In het centrum van het ietwat slaperige Voormezele ligt de CWGC-begraafplaats Voormezele Enclosures 1 &2. Een site, die zoals de naam al laat vermoeden, wordt gevorm door twee, nu eengemaakte militaire begraafplaatsen. Eén van de eerste gesneuvelden die in Plot II in maart '15 een laatste rustplaats kreeg was de amper 17-jarige kind-soldaat John Dalton. Deze militair uit het Ierse Carrick-on-Suir diende met het stamnummer 4558 bij het 1e Bataljon van het Royal Irish Regiment toen het noodlot hem op 12 maart '15 trof in een loopgracht bij Sint-Elooi. Hij werd twee dagen later begraven in het nabijgelegen Voormezele in graf II A 5. Op deze relatief kleine begraafplaats liggen minstens drie gesneuvelden ie jonger dan achttien waren toen ze in de Vlaamse Velden hun leven lieten. De 17-jarige Donald Ernest Churchyard, een rifleman in het 4e Bataljon van de Rifle Brigade sneuvelde acht dagen na John Dalton. De eveneens 17-jarige Alexander Szize, een soldaat in the King's (Liverpool) Regiment viel op 27 maart '16. Drie jonge levens, die nooit hadden mogen opgeofferd worden...
Precies honderd jaar geleden kozen Vlaamsgezinde
militairen aan het IJzerfront ervoor om in de clandestiniteit te verdwijnen. Ze
waren het kotsbeu om als tweederangsburgers behandeld te worden door een officierenkaste
en een regering die potdoof bleven voor hun gerechtvaardigde eisen. Wanneer ze
opkwamen voor hun fundamentele rechten werd ze Et pour les flamands la même chose toegesnauwd.
En blijkbaar is er tot op de dag vandaag nog niks
veranderd in mijn geboortestad Hoogstraten. Op 11 november, Wapenstilstandsdag,
zijn de Vlaamse gesneuvelden er nog steeds tweederangsburgers. Ondanks het feit
dat ik in het verleden en bij herhaling er bij het stadsbestuur op heb
aangedrongen om conform de wettelijke verplichting, naast de Belgische
driekleur ook de vlag van de Vlaamse gemeenschap te hangen, blijft men dit vertikken.
Ze kunnen het echt niet laten De leeuwenvlag is en blijft niet welkom in
Hoogstraten op 11 november. Het is verdomme bij wet verplicht maar dat zal het
Hoogstraatse college van burgemeester en schepenen worst wezen Het is
hallucinant dat de zelfbenoemde flaminganten die als N-VAers in het Hoogstraatse
stadsbestuur zetelen dit gewoon accepteren De burgemeester is als Vlaams
volksvertegenwoordiger niet vies van haar verloning door de Vlaamse gemeenschap
maar blijkbaar wél van het officiële symbool van deze gemeenschap Of om het op
zn Bels te zeggen: Il faut le faire !
Ter gelegenheid van 11 november - Wapenstilstandsag - publiceert de VVB-nieuwsstek Doorbraak de tekst van mijn referaat van vorige zondag m.b.t. 100 Jaar Vlaanderens Dageraad aan den IJzer. Wil u meer weten over dit ideologische manifest van de Frontbeweging en de historische context waarin het geschreven werd ? U kan de tekst gratis raadplegen op:
Het is vandaag precies drie jaar geleden dat ik om 15.16 u. vanuit een B&B in Kemmel het eerste bericht van deze blog de wereld instuurde. De herdenkingen van 100 Jaar Grote Oorlog waren al een paar maanden aan de gang en ik had heel lang getwijfel of ik een blog - één van de velen - zou opstartten rond dit gebeuren. In de aanloop naar 11 november, terwijl ik voor een boek aan het werk was in het Heuvelland, heb ik dan uiteindelijk de knoop doorgehakt en ik heb er nog geen dag spijt van gehad. Ik geef toe dat het soms verdomd veel werk is, maar ik doe het met de glimlach... Als dank voor m'n trouwe lezers ben ik vandaag bij wijze van verjaardagskadootje in de oude doos gedoken en heb wat kiekjes in mijn archief van mannen van het Marinekorps Flandern gevonden, die ik graag met u deel...
