Aansluitend op mijn blog van gisteren m.b.t. het bloederige fiasco bij Loos, nu honderd jaar geleden, een mooie kijktip. In deze eerste aflevering van de erg bekijkenswaardige reeks 'The Trench Detectives' uit 2006 ging een team van archeologen, historici en forensische experts, waaronder Andy Robertshaw die als historicus verbonden is aan het Britse National Army Museum, op zoek naar sporen van de Slag bij Loos. Zij botsten daar op de stoffelijke resten van een paar Duitsers en konden door een ferm staaltje van historisch detectivewerk uiteindelijk één van hen identificeren als de 23-jarige Lepold Rothärmel, soldaat in het Bayerische Reserve-Infanterie-Regiment nr. 16. Het regiment dat bekend werd als de eenheid waarin Adolf Hitler als oorlogsvrijwilliger had gediend...
Tussen 25 september en 16 oktober 1915 werd in de mijnstreek, tussen de kolenterrils en mijnschachten bij het Frans-Vlaamse Loos een onverbiddelijke strijd uitgevochten tussen de Britten en de Duitsers. Zes Britse divisies probeerden onder dekking van gifgas ten noorden van Arras door te stoten als ondersteuning voor een Franse aanval die iets zuidelijker was gepland. De aanvallers leden erg zware verliezen bij het veroveren van het aan flarden geschoten Loos, Hill 70 en de indrukwekkende fortificatie die de naam van Hohenzollern Redoubt had gekregen. Tot overmaat van ramp draaide de wind waardoor heel wat van de Britse troepen te kampen kregen met hun eigen gas...Ondanks de hoge verliescijfers wisten de Britten behoorlijk wat terreinwinst te boeken maar deze ging in de loop van de volgende weken bijna integraal verloren door de opeenvolgende Duitse tegenaanvallen. Toen de gevechten in het 'Zwarte Land' eind oktober '15 - nu precies een eeuw geleden - luwden, telden de Britten meer dan 60.000 man aan verliezen. Een onwaarschijnlijk hoge tol voor een strijd die nauwelijks winst had opgeleverd...
De helft van de bataljons die op 25 september aan de aanval hadden deelgenomen waren van Schotse origine. Twaalf van deze bataljons maakten deel uit van de reguliere, territoriale of zgn. 'New Army'- eenheden die organiek behoorden tot de reguliere 1e, 2e en 7e Legerdivisies, terwijl 24 andere Schotse bataljons uitsluitend uit vrijwilligers bestonden die zich hadden gemeld voor dienst in de nieuw opgerichte 9e en 15e Schotse divisies van Kitcheners 'New Army'. Niet minder dan 8 van deze bataljons verloren bij Loos meer dan 500 manschappen elk... Niet voor niets vormde de strijd rond dit Frans-Vlaamse plaatsje een zwarte bladzijde in de Schotse militaire geschiedenis.
want binnenkort rolt een nieuw boek van mijn ouwe kameraad Jan Vancoillie van de persen. Wie het werk van deze auteur kent weet dat elk boek van hem een schoolvoorbeeld is van hoe een militair/historische publicatie zou moeten zijn; vlot geschreven, accuraat én interessant. Op 24 oktober wordt zijn nieuwste boek 'De Duitse militaire begraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog in Moorslede' voorgesteld. Moorslede telde samen met Slypskapelle tijdens de Grote Oorlog een twaalftal militaire begraafplaatsen waar meer dan 4.000 gesneuvelden een laatste rustplaats kregen. Iedere site wordt in het boek uitgebreid beschreven met - zoals we dat intussen van deze auteur gewoon zijn - heel wat aandacht voor de persoonlijke verhalen van deze gesneuvelden. Dit wordt ongetwijfeld weer 208 pagina's lang genieten. Al was het maar voor de 263, hoofdzakelijk nooit eerder gepubliceerde afbeeldingen die in deze publicatie werden opgenomen....
