Onderwijskrant
Conserveren en vernieuwen in coninuïteit
Inhoud blog
  • Ik pleit al decennia voor dringende optimalisring en bijsturing van ons kleuteronderwijs
  • Prof. William Brooks: Was Dewey a Marxist? Toch wel volgens auteur.
  • De regel dat men op school de kans loopt om niet te slagen en te moeten overzitten, maakt inherent deel uit van het schoolspel
  • Vlaamse kritiek in 1928 op indoctrinerend & communistisch onderwijs in Sovjet-Unie : haaks op de lovende getuigenissen van Dewey in boek van 1928, in brieven van Freinet
  • Pleidooi voor dingende optimalisering taalonderwijs in de kleuterschool
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    21-05-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Evaluatie onderwijsbeleid deel 5: ontwrichting & deregulering van onze sterke eerste graad s.o.
    Ontwrichting & deregulering van onze sterke eerste graad s.o.:

     chaos & onzekerheid, aderlatin voor tso/bso en demotiverend voor tso/bso-leerlingen, leegloop 1B, , afschaffing B-attest ', problemen met nieuwe eindtermen, niveaudaling, demotiverend voor tso/bso-leerlingen, grote verschillen tussen aanbod van scholen ... .. 

    1 Einde nabij van sinds 1991 verguisde sterke eerste graad & eenheidsstructuur s.o. 

    Al bijna 30 jaar bestrijden we de hetze tegen onze schitterende eerste graad s.o. die vanaf een rapport van Georges Monard en Co van 1991 ten onrechte als een grote probleemcyclus werd voorgesteld. Met Onderwijskrant hebben wij de voorbije 30 jaar steeds gesteld en aangetoond dat onze eerste graad een succescyclus en een exportproduct was en geen probleemcyclus. Na 30 jaar komt er einde aan deze succesvolle eerste graad en eenheidsstructuur. 

    Onze internationale topscores voor PISA-15-jarigen en TIMSS-14-jarigen , ons beperkt aantal afhakers in de lagere cyclus s.o., onze beperktere schooluitval volgens Eurostat – minder zelfs dan in Finland, hebben alles te maken met het feit dat onze eerste graad een succescyclus is die een grote mate van gemeenschappelijkheid combineert met een dosis differentiatie. Die differentiatie via opties laat naast het inspelen op de verschillen ook een tijdige en soepele (her)oriëntering en passend onderwijs toe, beperkt het onderpresteren bij (sub)toppers én schoolmoeheid en gedragsproblemen bij minder theoriegerichte leerlingen. Eind 2013 concludeerden ook de onderzoekers Jan Van Damme e.a. terecht dat de beperkte(re) schooluitval in de eerste graad s.o. ook een gevolg was van het vroegtijdig aanbieden van specifieke technische opties en van ‘early tracking’/ differentiatie vanaf 12 jaar (De sociale staat van Vlaanderen, 2013). 

    Belangrijk ook was volgens ons en de Nederlandse socioloog Jaap Dronkers dat niet minder dan 70% van de leerlingen starten in een algemeen vormende optie – dat is een heel stuk meer dan in Nederland. De kans dat 12-jarigen in Vlaanderen op een te laag niveau starten is vrij laag; en bij het te hoog mikken worden ze al vlug via adviezen en B-attesten geheroriënteerd zonder een jaar te verliezen. Die belangrijke B-attesten in het eerste jaar worden nu jammer genoeg afgeschaft. 

    Op 1 april j.l. erkende ook prof. Jan Van Damme indirect dat het hier om een hetze ging. Hij stelde dat ook nog uit PISA-2003 bleek dat ons onderwijs absolute wereldtop was: onze 15-jarigen behaalden topscores. Ook voor PISA-2015 behaalden onze 15-jarigen voor wiskunde nog samen met Zwitserland de hoogste Europese score. 

    Aangezien onze eerste graad zo sterk presteerde/presteert was er uiteraard ook geen reden om de structuur van onze eerste graad en van ons s.o. op de helling te zetten. Never change a winning team! In bevragingen van leraren bleek ook steeds opnieuw dat deze de hervormingsplannen afwezen. 