De herdenking deze ochtend naar aanleiding van het verschijnen van het pamflet 'VlaanderensDageraad aan den IJzer', precies 100 jaar geleden was, naar mijn aanvoelen, een schot in de roos. De stemmige locatie 'De Koolputten' in Waasmunster liep in een mum van tijd vol en dat kan de organisatoren, VVB en VOS alleen maar plezier hebben gedaan. Ondanks mijn sterk afgenomen stemvolume en andere keelperikelen wist ik mijn lezing tot het einde vol te houden (oef...!!!) en was er nadien geen woord van kritiek (tweemaal oeffff...!) Doorbraak - hoofdredacteur Pieter Bauwens wist in zijn referaat de in 1917 gesponnen rode draad moeiteloos door te trekken naar het Vlaanderen van 2017. De gedragen bindteksten van Wilfried Haesen en de aangepaste muzikale intermezzo's door De Geuzen maakten het plaatje af. En bovendien was het uitgelezen kans om heel wat ouwe strijdmakkers uit vervlogen tijden weer te zien...Twee sfeerbeelden...
EVEN STILSTAAN BIJ .... NOVA SCOTIA HIGHLANDERS MONUMENT
Precies een eeuw geleden werd met een nooit eerder vertoonden intensiteit verwoed slag
geleverd om Passendale. Het waren de laatste, zware loodjes in een veldslag die al bijna
13 weken aansleepte en die onwaarschijnlijke offers had geëist van alle
strijdende partijen. Eén van de eenheden die het hare had bijgedragen was het
85e Bataljon (Nova Scotia Highlanders) Canadian Infantry. Deze
eenheid was in september 15 opgericht en midden februari 17 aan het front in
Frans-Vlaanderen terechtgekomen waar het in april zich onderscheiden had met de
inname van Hill 145 bij Vimy. Toen het Canadese legerkorps aangeduid werd voor
de laatste fase van de Slag om Passendale waren de Nova Scotia Highlaners van
de partij. Tussen 28 en 31 oktober baande het bataljon, verbeten om elke meter vechtend, zich een weg
naar de top van Passendale Ridge en het aan gort geschoten centrum van
Passendale. Deze actie kostte het bataljon 12 gesneuvelde officieren en 132
gesneuvelde manschappen. Meer dan 300 man werd gewond . Nog voor het Bataljon
in het voorjaar van 19 naar Canada terugkeerde werd op de plaats waar de
mannen in de bloederige herfst van 17 het verst gevorderd waren een bescheiden
monumentje opgericht, dat in 2001 volledig werd gerestaureerd. Het staat ietwat
verloren in het veld naast de Passendalestraat, ter hoogte van de Rozestraat. Breng
er eens een bezoekje wanneer u daar passeert, al was het alleen al om het mooie
panorama over het gebied dat zoveel mensenlevens heeft gekost
HERDENKING 100 JAAR VLAANDERENS DAGERAAD AAN DE IJZER
Aanstaande zondag, 5 november organiseren VOS en de VVB om 10.30 u. in 'De Koolputten' in Waasmunster een herdenking naar aanleiding van het verschijnen van het manifest 'Vlaanderens dageraad aan den IJzer', exact 100 jaar geleden. Eén van de twee gastsprekers is uw dienaar. In mijn referaat zal ik uitgebreid ingaan op de fascinerende ontstaansgeschiedenis van dit basisdocument van de clandestiene Frontbeweging maar ook aandacht besteden aan Rik Borginon en Filip De Pillecyn, de twee auteurs van dit pamflet. Ik zal meteen van de gelegenheid gebruik maken om een nieuw licht te werpen op de mogelijke inspiratiebronnen voor de schrijvers, namelijk de tot nu toe nauwelijks onderzochte piste van de contacten die sommige figuren binnen de Frontbeweging hadden met Wallinganten. Inschrijven kan nog tot en met vandaag op het nr. 03/ 366.18.50 of via E-post secretariaat@vvb.org.
