Over verzet tegen intensief NT2-onderwijs en taaltest :
verantwoordelijken voor taalrelativisme en taalachterstandsnegationisten die mede verantwoordelijk zijn voor blijvende taalproblemen van anderstalige leerlingen en voor uitholling van het taalonderwijs verzetten zich tegen aparte NT2-lessen, taaltests e.d.
Volgens het regeerakkoord vormen de taalproblemen van anderstalige leerlingen een groot probleem. Er worden tal van ingrijpende maatregelen voorgesteld. Er wordt gepleit voor een taalbadjaar bij de overgang naar het lager onderwijs voor leerlingen die onvoldoende Nederlands kennen.
Bij invoering van intensief NT2 vanaf 2,5 jaar kleuter kan dit voor veel anderstalige leerlingen die al vanaf 2,5 jaar kleuteronderwijs volgen vaak niet nodig zijn. Minister Weyts zou in de eerste plaats de klemtoon moeten leggen op intensief NT2-onderwijs en pas in tweede instantie op taaltesten en taalbaden bij de overgang naar het lager onderwijs.
Ik verkies ook de uitdrukking intensief NT2-onderwijs boven de term taalbad.
Intensief NT2 kan betekenen dat anderstalige leerlingen in de namiddag gedurende 1u30 en in een kleine groep een intensief taalbad krijgen - eventueel ook samen met ouders die dat willen. Tijdens de andere uren kunnen ze onderwijs volgen samen met de andere kleuter. Men kan er tegelijk voor zorgen dat de taallessen samen met de andere kleuters in de voormiddag gegeven worden.
Waar komt de huidige weerstand in de media tegen NT2, taalbaden en taaltests vandaan?
In Vlaanderen was er de voorbije 30 jaar veel weerstand tegen taalbaden, tegen intensief NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. Ik voorspelde in Onderwijskrant nr. 191 (bij de drukker) dat vertegenwoordigers van het Gents Steunpunt Diversiteit en Leren en van het vroegere Leuvens Steunpunt NT2 - nu Leuvens taalcentrum van Kris Van den Branden en de socioloog Orhan Agirdag de invoering van intensief NT2-onderwijs (taalbaden) en van een taaltoets zouden bekampen.
Die 2 GOK- Steunpunten en het Steunpunt CEGO van Ferre Laevers bekampen al 25 jaar - met subsidies van de overheid - de invoering van intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs.
*Van den Branden en Van Avermaet beweerden zelfs in een GOK-publictatie van 2000 dat de taalproblemen grotendeels veroorzaakt werden door de scholen zelf. We citeren even:
"Taalproblemen worden grotendeels gecreëerd door de school zelf die een taal hanteert die voor allochtone & autochtone leerlingen van lagere afkomst een ware struikelblok vormt.
De schooltaal was volgens hen een totaal andere taal dan de gewone taal, formalistisch, veel vaktermen, enz. "Volgens Van Avermaet, Van den Branden, Jaspaert
was er geen specifiek en apart (taal)parcours nodig; zo'n taalbad vonden ze zelfs nefast.
Zo kwam men niet tegemoet aan de specifieke noden van anderstalige leerlingen.
Uitgerekend de 3 GOK-Steunpunten
Tegelijk poneerden ze dat onderwijs in eigen taal en cultuur en meertalig onderwijs hét wondermiddel was."
Het gaat bij NT2-onderwijs in het kleuter en in de lagere klassen in de eerste plaats om de gewone gebruikstaal en niet om moeilijke vaktermen.
*In 2008 poneerde Piet Van Avermaet, directeur Steunpunt Diversiteit en leren in zijn verzet tegen de taalplannen van minister Vandenbroucke, dat hij het absoluut
NIET eens was met volgende stellingen:
(1)dat migrantenkinderen vanuit hun achtergrond vaak een taalprobleem hebben
(2) *en dat dit een negatieve invloed heeft op hun leerprestaties *dat men zonder Nederlands onmogelijk goed kan functioneren;
*dat kennis van het Nederlands maatschappelijk allerhande mogelijkheden opent die er anders niet zouden zijn. (Taal, Onderwijs en de samenleving, EPO, 2008).
Van Avermaet sprak zich ook heel kritisch uit over O-KAN-klassen: Ook het doel van het opvangonderwijs (OKAN) is enkel de kinderen te main
streamen en ze nadien in de gewone klassen te kunnen opnemen. De meertaligheid van die anderstalige nieuwkomers heeft ook geen enkele waarde als taalbagage (in: Wiens Nederlands? Over taalnaïviteit in het beleid, in: Sampol, 31 maart 2006.)