    Sinds de Rondetafelconferentie van 2002 waarop aangedrongen werd op een gemeenschappelijke eerste graad luidde de reactie van Onderwijskrant: Never change a winning team. Behoud onze prima scorende eerste graad - met inbegrip ook van de B- en C-attesten die een tijdige heroriëntering mogelijk maken en zo ook het zittenblijven beperken. Voer geen nivellerende brede eerste graad in – ten koste ook van het tso/bso en van leerlingen die meer technische vakken nodig hebben. Behoud ook de opsplitsing in algemeen vormende en meer specifieke/technische onderwijsrichtingen. Nergens ter wereld werkt men met gekunstelde ‘domeinscholen’. Waarom wil Vlaanderen hier cavalier seul spelen? 

    We voerden sinds 2002 kruistochten tegen de hervormingsplannen. Er kwam ook veel verzet van praktijkmensen, rectoren van universiteiten, N-VA … En zo komt er geen brede eerste graad -in principe althans, en staat het de scholen vrij om de klassieke onderwijsvormen aso, tso, bso en kso al dan niet te behouden. 

    We krijgen nu per 1 september de invoering van een verwaterde versie van de oorspronkelijke hervormingsplannen die jammer genoeg toch leiden tot een ontwrichting van onze goed functionerende eerste graad. Geen zegeningen, maar afbraak & chaos Volgens een euforische en voortvarende minister Crevits zal de hervorming een grote sprong voorwaarts betekenen, zal het onderwijsniveau stijgen, zal het een herwaardering betekenen van tso/bso, zal de oriëntatie vlotter verlopen … Maar de overgrote meerderheid van de praktijkmensen denken daar totaal anders over- zo bleek ook uit een recente bevraging.Naarmate de hervorming van de eerste graad s.o naderde, nam ook de grote bezorgdheid van de scholen, leerkrachten en directies nog toe. Per 1 september 2019 worden de sterke kanten van die eerste graad met zijn eenheidsstructuur in sterke mate aangetast. In deze bijdrage schetsen we de nefaste gevolgen. In de bijlage diepen we de weerlegging van de hetze tegen onze sterke eerste graad verder uit.

     2 Poespas in leeraanbod eerste graad en te grote verschillen tussen scholen: veelheids- i.p.v. eenheidsstructuur 

    Er komt in principe wel geen echte brede eerste graad en er komen gevarieerde opties in het tweede jaar, maar de richtlijnen zijn zo vaag en rekbaar dat b.v. de koepel van het katholiek onderwijs en van het GO! toch bij hun scholen erop aanstuurden om zoveel mogelijk met een gelijk aanbod te werken en aldus ook de studiekeuze uit te stellen tot de tweede graad. We waarschuwden de voorbije jaren o.a. voor de fantasierijke en vrij willekeurige invulling van de keuze-uren in de eerste graad: 5 uur in het eerste en 7 uur in het tweede jaar. Dit zal leiden tot een te grote verscheidenheid tussen de scholen, tot geïmproviseerde en weinig gestructureerde leerinhouden die ook tot een te beperkte leerwinst zullen leiden. 

    Ook Dirk Van Damme’ (OESO) wees er op dat de grote vrijheid inzake invulling van de keuze-uren tot te grote verschillen tussen de scholen zou leiden (in interview in HUMO, 31 januari 2017). Minister Crevits ging er steeds prat op dat de hervorming de vrijheid van organisatie propageert en dus veel zaken laat invullen door de scholen en schoolnetten: de invulling van het complementair pakket van 12 keuze-uren in de eerste graad, al dan niet afstappen van de onderwijsvormen aso, tso en bso, ... De onderwijsbonden, het GO!, de oudervereniging VSOV ... stelden unaniem dat de al te grote vrijheid voor de scholen en leerlingen heel veel problemen zou scheppen. 