Het boek wordt uitgegeven door Jan Vancoillie in samenwerking met de Heemkundige Kring van Moorslede. De verkoopprijs bedraagt 24,95 euro (verzendkosten in ons land + 5,50 euro)
Alle inlichtingen en bestellingen bij de auteur: aok4@telenet.be
Ik heb niet de gewoonte boeken in één ruk uit te lezen, maar voor Peter Barton's 'The Lost Legions of Fromelles' maakte ik graag een uitzondering. Barton voorstellen staat in het wereldje van WO I - 'liefhebbers' gelijk aan het intrappen van een open deur. Met zijn naslagwerken die gebaseerd waren op panoramafoto's van het Westelijk front, bezorgde hij ons niet alleen nieuwe inzichten maar ook een kostbare tijdscapsule. Het onooglijke Frans-Vlaamse dorpje Fromelles, op een steenworp van Ieper, staat in de geschiedenis geboekstaafd als de plaats waar de Australische troepen in juli '16 op amper vierentwintig uur tijd 5.553 slachtoffers - waarvan een kleine 2.000 gesneuvelden - telden, na een mislukte ondersteuningsaanval voor het Britse offensief bij de Somme. Het werd de meest dramatische en traumatische dag uit de militaire geschiedenis van Australië. In tegenstelling tot zovele andere Britse auteurs, deed Barton ook uitgebreid onderzoek in de Beierse militaire archieven, waardoor voor het eerst niet alleen beide zijden van de medaille belicht werden, maar ook de officiële Australische militaire geschiedschrijving kon worden gecorrigeerd. Uit het bijzonder grondige onderzoek van de auteur blijkt dat de geallieerden in 1916 niets maar dan ook niets geleerd hadden uit eerdere ervaringen in deze sector. De vergissingen die bij een compleet mislukte offensieve actie in mei '15 waren begaan, werden in juli '16 gewoon opnieuw herhaald met desastreuze gevolgen voor de A.I.F.... Wat dit boek nog boeiender maakt is dat het ook het verhaal reconstrueert van de 'verloren legioenen', de honderden Australiërs wiens lichamen na de strijd niet werden teruggevonden. Barton, die in dit verband baanbrekend onderzoek verrichtte in de archieven van het Internationale Rode Kruis in Zwitserland, vertelt hoe men enkele jaren geleden niet alleen erin geslaagd is om de stoffelijke resten van een 250 Britse en Australische vermisten terug te vinden in een paar, lang vergeten massagraven, maar ook hoe men via DNA-onderzoek een groot gedeelte van hen wist te identificeren. Met dit Fromelles - project, dat we grotendeels te danken hebben aan de vasthoudendheid van de Australische leraar Lambis Englezos, werd militair/archeologische geschiedenis geschreven. 'The Lost Legions of Fromelles' is geen gemakkelijk boek, maar is in mijn ogen wel een schoolvoorbeeld van hoe het moet...
Moeder de vrouw heeft haar traditionele herfstschoonmaak gehouden met mij als een eerder (on)willige poetshulp bij de hand. Na ampel beraad werd besloten een paar boekenkasten naar andere oorden te versassen en ben ik nu, wegens accuut plaatsgebrek, verplicht tot het opruimen van een deel van mijn collectie. Aanstaande zondag verkoop ik tegen zachte prijs enkele honderden, aan de Grote Oorlog gerelateerde titels en artefacten tijdens de wekelijkse antiek- en rommelmarkt in het CC De Warande in Turnhout. Ongetwijfeld een buitenkansje voor de bibliofiel én verzamelaar. Afspraak op 25 oktober van 08.00 u. tot 12.00 u. in de hal van het CC De Warande in Turnhout... !