Tegelijk wil ik graag even uw aandacht vestigen op het feit dat ik morgen, zaterdag 4 november, vanaf 14.00u. mijn nieuwste boek 'Vlaanderens Dageraad aan de IJzer - Een kroniek van de Frontbeweging '14/'18' signeer op de Boekenbeurs aan de stand van uitgeverij Egmont.
Morgen geen 'Zondag Frontpoëziedag'. Ik zit namelijk op de Boekenbeurs in Antwerpen om er mijn recente boek 'Verdringen Verleden' te signeren. Tussen 15.00 u. en 16.00 u. kan u mij in zaal 4 op stand 448 (Uitgeverij Polemos) aantreffen waar ik graag met u van gedachten wissel over de tragische geschiedenis van de 16e Ierse Divisie in Vlaanderens velden in de natte en vooral bloederige zomer van 1917.... Warm aanbevolen...
Op de foto een zicht vanaf de achterzijde van New
British Cemetery in Passendale op de flank van de Goudberg. Vandaag precies een
eeuw geleden vocht Ernst Jünger hier om zijn leven. Zijn eenheid, het Hannoverse
Fusilierregiment nr. 73 was op 18 oktober 17 voor de tweede keer in Vlaanderen
aangekomen om ingezet te worden bij de verdediging van Passendale. De eerstedagen hield hij zich vooral onledig
als verbindingsofficier tussen de staf van het regiment en de fronteenheden.
Een periode die de latere auteur naar eigen zeggen vooral doorbrengt met
kaarten, kou lijden en vloeken Op 26 en 27 oktober bevond Jünger zich echter
in het heetst van de strijd wanneer hij samen met zijn kameraad, leutnant
Tebbe, ter hoogte van de Mosselmarkt de visu moest gaan vaststellen of en in
welke mate de Britse troepen al waren doorgebroken bij de Goudberg. Hij
beleefde er een paar hachelijke ogenblikken.
Een uitgebreid citaat uit zijn autobiografische Oorlogsroes
in de uitgave van 2014 van de Arbeiderspers: Al na
een paar stappen lagen we onder gericht infanterievuur vanaf de
tegenoverliggende heuvels en moesten ieder voor zich van krater naar krater
springen om vooruit te komen. Toen we de volgende helling overkwamen, werd het
vuur steeds heviger zodat Tebbe een kraterstelling deed betrekken om de
beschutting van het nachtelijke duister af te wachten. Trekkend aan zijn sigaar
liep hij de sector door en deelde de groepen in. Ik besloot verder naar voren
te gaan inspecteren hoe groot de bres was, maar bleef nog even in Tebbes krater
uitrusten. Als straf voor het vermetele optreden van de compagnie begon de
vijandelijke artillerie al in te schieten op de strook grond. Een projectiel,
dat op de rand van ons toevluchtsoord ontplofte onze kaart en ogen onder de
modder spoot, maande me tot vertrek. Ik nam afscheid van Tebbe en wenste hem
veel geluk in de komende uren. Hij riep me achterna: Lieve God, laat het
avond worden. Morgen wordt het vanzelf.
We liepen
voorzichtig door het voor de vijand zichtbare terrein rond de Paddenbeek,
verborgen ons achter de loofmassas van omgeschoten zwarte populieren en
gebruikten de stammen als brug. Af en toe verdween er iemand tot zijn middel in
de modder en zou zonder de behulpzaam toegestoken geweerkolven van zijn
kameraden zo goed als zeker zijn verdronken. Als richtpunt voor onze mars koos
ik een bunker waar een groep soldaten omheen stond. Voor ons bewoog een
draagbaar met vier soldaten zich in dezelfde richting als wij. Dat een gewonde
naar voren werd gebracht maakte me achterdochtig, dus ik keek door mijn
verrekijker en zag een rij kakikleurige gestalten met platte helmen. Op dat
ogenblik knalden ook de eerste schoten. Omdat we geen dekking konden zoeken
renden we terug. De projectielen sloegen intussen om ons heen in de modder in.
De jacht door het moeras was buitengewoon inspannend, maar toen we, volkomen
buiten adem, ons een ogenblik als schietschijf aan de Engelsen presenteerden,
gaf een salvo brisantgranaten ons op slag weer nieuwe energie. Het had in elk
geval het voordeel dat het ons door zijn walm aan het zicht onttrok. Het onaangenaamste
van deze tocht was het vooruitzicht door een verwonding zonder pardon in een veenlijk
te veranderen. We renden over de kraterkammen voort als op de smalle wanden van
een honingraat. Uit met bloed vermengde waterstroompjes bleek at hier al menigeen
verdwenen was.
Vandaag is het precies een eeuw geleden dat Franse eenheden in het raam van de Derde Slag om Ieper een groot deel van het aan puin geschoten Merkem innamen. Deze operaties luiden het begin in van de laatste fase van de Slag om Passendale. Een verschrikkelijke slag in een verschrikkelijk conflict. Een ooggetuige van deze gruwel was de Franse militair R. Lebrun die een scène beschreef die hij eind oktober '17 bij Passendale had meegemaakt: 'Eén van onze infanteristen zat op de grond, steunend op zijn elleboog en met zijn uniform open. Ik moest bijna overgeven. Zijn ingewanden stroomden uit zijn buik en hij hield zichzelf vast en probeerde al dat vreselijke spul er weer in te duwen. Toe hij me zag zei hij: 'Maak er een eind aan voor me, maat. Schiet me neer. Kom op. Ik wil dat je het doet. Stop dit !'Hij had zelf geen geweer. Toen ik niets deed begon hij te vloeken. Hij vervloekte me en bleef schreeuwen zelfs toen ik was omgedraaid en weggerend. Ik had mijn revolver niet bij me. Mijn hele leven ben ik mij blijven qfvragen wat ik zou hebben gedaan...'
Vandaag uitzonderlijk geen gedicht in de rubriek 'Zondag Frontpoëziedag'. Ik heb het dit weekend net iets te druk gehad met het opstartten van mijn nieuwe blog 'Jongens van bij ons' die zich focust op de meer dan honderd Hoogstraatse oorlogsslachtoffers van de Grote Oorlog. In tweede instantie zullen op deze blog ook alle biografische gegevens van de burgerslachtoffers (vluchtelingen, Dodendraad, dwangarbeiders,...) terug te vinden zijn Alle info op:
Volgens het nauwelijks te ontcijferen opschrift achterop deze foto (klik voor een vergroting ) uit mijn privé-verzameling zou deze opname van een kapot geschoten Duitse militaire begraafplaats op het einde van 1917 in Houthulst zijn gemaakt. Is er iemand die deze opname preciezer kan lokaliseren ? Het graf vooraan is dat van tambour Paul Tobin die op 23 januari '16 gesneuveld is en momenteel rust in Vak A, Graf nr. 6085 in het Deutsche Soldatenfriedhof Langemark.
Tussen eind augustus en eind oktober 1917 overleden niet
minder dan vier militairen uit buurdorp Merksplas. Deze Dodendans werd 18
augustus geopend met het overlijden van Gustaaf van Es. Deze wachtmeester / foerier
in de 23e Batterij van het 2e Regiment Artillerie was op
17 augustus zwaar gewond in de sector Diksmuide bij een beschieting van zijn
batterij. Hij werd met een versplinterde linkervoorarm en scherven in heel het
lichaam naar het operatiekwartier van het militair hospitaal aan de Kruisstraat
in Beveren-aan-de-IJzer gebracht waar hij kort na een chirurgische ingreep
overleed. Hij werd op 21.08.1917 begraven te Beveren-aan-de- IJzer. Na de
oorlog kreeg hij een laatste rustplaats op de militaire begraafplaats van De
Panne, graf K 127. Gustaaf Van Es was
gehuwd met Helena Taveirne. In het begin van 1914 was hij beroepsvrijwilliger geworden en
gedomicilieerd in Leopoldsburg.
Op 31 augustus overleed de 33-jarige Karel Willemsen, een
in Nederland geïnterneerde soldaat van het 5e Linieregiment. Hij was -zoals wel vaker gebeurde met
grensbewoners - als geïnterneerde militair in Tilburg tewerkgesteld en bezweek
aan een ziekte in het hospitaal van Tilburg. Hij werd op 03.09.1917 om 09.30
u.begraven op de katholieke
begraafplaats te Tilburg. In de jaren 60 herbegraven in het Belgische militaire
ereperk bij het Belgenmonument in Harderwijk, blok B, rij 4 graf nr. 1. Karel
Willemsen was gehuwd met Maria Elisabeth Clijmans.
Op 16 oktober stierf Emiel Jan Dufraing, eerste opperwachtmeester
bij de Belgische Kustartillerie. Deze gewezen kanonnier van de artillerie
van de Versterkte Plaats Antwerpen overleed in het Belgisch militair hospitaal
in het Bretoense Saint Lunaire aan tuberculeuze meningitis. Hij werd
oorspronkelijk ter plaatse begraven, maar na de oorlog gerepatrieerd naar
Beerse, waar hij in 1914 gedomicilieerd was.
De laatste gesneuvelde in deze rij was de 23-jarige
Pieter Seuntjens. Deze soldaat in het 16e Linieregiment werd op
18.10.1917 ernstig gewond (aangezichtswonde, open linkerbeenbreuk en een
revolverkogel in de rechterpols) voor Diksmuide, wellicht in de sector
Kaaskerke. Hij stierf drie dagen later in het militair hospitaal l Océan in Vinkem. Hij werd op 23.10.1917
op de BMB van Oeren begraven in graf nr. 270.
Pieter Seuntjens woonde bij het uitbreken van de oorlog
in Turnhout.
Vier dagen geleden herdachten de Nieuw-Zeelanders op Tyne Cot Cemetery hun landgenoten die tijdens de laatste fase van de Derde Slag om Ieper in Vlaanderens velden vielen. Zij verloren op 12 oktober '17 in minder dan vier uur tijd, bijna 60 % van hun troepen..... Dit weekend vond opnieuw op Tyne Cot het intieme herdenkingsmoment 'Silent city meets living city' plaats. Twee activiteiten die elk op hun manier de zinloze acties bij Passendale zin proberen te geven. Ik heb in het verleden al een paar keer de aandacht gevestigd op de uitstekende korte filmpjes die de Britse historicus Dan Snow heeft gemaakt ter gelegenheid van 100 Years Battle of Passchendaele. Vandaag breng ik zijn beklijvende 'The Last Battles'. Klik op onderstaande link:
Vandaag in deze rubriek een gedicht van oude bekende
Siegfried Sassoon MC.(1886-1967) Suicide
in the Trenches of Zelfmoord in de loopgraven in een vertaling
door Rob Schouten
Ik kende een
gewoon soldaatje, / immer goedlachs, in voor een praatje, /s Nachts sliep hij altijd als een os, /
floot met de vogels erop los.
In
kille loopgraven vol stank, / geknetter, luizen, zonder drank, / schoot hij een
kogel door zn kop. / Niemand merkte hem nu nog op.
Braaf
volk, dat graag applaudisseert / als Jan Soldaat voorbijmarcheert, / bid dat ie
voor jou niet bestaat, / die hel waar jeugd en vreugd vergaat.
Morgen, 16 oktober organiseert de hoofdbib in Hoogstraten 'HOOGSTRATEN SCHRIJFT!'. U kan er tussen 09.00 u. en 12.00 u. tijdens dit literaire verwen-evenement kennis maken met Hoogstraatse auteurs en illustratoren. Ik zal er een aantal van mijn recentste publicaties signeren. Adres: Lindendreef 18 in Hoogstraten. Van harte welkom !
Voor een van mijn volgende boeken zoek ik dringend informatie m.b.t. de moord op 22 juli '17 op de Belgische adjudant en oorlogsvrijwilliger Frederik Mortelmans (°1895). Deze oudste zoon van de bekende Antwerpse componist Lodewijk Mortelmans, behoorde tot het kader van het Instructiecentrum Nr. 3 en was wellicht in het voorjaar van 1916 gedeserteerd. Hij betrok -onder de schuilnaam André Mory -samen met zijn vriendin Mariette Luelens (vermoedelijk is dit Lievens) een appartement in Rue Tholozé in het 18e arrondissement in Parijs. Hij werd door deze laatste uit jaloezie met messteken om het leven gebracht. Kan iemand mij meer info over deze militair en zijn tragisch lot bezorgen ? Ik zoek onder meer nog naar zijn plaats van begrafenis én naar wat er met de daderes is gebeurd. Alle hulp meer dan welkom...
ZONDAG FRONTPOÃZIEDAG - A MUNITIONS GIRL'S THOUGHTS
Een paar dagen geleden was het National Poetry Day in Engeland; De altijd interessante IWM - webstek Lives of the Forst World War bracht het gedicht 'A Munitions Girl's Thoughts'. Het werd geschreven door Gladys Quick (1893-1980) uit Manchester, een van de duizenden jonge vrouwen die tijdens de Grote Oorlog aan de slag waren in de Britse oorlogsindustrie.
Theres a dear
little spot called England, / Where they wait in butter queues./ Also tea,
sugar, beef and bacon, / Till it almost gives one the blues.
My Brother is
a Soldier, The only one that I have got. / If I had twenty more like him, / Id
lend them all the lot. / My Sister is a Civil Clerk, Helping her Country too. /
Sorting out the letters for Soldiers, Also the lads in Navy blue.
Im just a
munition worker, Toiling 8 hours a day./ Now we are being rationed out, Well have
to take what comes our way./ I'm working my very hardest, And just going to
test a shell. / If I'd 'Kaiser Bill' here for a minute, I'd just fire him off
to h---
Van 29 oktober tot 12 november vindt naar goede jaarlijkse traditie de Boekenbeurs plaats in het Bouwcentrum in Antwerpen. Ik signeer er op 29 oktober, 1 & 12 november tussen 15.00 en 16.00 u. op stand 448 'Verdrongen Verleden', mijn geschiedenis van de 16e (Ierse) Divisie in Vlaanderens Velden in 1917. Op 4 november signeer ik tussen 10.00 en 18.00 u. mijn nieuwste boek 'Vlaanderens Dageraad aan de IJzer: Een kroniek van de Frontbeweging 1914-1918' op stand 105. Van harte welkom...
Vanaf de zomer van '17 toen de Derde Slag om Ieper volop woedde, dreef de Britse luchtmacht haar inspanningen om de Duitse infrastructuur in West-Vlaanderen schade te berokkenen, gevoelig op. Locaties als Oostende, Zeebrugge, Roeselare of Kortrijk kregen het daarbij flink te verduren. In Kortrijk alleen, dat was omringd door Duitse vliegvelden, zouden op anderhalf jaar bijna 200 inwoners het slachtoffer worden van deze aanvallen. Hierbij drie foto's uit mijn verzameling die op 30 september en 8 november '17 werden gemaakt in Kortrijk door een Duitser die er verbleef. Het spijt me van de slechte kwaliteit maar m'n scanner heeft het begeven... Ik vond het evenwel nuttig om deze historische kiekjes met jullie te delen.