    We lazen in de krant: “We vernamen dat ook de vakbonden veel problemen hebben met de hervorming. Dat elke school de vrijheid krijgt om te doen wat ze wil, schiet duidelijk in het verkeerde keelgat. Als er zoals gezegd toch nauwelijks iets verandert, zou men het beter zo laten”, vinden zowel de socialistische als christelijke onderwijsbonden. Zij vrezen ook dat de aangekondigde maatregelen in zowel het basisonderwijs als de eerste graad van het secundair onderwijs moeilijk uit te voeren zijn op het terrein”. Namens de oudervereniging VCOV stelde Theo Kuppens: "De mogelijkheid om in de eerste graad diverse domeinen te verkennen of keuzes te maken, het verdiepen en het verbreden. Dat klinkt allemaal heel mooi, maar de vraag blijft hoe men dit alles in de praktijk zal implementeren. Ik vrees dat het er niet aan toe zal gaan zoals bij de invoering van STEM-vakken, waarbij sommige scholen allerlei richtingen opzetten waarbij de vlag uiteindelijk de lading niet dekte." 
    Nog anderen voegen zich terecht af: kunnen leerlingen in het tweede jaar wel kiezen voor een basisoptie als het keuzepakket in het eerste jaar geen verband houdt met de optie in het tweede jaar? En dan kan men de leerlingen in het eerste jaar ook niet begeleiden naar/oriënteren naar een basisoptie in het 2de jaar. 

    In het parlement wees ook Koen Daniëls (N-VA) er op 29 maart j.l. dat tal van scholen zich niet houden aan de opgelegde decretale tekst i.v.m. opties in het tweede jaar. Hij stelde dat het CLB in een bepaalde regio tijdens een informatiesessie zomaar poneerde dat het eigenlijk niet uitmaakt welke basisoptie je kiest in het tweede jaar. Het maakte ook niet uit welke resultaten je daar haalde, want er was zogezegd een uitstel van studiekeuze tot het derde jaar secundair onderwijs. Iemand stelde ook de vraag of je na het eerste jaar nog alle basisopties kunt kiezen, en daarop was het antwoord ‘ja’.” Minister Crevits gaf wel toe dat dit in strijd is met het decreet, maar de katholieke koepel en het GO! houden hier blijkbaar geen rekening mee – en Crevits grijpt ook niet in. Crevits gaf overigens in een debat van 24 februari 2016 wel toe dat er geen echt brede eerste graad kwam, maar voegde er tegelijk aan toe dat uitstel van studiekeuze behouden bleef. Zij zorgde dus zelf voor verwarring. 

    3 Leegloop van 1B en te veel zwakke leerlingen in A-stroom

     Niet enkel de COC-lerarenvakbond emaakt zich zorgen over de instroom van leerlingen vanuit het basisonderwijs naar de A- en B-stroom. Maar ook de leerkrachten en directies. Door de hervorming zal 1B leeglopen en te zwakke leerlingen zullen in de A-stroom belanden. Kinderen die een getuigschrift basisonderwijs krijgen, krijgen geen toegang meer tot het eerste leerjaar B. Ook minister Crevits heeft dit probleem nu blijkbaar eindelijk ingezien; zoals bleek tijdens de plenaire vergadering woensdag 27 maart 2019. Crevits gaf toe dat ze de verkeerde beslissing i.v.m. de toegang tot het eerste leerjaar B hadden genomen. Ze stelde: “De grootste zorg die ik vandaag hoor op het terrein, is dat kinderen die een getuigschrift basisonderwijs krijgen, geen toegang meer krijgen tot het eerste leerjaar B. Scholen zitten een beetje met de handen in het haar omdat er soms zwakkere kinderen zijn die wel het getuigschrift lager onderwijs krijgen maar graag die heel praktische vorming zouden krijgen. We moeten dat dringend evalueren.” Zelf hebben we dit al lang als een van de vele pijnpunten gesignaleerd, maar Crevits heeft dit pas nu ontdekt. 