De socioloog Orhan Agirdag en 21 ondertekenaars poneerden in hun petitie tegen taaloproep minister Smet op 30.10. 2009 in De Morgen:
Door de taalachterstandsthese worden de anderstalige leerlingen gestigmatiseerd als gebrekkige leerlingen; dit is blaming the victim. De claim is immers dat anderstalige leerlingen de leerachterstanden vooral aan zichzelf te danken hebben. De taalachterstandsthese wijst zo hard op de gebreken van anderstalige leerlingen, dat men voorbij gaat aan de culturele en talige bagage die deze leerlingen wél hebben: hun thuistaal. Het taalbadmodel is dus in conflict met een elementair pedagogisch principe dat stelt dat de leefwerelden van de leerlingen aanwezig moeten zijn binnen de schoolmuren.
Al 25 jaar pleiten we in Onderwijskrant voor intensief taalonderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. Het Leuvens Steunpunt NT2, Het Gents Steunpunt Diversiteit en leren en het Steunpunt CEGO vonden intensief en specifiek NT2 -taalonderwijs vanaf het kleuteronderwijs overbodig en zelfs nefast. De beleidsmakers, de koepels van het katholiek onderwijs en het GO! namen die visie over. We beluisterden enkel pleidooien voor OETC en iets later voor multiculturaliteit & meertalig onderwijs, een Gents experiment met het eerst leren lezen en rekenen in het Turks, enz.
Het Leuvense Steunpunt NT2 en de andere 2 GOK-Steunpunten gebruikten/ misbruikten de enorme bedrage die ze kregen in de periode 1991-2010 voor het ondersteunen van NT2-taalonderwijs en voor het wegwerken van achterstanden om *hun eigen eenzijdige nefaste visie op zelfontdekkend (al te weinig systematisch) taalonderwijs op te dringen
* en om een anti-achterstandsmethodiek op te dringen: veel vrij initiatief van kleuters in speelhoeken : cf. ervaringsgericht (kleuter)onderwijs van Steunpunt CEGO van Laevers.
Wat lezen we in de bijlage op de VRT-website
Van Avermaet: Kinderen met een taalachterstand apart zetten om een taalbad te geven is geen goed idee, stelt professor Piet Van Avermaet, verbonden aan de vakgroep taalkunde van de UGent. "Kinderen apart onderdompelen in een taalbad gedurende meerdere maanden of een jaar, daarvan weten we dat de effecten averechts zijn en dat de taalontwikkeling zelfs trager gaat."
Van Avermaet wordt daarin bijgestaan door Orhan Agirdag. "De conclusies van eerder onderzoek waren vernietigend. Daaruit bleek dat zo'n maatregel er niet in slaagde om de leerlingen te integreren in het reguliere onderwijs."
Wat lezen we vandaag in de krant De Morgen:
Van Avermaet: "Zwakkere "leerlingen zullen net meer leren door met sterkere samen te zitten."
Onze reactie:
*intensief NT2-onderwijs betekent niet dat de kinderen/kleuters de volledige dag een apart parcours volgen. *Anderstalige leerlingen moeten nog het ABC van de taal leren en kennen duizenden woorden minder dan gewone leerlingen en beluisteren ook buiten de klasuren veel minder Nederlands.
Ze hebben nood aan veel meer taalles in een kleine groep en ondersteund door een leerkracht die zich bijschoolt inzake NT2.
In een kleuterklas met b.v.; veel Turkse kleuters zijn die kinderen bij vrij spel e.d. geneigd samen te hokken en Turks te spreken.
Door de kleinere groep is er ook veel meer taalinteractie met de juf mogelijk. (Het Steunpunt CEGO van Ferre Laevers stimuleerde ook al te sterk het vele vrij spel in speelhoeken.)
Uit een studie van Mieke van Houtte en Orhan Agirdag blijkt overigens dat de Turkste ouders in Gent verwachten dat hun kinderen zoveel mogelijk Nederlands spreken binnen en buien de klas.
In de krant Morgen stelt Carolien Frijns (nu Arteveldehogeschool, maar vorig jaar nog medewerker van het Leuvens Taalcentrum van Kris Van den Branden!):
"Een toets is een momentopname, en zeker bij jonge kinderen zijn er enkele vraagtekens te plaatsen.
Frijns onderschreef in het verleden steeds de anti-NT2- standpunten van de Leuvense Steunpunters Van den Branden en Jaspaert.
Over deze website
vrt.be
Van "averechts effect" tot "zeker niet verkeerd": dit zeggen experts over een taalbad voor kleuters met taalachterstand
|