Vandaag 11 februari in de krant De Standaard: grote ongerustheid bij technische en beroepsscholen: de nieuwe eindtermen gaan voor meer algemene vorming, en dat ten koste van technische en praktische vakken.
Net terwijl de industrie schreeuwt om geschoolde profielen. Ook nieuwe eindtermen dramatisch voor technisch en beroepsonderwijs.
In het VRT-programma De Ochtend wees een tso-directeur ook op het tekort aan technische vakken in de eerste graad.
Sinds de Rondetafelconferenetie-2002! waarschuwen we in Onderwijskrant voor de nefaste gevolgen van de hervormingsplannen s.o. voor het tso/bso
Ik citeer enkele passages
Onderwijskrant oktober 2009
1 Herwaardering tso en bso? NEEN!
De comprehensieve eerste graad met meer gemeenschappelijke basisvorming en zal volgens de voorstanders leiden tot een herwaardering van het technisch en het beroepsonderwijs.
De comprehensie-promotoren, de commissie Monard, Accent-op -talent ... beloven veel meer aandacht en waardering voor techniek en technologie, voor leren van doen naar denken, enz. Met dit alles hopen ze ook dat meer getalenteerde leerlingen voor het technisch onderwijs zullen kiezen. Ten onrechte. De hervorming zal leiden tot een nieuwe aderlating voor tso/bso - net zoals destijds met het VSO.
Alleen al de omvangrijke reductie van de technische en beroepsgerichte component in de eerste graad en de reductie van die component in de 2de en 3de graad ten gunste van de zgn. algemene vorming, roepen veel vragen op.
Kan men bij zon reductie nog volwaardig technisch onderwijs uitbouwen en de leerlingen voldoende voorbereiden op het technisch onderwijs na de eerste graad? Zon hervorming zou uiteraard ook veel verschuivingen bij de leerkrachten veroorzaken, overschotten voor een aantal vakken, tekorten voor andere vakken.
Ook in het rapport-Dijsselbloem lezen we dat de basisvorming tot een onderwaardering van de technische en beroepsmatige componenten leidde. Heel wat Nederlandse jongeren staken de Belgische grens over om hier technisch en beroepsonderwijs te volgen. Men betreurde ook dat Nederlandse ondernemers aan de grens hun stielmensen meer en meer in Vlaanderen kwamen zoeken.
Onderwijskrant n r. 166 van juli 2013 over Masterplan en plan Guimardstraat
Reductie & onderwaardering van technische opties/vakken :bedreiging tso/bso; afhaken zwakkere leerlingen
De geplande reductie van het aantal opties en de invulling van het extra-urenpakket voor zwakkere leerlingen met uren remediëring i.p.v. technische optie-uren, betekent dat vooal de opties en uren specifieke techniek voor de tso/bso-leerlingen in sterke mate gereduceerd worden.
Het Masterplan heeft de mond vol van opwaardering van techniek en meer leerlingen voor tso/bso, maar voert hervormingen in die hier haaks op staan. Ook de OESO stuurt allang aan op algemeen vormende middenscholen en toont geen waardering voor de technische opties in de lagere cyclus. De OESO evalueert en waardeert in de landenvergelijkende PISA-studie enkel algemene vakken als begrijpend lezen en wiskunde, geen technische kennis en vaardigheden.
Waarom mag de specifieke optie Latijn blijven bestaan, maar moeten de meeste technische opties (bouw, mechanica ...) verdwijnen? Getuigt dit niet van een onderwaardering van alles wat te maken heeft met techniek en technische vaardigheid? Of zoals een directeur tso het op een Codis-vergadering uitdrukte: Het VVKSO-voorstel gaat uit van de veronderstelling dat een twaalfjarige wel in staat is om al dan niet Latijn te kiezen, maar die keuzerijpheid niet heeft voor andere vakken. ... Het is niet eerlijk dat we een voorafname doen voor Latijn, maar niet voor de andere vakken.
Dit alles betekent dat 12-jarigen die momenteel kiezen voor een specifieke technische optie en voor een bepaald beroep dit straks niet meer zullen kunnen. Dit zal bij die leerlingen leiden tot demotivatie en afhaken.