    4 Demotivatie en meer leermoeheid tso/bso-leerlingen en minder vlotte (her)oriëntering 

    Vlaanderen beschikt voor tso/bso-leerlingen over een uniek en geïntegreerd systeem, een combinatie van veel algemene vorming met een dosis beroepsgerichte activiteiten. Eind 2013 concludeerden de onderzoekers Jan Van Damme e.a. terecht dat de beperkte(re) schooluitval in de eerste graad s.o. ook een gevolg was van het vroegtijdig aanbieden van specifieke technische opties en van ‘early tracking’/ differentiatie vanaf 12 jaar (De sociale staat van Vlaanderen, 2013). Dit alles leidt ook tot een vlotte (her)oriëntatie en tot een passende studierichting in het derde jaar. In het eerste en het tweede jaar is het straks niet langer meer mogelijk om een voldoende aantal lesuren specifieke techniek te volgen - zoals met de huidige en gevarieerde technische opties wel het geval is. 

    Leerlingen die techniek lusten, maar absoluut niet gediend zijn met een extra remedieerpakket wiskunde en wetenschappen, zullen dus met meer theorie dan voorheen geconfronteerd worden tijdens de 5 keuze-uren in het eerste jaar en de remedieeruren in het tweede jaar. Veel ruimte voor differentiatie die inspeelt op specifieke belangstelling zal er voor die leerlingen niet zijn. Het aanbod van extra taal- en wiskundelessen i.p.v. technieklessen zal bij leerlingen die al in het lager onderwijs minder interesse tonen voor de voor hen moeilijke taal- en wiskundelessen vooral demotivatie en leermoeheid uitlokken. Dit alles zal dus leiden tot meer schoolmoeheid en demotivatie bij leerlingen die traditioneel voor een specifieke technische optie kozen vanaf eerste graad. Het zal ook leiden tot een verlies aan leerlingen voor tso-bso-scholen. 

    Door het afschaffen van de belangrijke B-attesten in het eerste jaar is er ook geen vlotte (her)oriëntering meer mogelijk. 

     5 Protest directies en leerkrachten tso/bso: aderlating i.p.v. herwaardering 

    Crevits en Co pronkten steeds dat bij de hervorming de herwaardering van het technisch onderwijs centraal staat. Niets lijkt minder waar. In het vorig punt toonden we al dat de hervorming nadelig is voor de typische leerlingen in het tso/bso. De hervorming van de eerste graad zal net als in de tijd van het VSO ook een aderlating betekenen voor het tso/ bso . De directies en leerkrachten tso/bso maken zich grote zorgen over de toekomst van hun scholen. Ze vrezen voor zowel een kwantitatieve als kwalitatieve aderlating.

     Ook Dirk Van Damme (OESO) poneerde op 31 januari 2017 in HUMO: “Een onderschat element in de hervorming is de vrees van de betere technische scholen met goede opleidingen, dat kwaliteit van hun eerstejaars straks zal dalen als gevolg van hervorming s.o. " Het protest van directeurs van tso/bso-scholen is begrijpelijk. 
    Ook de invoering van het VSO rond 1970 lokte opvallend veel kritiek uit vanwege technische scholen en VTI's in het bijzonder. 

    De tso-scholen worden het meest de dupe van het wegvallen van de typische technische opties in de eerste graad, van de oprichting van domeinscholen en van de sterke reductie van de technische richtingen. Tso-directeur Armand Delepeleire verwoordde het ongenoegen vanuit het tso/ bso vrij accuraat. De directeur van het Schippersinstituut Wetteren betreurde: “De hervorming moest toch ook een opwaardering van het technisch onderwijs opleveren. Deze hervorming lijkt me echter niets meer dan een slag in het water”( De Standaard, 8 juni 2016). Delepeleire ziet de hervorming met lede ogen aan. “Belangrijke studierichtingen zullen uit ons aanbod verdwijnen, zoals elektro-mechanica en elektriciteit-elektronica”, klinkt het. “Die worden gedegradeerd tot de richting elektromechanische technieken. Dit betekent: minder wiskunde en meer praktijk. Maar bij mij zijn het wel degelijk sterke doorstroomrichtingen. Dit betekent een amputatie van ons aanbod.“ 

    Delepeleire juicht wel toe dat het paradepaardje van het tso, industriële wetenschappen, op papier zogezegd opgewaardeerd wordt, maar hij vreest dat aso-scholen met dat paradepaardje gaan lopen. “STEM in het aso maakt opgang, maar aso-scholen zullen nooit échte STEM-scholen worden. Zij hebben ook niet de knowhow in huis om engineering aan te bieden. Het gevolg is wel dat technische scholen hun sterkste leerlingen zullen verliezen aan de klassieke asoscholen.” Tso-scholen vrezen ook dat de oprichting van domeinscholen nefast zal zijn voor het tso.

     6 Bezorgdheid omtrent nieuwe eindtermen en leerplannen 

    Wij, de professoren Jan Van Damme en Roger Standaert … en tal van praktijkmensen wezen op de problemen met   de nieuwe eindtermen. Ze wezen er vooreerst op dat de grote hoeveelheid vakoverschrijdende/transversale leerdoelen financiële geletterdheid, burgerschap ... voor de eerste graad zorgwekkend is. Dit gaat ook ten koste van de algemene basisvorming die de klassieke vakdisciplines bieden, en is veelal niet afgestemd op het niveau van 12-13-jarigen. 

    In ‘Brandpunt’ van april j.l. formuleerde ook prof. em. Roger Standaert een aantal terechte kritieken op de nieuwe eindtermen. Hij maakt zich o.a. zorgen over de vele nieuwe vakoverschrijdende eindtermen. Hij is ook vrij kritisch omtrent clustering van vakken en de geïntegreerde aanpak. De eindtermen zijn volgens hem ook veel te omslachtig geformuleerd en in een Bloom-jargon, waardoor ze weinig overzichtelijk en hanteerbaar zijn. Volgens Standaert forceerde men de eindtermenoperatie waardoor er te weinig tijd uitgetrokken werd om een breed draagvlak te vinden. Ook enkel in Vlaanderen zijn de eindtermen s.o. niet met vakken verbonden 

    De aandacht voor die vele modieuze eindtermen betekent tegelijk minder aandacht voor de klassieke algemeen vormende basisinhouden en -vaardigheden. Basisvakken verliezen lesuren. Dit lokte veel kritiek uit van vakverenigingen en directies, van leraren Nederlands, Frans, Aardrijkskunde… 

    Leraar Johan De Donder schrijft over de vele nieuwe vakoverschrijdende doelen: “Een school is geen sleutel om allerlei maatschappelijke problemen op te lossen: dat behoort niet tot haar corebusiness. Als er tijd over is kunnen burgerzin, financiële geletterdheid, mondiale vorming of gezondheid aan bod komen. Toch is dat, net zoals de bedenkelijke brede eerste graad, door de strot van onderwijzend Vlaanderen geduwd.” Er kwam dus veel kritiek op de eindtermen en op de nieuwe leerplannen die in omloop zijn zonder dat ze vooraf werden goedgekeurd door de overheid.

     Leraar Pieter Van den Bossche schreef een brief naar Lieven Boeve, waarin hij zijn beklag deed over de gebrekkige wijze waarop de katholieke onderwijskoepel de hervorming en de invoering van de nieuwe leerplannen begeleidt”. Hij schreef: “ Ik en mijn collega’s zijn al het tweede schooljaar op rij in getouw zijn om de hervorming van het s.o. vertaald te krijgen naar de praktijk. Grootste struikelblokken vormden hierbij niet de krijtlijnen die door het departement Onderwijs uitgetekend zijn. De lastigste hordes die wij moesten nemen, kwamen van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen. ‘De koepel’, zo u wil. We kregen het vak ‘Mens en Samenleving’ in de maag gesplitst, om maar iets te noemen. Een vak waarvan tot nog toe niemand duidelijk kan zeggen waar het voor staat (geschiedenis? economie? een combinatie?) en dat door quasi iedereen gegeven mag worden. Geen duidelijk competentieprofiel voor nodig, blijkbaar. Ik vrees met andere woorden, meneer Boeve, dat u en de koepel die u vertegenwoordigt, een onderdeel van het probleem vormen.… Een ander sprekend voorbeeld, voor de vuist weg. Vertegenwoordigers van de koepel dweilden Vlaanderen af om directies en werkgroepen wegwijs te maken in de manier waarop het Katholiek Onderwijs Vlaanderen de hervorming uitgewerkt wou zien. Ik heb met eigen oren gehoord en ogen gezien hoe die mensen zelf met de handen in het haar stonden omdat ze geen antwoord konden geven op onze vragen. Ik vrees met andere woorden, meneer Boeve, dat u en de koepel die u vertegenwoordigt, een onderdeel van het probleem vormen.” 

