Hopelijk wordt dit voorstel voor lang uitstel van de studiekeuze e.d. van prof. Jan Van Damme (tot zelfs na 2de graad?) niet gevolgd.
Reactie opvrt.be: Beste Bart De Wever, vernieuwing algemeen secundair onderwijs kan niet nog eens 50 jaar op zich laten wachten
De overgrote meerderheid van de praktijkmensen wees de voorbije jaren een minder verregaande structuurhervorming af.
Ook Dirk Van Damme -OESO-onderwijstopman - sprak zich de voorbije jaren vierkant uit tegen dit nefast en nivellerend voorstel. Hij stelde dat de zgn. 'progressieven' en sociaal democraten de voorbije 50 jaar ten onrechte veel GOK-heil hebben verwacht van een comprehensieve structuurhervorming van het s.o., van de invoering van een brede eerste graad/ en volgens sommigen ook een brede twee graad. Vanuit hun gelijkheidsdenken zijn ze volgens hem mede verantwoordelijk zijn voor de niveaudaling.
In een vrt-programma over onderwijskansen stelde ik al bijna 50 jaar geleden in 1971 dan men ten onrechte veel GOK-heil verwachtte van in een grote investering in een comprehensieve structuurhervorming s.o. Ik pleitte voor prioriteit voor het conserveren en optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs - met voorrang in het basisonderwijs. Jammer genoeg bleef men illusies koesteren.
We illustreren dit straks uitvoerig.
Noot 1: Onlangs nog - op 1 april 2019 - gaf Jan Van Damme op de VRT en in de kranten toe dat ons secundair onderwijs nog volgens PISA-2003 van wereldklasse-niveau was - en dit met onze gedifferentieerde eerste graad. En inderdaad: zelfs onze tso-leerlingen behaalden nog een hogere score voor wiskunde dan de gemiddelde Finse leerling in de gemeenschappelijke lagere cyclus. We telden ook veel meer toppers dan Finland en dit was geen toeval - en dit alles niettegenstaande Finland veel minder armoede en migrantenleerlingen telde.
Noot 2: Van Damme weet dat de overgrote meerderheid van de praktijkmensen de structuurhervormingsvoorstellen afwees - en zijn voorstel klinkt nog radicaler: nog langer uitstel van studiekeuze, aanslag op tso-bso
Noot 3: Jan Van Damme wil dat Vlaanderen even hoog presteert als Signapore. Hij verzwijgt dat 10-jarigen er al na het vierde leerjaar kunnen overstappen naar het Gymnasium.
Er zijn overigens tal van landen - ook Duitsland, Engeland, Frankrijk waar leerlingen al na het 4de, resp. 5de lj. overstappen naar het s.o.
Noot 4
Destijds verwezen de Leuvense profs. Bieke De Fraine en Jan Van Damme ook graag naar het zgn. gidsland Zweden. In Zweden hebben de 15-jarigen voor wiskunde één jaar achterstand op de Vlaamse 15-jarigen.
Noot 5 : Van Damme verwijst naar de LOSO-studies, maar in die studies treffen we in de loop der jaren ook tegenstrijdige conclusies aan.
Stellingen van Dirk Van Damme- DVD: haaks op Jan Van Damme
1 Brede eerste graad =achterhaalde visie
Ook zgn. watervalsysteem is hersenschim
DVD in HUMO -17.01.2017: In de jaren zestig zag je twee grote stromingen ontstaan: de ene groep landen koos ervoor om de leerlingen in de eerste jaren van de middelbare school zoveel mogelijk samen te houden in een brede eerste graad. Engeland en Schotland waren daar voorlopers. De andere groep koos voor een model waarin de leerlingen al vrij vlug een bepaalde richting moesten kiezen.
Nu groeit er een consensus dat een brede eerste graad bijna automatisch tot een soort eenheidsworst leidt, waarin niet genoeg aandacht is voor de verschillen tussen de kinderen. Die hebben allemaal andere talenten, want ieder kind is uniek, en dus moet je streven naar een flexibeler onderwijs. Ik ben dus GEEN voorstander van een brede eerste graad. Om een aantal vaardigheden te bereiken of kennis op te doen, kun je niet zo lang wachten. Om uitstekende muzikanten te vormen, start je toch ook niet vanaf 14 jaar?