White City Cemetery is één van 4 CWGC-sites in de gemeente Bois-Grenier, een paar kilometer ten zuiden van Armentières. Dit Frans-Vlaamse dorpje bleef tijdens het grootste deel van de oorlog in geallieerde handen. Deze kleine begraafplaats, naar een ontwerp van Herbert Baker bevat 92 Britse graven - waarvan 9 niet geïdentificeerde - en 3 Duitse graven. Deze site werd in oktober '14 opgestart door fronteenheden en bleef 14 maanden in gebruik. Het grootste deel van de militairen die hier een laatste rustplaats kregen kwamen om bij aanval van 25 september '15, toen hier een afleidingsaanval plaatsvond ter ondersteuning van de offensieve actie bij Loos. Je vint hier vooral graven terug van mannen die behoorden tot de King's Own Yorkshire Light Infantry, de Royal Berkshires en de Sherwood Foresters. Op deze site bevindt zich ook de laatste rustplaats van de amper 16-jarige Clifford Spink (C.9), private in het 2nd. Bn. Lincolnshire Regiment, die op 3 augustus '15 in deze sector sneuvelde. Zijn oudere broer, de 24-jarige sergeant Alfred Spink, 1/4 Lincolns, sneuvelde twee maanden later en wordt herdacht op het Loos Memorial.
Deze ochtend werd op deze blog de kaap van de 75.000 'hits' overschreden. Binnen iets meer dan een maand 'vieren' ik het eenjarige bestaan van deze blog en kan ik niet anders dan met enige tevredenheid terugblikken op dit -soms turbulente- opstartjaar.Ondertussen hebben bijna 8..000 individuele bezoekers de weg naar 'Vlaanderens Velden' gevonden en blijkt een groot deel van hen dit ook nog eens trouw te doen. Waarvoor onze welgemeende dank ! Intussen maakt zowat de hele redactie zich deze morgen op om deze feestelijke gebeurtenis te vieren met een dagje spelevaren...
Sinds een drietal weken is de kapelanij van Alveringem waar Cyriel Verschaeve (1864-1949) als onderpastoor van 1911 tot 1939 woonde opnieuw geopend. Verschaeve oefende tijdens de Eerste Wereldoorlog een ongewoon sterke invloed uit op heel wat Vlaamsgezinden aan het IJzerfront en zou een belangrijke rol gaan spelen bij het tot stand komen van onder meer Heldenhulde en de Frontbeweging. Zijn woning - die sinds 1984 voor het publiek was opengesteld - heeft nu een - broodnodige - opfrisbeurt en een nieuwe, hedendaagse museale invulling gekregen. Rond en in het gebouw komen kunnen de bezoekers niet alleen meer over de intrigerende figuur van de bekendste bewoner te weten komen maar ook Alveringem, dat tijdens de Grote Oorlog een belangrijke positie innam tussen het eingenlijke front en het hinterland. Het, in opdracht van het gemeentebestuur vernieuwde museum, werd gerealiseerd door Exponanza i.s.m. het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams- nationalisme (ADVN) en de VZW Kapelaan Verschaeve.
Vandaag overleed precies 100 jaar geleden mijn dorpsgenoot Constant 'Stan' Goetschalckx in Front Lazarett nr. 35. Twee dagen later werd hij begraven op het Duitse militaire ereperk op de gemeentelijke begraafplaats in Ichtegem. Omstreeks1923 werd hij daar ontgraven en overgebracht naar de BMB van Keiem, waar hij tot op de dag van vandaag rust in graf nr. 246. Zijn grafzerk daar vermeldt echter foutief 5 oktober '15 als sterfdatum... Stan Goetschalckx werd op 13 januari 1894 op het Meerse gehucht Werkhoven geboren als zoon van Adriaan Goetschalckx en Maria Snoeys. Bij het uitbreken van de oorlog hielp hij zijn vader die intussen weduwnaar was geworden op de ouderlijke boerderij. Als milicien van de klas van 1914 vervoegde hij op 22 september '14 het leger. Hij kreeg in het 'Centre d'Instruction' in Honfleur een basisopleiding als infanterist en kwam op 22 april '15 aan het IJzerfront terecht als soldaat in de 2e compagnie, 1/2 van het 12e Linieregiment, een eenheid waarin heel wat van zijn streekgenoten dienst deden. De Duitsers lanceerden op 2 oktober 1915, na een zware beschieting, een goed voorbereide aanval op de zgn. Dodengang bij Kaaskerke. De Duitse stoottroepen die tot in dit loopgravenstelsel wisten door te dringen konden slechts met moeite worden teruggedreven door de mannen van het 12e Linie dat die dag 15 gesneuvelden , 44 gewonden en 7 vermisten telde. Twee dagen later vielen ze opnieuw de Dodengang aan. Minstens twee soldaten uit het Hoogstraatse werden er op die dag krijgsgevangen gemaakt: Alfons Snels uit Wortel en de ernstig gewonde Stan Goetschalckx. Louis Comhaire, een onderofficier uit het 12e Linie beschreef hoe de stellling eruit zag die Goetschalckx en Snels hadden verdedigd, nadat ze de aanvallers met handgranaten hadden verdreven: 'Na een laatste inspanning is ook Post 1heroverd. de vijand heeft zich teruggetrokken, doch de loopgracht is gans vernield. Tussen e versplinterde houten balken en de aan stukken gereten zakjes aarde liggen drie lijken: drie Belgen met de bajonet afgemaakt: een luitenant en twee soldaten.' De gesneuvelde officier was Gietschalckx pelotonsofficier, onderluitenant Georges Putzeys en ook de twee gesneuvelde soldaten, korporaal Emile Bigonville en oorlogsvrijwilliger Mathieu Gelders hadden in zijn compagnie dienst gedaan...
Deze
militaire begraafplaats met een oppervlakte van 54 are telt 537 graven, waarvan
26 onbekenden en bevindt zich aan de Steenkerkstraat, achter de dorpskerk van
Steenkerke, nu een deelgemeente van Veurne. Hier stonden ooit 52
heldenhuldezerken, waarvan 9 de tand des tijds hebben doorstaan. Hier liggen
overigens ook nog 29 Britten begraven en achteraan links staat de privé
graftombe voor oorlogsvrijwilliger Joseph Naus, die op 4 augustus 18
sneuvelde. Zijn broer Hugues, werd in december 40 bij de Azoren getorpedeerd
en wordt eveneens op dit monumentale grafmonument herdacht.
Steenkerke
lag tijdens de Grote Oorlog ver genoeg van het front verwijderd om er
kantonnementen voor de troepen in te richten. Tijdens de IJzerslag was hier in
de gemeentelijke meisjesschool een triagepost waar gewonden en zieken werden
opgevangen en verder doorgestuurd naar de militaire hospitalen. Vanaf oktober
14 vonden hier ook onvermijdelijk begrafenissen plaats en dit is zo gebleven
voor de duur van de oorlog. Wanneer in 1917 in het nabijgelegen Vinkem bij de
hoeve De Torrelen een mobiel hospitaal als annex van lOcéan in De Panne
operationeel wordt, zullen heel wat van de militairen die in Vinkem overlijden,
in Steenkerke worden begraven.
Oorspronkelijk lag ook Joe English, de ontwerper van de heldenhuldezerk
begraven. De eerste IJzerbedevaart, die als een pelgrimage naar de graven van
bekende Vlaamsgezinde gesneuvelden begon, vond in 1920 in Steenkerke aan het graf van Joe
English plaats. In 1932 werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de crypte van de IJzertoren in Kaaskerke.
Op het kerkhof van Westvleteren, ten oosten van de Sint-Martinuskerk ligt verscholen achter een haag, een klein Frans militair ereperk. Hier liggen 200 Franse gesneuvelden begraven, waarvan 18 onbekenden. Bijna een kwart van hen stierven bij de harde afweergevechten in november '14 tussen Bikschote en Langemark. 53 Anderen kwamen dan weer om het leven in april en mei '15 bij de strijd die de geschiedenisboeken zou ingaan als de 'Tweede Slag bij Ieper'. De meeste gesneuvelden op deze stemmige, met rozen beplante en bijna vergeten begraafplaats dienden in de 38e Division d' Infanterie en de 87e Division d' Infanterie territoriale.
