleemgestuurde aanpak.  We citeren enkele passages

    We  schreven in 1996:"Na meer dan 25 jaar enthousiast lesgeven op de normaalschool krijgen we in de context van de invoering van de hogescholen in 1995 en van de eindtermen en basiscompetenties voor de leraren voortdurend te horen dat lesgeven een quasi voorbijgestreefde zaak is en dat voortaan het zelfgestuurd leren/lernen van de student/leerling in de plaats moet komen van de ‘lehrende aanpak van de docent/leraar, zowel in de lerarenopleiding als in het lager en secundair onderwijs. Het gaat om de student- & probleemgecentreerde aanpak.  

    We schreven verder:  "De vele nieuwlichters stellen dat de klassieke docentgestuurde lerarenopleiding moet evolueren van een onderwijsinstituut naar een leerinstituut, een leerhuis of studielandschap. De docent/leerkracht mag niet langer een sturende lesgeven meer zijn en deskundige kennisbron, maar iemand die de student/leerling ondersteunt in hun zelfgestuurde constructie van kennis. Uit de landenvergelijkende TIMSS-studie van 1995 blijkt nochtans dat de 10- en 14-jarige leerlingen van onze oud-studenten internationale topscores behalen.

    Door de vele kritiek op het klassieke lesgeven voelen veel ervaren lerarenopleiders zich niet lekker. Ze horen alleen maar dat ze radiaal anders moeten werken en dat lesgeven voorbijgestreefd is. De nieuwe rages doen o.i. afbreuk aan de verworvenheden en sterke kanten van de lerarenopleidingen en kunnen leiden tot een inhoudelijke uitholling van de lerarenopleidingen. De sterke onderwijstraditie waarop ons Vlaams onderwijs kan bogen is nochtans te danken aan de kwaliteit van de opleiding van de onderwijzers en regenten. Het voortdurend en radicaal in vraag stellen van de klassieke lerarenopleiding kan niet enkel leiden tot een aantasting van de kwaliteit, maar ook tot een niveaudaling van ons lager en secundair onderwijs.

    De huidige hetze tegen het lesgeven wordt in sterke mate gevoed door een aantal dominante strekkingen binnen de onderwijskunde zoals de opkomst van het constructivistisch en competentiegericht leren – dat we ook terugvinden in de tekst ‘Uitgangspunten bij de eindtermen van 1996,  en in 1996-97 ook in de gelijkklinkende 'Uitgangspunten voor de basiscompetenties voor leraren.

    We illustreren even die nieuwe rage. We volgden in het schooljaar 1996-1997 drie studiedagen waarop telkens eenzijdig gepleit werd voor ‘studentgestuurd onderwijs of zelfsturend leren.” De zelfstudie en het zelfontdekkend leren komen dan voor een groot deel in de plaats van de gewone lessen. Men stuurt er dan ook aan om het aantal contacturen gevoelig te verminderen.

    Op die studiedagen werden veelal Nederlandse sprekers, voorstanders van student- en probleemgestuurd onderwijs uitgenodigd. Op de ‘Dag van de docent’ in Kortrijk (5 december 1996) was dat o.a. prof. Jan Vermunt. Die dag stond volledig in het teken van de slogan ‘Van leerstofgever naar leerprocesbegeleider: de evolutie van onderwijzen naar leren” (de titel overigens van de lezing van Jan Vermunt). Op de Codelo-studiedag met de spreekwoordelijke titel ‘Elk DLO (lerarenopleiding) een studiehuis’ van 30 november 1996 ging het ook hierover.

    Vermunt en Co beschrijven het huidige lesgeven graag met de metafoor van de lesgever die de leerstof uitgiet en waarbij de studenten fungeren als passieve leerstofzuigers. De laatste jaren is het mode geworden te verkondigen dat de leraar als directe vertegenwoordiger van de cultuur moet terugtreden en in plaats daarvan organisator moet worden van een leeromgeving, een studielandschap of leerhuis, begeleider van het leerproces van de studenten/leerlingen. Onder de noemer ‘studentgestuurd en actief leren ‘ werd/wordt een school in het vooruitzicht gesteld “waarin de verantwoordelijkheid voor het leerproces niet langer meer bij de leerkracht ligt, maar bij de student/leerling. “ Ze zou gestalte moeten krijgen via zelfsturend leren, probleemgestuurd onderwijs, zelfstudiepakketten, organisatie van het onderwijs in losse modules, aanleren vooral van zogenaamde sleutelvaardigheden, leren problemen oplossen, leren leren…

    Degenen die als prof. Vermunt dit concept propageren voeren als argument ook dat kennis en kunde van dag tot dag verouderen. De student/leerling is in de ogen van Vermunt en Co een zelfstandig ontdekker te midden van continu om zich heengrijpende informatie-explosies. De overdracht van een groot pakket kennis en vaardigheden zou om die reden nutteloos zijn en zelfs schadelijk. Vermunt pakte ook zijn met zijn visie omtrent het inspelen op de verschillende leerstijlen van de studenten.

    De directeur van een nieuwe hogeschool stelt dat we moeten evolueren van een onderwijs- naar een studieprogramma, van docentgestuurd naar studentgestuurd, van lesgeven centraal naar studeren centraal, van kennisoverdracht naar kennisvererving, van instructie naar het ondersteunen van het leerproces, van veel contactonderwijs, naar veel zelfwerkzaamheid, van les(leerstof) geven naar leerprocesbegeleiding. (Als lid van de academische raad van die hogeschool zorgde ik wel voor de nodige tegenwind. En als coördinator-pedagoog van een lerarenopleiding was ik niet geneigd het aantal contacturen drastisch te verminderen.)

    Prof. Jan Vermunt gaf ons op de ‘Dag van de docent ‘ veel leerstof over de ‘evolutie van lesgever naar leerprocesbegeleider, vooral in abstracte termen en schema’s. Zijn stelling dat we als docent/leerkracht geen leerfuncties van de student/leerling mogen overnemen, vertoont veel overeenkomst met het constructivisme en met de vele pleidooien voor zelfgestuurd/zelfstandig leren. Hij besprak ook zijn theorie over de diverse leerstijlen van de studenten: ongerichte, reproductiegerichte, betekenisgerichte, toepassingsgerichte.

    Vermunt stelde zijn opvattingen ten onrechte voor als vanzelfsprekend en algemeen geaccepteerde waarheden. Vermunt goochelde voortdurend met simplistische en speculatieve waarheden en met woordenconstructies als constructieve fictie. Vermunt en co vertrekken van het ideaalbeeld van de student als een zelfstandig ontdekker te midden van continue kennisexplosies. Ze toonden niet de minste waardering voor de sterke kanten van expliciete instructie en lesgeven in het algemeen en wekten de indruk dat we tot nog toe onze studenten een verkeerde en weinig effectieve opleiding gaven.

    Toen we lieten merken dat we het absoluut niet eens waren met de visie en leerstijlen-opvatting van Vermunt, werd ons dit niet in dank afgenomen. (Achteraf bleek ook dat Vermunts visie niet deugde en na een aantal jaren sprak niemand er nog over.)

    Op ‘De dag van de docent' poneerde de Nederlander Cor van Schellinga dat volgens het constructivisme de student vooral kansen moet krijgen om zelfstandig waardevolle kennis en vaardigheden op te bouwen. Ook hij hield een vurig pleidooi voor probleem- en studentgestuurd onderwijs. Hij hing ook een karikatuur op van de klassieke lerarenopleiding en poneerde dat de studenten momenteel in de lessen enkel “antwoorden voorgeschoteld kregen op vragen die zee zelf niet stelden.

    Schellinga: “In een leerschool maken studenten zelf uit welke de problemen zijn.” Hij stelde tevens dat je geen vakdeskundige moet zijn om een bepaalde themagroep van studenten rond een bepaald vak te begeleiden – om het even welke docent kan zo’n groep begeleiden.

    Ook de Nederlandse professor Wynand Wijnen - propagandist van student- en probleemgestuurd onderwijs - werd in Vlaanderen als spreker op bijscholingen uitgenodigd.





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 04/03-10/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 30/04-06/05 2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs