Niet enkel op vandaag, maar ook in het verleden worden/ werden we geconfronteerd met onheilsprofeten en verlossers die het vigerende onderwijs totaal voorbijgestreefd vinden, en als verlossing uit de ellende 'onderwijs voor de toekomst', propageren. Dit onderwijs voor de toekomst blijkt echter achteraf vaak een relatief kort leven beschoren - denk b.v. aan het lot van de zgn. 'moderne wiskunde' van weleer.
De Nederlandse wiskundeleraar René Kneyber, nieuw lid van de Nederlandse Onderwijsraad, zegt hier vandaag in Trouw o.a. het volgende over:
"Vandaag de dag staan we wel veelvuldig stil bij de toekomst en wat deze brengt. En wat dat allemaal moet betekenen voor het onderwijs. En vooral wat de arbeidsmarkt dan van ons zal verlangen. Niemand die het precies weet, maar voor het gemak gaat iedereen ervan uit dat de arbeidsmarkt van de toekomst individueler en dus asocialer is, en geglobaliseerd of gemondialiseerd voor iedereen die nog normaal Nederlands spreekt. Kinderen moeten daarom 21ste-eeuwse vaardigheden bijgebracht worden zoals creativiteit, kritisch denken en wat niet.
En wat kan je verder ook nog bedenken bij voor de hand liggende toekomsten. Een onbetaalbaar wordend zorgstelsel kan natuurlijk leiden tot een vak fysiotherapie voor jezelf, een stijgende zeespiegel tot zwemles of gesubsidieerde lespakketten over zandzakken stapelen rond je huis, en een instabiele wereldorde tot een nieuwe dienstplicht vanaf zestien jaar."
En zo las ik gisteren ook nog dat we onze 12-jarigen dringend financiële geletterdheid moeten bijbrengen omdat hun ouders dat nu al - en ook in de toekomst - niet meer leren. Waar zouden wij dat in geleerd hebben?
Kneyber vraagt zich verder ook af: en moeten we de kinderen ook de angstaanjagende 'waarheid' over de toekomst voorspiegelen? Moeten we hen voorspiegelen dat hun huis rond 2050 onder water zal staan. Het bezorgt de kinderen alvast slapeloze nachten.
Illustraties van toekomst- en verlossingsdenken in Vlaams onderwijs
*Vooreerst iets over het lot van de 'Moderne wiskunde' voor de toekomst
Rond 1970 proclameerden de Brusselse prof. Georges Papy,minister Vermeylen,
dat het wiskundeonderwijs totaal voorbijgestreefd was en dat de. formalistische en 'hemelse' 'moderne wiskunde' /New Math de wiskunde was van de toekomst, van de zoveelste industriële revolutie. En er werd enorm veel geïnvesteerd in die moderne wiskunde. Ook kopstukken van de onderwijsnetten en tal van wiskundebegeleiders namen dit refrein over. Het werd me als lerarenopleider heel kwalijk genomen dat ik hieraan twijfelde.
Op 1 september 1973 deed ik een oproep om dat soort formalisitische wiskunde niet in te voeren in het lager onderwijs, en voor meer respect voor de sterke Vlaamse wiskundetraditie. Ik beriep me daarbij op het gezond verstand , en ook op de visie van de Duitse fysicus en Nobelprijswinnaar Carl Von Weizsäcker.
Na de publicatie van mijn boekje 'Moderne Wiskunde, een vlag op een modderschuit' in april 1982 was er plots niet veel propaganda meer voor dat soort wiskunde. Zelfs de Leuvense prof. Alfred Warrinnier die me in 1982 nog de publicatie kwalijk nam, bekeerde zich een par jaar later. Het kan verkeren.
Na het verdwijnen van de New Math/Mad was het niet gemakkelijk om terug op het juiste spoor te geraken en hetzelfde niveau te behalen van weleer; maar we deden ons best.
Maar we merken dat de kopstukken van de nieuwe ZILL-leerplannen eens te meer uitpakken, maar nu met een totaal ander soort 'New Math' - dit keer voor de 21ste eeuw , met propaganda voor de contextuele en constructivistische aanpak. Ik voel me dus opnieuw geroepen om die nieuwe extreme visie - het andere extreem van de New Math van weleer - te bestrijden (zie Onderwijskrant nr. 176 e.d.) De geschiedenis van 'het onderwijs voor de toekomst' herhaalt zich.
*Dezelfde verlossingsideologie maakten we mee met het taalonderwijs: ze leidde tot de uitholling van het taalonderwijs
In de context van de eindtermen en leerplannen van de jaren 1990 stelden professoren neerlandici en leerplanvoorzitters dat het klassieke taalonderwijs vervangen moest worden door 'normaal functioneel', communicatief en taakgericht taalonderwijs waarbij de gesproken taal centraal staat. Het leidde tot een uitholling van het taalonderwijs, veel minder schrijfvaardigheid e.d. De leerlingen moesten termen als 'ventiel' niet langer leren omdat ze bij de fietsenmaker toch 'normaal functioneel 'soupape' gebruikten. Spelling, grammatica was ook niet belangrijk meer. En AN was voortaan maar een van de vele taalvarianten meer, enkel bruikbaar bij een specifiek 'taalregister'. En nu moet het hoger onderwijs de studenten weer woordenschat bijbrengen, leren deftig schrijven e.d.
*Enzovoort. Volgens de ZILL-kopstukken zouden nu b.v. ook de eeuwenoude jaarklassenprincipes voorbijgestreefd zijn: werken met leerjaren, leerstofpunten en methodes per leerjaar,
Rond 1900, 1960-1970
noteerden we ook al campagnes tegen de jaarklas die telkens afgeschilderd wordt als de oorzaak van alle mogelijke kwalen. Een school uit de omgeving schafte dan maar 2 jaar geleden op gezag van ZILL de jaarklassen af. Een jaar later werden ze gelukkig al weer ingevoerd.
-------
Passages uit de bijdrage van Kneyber in Trouw
Het is natuurlijk weinig vrolijk makend. Maar als we zouden weten dat dit de toekomst wordt, zouden we onze kinderen daar dan ook op voorbereiden? Zouden we dan vakken als mijnbouw, luisteren naar de opperbaas en rouwverwerking introduceren? En het curriculum van geschiedenis hoopvol richten op ondergronds verzet? En als een kind dan vraagt: wat heb ik hier later aan, meneer? dat je ze dan de angstaanjagende waarheid voorspiegelt?
Hetzelfde kun je je natuurlijk ook bedenken bij de wat meer voor de hand liggende toekomsten. Een onbetaalbaar wordend zorgstelsel kan natuurlijk leiden tot een vak fysiotherapie voor jezelf, een stijgende zeespiegel tot zwemles of gesubsidieerde lespakketten over zandzakken stapelen rond je huis, en een instabiele wereldorde tot een nieuwe dienstplicht vanaf zestien jaar.
Misschien ben ik gewoon te soft, maar het lijkt me afgrijselijk om kinderen voor te bereiden op de wereld zoals die wordt. Ik heb daarom besloten dat leerlingen alleen nog maar voorbereid mogen worden op de toekomst waar we ondanks alles op blijven hopen.
Hetzelfde kun je je natuurlijk ook bedenken bij de wat meer voor de hand liggende toekomsten. Een onbetaalbaar wordend zorgstelsel kan natuurlijk leiden tot een vak fysiotherapie voor jezelf, een stijgende zeespiegel tot zwemles of gesubsidieerde lespakketten over zandzakken stapelen rond je huis, ...
|