Recente kritiek van Dirk Van Damme (OESO) op eenzijdige taalvisie en taalmonopolie van Leuvens taalcentrum van Kris Van den Branden & van Steunpunt Diversiteit en leren van Piet Van Avermaet
in Focus op competenties is nefast voor niveau begrijpend lezen in De Standaard van 23 augustus 2019
DS: Dirk Van Damme, topman bij de Oeso, is hard voor een nieuw rapport van de Vlaamse Onderwijsraad rond begrijpend lezen.
Waarom vindt u de visie van het VLOR-rapport problematisch?
Rapport is opgesteld door uithollers taalonderwijs als Kris Van den Branden
Dirk Van Damme: Dit rapport breekt niet met de visie die verantwoordelijk is voor de huidige situatie (uitholling van het taalonderwijs). Het rapport zegt eigenlijk: het bestaande is goed, alleen hier en daar moeten we iets verbeteren. Het is erg omfloerst, soft en vriendelijk voor iedereen. Maar daarmee zullen we er niet komen.
Dit VLOR-rapport is immers geschreven door mensen die al tien, twintig jaar aan het roer staan van de lees-en taaldidactiek in Vlaanderen. Het is logisch dat zij hun eigen erfenis niet te grabbel willen gooien.
Om het cru te zeggen: dit is de school van de sociolinguïsten, pedagogen en didactici die verantwoordelijk is voor de huidige situatie.
Het probleem is dat we in Vlaanderen met een bijna monopolie van één stroming zitten in de beleids-voorbereidende circuits: de mensen die de eindtermen maken, de leerplannen opstellen, de handboeken schrijven en de leraren opleiden. Het huidig paradigma wordt niet in vraag gesteld. Terwijl de crisis waarin we zitten het gevolg is van de competentiegerichte benadering
.
Vlaanderen moet een ernstig, tegensprekelijk debat houden over de vraag of we in het verleden fouten hebben gemaakt, waarbij ook andere perspectieven aan bod komen. Die worden daar nu buiten gehouden.
(We voegen er aan toe: Van den Brandens Leuvens Steunpunt NT2 in de periode 1990-2010 enorme sommen geld ontving voor de ondersteuning van het (NT2-)taalonderwijs. Het is ook Van den Branden die in 2005 het VLOR-taalrapport mocht schrijven met een pleidooi voor eenzijdig taalvaardigheidsonderwijs. En ook hij en Piet Van Avermaet hadden ook voorbije jaren de taalstudies vanwege het departement in handen.)
DS: Wat is er mis met (taal)competenties en de taalvisie
Van Damme: Ik pleit niet tegen competenties, maar wel tegen een visie daar volledig op is gebaseerd. Binnen het competentiegerichte denken over taal wordt het belang van kennis overigens volledig van tafel geveegd. Die visie is ook in de eindtermen erg aanwezig. De slinger is te ver doorgeslagen. Recent cognitief onderzoek toont b.v. aan dat ook voor begrijpend lezen kennis heel belangrijk is . Begrijpend lezen is ook reflecteren op de inhoud.
(Commentaar: Systematisch verwerven van kennis en woordenschat is inderdaad belangrijk in functie van begrijpend lezen; cf. visie van Hirsch en Co. Het lijkt me geen toeval dat in het VLOR-rapport de leerpakketten van de stichting Core Knowledge van Hirsch niet vermeld worden. Deze bieden nochtans een goede combinatie van woordenschatonderwijs, uitbreiding wereldkennis en begrijpend lezen. Ons onderwijs begrijpend leren kan hier veel inspiratie van opsteken.)
Ook structuur van taal verwaarloosd
Van Damme: Een ander probleem met het taalonderwijs in het algemeen is dat men taal als structuur verwaarloosd heeft door b.v. geen aandacht meer te schenken aan grammatica. Je wordt verondersteld dat uit jezelf te verwerven, maar ook de essentiële spelregels van de taal moeten onderwezen worden. We hebben opnieuw een stevig taalvak nodig. Ik pleit ook voor een versterking van het vak Nederlands. En we moeten simpelweg het aantal uren weer opvoeren.
(Zie ook verderop in deze bijdrage de reactie van Van den Branden op de kritiek van Van Damme)
Commentaar van Raf Feys
Het gaat hier om terechte kritiek op o.a. het Leuvens Taalcentrum en GOK-Steunpunt van prof. Kris Vanden Branden dat in sterke mate verantwoordelijk is voor de uitholling van het taalonderwijs en dat het recente VLOR-rapport over begrijpend lezen mocht patroneren.