Eergisteren opende de Post haar nieuwe kantoor aan de Eiermarkt in Anwerpen. Hiermee komt een definitief einde aan het imposante historische postkantoor aan de Groenplaats, dat al geruime tijd te koop staat. Het lijkt mij een gepast ogenblik om de vraag te stellen wat er met het oorlogsmonument voor de gesneuvelden van de Postdirectie Antwerpen gaat gebeuren... Het wat ? hoor ik u al vragen... In de doorsteek in de hal van het postgebouw naar de Pandstraat hangt al jarenlang een bronzen herdenkingsplaat uit 1924 die niet alleen de gesneuvelde postmannen uit beide wereldoorlogen herdenkt maar ook, en dat is toch wel bijzonder, de omgekomen agenten die tijdens de Eerste Wereldoorlog actief waren bij het illegaal overbrengen van poststukken naar en van het IJzerfront via Nederland. Het zou jammer zijn indien de nieuwe eigenaars van dit pand dit historische kleinood zouden laten verdwijnen.
VERDWENEN DUITSE BEGRAAFPLAATSEN - EHRENFRIEDHOF WESTROZEBEKE
Twee foto's van Ehrenfriedhof Westrozebeke die wellicht omstreeks januari - februari 1916 werden gemaakt. Deze kleinere Duitse militaire begraafplaats was één van minstens drie op het grondgebied van deze gemeente. De eerste gesneuvelden - die tot de 51e Reserve-Division behoorden - werden hier wellicht nog voor het einde van 1914 begraven. Meer dan 50 van de gesneuvelden die hier een laatste rustplaats kregen behoorden tot het Rijnlandse Reserve-Infanterie-Regiment nr. 236 dat in de zomer van 1915 een klein monumentje op deze site plaatste. Tijdens de Derde Slag om Ieper liep deze begraafplaats zware schade op door de onophoudelijke beschietingen van het centrum van Westrozebeke.
Een paar weken geleden, op een mistige ochtend ergens eind augustus, in Boezinge door het meer dan manshoge maïs naar Talana Farm Military Cemetery gewandeld. Het was een toch wel speciale ervaring, want door de dichte rijen maïs verdwenen al snel de geluiden van de druk bereden Diksmuidseweg en leek het warempel wel even of je, mede door de laatste nevelslierten, een andere wereld binnenstapte. Deze GWGC-site, naar een ontwerp van Reginald Blomfield, bevat de stoffelijke resten van 529 Britse gesneuvelden, waarvan er 14 niet konden geïdentificeerd worden. Voor 6 gesneuvelden, waarvan wordt aangenomen dat ze hier als naamlozen begraven werden, werden 'special memorials' opgericht. De begraafplaats werd in april '15 opgestart door Franse troepen en twee maanden later overgenomen door de Britten, die zich in deze sector vestigden. Deze site bleef als dusdanig in gebruik tot maart '18.
Bijzonder is wel dat Talana Farm Cemetery een eigen Facebookpagina heeft:
Hij was volgens de gegevens van zijn militair stamboekdossier 1 m. 75 lang en had kastanjebruin haar. Jan August Mertens werd op 14 april 1897 in Herentals geboren in het gezinnetje van Joannes Baptist Mertens en Maria Van Mechelen. Op zijn zestiende ging hij in zijn geboorteplaats aan de slag als stukadoor. Amper een jaar later brak de oorlog uit en werd de Kempen in oktober '14 bezet. Begin januari '15 trok Jan Mertens de rijksgrens over en engageerde zich op 28 januari in Folkestone als oorlogsvrijwilliger. Na een opleiding van 5 maanden in het kamp van Auvours belandde hij aan het IJzerfront in de rangen van de 6e cie., 2e Bn. van het 10e Linieregiment. Op 2 augustus '18 werd hij op slag gedood bij een artilleriebeschieting van de verbindingsloopgrachten in de sector Sint-Jacobs-Kapelle. Een granaatscherf had zijn schedel doorboord. Vier dagen later werd hij begraven op de BMB van Hoogstade in graf nr. 454. Het geld voor zijn heldenhuldezerk werd ingezameld door zijn streekgenoten die zich verenigd hadden in het werk van 'Heldenhulde Herentals'. Deze heldenhuldezerk kon echter pas na de Wapenstilstand geplaatst worden omdat het Eindoffensief de plannen van 'Heldenhulde' had doorkruist. Het was meteen ook een van de laatste zerken die door deze groep werden geplaatst. Op het einde van de maand april 1925 werd deze grafzerk door de Dienst der Militaire Grafsteden van deze site verwijderd, vernietigd en vervangen door een Belgische militaire standaardzerk.
Een van de meest poëtische grafschriften die ik ooit op een militaire begraafplaats aantrof is het epitaaf op het graf van korporaal Robert C. Green op 'Pheasant Wood Military Cemetery' in Fromelles. Op zijn zerk staat op verzoek van de familie 'Hushed by a broad-winged breeze' gebeiteld. Green, die afkomstig was uit het West-Australische Wyening, behoorde tot het 32nd. Bn. Australian Infantry, een eenheid die was ingedeeld bij de 8th. Brigade en die in augustus '15 geformeerd werd. Wellicht werd deze foto van een zelfverzekerd voor zich uitkijkende Green in zijn veldtenue - terug te vinden op de erg interessante webstek 'Australian War Memorial' - genomen in de periode kort voor de eenheid op 18 november '15 Australië verliet. Na een oponthoud in Egypte belandde het bataljon in juni '16 in Noord-Frankrijk. Op 19 juli '20 kreeg de eenheid haar vuurdoop bij Fromelles, één van de meest desastreuze acties van de hele oorlog. Het 32nd. Bn. Australian Infantry verloor er 718 man aan gesneuvelden, gewonden en vermisten. De eenheid had op minder dan 24 uur inzet, ruim 75 % van haar effectieven verloren, waaronder de 30-jarige korporaal Green.... Hij was decennialang één van de honderden Australische vermisten van deze verschrikkelijke veldslag. Tot in 2009 na grondig historisch- en veldonderzoek een aantal massagraven werden ontdekt en 250 gesneuvelde Australiërs en Britten een definitieve laatste rustplaats kregen op het speciaal voor deze gelegenheid aangelegde 'Pheasant Wood Cemetery'.
Sinds de VZW Kempens Landschap het beheer over het fort van Duffel heeft overgenomen komt er terug schot in dit bijna vergeten - maar ooit zo belangrijke - relict van de Grote Oorlog. Vanaf zaterdag 19 t.e.m. zondag 27 september loopt er van 11.00 tot 18.00 u. (met uitzondering van maandag - sluitingsdag) een tentoonstelling 'De gamel van de soldaat '14-'18'. Samensteller Jean - Philippe Préaux is als adjudant op rust een ervaringsdeskundige op het vlak van de culinaire geneugten die de ABL haar militairen voorschotelde en zal hierover op 18 september in het spoorwegfortje een - weliswaar Franstalige- lezing komen geven. Inschrijvingen zijn gratis, maar gelet op het beperkte aantal plaatsen is het kwestie van snel te reserveren: reservatie@gidsenfortduffel.be
De late zomer van 1915 werd in het kanton Hoogstraten gekenmerkt door een reeks van bloederige grensincidenten. Op 9 augustus '15 werd aan de grens tussen Strijbeek en Meerle de 32-jarige smokkelaar Adriaan Valentijn doodgeschoten door Nederlandse grenstroepen. Hij had deel uitgemaakt van een groep van 15 smokkelaars die in de beboste heide tussen de Goudberg en de rijksgrens met hun waar werden betrapt. Ze werden gesommeerd halt te houden, maar sloegen op de vlucht waarop het vuur werd geopend en hij dodelijk werd getroffen. De in Rucphen geboren Valentijn woonde in 1915 in Etten-Leur en was een zoon van Johannes Valentijn en Adriana Jaspers. Hij was gehuwd met Maria Heeren, wiens broer Johannes in 1916 ook in Srijbeek zou worden doodgeschoten door een Nederlandse grenspatrouille.
Dat het zelfs ver van de grens, maar nog binnen het Sperr-gebiet niet altijd pluis was werd een paar dagen later in Rijkevorsel bewezen. Op 21 augustus '15 werd in het volle dorpscentrum van Rijkevorsel een fietser doodgeschoten door een Landstürmer. Het relaas uit 'De Gazet van Hoogstraten': 'Zaterdagavond, rond half zeven kwam het tot een dodelijk treffen te Rijkevorsel. Een fietser, een zekere Gabriëls uit Schilde, werd aan 'den Drijhoek' door een Duitsche patrouille tegengehouden. Bij controle bleek dat Gabriëls valsche identiteitspapieren op zak had. Na deze ontdekking, sloeg hij een van de twee Duitsche soldaten tegen de grond en koos het hazenpad. De andere Duitscher achtervolgde de vluchteling en loschte drie schoten, welke doel troffen. Aan een beek gekomen, welke hij over wilde, stuikte hij er hals overkop in en bleef dood liggen. Bij lijfonderzoek werd een geladen revolver in zijne zakken gevonden '. De 30-jarige Jozef Leopold Gabriëls was een inlichtingenagent van de Belgische Militaire Veiligheidsdienst en belast met het coördineren van de activiteiten van een aantal vluchtlijnen langs de grens en het observeren van troepenverplaatsingen in het Antwerpse. Op het ogenblik van zijn overlijden zat hij al geruime tijd ondergedoken bij Jozef Hellings op het Rijkevorselse gehucht Koekhoven, van waaruit hij een aantal verzetsacties coördineerde.
Een paar dagen later betaalde opnieuw een inwoner van de Noorderkempen de hoogste prijs. Ditmaal was het de 20-jarige schoenmaker Jan Baptist De Koninck , die op 1 september '15 'aan de draadbleef hangen ' op het Meerse gehucht Gestel. Wellicht was hij vergezeld door zijn buurman Jef 'Snep' Wegner en Edmond 'Fluut' Bogaerts, twee notoire brievensmokkelaars. Dit wordt althans bevestigd door de Hoogstraatse postmeester Peeters toen hij medio de jaren 60 aan de redactie van het Hoogstraatse Milac-blad 'De Gelmelwacht' verhaalde over '14-'18: ' ...Ik was in de geheime dienst gesukkeld. Mijn werk bestond erin mannen zoals de klene Koninckx, Mon Fluut en de Wegner die de brieven moesten overbrengen, in te lichten. De Duitse officier die mij ingekwartierd lag zette namelijk elke dag de wachten aan de draad uit. Die dacht natuurlijk niet dat het brave schurftige schaap van een postmeester in z'n papieren zou komen snuffelen waar deze wachten juist opgesteld werden. Zo kwam het dan ook dat mijn mannen gewoonlijk vroeger op de hoogte waren dan de Duitsers zèlf... Eén keer hebben ze ons echter verrast. De Wegner kwam alleen terug en wist niet wat er met de kleine Koninckx gebeurd was. Enkele dagen later hebben ze hem teruggevonden... Hij was dood en zijn hand was verbrand. Hij zal waarschijnlijk verschoten zijn en moet daardoor de draad hebben aangeraakt. ' Volgens de overlevering was het de eerste keer dat De Koninck - die tot dan toe enkel postpaketten tot aan de grens had gebracht - door de draad zou trekken en werd hij inderdaad door Bogaerts en Wegner begeleid. Toen De Koninck al door de buitenste prikkeldraadversperring was gekropen en net wou testen of er ook effectief stroom op de 'Dodendraad' stond, werd het trio opgeschrikt door een naderende Duitse patrouille. De twee ervaren gidsen kozen het hazenpad en wisten te ontsnappen, maar De Koninck moet waarschijnlijk in paniek de draad hebben aangeraakt. Toen de Duitsers zijn vader sommeerden om het lijk te komen herkennen, toonden ze hem een blauw-verbrande hand...
Diezelfde dag viel ook in Zondereigen een slachtoffer te betreuren. Op de Heikant werd landbouwer Jaak Verstraelen in de rug geschoten door een Duitse grenswachter. Het gezin Verstraelen had toestemming gekregen om hun gronden aan de Nederlanse zijde van de grens te bewerken. Dit bood hen dan ook de kans om wat te smokkelen. Het verhaal gaat dat men Jaak verwittigd had dat er in Baarle-Hertog een brief was aangekomen van zoon Jan, die als karabinier aan de IJzer stond. Zoon Karel moest in die periode op Nederlands grondgebied gaan hooien en ze hadden een afspraak gemaakt dat Karel de brief zou gaan ophalen en over de draad gooien naar zijn vader. Er werd een deal gesloten met een bereidwillige Duitser die op het gepaste ogenblik wel in ruil voor een paar Marken een oogje zou toeknijpen. Jaak Verstraelen had zich echter, door het gebruik van de Belgische tijdsaanduiding van uur vergist en de 'goede' Duitsers was intussen al afgelost. Onwetend van dit feit negeerde Verstraelen dan ook diens bevelen om halt te houden. Hij werd prompt neergeschoten en overleed 3 dagen later aan zijn verwonding. De soldaat die het fatale schot had gelost was blijkbaar zwaar aangeslagen door het feit dat hij uitgerekend Jaak Verstraelen had doodgeschoten want hij sliep al drie maanden in het bakhuis van Verstraelens hoeve aan de Heikant....
Je hebt er maandenlang naar uitgekeken en eindelijk daar is ie dan.... de gedigitaliseerde oorlogspers. Vloekend heb ik maandenlang in de door mij gefrequenteerde bibliotheken en archieven tevergeefs publicaties aangevraagd, die telkens opnieuw bleken uitgeleend te zijn in functie van dit enorme digitaliseringsproces. Aan deze frustratie is nu eindelijk een einde gekomen want sinds 3 september is www.nieuwsvandegrooteoorlog.be online. Dit unieke samenwerkingsproject van diverse bibliotheken en instellingen, onder wetenschappelijke en redactionele coördinatie van het Cegesoma, ontstond ruim twee jaar geleden uit een samenwerking tussen het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA), de Vlaamse Erfgoedbibliotheek, FARO en PACKED. Door het online brengen van 360.000 pagina's persmateriaal - gaande van kranten over weekbladen en frontblaadjes tot pamfletten - is een van de grootste databanken in zijn soort in de wereld gecreëerd. Er werd hiervoor geput uit de collecties van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, de universiteitsbibliotheken van Gent en Leuven, de provinciale bibliotheek Limburg, de archiefinstellingen ADVN, KADOC, AMSAB & Liberaal Archief en het Memorial Museum Passchendaele 1917. Voortaan is het afgelopen met het doorbladeren van stoffige en vooral kwetsbare papieren dragers en kan je op ontdekkingstocht in de geschriften van de Grote Oorlog vanuit je luie zetel.... Een welgemeend DANKUWEL namens deze Blog...!
Vandaag een gedicht van Frans Braspenning - zie mijn blog van gisteren - dat hij op 6 augustus 1915 in de loopgrachten voor Ramskapelle schreef en enkele weken later in het door Floris Prims in Engeland uitgegeven bannelingenblad 'De Stem uit België' verscheen.
Vlaanderen
O Vlaanderland ! Uw rijke velden / Zijn als 'n barre woestenij / Daar heuvelt thans 'n puinenrij / Waar vroeger welvaartsbronnen welden /
Uw zonen vielen : reine helden / Want nimmer duldt ge slavernij / Hun dood bewaarde u, Vlaanderen, vrij ! / Geen ketens ooit uw lenden knelden /
Wees fier dan, Vlaanderen. Treur niet langer ! / Uw toekomst is van glorie zwanger : / Eens zijt ge weer 't zaligste oord /
Dan zal mijn oog verrukt aanschouwen / Uw dorpen, steden, uw landouwen / Uw kinderen : 't is al met glans omboord.'