    Lieven Boeve zorgde eind maart 2010 eveneens voor de nodige deining. De nieuwe eindtermen moeten volgens hem al dringend worden aangepast. Nadat hij zich vroeger eerder positief uitsprak, trok hij plots aan de alarmbel. Hij stelde dat de lat van de eindtermen te hoog lag voor zwakkere leerlingen. Er moeten volgens hem gedifferentieerde latten zijn aangepast aan het sterk verschillend niveau. Een heel merkwaardige uitspraak van de topman van een koepel die voorstander is van een brede eerste graad en die al in 2009 gemeenschappelijke leerplannen invoerde voor alle leerlingen i.p.v. de vroegere gedifferentieerde a- en b-leerplannen. De logica lijkt ver zoek. 

    7 Improvisatie, onzekerheid en chaos troef 

    Barbara Moens schreef in De Tijd “De directies van middelbare scholen trekken aan de alarmbel over de hervorming van het secundair onderwijs die volgend schooljaar start. Er is nog te veel onduidelijkheid, waarschuwen ze. ‘Dat een ingrijpende vernieuwing waar de opeenvolgende regeringen al meer dan tien jaar mee bezig zijn op een drafje geïmplementeerd moet worden, is nefast voor de goede werking van de scholen.’ 

    Directies van het secundair onderwijs vroegen in een brief aan Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits om meer tijd voor de modernisering van het secundair. Die moet op 1 september 2019 van start gaan. Er is volgens de directies nog te veel onduidelijkheid om volgend schooljaar van start te kunnen gaan. ‘Trial-and-error is allerminst de aangewezen weg om deze hervorming op poten te zetten’, waarschuwen ze. ‘Eerst meer duidelijkheid, dan invoeren, een andere weg is er niet.’ (De Tijd van 13 november 2018). 

    De nieuwe eindteren werden ook op een drafje opgesteld en niet ter beoordeling voorgeleg aan een breed publiek van prakijlmensen. Idem voor de leerplannen. 

    De klagende directies en leraren hebben overschot van gelijk, maar er wordt naar hen niet geluisterd. De al zoveel jaren aangekondigde hervorming staat nog steeds niet echt op punt, maar zal toch ze kost wat kost op 1 september doorgevoerd worden. Er zijn ook nog geen goedgekeurde leerplannen, enz. De scholen hebben ook nog geen zicht op de concrete invulling van de 2de en 3de graad. De geïmproviseerde & krakkemikkige hervormingen zullen leiden tot een chaotische toestand, veel onrust & conflicten in en tussen de scholen, overspannen directies en leraren, veel leraren die les zullen moeten geven over leerinhouden waarvoor ze geen opleiding gekregen hebben en zonder een beroep te kunnen doen op methodes, al te grote verschillen in het leeraanbod tussen de scholen en onderwijsnetten,… Dit alles zal o.i. ook tot een gevoelige niveaudaling leiden. 

    Zelfs Lieven Boeve, de topman van Katholiek Onderwijs Vlaanderen twijfelt nu blijkbaar aan de goede afloop. In een interview met Barbara Moens schreef hij: “We vragen dat de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid neemt door een gedoogperiode van twee of drie jaar in acht te nemen. De overheid kan van de scholen niet verwachten dat alle nieuwe regelgeving op 1 september perfect wordt ingevoerd. Scholen willen en kunnen zelf aan de slag met de leerplannen, maar daarvoor hebben ze tijd nodig.’ Ook het gemeenschapsonderwijs heeft begrip voor de onrust bij de scholen. ‘We brengen alles in gereedheid zodat scholen zo snel mogelijk aan de slag kunnen’, luidt het. ‘Het is kort dag.’ Het door Lieven Boeve gevraagde gedoogbeleid de komende 3 jaar wijst op de improvisatie van de hervorming en van de invoering ervan tegelijk in het eerste en tweede jaar. Dit leidt tot een grote chaos en onzekerheid, en tot meer werkdruk. De leerplannen zijn ook nog niet officieel goedgekeurd. Dit gedoogbeleid zal niet enkel in de eerste graad tot grote verschillen tussen de scholen leiden, maar ook in de erop volgende leerjaren. En wanneer zal men over aangepaste handboeken beschikken? 