De uitholling van de taalvakken is mede een gevolg van de eenzijdige communicatieve en vaardigheidsgerichte whole-language-visie die sinds de jaren 1990 gepropageerd wordt door b.v. het Leuvens taalcentrum van. Kris Vanden Branden, Koen Jaspaert, Piet Van Avermaet, Machteld Verhelst
Piet Van Avermaet stapte na een aantal jaren over naar het Gents Steunpunt Diversiteit en leren. Machteld Verhelst werd pedagogisch directeur van de koepel van het katholiek onderwijs.)
In het boek Taal verwerven op school wordt die visie zo omschreven: Het gaat bij ons taakgericht taalonderwijs om actief construeren van kennis en vaardigheden en voor het "leren al doende aansluitend bij de behoeften van de leerlingen.
Wat de leerlingen zelf ontdekken, blijft hangen en leidt tot fundamenteel leren, in tegenstelling tot het oppervlakkige leren dat door een uitleg van de leraar bereikt wordt. Goed gekozen taken werken dit fundamenteel leren in de hand. Er moet steeds gewerkt worden vanuit 'globale en zelfontdekkende taken'; het onderscheiden en inoefenen van deelvaardigheden is uit den boze.
Tegelijk werd het belang van het AN gerelativeerd. Men opteerde voor normaal-functioneel taalgebruik: dus ook geen systematisch AN-woordenschatsonderwijs meer. Men stelde: De leerlingen gebruiken in het normale leven het woord soupape bij de fietsenmaker en niet ventiel. Ventiel e.d. is geen normaal-functioneel taalgebruik. Het Steunpunt NT2 werd ook al na een paar jaar een Steunpunt ANTI- NT2/taalbaden: OKAN-klassen
Het maakte 20 jaar misbruik van de centen voor NT2 om de eigen taalvisie op te dringen.
In het door Van den Branden opgesteld VLOR-rapport met de veelzeggende titel Taalvaardigheidsonderwijs. Wat de leerlingen zelf doen, doen ze beter! (2005) lezen we: Parallel met de situatie in het natuurlijke leven wordt bij de taakgerichte aanpak in klas uitgegaan van het principe dat je taal leert via zelfontdekking, door taal te gebruiken in functie van een bepaald (niet-talig) doel dat moet worden bereikt: een voorwerp moet worden gemaakt, een handeling uitgevoerd, en probleem opgelost. Kinderen leren taal door taken uit te voeren, en niet door onderwezen te worden over taal. Expliciete aandacht voor de betekenis van een woord of voor een grammatica- of spellingregel heeft enkel een plaats binnen de 'taakcontext', bij voorkeur als de leerlingen vastlopen op het taalelement in kwestie b.v. de vorming van de superlatief als ze een informatiefolder moeten schrijven over 'buitengewone' gebouwen in een (fictieve) stad.
In Van den Brandens aanpak is er geen aandacht voor systematisch taalonderwijs en ook al te weinig voor de geschreven taal.
Ook Jan Saveyn, destijds pedagogisch coördinator katholiek basisonderwijs, betreurde in 2007 eveneens dat het Leuvens Taalsteunpunt opteerde voor radicaal & eenzijdig vaardigheidsonderwijs, woordenschatrijtjes, zinsontleding, aanleren van grammaticale en spellingregels
waren uit den boze. De leerling moest volgens de analytische taalverwervingsmethode al doende leren vanuit globale taaltaken (brief schrijven, telefoongesprek. ..) en zelfontdekkend zijn eigen taal analyseren. Vanuit de constructivistische leertheorie moesten de leerlingen enkel geconfronteerd worden met realistische en uitdagende taaltaken. De leraar was vooral coach van het leerproces.
Veel praktijkmensen nemen aanstoot aan de exclusieve keuze voor inhouden vanuit een louter functioneel oogpunt, evenals aan de stelling dat men onderwijsleerprocessen altijd aan realistische, authentieke contexten moet zien te koppelen, aan het ontbreken van banden met de traditie van het systematisch taalonderwijs, aan het geen aandacht schenken aan de verwachtingen van het secundair onderwijs ten aanzien van de basisschool. (Nova et Vetera, september 2007).
In zijn commentaar bij het VLOR-rapport begrijpend lezen in de krant De Standaard van 20 augustus j.l. wekt Van den Branden eens te meer de indruk dat ons taalonderwijs nog nooit gedeugd heeft omdat ons onderwijs zo verkokerd is, omdat er aparte lessen begrijpend lezen zijn, omdat de leerkrachten leerboeken gebruiken, omdat de teksten te abstract of te saai zijn, te ver afstaan van hun leefwereld. Maar hoe komt het dan dat de zogezegd saaie aanpak van het begrijpend lezen vroeger tot betere leerresultaten leidde, dat zijn eigen alternatieve taalmethode Toren van Babbel een totale flop werd? Hoe komt dat Van den Branden en zijn taalcentrum de voorbije 30 jaar veel geld ontvingen om het taalonderwijs & NT2 te ondersteunen en dat het effect contraproductief is? Van den Branden stelde in een eigen studie vast dat de leraren zijn taalvisie al te simplistisch en eenzijdig vinden. Enkel dankzij voldoende lippendienst aan zijn visie en aan deze in de eindtermen en leerplannen kon een grotere uitholling van het taalonderwijs voorkomen worden - en behaalden we nog een behoorlijk niveau voor PISA-2015.
Reactie van Kris Van den Branden op kritiek van Van Damme in de krant DS 27 augustus j.l.
Kris Van den Branden besefte dat Dirk Van Damme vooral ook hem en zijn Leuvens taalcentrum viseerde. In zijn reactie in De Standaard van 27 augustus beweert hij: Dirk Van Damme (OESO) boort in een interview met De Standaard ons rapport over begrijpend lezen de grond in en pleit voor meer kennis in het onderwijs, met name voor het onderwijzen van grammaticakennis in een sterk taalvak. Ik ga er maar wijselijk van uit dat de krant de ideeën van Van Damme te oppervlakkig heeft weergegeven, want ik kan me niet voorstellen dat het hoofd van een onderzoekscentrum van de OESO zoveel recent onderzoek negeert en ook uit het oog verliest dat grammatica- en zinsontleding in de basisschool volgens onderzoek geen positief effect heeft op de taalvaardigheid (en begrijpendleesvaardigheid) van jonge kinderen (in : Een sterk taalvak volstaat niet.)
Dirk Van Damme werd niet verkeerd begrepen.
Hij onderschrijft hier gewoon de kritiek van Jan Saveyn in 2007, de kritiek in honderden getuigenissen van leerkrachten. Het is ook een bevestiging van de kritiek die we zelf al meer dan 20 jaar formuleren op de uitholling van het taalonderwijs, de eenzijdige eindtermen en leerplannen, het tegenhouden van de invoering van intensief NT2-taalonderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs, op de monopolie-positie inzake ondersteuning taalonderwijs en taalstudie...
Leraar catalano schreef volgende reactie op de repliek & ontkenning van Van den Branden
Kennis van woorden en inzicht in grammatica dragen WEL bij tot beter tekstbegrip. Het is het één samen met het ander. Als we vandaag constateren dat leerlingen en studenten niet meer goed begrijpend kunnen lezen, en dit sinds een hele tijd, dan heeft dit ook te maken met het feit dat sterke inzichten, voldoende inoefenen en verankeren, ontbreken in het taalonderwijs van vandaag. Je hoeft geen professor taalkunde te zijn om te begrijpen en te constateren dat leerlingen in het s.o; te weinig bakens en boeien aangeboden krijgen en daardoor geen houvast meer hebben.
Het ontbreekt hen vaak niet aan intelligentie, maar wel aan referentiekader, achtergrondkennis, inzicht in het taalsysteem en analysecapaciteit. Aan doorzetting in oefening en herhaling.
Kom mee beste professor Van den Branden naar de scholen en kijk naar wat er in de klassen gebeurt. Kijk en luister. Graag daag ik diegenen uit die een mooi discours voeren. Leerlingen zijn vragende partij en willen graag begrijpen. Een overzicht hebben. Zodat ze zich kunnen situeren en het één met het ander kunnen verbinden.
Ook grammatica onderwijs? Ja hoor. Aangepast aan niveau, leeftijd, type publiek. Het moet en het kan. De incompetente lieden die daar ooit mee begonnen zijn, moesten met pek en veren door de straten gejaagd. Een hele generatie opgeofferd aan een ideologie, Dergelijke 'prestatie' verdient geen bloemetje maar alleen een dikke vette bloempot tegen of minstens over hun kop.
|