HUMO: Wat denkt u over de zgn. waterval? DVD: Een heroriëntering kan toch best wel een positieve ervaring zijn ; je kan naar een opleiding die beter aansluit bij je eigen interesses. Ik heb zelf een zoon die in het aso zijn draai niet vond, maar die als computerfreak perfect paste in een technische informatica-opleiding. Daar is hij echt opengebloeid. Veel mensen beschouwen dat als een stapje terug, een bewijs dat je je sociale ambitie naar beneden hebt bijgesteld. Dat klopt niet, maar het zit wel diep ingebakken.
DVD in DS: Ook de brede eerste graad vind ik een hersenschim. Elke pedagoog zal je zeggen dat je moet kijken naar de talenten, de interesses en de mogelijkheden van ieder kind. En dat betekent differentiëren. In dat opzicht is een brede eerste graad een kunstmatige en achterhaalde oplossing. DVD wees op VLOR-startdag september 2012 op de gevaren die verbonden zijn aan het uitstellen van de studiekeuze.
De pedagogische evidentie om de studiekeuze drastisch uit te stellen is niet overtuigend. Het is vooreerst niet juist dat Vlaanderen structureel een sterke tracking (opsplitsing in sterk uiteenlopende sporen) in de eerste graad van het s.o. kent, vergeleken met bijvoorbeeld Duitstalige landen of Frankrijk. Een sociologisch argument voor uitstel van studiekeuze is dat de impact van het thuismilieu vermindert met leeftijd. De marginale winst van twee jaar uitstel is echter eerder gering en met de facto schoolkeuze op 12 jaar is het effect wellicht zelfs nihil.. ...
Soms kunnen sociologische argumenten tot foutieve pedagogische conclusies leiden. Uitstel van studiekeuze en geforceerde comprehensivisering houden risicos in. Er zijn pedagogische contra-argumenten tegen te sterke comprehensivisering. Het is van belang om jonge mensen tijdig in een traject te krijgen dat het best beantwoordt aan hun talenten. Higher order cognitive skills kunnen maar ontwikkeld worden in een zekere mate van inhoudelijke specialisatie die tijd vergt (zowel voor eerder abstract-cognitieve als voor eerder beroepsgerichte richtingen). Die tijd is er niet in korte trajecten. Dit geldt a fortiori ook voor richtingen die specifieke competenties vergen die een intrinsiek lange leertijd nodig hebben." (Dus ook voor technisch inzicht en technische vaardigheden.)
DVD: Ik weet niet meteen waar het zoveel beter zou zijn dan hier in Vlaanderen."
2 Vlaams onderwijs presteert vrij goed, en ook inzake gelijkheid; en ook geenszins slechter dan zgn. comprehensief 'gidsland' Finland
Vlaanderen presteert ook goed op vlak van sociale gelijkheid.
DVD (VLOR-dag): Het percentage van laagpresteerders in Vlaanderen (dit wil zeggen met een score lager dan niveau 2) bedraagt in 2009 13,4%. Vlaanderen positioneert zich hiermee goed ten opzichte van de andere OESO-landen.
DS: Mocht u nog kinderen van 12 jaar hebben, waar ter wereld zou u ze naar de middelbare school sturen? Van Damme: Ik weet niet meteen waar het zoveel beter zou zijn dan hier in Vlaanderen.
HUMO: ik ben in mijn familie zelf de eerste universitair uit een arbeidersmilieu dankzij het aso. Het mag dan elitair zijn, het is vaak ook een springplank. Dat is het mechanisme dat veel Vlamingen van vorige generaties heeft gedreven en nog altijd drijft. Mijn vader was een bescheiden bediende die zijn zoon Latijn Griekse wou laten studeren zodat die het later beter zou hebben. Dat mechanisme heeft voor velen gewerkt, ook voor wie het systeem nu bekritiseert. Ik zou zelf ook niet graag zien dat de brede humanioravorming van het aso verdwijnt.
Vlaanderen GEENSZINS kampioen sociale discriminatie
DVD nam op de VLOR-startdag september 2012 ook afstand van de officiële stelling dat Vlaanderen kampioen sociale discriminatie is. DVD: Het is belangrijk na te gaan welke de impact is van sociale ongelijkheid op de scores, hier worden immers vrij gemakkelijk niet altijd gefundeerde uitspraken over gedaan. De leerlingen wiens thuismilieu in het laagste kwart zit op gebied van ESCS (de index voor economic, social and cultural status) halen een score van 472; de leerlingen wiens ESCS in het hoogste kwart zit scoren 572. Dit verschil van 100 lijkt vrij groot, maar het is vergelijkbaar met het OESO gemiddelde. Er zijn dus geen sterke indicatoren die aangeven dat sociale afkomst een enorme impact zou hebben op de leerprestaties in Vlaanderen. Die impact is niet zeer zeer groot, en i een stuk lager dan de scores voor België, en voor landen als Frankrijk, Duitsland, Australië, Singapore en Nieuw-Zeeland
.
Antwoord op vraag HUMO: Heeft Finland niet een brede eerste graad én goede PISA-resultaten? DVD: Het Finse onderwijssysteem bleek heel kwetsbaar. De sociale ongelijkheid in Finland is toegenomen - mede omdat er voor het nu ook meer migranten zijn dan vroeger. En plots zie je het land ook zakken in de PISA-tabellen.
DVD (HUMO): Als je rekening houdt met onze eigen complexe samenleving dan scoort Vlaanderen over het algemeen inzake kwaliteit niet zover onder toplanden als Signapore. Voor wiskunde scoren we zelfs duidelijk beter dan Finland.
Het argument van de critici van de hervormingsplannen dat je niets in het onderwijs moet herstellen wat niet kapot is, houdt dus steek. (Hier erkent Van Damme dat de vele negatieve uitspraken over de kwaliteit van ons s.o., over sociale discriminatie e.d. fout waren en dat ons s.o; ook nog steeds beter presteert dan in andere landen. Never change a winning team.)
DS: De N-VA krijgt vaak het verwijt het discours van de elitecolleges te voeren. DVD: Die elitecolleges zijn wel een belangrijke factor geweest in het succesverhaal van het onderwijs in Vlaanderen. Ze zijn in het verdomhoekje geraakt door de opkomst van het denken over gelijke kansen en welbevinden. Maar hun aanzien bij de Vlaamse gezinnen is er niet door verminderd. Bart De Wever zag dit ook en besefte daarenboven het electoraal potentieel. We mogen niet vergeten dat sommige van die colleges excellentieniveaus gehaald hebben bij veel jonge mensen. We zouden statistisch niet zo hoog zitten zonder die colleges.
HUMO: Heeft Finland niet een brede eerste graad én goede PISA-resultaten? DVD: Het Finse onderwijssysteem bleek heel kwetsbaar. De sociale ongelijkheid in Finland is toegenomen en voor het eerst komen er migranten binnen. En plots zie je het land zakken in de PISA-tabellen. Als je rekening houdt met onze eigen complexe samenleving dan scoort Vlaanderen over het algemeen niet zover onder de toplanden. Voor wiskunde scoren we zelfs duidelijk beter dan Finland. Het argument van de critici van de hervormingsplannen dat je niets in het onderwijs moet herstellen wat niet kapot is, houdt dus steek. (Hier erkent Van Damme dat de vele negatieve uitspraken over de kwaliteit van ons s.o., over sociale discriminatie e.d. fout waren en dat ons s.o; ook nog steeds beter presteert dan in andere landen.)
Besluit
Beste beleidsmensen - van welke partij ook : luister niet naar de vermaningen van Jan Van Damme en de uiteenlopende conclusies uit de LOSO-studies.
Bijlage
Recente uitspraken van Dirk Van Damme in Knack 24 mei 2019
Uit: 'Nieuwe breuklijnen in het onderwijsdebat zullen de agenda van de volgende Vlaamse regering zwaar kleuren'
Voor veel sociaaldemocraten en progressieven is de kwaliteit van het onderwijs een ongemakkelijk debat omdat men het associeert met (sociale) selectiviteit, belangstelling voor sterke leerlingen en gebrek aan aandacht voor de zwakkere.
In het onderwijsbeleid tekent zich een spagaat af tussen de eerder traditionele achterban en de nieuwe generaties hoogopgeleide progressieven. De eerste groep houdt er een vrij traditionele pedagogische visie op na (lees: vindt kwaliteit van het onderwijs heel belangrijk) die in het gevoerde onderwijsbeleid niet veel aandacht heeft gekregen. De tweede groep koestert vanuit eerder postmaterialistische waarden een heel ander pedagogisch verhaal van onderwijsinnovatie en welbevinden
Progressieven hebben de voorbije jaren allerlei vernieuwingstendensen in onderwijs omarmd, die vaak helemaal niet op deugdelijk wetenschappelijk onderzoek waren gestoeld, vanuit de idee dat wat nieuw is wellicht ook progressief uitpakt. Dat vele van die innovaties de door conservatieven bekritiseerde kwaliteitserosie mee hebben bewerkstelligd, is dan ook een ongemakkelijke vaststelling.
In onderwijsland is er eerder sprake van een 'laisser faire, laisser passer' dan van een pedagogisch goed uitgewerkt beleid.
En ook de kanker van progressief cultureel relativisme tiert welig in onderwijsland, waarbij een terecht pleidooi voor positieve erkenning van diversiteit wordt omgebogen tot een postmodern relativistisch gedogen van andere culturen, ook in hun verwerpelijke uitingen van onwetendheid en onderdrukking. Het gevolg is een enorme ineffectiviteit om onderwijs zijn rol als kanaal van integratie en emancipatie te laten spelen.
Kennisoverdracht wordt door menig pedagoog als paternalistisch en bevoogdend gezien. Maar recent wordt kennisoverdracht als cruciale functie van onderwijs geherwaardeerd
.Enkele jaren geleden was het progressief om de rol van onderwijs als kennisoverdracht te bekritiseren en kennis in te ruilen voor competentiegericht onderwijs.
(Tijdens zijn KULAK-lezing op 21 maart 2018 formuleerde DVD veel kritiek op de evolutie van kennisgedreven naar competentiegericht onderwijs en de onderwaardering van kennis. DVD: We hebben de voorbije decennia onvoldoende beseft dat we ook in Vlaanderen zon evolutie aan het maken waren. En dit is ook een zelfkritiek.
Sinds de jaren 1970 en tot op vandaag kwam er volgens Van Damme overmatige kritiek op het vigerende curriculum: sommigen vonden het te sterk kennis- en prestatiegericht.
De kritieken luidden dan: *Abstracte kennis heeft geringe impact op gedrag *In tijden van kennisexplosie is encyclopedische kennisverwerving niet langer mogelijk *Kennis werd vaak voorgesteld als gereduceerd tot accumulatie van feiten en werd geassocieerd met memorisatie en rote-learning.
*Disciplinaire vakkennis staat ver af van de concrete noden van beroepsleven. *Klassieke kennisverwerving en de vele memorisatie dienen vooral de selectiefunctie van het onderwijs en sluiten zo veel leerlingen/mensen uit (cf. Bourdieu-kritiek op het burgerlijk curriculum, die in Vlaanderen gretig overgenomen werd door Roger Standaert, veel sociologen ...
Ook Dirk Van Damme (OESO) drukte op 12 december 2017 ook al nog eens zijn grote bezorgdheid uit tijdens de Dirk Van Damme LISO-openingssessie van 12 december 2017 en via enkele tweets. We vatten even samen. "Naar de leerresultaten van leerlingen gemeten, scoort het Vlaams secundair internationaal nog steeds uitstekend, aldus Van Damme. Maar hij waarschuwde wel voor de niveaudaling.
Van Damme vroeg zich op de LISO-conferentie ook terecht af of de nieuwe eindtermen wel een juiste balans zullen bieden tussen kennis en vaardigheden.
Om onderwijs zijn emancipatorische rol te laten spelen, zowel individueel als collectief, moet het van uitstekende kwaliteit zijn. Sociale mobiliteit via onderwijs is niet mogelijk wanneer dat onderwijs van mediocre kwaliteit is. Elke toegeving aan kwaliteit is er één te veel.
Verzet van praktijkmensen tegen structuurhervorming s.o., maar niet geluisterd
Niet de oekaze van N-VA-voorzitter Bart De Wever tegen de 'afschaffing' van het ASO in 2014, maar wel het brede verzet bij scholen en leraren tegen belangrijke aspecten van de hervorming betekenden de doodsteek voor de al te ambitieuze ideeën en voorstellen. (Elders formuleerde DVD het zo: Van Damme: "Veel discussies over de hervorming van het s.o. e.d. werden boven de hoofden van de leerkrachten gevoerd. Die fout heb ik zelf trouwens gemaakt in mijn kabinetsperiode: hervormingen van bovenaf doorvoeren. Hervormingen stoten op veel weerstand als ze niet op een gedeeld eigenaarschap aan de basis steunen.
vrt.be
Beste Bart De Wever, vernieuwing algemeen secundair onderwijs kan niet nog eens 50 jaar op zich laten wachten
|