De leerlingen die meer abstracte vakken als bijvoorbeeld wiskunde al in het lager onderwijs minder aankunnen, zouden straks meer uren abstractere wiskunde en taal krijgen.
De beperking van specifieke technische opties heeft ook als gevolg dat de meeste tso/bso-scholen veel eerste graad-leerlingen zullen verliezen.
Dit is ook de vrees van veel tso-betrokkenen. Brugs VTI-directeur Jos Loridan uittte die vrees in het Brugsch Handelsblad van 14 juni. Hij zei o.a. : Nu wil men de keuze voor die leerlingen twee jaar uitstellen. Maar waarom moet iemand die het talent heeft om iets met de handen te doen, twee jaar wachten?.
Armand De Lepeleire, directeur van het bloeiende Scheppersinstituut Wetteren, schrijft dat net zoals bij het VSO van weleer de technische scholen de dupe zullen zijn. Hij stelt o.a.: Ik vrees dat de ouders, als de eerste twee jaar toch overal identiek zijn, nog meer naar een college zullen uitkijken voor hun kinderen. Een ander bezwaar is dat heel wat jongeren wel al op 12 jaar weten wat ze willen (Technische scholen zijn de dupe, DS, 5 juni).
Eric Maertens, coördinator VTI-Torhout, schrijft in een reactie op het Masterplan dat 12-jarigen die kiezen voor een beroep, voor ondernemersgerichte opleidingen, buiten de brede eerste graad gehouden moeten worden: Laten we de leerlingen die reeds onmiddellijk na het basisonderwijs gemotiveerd kiezen voor een beroep een gedegen vakopleiding geven tot 18 jaar. Dit zouden tevens opleidingen kunnen zijn die sterk ondernemersgericht zijn -vooral voor de KMOs (Een S.T.E.M. vanuit het nijverheidstechnisch onderwijs, Knack, industrietechnisch management, 29 juni).
Veel tso/bso-directeurs vrezen terecht voor een leegloop van hun eerste graad. De technische en praktijkgerichte interesses & talenten van 12- en13jarigen die voorheen technische opties kozen, zouden nu gedurende de nieuwe eerste graad wegdeemsteren en niet meer gevoed en gestimuleerd worden. We mogen 12- à 14-jarigen die al een specifieke interesse vertonen, niet te lang op hun honger laten en moeten het onderwijs afstemmen op het niveau en de maat van de leerlingen die al in de eerste graad voor tso/bso kiezen en die vaak al de abstracte wiskunde uit het lagere onderwijs beu zijn.
De nieuwe en meer gemeenschappelijke eerste graad speelt dus onvoldoende in op de verschillende voorkennis, talenten én toekomstperspectieven. Als die iets meer liggen in de richting van technische of praktische competenties, ligt voor deze leerlingen de klemtoon op datgene wat ze iets minder kunnen of nodig hebben voor hun verdere toekomst. Ze krijgen geen passende en volwaardige leerroutes; ze zijn het meest de dupe van zon eerste graad.
Ze verwerven tegelijk te weinig technische competenties en manuele vaardigheden waarop ze in de hogere jaren verder kunnen bouwen.
Het is geen toeval dat de reacties van vier Brugse tso-directeurs op het Masterplan negatief klonken (Brugsch Handelsblad, 14 juni).
VTI-directeur Jos Loridan poneert eens te meer dat de hervorming niet zal leiden tot een herwaardering van het tso/ bso. Integendeel. Filip Defraye van de Brugse Hotelschool Spermalie denkt er ook zo over: Het is voor onze leerlingen gewoon twee jaar uitstel. Dat zal leiden tot frustraties in plaats van succes-ervaring.
Loridan stelt ook dat het uitbouwen van brede schoolcampussen financieel onmogelijk is. Raph Van Loocke van de Hotel-, Bakkerij- en Slagerijschool Ter Groene Poorte zegt eveneens dat de hervorming voor leerlingen die al van hun 12 jaar weten wat ze willen, tot frustratie en schoolmoeheid zal leiden. Hij vreest uiteraard ook dat de specifieke technische opties binnen zijn school dreigen te sneuvelen bij reductie van het aantal opties.
|