    Zelfs de VLOR twijfelt nu blijkbaar aan de goede afloop van de hervormingen. In het recente VLOR-memorandum lezen we: "De afgelopen Vlaamse regeringen hebben een veelvoud aan hervormingen op poten gezet voor het Vlaams onderwijs. Denk maar aan de modernisering van het secundair onderwijs, het M-decreet, de opfrissing van de eindtermen en de inkapseling van de lerarenopleiding in het hoger onderwijs. De vraag die we ons nu moeten stellen is: werken die op de klasvloer?” De VLOR pleit tevens voor een stilstand inzake nieuwe hervormingen. Prof. Wim Van den Broeck repliceerde fijntjes: "Toch wel een vreemde oproep van de VLOR tot stilstand van de hervormingen op het moment dat de problemen van de vele hervormingen opduiken." De VLOR bracht in het verleden steeds een vrij positief advies uit over die hervormingen en nu lijkt de VLOR zich in te dekken. 8 Kritiek van leraren COV-lerarenvakbond 

    De COC-lerarenvakbond formuleerde de grote zorgen van de leraren omtrent ‘Modernisering secundair onderwijs’ (Brandpunt, maart 2019). 

    COC schreef o.a.: “ De onderwijshervormingen komen in een hels tempo op ons af. Maar op 1 september 2019 komen er wel erg veel elementen samen op één moment. Naast modernisering zijn ook nieuwe eindtermen van kracht en zijn er hervormingen in scholen en scholengemeenschappen, wordt het zorgbeleid uitgewerkt, zijn er bouwprojecten. Directies, maar ook leraren zien plots te veel op zich afkomen. De tijd dringt, en ondertussen moet er ook nog les gegeven worden. Wie volgen wil, zal ook nog hard moeten kunnen rijden. We houden ons hart vast voor mensen die de bezemwagen nu al zien aankomen. Een stuitend gebrek aan inspraak en een tekort aan informatie liepen als een rode draad doorheen de drie vormingsavonden. 

    Vernieuwingen staan of vallen met een draagvlak bij het personeel. Tenslotte gaat het hier wel degelijk over beslissingen die ingrijpen in de werkomstandigheden. Introduceren van nieuwe vakken, experimentele klasopstellingen en nieuwe werkvormen kunnen misschien wel zinvol zijn, maar worden soms in de maag gesplitst. We noteerden ook veel kritische opmerkingen waren er ook naar de organisatie van arbeidsgerichte opleidingen. (Commentaar: minder technische vakken e.d., meer theorie en dit voor leerlingen die minder theorie-minded zijn.) Het peloton van de eerste graad rijdt een diepe mist in.

     De vragen op de vormingen wezen dat uit. Wat met de middenscholen? Hoe transparant is de hervorming naar leerlingen en ouders? Hoe zullen de leerlingen van de ene school of net kunnen overstappen zonder achterstand op te lopen. (Het curriculum/leeraanbod zal veel meer verschillen dan in het verleden het geval is. Maar We kregen ook vragen rond het bekwaamheidsbewijs van leraren en vakstructuren. Onzekerheden ook voor leraren klassieke talen, muzikale en plastische opvoeding, clustering van vakken, projectmatig werken, de opdracht en het uurrooster. 

     Bijlage: historiek van hetze tegen degelijke eerste graad s.o. 

    Omtrent het OESO-INEZ-onderzoek van 1995 concludeerden de professoren Jan Van Damme e.a. dat uit het INEZ-onderzoek bleek dat 90% van de jongeren vlot vorderde van het eerste naar het vierde jaar secundair van de enheidsstructuur; dat 70% van onze Vlaamse jongeren heel tevreden was over ons onderwijs -opvallend meer dan in andere landen ( Vlaams onderwijs in de kijker, 1995).

     Uit TIMSS-1999 bij 14-jarigen bleek dat onze Vlaamse leerlingen de beste Europese score behaalden voor wiskunde en wetenschappen. Op PISA-2000 behaalden onze 15-jarigen derde plaats voor wiskunde (na Japan en Zuid-Korea) en voor leesvaardigheid (na Finland en Canada). Ook voor PISA-2003 scoorden onze 15-jarigen uitstekend. We kenden een groot aantal toppers en ook onze zwakke leerlingen en leerlingen uit lagere milieus scoorden opvallend beter dan in de meeste landen. 

    Maar topambtenaren als Monard, het overheidstijdschrift Klasse, minister Marleen Vandepoorten, profs. als Kris Van den Branden, Guy Tegenbos in De Standaard negeerden en contesteerden steeds deze topscores en bleven stellen dat onze eerste graad s.o. een grote probleemcyclus was, dat de overgang nar het s.o. dramatisch was, dat de leerlingen er te maken kregen met de waterval van Coo …

     Het ging zover dat twee KNACK-redacteurs , Misjoe Verleyen en An Peuteman, zich geroepen voelden om afstand te nemen van doemdenkers. Ze schreven op 12 december 2002 in de context van de bekendmaking van de schitterende PISA-score: “De Vlaamse scholieren behoren wel tot de internationale top. … Dit is een opsteker voor de leraren die al meer dan twintig jaar belaagd worden en soms zelfs als profiteurs worden uitgemaakt. De goede resultaten zijn ook een mirakel als we bedenken wat de opeenvolgende ministers van onderwijs de voorbije haren allemaal hebben bedacht, uitgevoerd of afgeschaft.” 

    Sinds het rapport ‘Het educatief bestel in België’ van 1991 werden de leraars-regenten verantwoordelijk geacht voor het vermeende slecht functioneren van de eerste graad, voor de zogezegd 9% zittenblijvers in het eerste jaar , voor de zogezegd moeilijke overgang van het lager naar het secundair onderwijs en voor de zogezegd matige kwaliteit van de lagere cyclus s.o. De voorbije 30 jaar publiceerden we een 25-tal bijdragen waarin we aantoonden dat onze eerste graad s.o. geen probleem- maar een succescyclus was, dat er weinig zittenblijvers waren, dat de oriëntatie mede dankzij de B-attesten vlot verliep, dat zelfs onze tso-leerlingen voor PISA-2003-wiskunde nog een hogere score behaalden dan de Finse leerlingen, dat we opvallend meer toppers kenden dan Finland … Maar ook in de hervormingsvoorstellen van minister Vanderpoorten (1999-2004), van minister Frank Vandenbroucke (2004-2009, van de commissie Monard van 2009, van minister Pascal Smet (2009-2014), van onze onderwijssociologen, van onderwijskundigen als Martin Valcke … werd onze eerste graad steeds verguisd – en ook hun leraren-regenten. Sinds 1991 werd dan ook al gesteld dat de regentaatsopleiding niet deugde. Toen minister Marleen Vanderpoorten in 2001 in een toespraak in Gent haar plannen voor de hervorming van het regentaat motiveerde met de stelling dat kwaliteit van het onderwijs afhankelijk was van de kwaliteit van de leraren, repliceerden we dat uit de goede leerresultaten voor onze 15-jarigen bleek dat de regenten wel goed presteerden.




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 04/03-10/03 2024
  • 19/02-25/02 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 29/01-04/02 2024
  • 15/01-21/01 2024
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 20/11-26/11 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 06/11-12/11 2023
  • 30/10-05/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 31/07-06/08 2023
  • 24/07-30/07 2023
  • 17/07-23/07 2023
  • 26/06-02/07 2023
  • 19/06-25/06 2023
  • 12/06-18/06 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 29/05-04/06 2023
  • 22/05-28/05 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 20/03-26/03 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 30/01-05/02 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 26/12-01/01 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 28/06-04/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 17/05-23/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 30/04-06/05 2018
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs