Na de Dag van het
Socialisme: Politiek als beweging
We waren op zaterdag 20 maart met zon zevenhondervijftig in de Vooruit.
Zevenhonderdvijftig mensen van alle generaties en alle mogelijke
achtergonden, beginners, herbeginners of gevorderden in het socialisme,
en allemaal enorm enthoesiast over het gebeuren. Het was een
fantastische dag, zeker ook voor de Ronde Tafel van Socialisten, de
initiatiefnemers. Maar het echte werk begint nu pas.
Jan Blommaert
De Dag van het Socialisme is nu al een
brokje geschiedenis: een moment van samenhorigheid, een dag waarop de
oude linkse passie plots terugkeerde, de dag waarop links uit zijn lange
winterslaap ontwaakte na twee decennia stilte. De Dag betekende, zeker
voor de initiatiefnemers, een breuk met het verleden. Klein Links is
dood, groot links is terug. Gedaan met de cultuur van kibbelen en
vliegen afvangen, en resoluut het spoor op van de dialoog, van
pluralisme, samenwerking en solidariteit, en terug naar de essentie. Wie
naar de bekvechtende liberalen luistert merkt trouwens dat zij nu Klein
Rechts geworden zijn; de kibbelcultuur laten we dus gaarne aan hen.
Het
was een fantastisch moment. Maar één ding is duidelijk: het mag geen
socialisme voor één dag blijven. Na deze hoogmis moet een volgehouden en
doorgedreven werking in de breedte en de diepte ontwikkeld worden.
Hiervoor kunnen we enkele grote lijnen schetsen en wat volgt is een
voorzet in die richting. Ik zie ze zelf als de lessen die ik persoonlijk
heb getrokken uit de Dag van het Socialisme.
1. We moeten
werken aan een politieke beweging. Die beweging moet en zal
intens samenwerken met georganiseerde structuren zoals partijen en
vakbonden. Haar werking mag er echter niet toe herleid worden. Politiek
als beweging betekent immers lange termijn politiek, geen politiek die
zich enkel richt op het onmiddellijke electorale resultaat, en evenmin
een politiek die zich veel moet gelegen laten aan vragen zoals die naar
opportuniteit (is dit wel het juiste moment?), aansluiting bij de
dominante ideeën en structuren, de zoektocht naar macht en zo meer. Dat
betekent eveneens dat dit soort politiek principieel is, en zich niet
hoeft te laten leiden door pragmatische berekening.
We zijn de
laatste decennia dit model van politiek als beweging kwijtgeraakt., want
de professionele politiek heeft zichzelf geherorganiseerd als een
permanente campagne-machine die bestendig verkiezingen voorbereidt en
zich derhalve enkel door marktstudies en opiniepeilingen laat leiden.
Men heeft in dezelfde beweging het middenveld opgegeven en aan de media
overgeleverd. Die media eisen nu de rol op van het vroegere middenveld,
bombarderen dat middenveld met infotainment en leggen daardoor de kern
van het middenveld lam: de kracht en de wil om zichzelf te informeren en
op basis van die informatie in actie te komen. Die kracht en die wil
zijn historisch altijd de grote kwaliteiten van het middenveld geweest.
Het
feit dat dit laatste nog kan, dat dit broodnodig is, en dat dit het
verschil kan maken, werd aangetoond tijdens het Lange-Wapper Referendum
van afgelopen jaar. Daar kwam een beweging in actie, gevoed door
uitmuntende expertise en een goede verspreiding van informatie, en
aangedreven niet door forse kapitaalsinjecties van het VBO, de
havenbonzen en UNIZO (de vroegere werkgever van Kris Peeters, zoals we
weten), maar aangedreven door gemotiveerde vrijwilligers. Als we
socialisme terug op de kaart willen zetten, en als we socialisme terug
als reële politieke macht willen herstellen, dan moeten we dit model
volgen. We zullen het immers niet moeten hebben van UNIZO; we moeten het
hebben van mensen die zich verenigen rond een aantal duidelijke
idealen.
2. We moeten informeren en aan
standpunten-ontwikkeling doen. Twintig jaar stilte rond
socialisme en zijn Marxistische instrumenten hebben ertoe geleid dat
vele mensen gewoon niets afweten van dit ideeëngoed. Dat geldt voor een
groot deel van de jeugd, maar ook voor heel veel leerkrachten en voor
het overgrote deel van de journalisten die ik ken. We moeten mensen
informeren over socialisme als idee en als brok geschiedenis, hen
informeren over onze argumenten, en hen zo in staat stellen om rond de
grote themas van deze tijd eigen en afwijkende standpunten op te bouwen
standpunten die een echt alternatief bieden voor de pensée unique die
thans domineert en haar failliet voortdurend bewijst. Dat is een
essentieel socialistisch beginsel: dat we mensen zelf in staat moeten
stellen om hun eigen analyse van de realiteit te maken, daar hun eigen
plek in te vinden en hun eigen belangen leren te zien. Mannekens, ga
eens terug Marx lezen is dus een uitspraak die we dikwijls (en zonder
schaamte of schuchterheid) zullen herhalen.
In zo een project van
informering en standpuntenbepaling moeten we niet rekenen op de grote
media. Zij zijn niet ons doelpubliek, en wij zijn voor hen ook niet
meteen hip en hot als socialistische beweging. Een initiatief zoals De
wereld Morgen daarentegen is cruciaal in dit alles. Het is daar dat we
terug anders kunnen informeren, een andere reeks argumenten kunnen laten
horen en een ander doelpubiek kunnen aanspreken. Samenwerking met dit
medium vind ik dan ook van kapitaal belag (forgive the pun) voor deze
beweging.
Het is eveneens een essentieel socialistisch standpunt
dat we net daardoor werken aan een betere, complete democratie. Een
democratie kan enkel gebouwd worden op kritische, goed geïnformeerde en
autonoom denkende burgers. Dus niet op doodgewerkte workoholics voor wie
het leven bestaat uit steeds meer stresserend werk, onderbroken door
lange uren televisiekijken en occasionele consumptie-explosies. Die
One-dimensional Man, zoals Marcuse hem benoemde, is wat anderen als
ideale democratische burger zien. Dat ligt voor de hand, want een
dergelijke burger is eindeloos te manipuleren en uit te buiten. Wij
willen werken aan een ander burgerschap, gebaseerd op mensen die
zichzelf compleet kunnen ontplooien als mens, niet enkel als
arbeidskracht. Het is die visie die onze kritiek op het huidige
arbeidsklimaat aanjaagt, op de actieve welvaartstaat waarin
gepensioneerden eindeloos moeten bijklussen omdat de pensioenen
ontoereikend zijn, en op het onderwijs dat steeds meer evolueert naar
een productielijn voor grotendeels afgewerkte producten voor de
arbeidsmarkt. We hebben echte mensen nodig, geen murw geslagen robotten.
3.
We moeten mensen weer ideologisch helpen denken. Dat wil
zeggen: we moeten ze helpen denken in termen van een Groot Verhaal, niet
van een veelheid aan kleine verhaaltjes. Die kleine verhaaltjes hebben
de politiek vanaf de jaren 1990 volledig gedomineerd: alle partijen
praten nu nog enkel over concrete en haalbare oplossingen en
antwoorden op vragen die ze zelf hebben bedacht, en die in zoveel
gevallen een zeer dubieuze realiteitswaarde hebben. Het is door die
verschuiving dat we heel wat sociale kwesties denk aan armoede,
marginalisering en dakloosheid nu onder veiligheidsbeleid laten
schuilgaan. De grote en diepe bewegingen, de systeem-eigenschappen, die
aan dergelijke fenomenen ten grondslag liggen die zien we niet meer.
Het is de samenhang tussen duizend-en-één kleine feiten die we moeten
benadrukken, het feit dat al die schijnbaar los staande gevallen samen
horen in grotere patronen en bewegingen, en dat men dus een Groot
Verhaal nodig heeft om hierin helder te zien. Socialisme is een Groot
Verhaal, een fundamentele kritiek, niet van details (is Freija nu wéér
zwanger??) maar wel van een groot en allesomvattend systeem dat
kapitalisme heet. Daarop moeten we onze pijlen richten.
4.
Doorheen dit alles moeten we ons bewust zijn van de diepe invloed van
het neoliberalisme. Twintig jaar pensée unique heeft ervoor
gezorgd dat mensen allerhande zaken zonder verdere bedenkingen
aanvaarden. Ze nemen termen over zoals de concurrentiekracht van onze
bedrijven, terwijl die bedrijven vanzelfsprekend niet van ons zijn
Opel, Carrefour en zoveel andere gevallen maken dat nu toch wel heel erg
duidelijk. Wie dan zegt dat wij onze banken hebben gered moet
beseffen dat dit inderdaad wij zijn wij moeten de enorme factuur van
die reddingsoperatie betalen. Maar het zijn alweer niet onze banken:
het zijn de banken van de grote aandeelhouders, ze zijn geen eigendom
van de samenleving. Mensen spreken ook makkelijk van bedrijfslasten
terwijl het hier om solidariteitsbijdragen gaat, in een systeem dat er
(althans oorspronkelijk) op gericht was allerhande catastrofale
eigenschappen van het kapitalisme te verzachten werkloosheid is daar
het duidelijkste element in. Dat soort bijdragen zijn dan ook enkel
lasten voor de privé ondernemer; voor de samenleving zijn ze (en vergeef
me even deze niet helemaal gelukte woordspeling) lusten en geen lasten.
Die diepe invloed van het neoliberalisme zal ons parten blijven
spelen in heel wat van de standpuntenbepaling die we moeten uitvoeren.
In de media, bij de overheid, in het onderwijs en in de volksmond is het
neoliberale jargon het standaardpatroon geworden. Iedereen vindt het de
normaalste zaak van de wereld dat een journalist of een minister
spreekt over het redden van het bedrijf wanneer dat bedrijf honderden
mensen afdankt, en weinigen stellen de vraag wie of wat er hier
eigenlijk gered wordt. Hier is flink wat werk aan de winkel, maar ook
hier hebben wij (als enigen) een echt alternatief te bieden. Als we dit
alternatief ingang kunnen doen vinden, dan zullen we echt aan de
bevrijding van de mensen hebben gewerkt. En daar doen de nieuwe
socialisten van de Dag van het Socialisme het voor.
We waren er zelf niet bij maar we steunen dit initiatief natuurlijk
voluit al geloven we niet zo heel erg meer in grote debatten. Maar het
heeft inderdaad toch iets teweeg gebracht in de linkerhoek die in
Vlaanderen al te lang verdeeld en vooral stil is gebleven tegen al dat
nationalistische en neo-liberale geraaskal. Het wordt dus hoogste tijd
om links een eigen smoel te geven en, om het op zijn Grieks te zeggen,
de huidige aan de macht zijnde plutocratie weer schrik aan te jagen.
Want de rijke elites hebben voldoende bewezen dat enkel het eigen gewin
hun drijfveer is en daarom verklaren we hen de oorlog. Punt gedaan. Zij
zorgen er voor dat duizenden, miljoenen in de miserie zitten, al is het
ook een beetje onze eigen schuld want we kunnen met zijn allen met heel
wat minder leven en anderen tenminste een leefbaar minimum garanderen.
Hieronder een zeer interessant site met zeer interessante artikels en we
geven jullie d'r een heel lang maar uiterst interessant gratis voor
niks cadeau: http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/03/21/waarom-onze-economie-de-knoei-zit-en-wat-eraan-te-doen
alleen
vinden we het niet kunnen maar toch veelbetekenend voor de huidige
media, dat bovenaan ongewilde reclame gemaakt wordt voor de liberale
vakbond. Laat het ons hier nu eens erg duidelijk stellen tot spijt van
wie het benijdt, een "liberale vakbond" is een zichzelf tegensprekende
combinatie van twee woorden. Punt uit.
Waarom onze economie in de
knoei zit, en wat eraan te doen
In Vooruit in Gent hebben zaterdag 750 mensen de Dag van het Socialisme
bijgewoond, met voordrachten en discussie in acht werkgroepen. Deze
voordracht 'Mondiale arbeids- en inkomensverdeling, ook in
sociaalecologisch perspectief' is gehouden op uitnodiging van de
werkgroep economie.
Mondiale
arbeids- en inkomensverdeling, ook in sociaalecologisch perspectief'
Niemand
kan uitleggen waarom vele hard werkende mensen amper een euro per dag
verdienen terwijl mislukte bankiers tientallen miljoenen inpikken.
Zo
mogelijk nog minder valt te verdedigen dat onze economie ooit maar goed
zou kunnen werken en voor onze welvaart blijven zorgen als ze haar
grootste kapitaal - de planeet aarde - opvreet, van klimaatverandering
tot overbevissing en ongezien verlies van biodiversiteit.
En
geen een die kan verklaren waarom we niets te vertellen zouden mogen
hebben aan monopolistische of slecht geleide energieconcerns, banken,
autoconstructeurs, telecombedrijven, farma- of zaadmultinationals
terwijl we al vele jaren voor alle reuzenwinsten zorgen... of net moeten
vermijden dat ze bankroet gaan.
Machtsverhoudingen nog
altijd van tel
De aanpak van de financiële crisis vertelt dat
machtsverhoudingen nog altijd van tel zijn, en zelfs doorslaggevend. Wat
onze overheden echt hadden moeten doen, is de financiële sector streng
reguleren en vooral de privé grootbanken inruilen voor overheidsbanken
én ruimte creëren voor coöperatieve spaarbanken. Het is niet gebeurd,
integendeel. De grootbankiers zijn bij machte om de staten naar hun
pijpen te laten dansen en de financiële middelen die wij met z'n allen
ophoesten bijna exclusief te laten inzetten voor hun redding.
Die
macht valt nog meer op voor wie de tegenstelling opmerkt met de aanpak
van al die andere crises. Anders dan bij falende banken - door hun eigen
schuld, laten we dat vooral niet vergeten - weigeren onze overheden in
te grijpen. Neem de voedselcrisis. Voor het eerst in de menselijke
geschiedenis zijn er nu meer dan 1 miljard hongerige mensen. En meer dan
ooit zijn degenen die zorgen voor ons eten, bijna anderhalf miljard
boeren en boerinnen, bedreigd in hun bestaan. Velen van hen lijden zelf
honger. Deze landbouw- en voedselcrisis is overduidelijk het gevolg van
overheden die zich verplicht zien wel bankiersbonussen te redden, maar
niet bereid zijn de boeren en boerinnen te redden die ons eten
voortbrengen. Ze weigeren de markt te helpen met het vastleggen van
leefbare voedselprijzen voor de boeren. Evenmin creëren overheden een
geldstroom, niet om weg te gooien in bodemloze bancaire putten, maar om
te investeren in een productievere en duurzame landbouw, in echte
welvaart dus.
Net zo leert de sociale crisis ons over heel manke
economische en sociale machtsverhoudingen. Die ongelijkheid vertaalt
zich in een onthutsende, een verbijsterende vaststelling: de helft van
alle mensen die werken verdient minder dan anderhalve euro per dag...
kent iemand een land waar daar menselijk van te leven valt? Dit moet
beter. Waar blijven de staten om deze ongelijkheid aan te pakken, en hun
middelen aan te wenden om aan inkomensoverdracht te doen naar wie daar
echt recht op heeft. Oh ironie, die middelen vloeien vlotjes naar de
bankiers... en de groeiende inkomensongelijkheid is net voor het
grootste deel veroorzaakt door het financiële kapitalisme dat door hen
is aangestuurd. De ecologische crisis wijst evenzo op ongelijke
machtsverhoudingen. Want in essentie draait die crisis om verhoudingen
waarbij het dominante financiële en economische bestel erin slaagt te
ontsnappen aan zijn plicht de grenzen van de aarde te respecteren... en
op die manier in sneltreinvaart ons ecologische kapitaal, ons grootste
kapitaal, om zeep helpt. Opnieuw, ook hier is een andere keuze mogelijk.
Meer zelfs, die is levensnoodzakelijk.
De crisis van de
democratie dan, en van de politiek in het algemeen, die bestaat er
fundamenteel in dat zij weigert al deze crisissen als onomstotelijke
vertrekbasis te nemen voor elk beleid, in de overtuiging dat hiermee
geen stemmen of publieke steun te rapen zouden zijn. En dus analyseert
de politiek onvolkomen of zelfs foutief wat ons overkomt, verzuimt zij
de noodzakelijke antwoorden te formuleren en weigert zij de financiële
en economische wereld dwingend te sturen in de richting van een
sociaalecologische economie en van een meer democratische economie
waarin werknemers, burgers en samenleving meer greep hebben op hun
economische bestaan.
Juist ja, er is onmiskenbaar ook een crisis
van de massamedia. Die hebben - zelfs al willen heel veel journalisten
het anders - blijkbaar andere zaken aan het hoofd dan ons wegwijs te
maken in al die crises én te zoeken naar de goede antwoorden. Zo
verzaken ze aan hun plicht.
Waarover zou het publieke debat
kunnen gaan? Misschien over welvaart, werk en hoe de crisis overstijgen
We
beleven de grootste crisis in tachtig jaar en onze regeringen en
overheden, in Vlaanderen, in België, in Europa én op het mondiale vlak,
ze staan er vooral bij en kijken ernaar. Nog altijd gaat het publieke
debat veel te weinig concreet én diepgaand over hoe we morgen welvarende
samenlevingen kunnen bouwen. Trouwens, kan iemand uitleggen waarom de
politieke wereld al die tijd heeft gewacht? Waarom ze niet al maanden,
jaren en zelfs decennia geleden in gang is geschoten?
De
geschiedenis waarschuwt nochtans hevig. De eerste globalisering van onze
economie vanaf midden negentiende eeuw kreeg een zware schok met de
Eerste Wereldoorlog begin vorige eeuw en ging ten onder in de
financieel-economische crisis van de jaren dertig, gevolgd door het
verdwijnen van bijna alle democratieën en het bloedbad van de Tweede
Wereldoorlog.
Wie vandaag niet wil zien dat onze huishouding net
als toen meer dan stevig uit de haak is en we in een diepe crisis van
dat economische systeem zijn beland, negeert de feiten. Wereldwijd
minstens vijftig miljoen werklozen erbij, op alle continenten een steeds
kleiner deel van de welvaartstaart voor wie van zijn of haar werk moet
leven, en de helft van alle werkende mensen die minder verdienen dan
anderhalve euro per dag: dit is een gevaarlijke cocktail die
samenlevingen en democratieën ernstig bedreigt en zelfs kan doen
kapseizen. Politici die geen topprioriteit maken van een economie die
welvaart creëert én verdeelt, zijn ziende blind en onverantwoordelijk.
Een
slechte economische globalisering
Wat is er gebeurd? We
hebben de markten mondiaal vrij gemaakt voor de financiers en voor de
economie, eerst vooral voor de industrie. Dat is nog verdedigbaar op
voorwaarde dat de werknemersrechten beschermd zijn zodat we een opgaande
sociaaleconomische spiraal beleven. Vervolgens zijn we dat ook gaan
doen voor diensten en landbouw, met veel minder succes.
Met de
inschakeling in de wereldeconomie van China, India, de vroegere
Sovjetunie en andere voormalige communistische landen is de hoeveelheid
arbeid in de mondiale economie verdubbeld terwijl er veel minder
kapitaal is bijgekomen. De verhouding is dus veranderd in het nadeel van
de werkenden.
Intussen maakt de derde industriële revolutie
economische globalisering makkelijker: niet alleen industriële, ook heel
wat dienstenjobs kunnen gedelokaliseerd, onder andere via de virtuele
globale fabriekshal die het internet is.
Zo komt het dat de
economie in hoge mate vrij spel heeft gekregen om de wereld rond op
jacht te gaan naar de goedkoopste arbeid: dat is ons mondiale
uitzendkantoor.
We zijn beland in een omgekeerde wereld: normaal
is het geldwezen (spaar- en kredietwezen) er voor de economie, en
economie hebben we nodig om onze samenlevingen mogelijk te maken en goed
te kunnen leven. Die logica is nu al zowat 30 jaar volledig omgedraaid
We
geven wereldwijd afdwingbare rechten aan geld, aan goederen en aan
diensten. Maar tot nu hebben we geen of veel te weinig afdwingbare
rechten gegeven aan wie werkt evenmin trouwens aan het milieu. Zelfs
de fundamentele arbeidsrechten zijn niet gegarandeerd. Dit is de wereld
op zijn kop, een wereld waarin je recht hebt om te speculeren op honger,
waarin Argentijnse fabrieken dichtgaan om de munt te redden, waarin
jobs worden weggesneden en dus inkomens afgepakt omdat het een hogere
bonus oplevert
Europa en de Wereldhandelsorganisatie organiseren
de Europese en de globale markt waar het bedrijfsleven op zoek kan (en
zelfs moet) naar de goedkoopste productiefactoren.
Maar waar
blijven de sociale en ecologische regels? De verplichting van
minimumlonen zodat werknemers fatsoenlijk kunnen leven van hun arbeid?
van werk voor ieder die wil en kan werken? Het is jammer voor de
Britten, maar het sociale Europa is niet mogelijk met hen, dus moeten we
het (voorlopig) maken zonder hen. Als het zonder hen kan voor de euro,
of voor Schengen, waarom dan niet voor het sociale Europa?
De
basisnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie, de verplichting om
vakbondsvrijheid te respecteren, het mensenrecht op sociale zekerheid
en een leefbaar inkomen (die staan in de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens), wanneer gelden die overal? Kan de wereld
aanvaarden dat werknemers elkaar beconcurreren met hun sociale
zekerheid, met hun inkomen, zo noodzakelijk om te leven?
Wil dat
alles nu zeggen dat grotere markten en globalisering noodzakelijk slecht
moeten zijn? Neen, zeker niet. Het is een groot geluk b.v. dat de
economieën van Europa zo verweven zijn geraakt als vandaag. Het heeft de
oude nationalismen en oorlogen wellicht voorgoed ondenkbaar en
onmogelijk gemaakt. Maar bijna al die Europese welvaartstaten huldigden
wel een model van sterke sociale correcties, een stuk democratisering
van de economie, het idee dat vakbonden best sterk zijn om voor het
nodige evenwicht te zorgen en optreden van de overheid waar nodig. Dat
zijn we aan het vergeten.
Terecht kan men er op wijzen dat de
inpassing van Spanje, Portugal en Ierland, veel armere landen, in Europa
geen problemen heeft veroorzaakt, dat zij en wij er eigenlijk beter van
zijn geworden.
Het is héél juist dat Europa aan de opkomst van de
nieuwe industrielanden in Azië en Oost-Europa voordeel heeft gedaan.
Onze handelsbalansen met de meeste van die landen was positief. Als we
er in slaagden om de gaten die hier vielen door delokalisatie op te
vangen door sociale begeleiding, en vooral, door nieuwe werkgelegenheid
met meer toegevoegde waarde, dan wonnen we allebei.
Maar er is
geen enkele wet die garandeert dat we altijd zulke positieve economische
en sociale spiraal beleven. Het kan ook omgekeerd. En dat is wat me
momenteel riskeren en zelfs meemaken met de intrede van massaal veel
weinig beschermde of zelfs onbeschermde arbeid op de wereldmarkten.
Onvervalste
economische oorlogen op de wereldwijde markten
Zo komt het
dat op onze planeet oorlogen woeden die onnoemelijk veel meer
slachtoffers maken dan gewapende conflicten of terrorisme, en ons
bestaan veel ernstiger bedreigen. Merkwaardig genoeg besteden we daar
vrij weinig aandacht aan, en gaan we er zelfs veelal achteloos aan
voorbij.
Op de wereldwijde markten woeden onvervalste economische
oorlogen. De uitkomst van die botsingen van belangen tussen de
economisch machtigen en de massa onmachtigen is dat de opbrengsten en de
inkomsten steeds verder in de richting van de machtigen verschuiven. In
de loopgraven van deze economische oorlogen komen elke dag
tienduizenden mensen om en verliezen honderdduizenden anderen hun
bestaan. Dit zijn uiterst smerige oorlogen, die net zoals landmijnen
dikwijls geniepig hun slachtoffers maken.
De markten en de
machtigen moeten geen verantwoording afleggen over de rijkdommen die
overal door malafide bedrijven worden ingepikt voor te weinig geld,
waardoor samenlevingen geen middelen overhouden voor
inkomensherverdeling, goede gezondheidszorg en onderwijs; ze moeten zich
niet verantwoorden voor de veel te karige beloning voor arbeid,
waardoor zelfs werkende mensen niet fatsoenlijk kunnen leven van hun
loon; ze verantwoorden zich niet voor de inkomensongelijkheid die ze
veroorzaken, en niet voor de honger die ze creëren; ze doen dat evenmin
voor de corruptie die ze installeren, voor hun belastingontduiking, voor
hun vernietiging van milieugoederen, voor hun weigering betaalbare
geneesmiddelen te verschaffen of voor hun ondermijning van de
democratie
De markten en machtigen voeren dag na dag hun grote
oorlog tegen de mensenrechten, een oorlog die miljoenen mensen hun
rechten op leven ontneemt, en ze lijken daarbij onschendbaar. Althans,
zo laten wij ons wijsmaken, want ze kunnen enkel zo tekeergaan omdat we
hen laten begaan. Niets verbiedt ons om de markten te verplichten de
mensenrechten te respecteren.
Ons ruimteschip aarde staat in
brand
Maar deze crisis is nog erger. Van klimaatverandering tot
overbevissing doorboren we met onze huidige economie ditmaal ook de
ecologische pijngrenzen van onze aarde. Ons ruimteschip aarde, ons huis,
staat in brand. Of we het graag hebben of niet, het meest
waarschijnlijke scenario voor onze wereld is dat van een
sociaalecologische ineenstorting over minder dan vijftig jaar. Dan
stuikt onze welvaartsproductie in elkaar en vallen onze samenlevingen
uiteen. Voor al wie dit ongeloofwaardig of onmogelijk acht, alle
verdwenen beschavingen dachten wellicht ook dat hun beschaving niet ten
onder kon gaan, bijna tot vlak voor hun ondergang. Zo verging het de
bewoners van Paaseiland, zo verging het ook de Maya beschaving. Let wel,
een scenario, hoe waarschijnlijk ook, is geen voorspelling. Niemand
verplicht ons die koers te blijven aanhouden. We zijn volledig vrij om
het stuur te keren, weg van de sociaalecologische catastrofe.
De
Derde Wereldoorlog
Jawel, intussen is ook een nieuwe
wereldoorlog begonnen, ook al beseffen weinigen dit. Hij haalt
natuurlijk niet het televisiejournaal of de voorpaginas van de
populaire kranten. Toch is hij zelfs al lang voorbij de fase van de
drôle de guerre die sommigen menen te ontwaren. Het is de oorlog die we
voeren tegen onze eigen planeet. We voeren een biogenocide tegen de
biodiversiteit. Dat woord is geenszins overdreven want we laten planten
en dieren verdwijnen aan een tempo dat naar schatting duizend keer hoger
ligt dan de natuurlijke snelheid van uitsterven. Nochtans is de mens
voor zijn overleving afhankelijk van die biodiversiteit.
En we
warmen onze planeet op. De gevolgen van die mishandeling zijn deels
onvoorspelbaar, maar ze zijn wel altijd pijnlijk want de leefbaarheid
van ons huis zal achteruit gaan. Voor de achterhoede van
klimaatsceptici: het is waar, natuurlijk is er leven na de opwarming.
Het is niet omdat Amsterdam, Antwerpen, New York en Sjanghai − en nog
veel meer steden, en vele van de vruchtbaarste landbouwgebieden op onze
aarde onder water verdwijnen dat de menselijke samenleving niet zou
kunnen overleven. We kunnen er zelfs voor kiezen om onze grote
kuststeden te verhuizen en een nieuw onderkomen te geven op hoger
gelegen plaatsen. Maar dit is niet de makkelijkste weg. Het is
rationeler om dat alles niet te ondergaan en voor een andere weg te
kiezen. Diegenen die het minst of zelfs helemaal niet verantwoordelijk
zijn voor de opwarming, krijgen trouwens de zwaarste klappen. Arme
eilandstaten verdwijnen (deels) onder water, grote delen van Afrika
worden droger, de landbouwopbrengsten zakken, tientallen miljoenen
inwoners van het dicht bevolkte Bangladesh moeten verhuizen, en nog veel
meer mensen in andere ondergelopen regios en steden overal ter wereld
verliezen alles.
Alle landen die weigeren om het extra
broeikaseffect dat de mens creëert af te remmen, verklaren de oorlog aan
onze planeet en aan de huidige en vooral toekomstige slachtoffers van
die opwarming. Zij zijn, met de voorlopig grootste supermacht jammer
genoeg op kop, verantwoordelijk voor het ondergraven van onze economieën
en de ongeziene welvaartsdaling die op ons afkomt. Die zal massaal veel
mensen onnodig het leven kosten en nog veel meer mensenlevens ruïneren,
zelfs in de VS, of zijn we de orkaan Katrina al vergeten? Het is
trouwens een vooraanstaande Amerikaan en Nobelprijswinnaar die zijn
eigen land een schurkenstaat noemt omdat het bereid is het welzijn van
de wereld in gevaar te brengen om zijn eigen kwistige levensstijl te
behouden.
En waarom woeden deze oorlogen? Omdat zowel in de
marktenoorlogen als in de ecologische oorlogen kleine minderheden het
winnen van het algemeen belang. Of juister nog: het zijn niet zijzelf,
maar hun kortzichtige economische en financiële belangen die winnen.
Geen
samenleving en geen politiek zonder economie, geen economie zonder
planeet
Wie zou ooit de keuze tussen brandstof voor onze
voertuigen of eten voor de armsten, tussen opwarming van de aarde en
CO2-rantsoeneringen, tussen meer Ferraris laten rijden of sociale
passiefwoningen bouwen, saai durven noemen?
Wie ernstig met
die vragen bezig wil zijn, moet langer en dieper stilstaan bij de
economie in haar brede betekenis. Want economie betekent nog iets anders
en vooral veel meer dan beurskoersen en kwartaalresultaten. De
economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de
mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed
mogelijk te gebruiken om aan de behoeften te voldoen. Economie is dus
kiezen, kiezen welke behoeften vervuld worden en welke niet.
De
economie leert ons wat we produceren, met andere woorden welke goederen
en diensten we voortbrengen; ze leert ons hoe de productie daarvan
gebeurt en voor wie we produceren.
De hoe-vraag maakt ons wijzer
over de manier waarop de productiefactoren − arbeid, grondstoffen,
kapitaal en kennis − ingezet worden. Die vraag herbergt of verbergt dus
ook het ecologische vraagstuk: hoe graag sommigen het ook willen
ontkennen, de economie kan maar zo groot zijn als de aarde kan
(ver)dragen.
De vraag voor wie herinnert ons aan het
verdelingsvraagstuk. Al te makkelijk vergeten we dat economie zowel gaat
over het creëren als over het verdelen van de welvaart, ze zijn allebei
even belangrijk en ze horen onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn.
En
telkens worden er keuzes gemaakt. Geloof vooral niet dat die opgelegd
zijn door zogenaamde economische wetmatigheden; het keuzeproces verloopt
allerminst neutraal of waardevrij. Hier zijn, laten we dat hier
extra beklemtonen, de machtsverhoudingen van tel.
Als er al
wetmatigheden gelden, zijn het die van de biofysica. Die vertelt ons wat
de biofysische grenzen van onze planeet zijn die de economie
noodgedwongen moet respecteren. De economie is nu eenmaal een onderdeel
van het begrensde ecosysteem aarde. Wat nog altijd economische groei
wordt genoemd, kan dus onmogelijk eindeloos doorgaan.
Onze
vertrouwde wereld valt aan scherven,
en de nieuwe moeten we nu
dringend maken
Voor wie het nog niet snapt, we beleven een unieke
en ongelooflijk spannende periode waarin onze oude vertrouwde wereld
aan scherven gaat. Daarover moet het debat gaan, en vooral over welke
wegen we nu uit moeten om ook in 2050 goed te leven, in dit land, in
Europa, in heel de wereld.
Het zal sommigen misschien verbazen,
maar eigenlijk weten we in grote mate wat politici kunnen en moeten
doen.
Allereerst, opnieuw greep krijgen op een losgeslagen
geldwezen: geen vrijgeleide meer om met onze voeten te spelen en komaf
maken met het taboe dat rust op overheidsbanken en coöperatieve banken.
Alleen zo kan geld opnieuw een stevige hefboom zijn voor een bloeiende
economie. En anders dan vandaag moet onze welvaartsmachine ecologisch
duurzaam zijn. Kan dat wel, kunnen we én het milieu respecteren én
welvaart scheppen voor iedereen, kunnen we m.a.w. tegelijk ecologisch en
sociaal zijn? Laten we de noodzaak van een ecologisch duurzame economie
koppelen aan de roep naar werk en inkomen. Dan mag de wereld wel
ingewikkeld zijn, soms is de oplossing van een dilemma niet eens zo
moeilijk. Want die ombouw van onze huidige economie naar ecologische
duurzaamheid is één grote schreeuw om werk. Er zijn vele handen nodig om
de hele wereld rond ons al vernietigde natuurlijke kapitaal te
herstellen, evenzo voor een milieuvriendelijke voedseleconomie die alle
mensen voldoende en gezond eten verschaft. Leefbare steden uitbouwen en
renoveren, energiezuinige woningbouw, heel onze transporteconomie
herdenken en hertimmeren, meer welvaart produceren met minder energie,
de economie dematerialiseren, voor al die ambities moeten er dringend
meer hersens en handen aan het werk.
En laten we werk opnieuw in
eer herstellen, vooreerst dat wie werkt daarvan moet kunnen leven en dat
werk geen koopwaar is. Laat het opnieuw en overal een
vanzelfsprekendheid zijn dat werknemers zich verenigen om hun rechten af
te dwingen en te verdedigen. Zorg dat er een mondialisering komt van
het recht op sociale zekerheid. In plaats van de rugzak van sociale
zekerheid van Europese werknemers lichter te willen maken, moet die
rugzak eindelijk meer gevuld geraken voor alle werknemers. En we moeten
het belang herontdekken van volledige werkgelegenheid zinvol en
voldoende betaald werk voor al wie wil werken en van economische
democratie die werknemers meer zeggingschap garandeert.
Als we
daarenboven weten dat het best om leven is in samenlevingen die
voldoende middelen samenleggen om te investeren in goede
gezondheidszorg, betaalbaar onderwijs, sociale zekerheid,
energievoorziening, economische ontwikkeling, ecologische duurzaamheid,
verdedig dan met hand en tand het principe van progressieve belastingen
omdat de sterkste schouders inderdaad de zwaarste inspanningen horen te
leveren, zoveel te meer omdat net zij doorgaans nog de meeste vruchten
plukken van onze collectieve inspanningen voor onder andere onderwijs,
cultuur en tal van infrastructuur.
Het is hoog tijd om de
zogenaamde neoliberale consensus van de voorbije decennia in de
lappenmand van de geschiedenis te gooien en te vervangen door een nieuwe
sociaalecologische en democratische consensus. Die nieuwe kijk moet
uitdrukkelijk erkennen dat welvaart moet worden voortgebracht binnen de
grenzen van wat de planeet toestaat, dat een eerlijke verdeling van die
welvaart absolute voorrang vereist, dat overheden het recht hebben om
het geldwezen en de economie te sturen in dienst van mens en
samenleving, en dat we heel hard moeten zoeken hoe de economische
democratie - even belangrijk als de politieke democratie - te
realiseren.
Dirk Barrez
Deze voordracht is vooral
gebaseerd op het boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke
samenleving
Dirk Barrez is auteur van het boekVan eiland
tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving - klik hier voor info en bestellen en co-auteur
van het boek Het mondiale uitzendkantoor. Waardig werk in tijden van
globalisering en crisis - klik hier voor info en bestellen
Hieronder
vindt u uit het boek Van eiland tot wereld - de
elementen uit het programma voor een menselijke samenleving die meest
betrekking hebben op zowel het creëren als het verdelen van welvaart. Ze
zijn telkens de neerslag van een hoofdstuk uit het boek
geen
samenleving en geen politiek zonder economie, geen economie zonder
planeet We moeten erkennen dat het ecosysteem aarde begrensd
is en dat onze economie de biofysische grenzen van onze planeet moet
respecteren. Binnen die grenzen kunnen we goederen en diensten
voortbrengen en kan die economie zich dus ontplooien tot de draaischijf
voor onze menselijke behoeften en ambities. De samenlevingen en hun
democratische overheden hebben de verantwoordelijkheid om toe te zien op
wat, hoe en voor wie die economie produceert. Zij moeten onder
andere beslissen in welke mate die economie wordt toevertrouwd aan het
mechanisme van de vrije markt en aan de private sector. In elk geval
leggen zij de economische spelregels vast.
we zijn in
oorlog maar anders dan we spontaan denken Tot nu was er maar
één uitzondering waarvoor de economie moet wijken en dienstig zijn, en
dat is de oorlog in zijn klassieke betekenis. Voor die oorlogen, voor
een misdaad tegen de menselijkheid, eisen we de economie op. Vandaag
zijn we in oorlog tegen de dreigende klimaatverandering en andere
ecologische catastrofes, tegen de moordende inkomensongelijkheid en
tegen de voortdurende aanslagen op de democratie en de mensenrechten. Daarom
is het dat we vanaf vandaag alle mensen en middelen moeten mobiliseren
om deze oorlogen te winnen en een duurzame en menselijke wereld te
maken.
kapitaal voor de mens, duurzaam beheerd Economisch
is het leidende principe niet langer dat het kapitaal arbeid
tewerkstelt en de mens hoogstens wordt beschouwd als een
productiefactor. Om de economie terug in dienst van de mens te
krijgen moet het omgekeerde - principe ingang vinden dat de mens
gebruik maakt van kapitaal en dus recht op kapitaal heeft. Onverminderd
het recht op werk, rechtvaardig loon, gunstige arbeidsvoorwaarden en
alle andere rechten die daarmee samenhangen omvat het recht op kapitaal: -
zeggenschap over de aanwending van de natuurlijke rijkdommen of
productiemiddelen zoals wateren, landbouwgronden, weilanden, bossen en
bodemrijkdommen, een zeggenschap die bij voorrang toebehoort aan wie
daarvan moet leven; deze natuurlijke rijkdommen zijn ofwel publieke
goederen, drinkbaar water bijvoorbeeld, ofwel gemeenschapsbezit, ofwel
privéeigendom onder strikte voorwaarden; - de genetische rijkdom van
planten, dieren en van het menselijke leven is gemeenschappelijk
eigendom van de mensheid. - een verzekerde toegang tot krediet dat
mensen kunnen inzetten als productiemiddel, dit is het recht op
financieel kapitaal; - zeggenschap over de productiegoederen die de
basis vormen van onze welvaartsmachine; - verzekerde toegang tot
kennis, dit is het recht om als mens alles te kunnen weten wat van
belang is, in het bijzonder waar men welvaart mee kan scheppen. Zo
verwerft iedereen het recht om welvaart te creëren. Het recht op
kapitaal verplicht de mens op zijn beurt tot een duurzaam beheer van dat
kapitaal.
de aarde en de natuur, ons grootste kapitaal Het
lot van de mens is in de voorzienbare tijd onverbrekelijk verbonden met
het ecosysteem aarde. Dat is zijn ruimteschip. Mens, samenleving en
economie moeten respectvol en duurzaam omgaan met de aarde en al haar
ecosystemen. Alle menselijke activiteiten moeten binnen de ecologische
grenzen blijven en het natuurlijke kapitaal van de planeet onaangetast
behouden voor de volgende generaties.
recht om welvaart te
creëren De herverdeling van het kapitaal of de
productiemiddelen zoals bepaald in het hoofdstuk kapitaal voor de
mens, duurzaam beheerd - is een bron van economisch dynamisme en van
welvaartscreatie. Want wanneer het kapitaal er is voor de mens,
vloeit daar natuurlijk uit voort dat iedereen de kans en het recht heeft
om welvaart te creëren. Dit is het recht op ondernemen, door goederen
en diensten voort te brengen, voor zichzelf, de familie of de
gemeenschap, of voor de markt. Dit recht is niet absoluut. Het wordt
beperkt door democratische, sociale en ecologische doelstellingen en
regels, en in het algemeen doordat mens en samenleving voorrang kunnen
verdienen op het meer beperkte economische belang.
een
economie van de mens economische democratie Democratie
krijgt pas echt betekenis wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel
politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt en dus zowel de
politieke democratie als haar economische tegenhangster sterk ontwikkeld
en heel levenskrachtig zijn. Het recht op kapitaal en het recht om
welvaart te creëren basisrechten voor alle mensen - vormen fundamenten
van die economische democratie. Wanneer de mens zijn of haar arbeid
inbrengt in een breder productieproces komt het erop aan die essentiële
doelstelling van het democratiseren van onze economie waar te maken. Ze
krijgt uitwerking door medebeheer, zelfbeheer, coöperatieve
samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere
democratische economische organisatievormen. Samenlevingen hebben
recht op hun deel van de winsten van economische productie-eenheden voor
de publieke bijdrage die ze leveren aan de winsten. Bij grotere
bedrijven of andere economische entiteiten staat tegenover die publieke
inbreng de helft van de aandelen. Overheid en samenleving beheren de
opbrengst van hun participatie of aandeel op het laagst mogelijke
niveau. Zij komen niet tussen in het bedrijfsbeleid, tenzij in
welomschreven uitzonderlijke omstandigheden. Sociale bewegingen die
succesrijk willen zijn en blijven in het forceren van maatschappelijke
veranderingen moeten ook economisch actief zijn.
een
economie voor de mens - wij moeten onze economie sturen Zoals
de mens de economische vrijheid heeft om welvaart te creëren, zo heeft
de samenleving het recht en de plicht om op een democratische wijze de
beschikbare middelen aan te wenden om haar maatschappelijke doeleinden
best te realiseren. Tot die middelen behoort ook de economie. Omdat
de samenleving het algemene belang bewaakt moet zij de economie en de
economisch bedrijvige mens de nodige regels opleggen. Democratische
overheden sturen onze economie in dienst van een duurzame, sociale en
democratische wereld. Overheden en samenlevingen moeten economisch
initiatief ontplooien om hun doelstellingen te realiseren, zeker wanneer
de vrije markt in gebreke blijft, en vanzelfsprekend ook in die
domeinen waar de op financiële winst gerichte privésector geen toegang
toe krijgt.
voorrang voor thuismarkten en regionale
economieën Lokale samenlevingen, staten en regios hebben het
recht om hun lokale en regionale economieën af te schermen van de
wereldmarkt. Meer nog, met het oog op een zo democratisch mogelijke
economie, tevens om de economie te sturen op een bestuursniveau zo dicht
als mogelijk bij de mensen en om die economie de planeet zo min
mogelijk te laten belasten, hebben samenlevingen, staten en regios
tevens een plicht: ze doen er alles aan om hun welvaart, zoveel als
mogelijk en zinvol is, te halen uit en te creëren met wat lokaal en
regionaal mogelijk is. Ze zijn zich daarbij bewust van de altijd
loerende gevaren van belangenvermenging, bureaucratie en protectionisme.
Ze waken er daarom voortdurend over om efficiëntie en rechtvaardigheid,
om het economische en het sociale te verzoenen.
voedselsoevereiniteit
en sociaal contract voor een duurzame landbouw Zeker wanneer
het gaat om het verzekeren van de voedselproductie en het recht op
voedsel zijn regionale gemeenschappelijke landbouwmarkten te verkiezen
boven de volledig open wereldmarkt. Indien nodig zal dit gepaard moeten
gaan met ingrijpende landverdelingen en landbouwhervormingen. Daarom
hebben landen, samenlevingen of regios overal het recht om hun landbouw
af te schermen van de wereldmarkt in de mate dat ze dat zelf willen.
Tevens mogen ze hun landbouw organiseren naar eigen inzicht en volgens
de eigen behoeften. Voor alles wat landbouwers presteren en
voortbrengen genoeg eten voor iedereen, veilig en voedzaam voedsel,
heel wat nuttige grondstoffen, alles ecologisch duurzaam voortgebracht,
een bloeiende plattelandseconomie, rustgevende aangename landschappen,
een rijke plattelandscultuur en bovenal vitale samenlevingen waar het
goed is om leven hebben zij recht op maatschappelijke erkenning en
ondersteuning. Dat kan zich het best vertalen in een sociaal contract
voor een duurzame landbouw: in ruil voor een landbouw die het
voedselvraagstuk oplost op een ecologisch en sociaal verantwoorde wijze,
garandeert de samenleving de landbouwers een eerlijke prijs voor hun
werk en een fatsoenlijk inkomen. Haar beleidsmakers nemen alle
maatregelen die daarvoor nodig zijn, of het nu om aanbodbeheersing,
marktafscherming, minimumprijzen, vergoedingen voor natuurbehoud of
welke maatregel ook gaat. Zo kan de landbouw en de hele
voedseleconomie een pijler blijven onder de bestaande welvaartsstaten.
Zo kan de landbouw vanaf morgen ook de pijler zijn onder nieuwe
welvaartsstaten in Afrika, Latijns-Amerika en Azië.
thuismarkteconomie
en uitbouw welvaartsmachine Samenlevingen, landen en regios
hebben het recht om voorrang te geven aan hun thuismarkteconomie en aan
regionale economische gemeenschappen. Deze produceren in de eerste
plaats voor de eigen behoeften, helpen tot volledige werkgelegenheid en
inkomensspreiding te komen, kunnen veel betere ecologische prestaties
leveren en dragen bij aan een gezond evenwicht tussen lokale, regionale
en internationale economieën, op voorwaarde dat de economische kosten
niet te hoog zijn en niet uitlopen op een protectionisme dat de welvaart
vernietigt.
handel ja, uitbuiting neen Handel
kan tot wederzijdse verrijking leiden in zover het gaat om echte handel,
dit is een vrije keuze om goederen of diensten te verhandelen waarbij
alle betrokkenen daar reëel voordeel uit halen. Is dat niet het geval,
hebben we te maken met uitbuiting en die wordt verboden. Democratische
internationale instellingen waken over de belangen van al wie handel
drijft, introduceren mechanismen op de wereldmarkten die een betere
spreiding van de opbrengsten uit de wereldhandel verzekeren en steunen
de ontwikkeling van thuismarkteconomieën en van regionale economische
gemeenschappen. Een daartoe opgerichte internationale rechtbank kan
elke vorm van oneerlijke concurrentie en van uitbuiting beoordelen en
bestraffen.
grenzen aan economische machtsconcentratie en
financiële speculatie In overeenstemming ook met de reeds
geuite ambitie van economische democratie, moeten de economische markten
functioneren in het belang van alle mensen. Daartoe worden alle
nodige regels en maatregelen uitgevaardigd, van beperkingen op de
concentratie en de privatisering van economische activiteiten over alle
mogelijke tussenvormen van democratische economische organisatievormen
tot zonodig het instellen van de gezamenlijke eigendom van sommige
productiemiddelen. De politieke overheden herstellen hun greep op het
financieel kapitaal en de financiële markten, en nemen de permanente
bedreiging weg die de wispelturige speculatie nu vormt voor de
economieën overal ter wereld. Dit gebeurt onder andere door de
invoering van kapitaalcontroles en van belastingen op
kapitaalverrichtingen, door de opheffing van de fiscale paradijzen en
door het invoeren van één wereldmunt. Het bank- en verzekeringswezen
is voortaan het exclusieve terrein van publieke of coöperatieve banken
en verzekeraars. De kwijtschelding van de schuldenlast van landen
moet hun hele bevolking ten goede komen.
mondiale sociale
kaderwet Nationale overheden integreren alle internationaal
aanvaarde sociale regels en arbeidsnormen van vooral de Internationale
Arbeidsorganisatie in hun wetgeving en maken ze ook afdwingbaar ten
aanzien van ondernemingen en personen die economisch bedrijvig zijn in
het buitenland zodat ze overal geldig worden. Uiteindelijk moeten die
sociale regels en normen het voorwerp uitmaken van een mondiale sociale
kaderwet die overal en voor iedereen afdwingbaar is, onder andere ook
bij een mondiale sociale rechtbank.
het milieu heeft zijn
rechten Nationale overheden integreren alle internationaal
aanvaarde milieuregels, normen en verdragen in hun wetgeving en maken ze
ook afdwingbaar ten aanzien van ondernemingen en personen die
economisch bedrijvig zijn in het buitenland zodat ze overal geldig
worden. Uiteindelijk moeten die milieuregels en normen het voorwerp
uitmaken van een mondiale ecologische kaderwet die overal afdwingbaar
is, onder andere ook voor een internationale milieurechtbank. Die wet
verplicht mens en economie ecologisch duurzaam te handelen en begeleidt
ons ondermeer naar het tijdperk van de zonne-energie - en al haar
afgeleide vormen van hernieuwbare energie -, van dematerialisering en
van recyclering. Onze economie mag de draagkracht van de planeet en van
haar talrijke ecosystemen niet langer overschrijden. Ze moet ruimte
laten voor natuur en de biodiversiteit van planten en dieren niet
ondermijnen.
een ecologische economie een
sociaalecologische economie De mondiale samenleving zet, van
dorp en stad tot wereld, alle beschikbare mensen en middelen, alle
vernuft en alle kapitaal, in voor de onmiddellijke omschakeling naar
werkelijk sociaalecologische economieën op lokaal, nationaal, regionaal
en mondiaal vlak. Die mogen in geen geval nog de draagkracht van de
aarde en al haar ecosystemen overschrijden. Tegelijkertijd moeten zij
de nodige welvaart voortbrengen om aan de gerechtvaardigde behoeften te
voldoen van alle wereldburgers.
een sociaalecologisch pact De
radicale omschakeling naar een ecologische economie die we nastreven is
eigenlijk een revolutie die een lange, volgehouden inspanning vergt van
de hele samenleving. Die inspanning vereist een duurzame politieke
consensus over de politieke scheidslijnen heen die diverse
regeerperiodes moet overbruggen. Daarom is het dat de samenlevingen,
van lokaal tot mondiaal, nood hebben aan een sociaalecologisch pact.
Daarin kiezen de politieke verantwoordelijken in overleg met de
georganiseerde samenleving en de economische wereld voluit voor de
uitbouw van een sociaalecologische economie. Moeilijke - of als moeilijk
ervaren - politieke beslissingen, zoals massaal investeren in een
grootschalig sociaal woningbouwprogramma en in sociale economie, of het
verhogen van de energieprijs, maken deel uit van zulk pact. Zo is er een
stevig én democratisch fundament om, over alle regeringen of besturen
heen, werk te maken van die sociale en ecologische economie.
dienstbare
technologie gebruik wetenschap en technologie voor wat ze waard zijn Een
duurzame economie moet de gerechtvaardigde materiële behoeften van alle
wereldburgers kunnen invullen zonder het vermogen van de komende
genera¬ties aan te tasten om aan hun behoeften te voldoen. Om die
goederen en diensten voort te brengen op een ecologisch, sociaal en
economisch verantwoorde wijze maakt een duurzame economie volop gebruik
van wat technologie en wetenschap te bieden hebben. Daarom sturen de
overheden waar nodig de technologische ontwikkelingen ten dienste van
die duurzame economie en stemmen ze zo af op de behoeften van de
samenleving.
menswaardig werk voor iedereen Het
is de plicht van onze politici en overheden om de rechten op een
levensvatbaar inkomen, menswaardige werkomstandigheden en duurzaam werk
van alle mensen te waarborgen. Zeker wanneer de markt en de
samenleving er niet in slagen voor voldoende nuttige en fatsoenlijk
betaalde jobs te zorgen, dragen politici en overheden de
verantwoordelijkheid om de nodige goede werkgelegenheid te creëren. Dit
kan zowel bij de overheid, in overheidsbedrijven, in de marktsector als
in de sociale economie.
welvaartsverdeling en sociale
economie Een gedemocratiseerde en sociaalecologische economie
die alle in dit Programma voor een menselijke samenleving bepaalde
spelregels moet eerbiedigen, zal al veel beter presteren op het vlak van
zowel de productie als de verdeling van welvaart dan de huidige
kapitalistische economie. Toch is nog onvoldoende gegarandeerd dat
zij ook de goederen en vooral diensten zal waarderen die buiten de
zogenaamde reguliere economie worden voortgebracht, waar het
winstprincipe niet vooropstaat. Daar is wel degelijk een grote
maatschappelijke vraag naar maar dikwijls is er geen zogenaamd solvabele
vraag voor. Overheden hebben er alle belang bij om deze sociale
economie ademruimte te geven.
voor iedereen een mondiaal
basisinkomen Zelfs een sterk sociaal gecorrigeerde economie
én een behoorlijk uitgebouwde economische democratie kunnen niet
garanderen dat de welvaart zo goed verdeeld raakt dat iedereen voldoende
inkomen verwerft om in de levensnoodzakelijke behoeften te voorzien. Onverminderd
hun andere rechten op werk, op maatschappelijke zekerheid, op kapitaal
en op het creëren van welvaart, hebben alle wereldburgers omdat ze
bestaan en dus in alle omstandigheden recht hebben op een menswaardig
bestaan - recht op een mondiaal basisinkomen, dat hoog genoeg is om in
de basisbehoeften te voorzien. Dit minimum van mondiale solidariteit
is hun onvervreemdbaar aandeel in de aarde en hun waarborg dat ze hun
essentiële mensenrechten kunnen uitoefenen. Tevens is het een stimulans
van de sociale economie. Het is een sleutelelement in de herverdeling
van de mondiale welvaart die zelf ook weer bron van economisch
dynamisme en van de creatie van welvaart is. En het is ten volle de
erkenning dat iedereen schepper is van menselijke en maatschappelijke
rijkdom en daartoe het pure overleven moet kunnen overstijgen. Zo is het
basisinkomen ook een investering in de samenleving. Elke samenleving
is vrij om haar basisinkomen hoger of zelfs veel hoger te maken.
herverdeling
- voor iedereen een maximuminkomen Sociale rechtvaardigheid,
ecologische redenen en de belangen van toekomstige generaties
rechtvaardigen de invoering van een maximuminkomen waarover elke
wereldburger jaarlijks kan beschikken. Dit maximuminkomen is
gekoppeld aan het basisinkomen en kan dus maar stijgen indien ook het
basisinkomen stijgt. In het begin is het maximuminkomen duizend maal
hoger dan het mondiale basinkomen. Maar het maximuminkomen kan slechts
aan een veel trager tempo toenemen dan het basisinkomen om de
bestedingskloof tussen rijk en arm niet verder te laten groeien en om de
al te grote inkomenskloof kleiner te maken. Het maximuminkomen is
samen met het basisinkomen een sleutelelement in de herverdeling van de
mondiale welvaart die zelf ook weer bron van economisch dynamisme en van
de creatie van welvaart is. In elke samenleving zal de best betaalde
of de rijkste uiteindelijk maximaal vijf maal meer besteedbaar inkomen
hebben dan de minst betaalde of de armste.
welvaartsverdeling,
ecologische economie en democratie: aardegebruiksrecht als andere
naam voor maximuminkomen Voortaan zal iedereen van bij de
geboorte zijn of haar gebruiksrechten of trekkingsrechten op de
aarde krijgen, voor iedereen gelijke rechten. Daar zal men het mee
moeten doen, elk jaar opnieuw, een leven lang. Het
milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de
aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en
haar biodiversiteit. Heel snel, van jongs af aan, zal zo geleerd
worden dat iedereen mee verantwoordelijkheid draagt voor die aarde. De
armste mensen en de armste samenlevingen verwerven in een overgangsfase
extra gebruiksrechten. Zo kunnen ze hun welvaartsproductie snel en op
de meest duurzame wijze laten groeien om eindelijk aan de menselijke
basisbehoeften te voldoen. Mensen en/of samenlevingen die hun
gebruiksrechten niet volledig verbruiken, kunnen ze opsparen of
verkopen. Wie meer wil gebruiken van de aarde dan waar men recht op
heeft, kan dat enkel door extra gebruiksrechten aan te kopen. Met de
introductie van het aardegebruiksrecht krijgt de democratie pas haar
volle betekenis omdat het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek en
economisch maar voortaan ook ecologisch van kracht is.
maatschappelijke
zekerheid kinderen, andersvaliden, zieken, werklozen, ouderen Het
mondiale basisinkomen is voor alle mensen de eerste sokkel van de
mondiale sociale zekerheid, gewaarborgd door de internationale
samenleving wanneer en zolang afzonderlijke samenlevingen het niet
kunnen betalen. Naargelang hun mogelijkheden verhogen de
samenlevingen dat basisinkomen zodat het uitgroeit tot een levensvatbaar
minimuminkomen voor al hun inwoners. Maar het menselijke leven is
nooit zeker en dus niet vrij van risicos. Of het vergt extra
inspanningen. Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de
samenlevingen en mogen ze geen last zijn. Wie ziek is, heeft recht op
de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor
zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven. Aan
wie andersvalide is of ongewild werkloos garandeert de samenleving een
gewaarborgd inkomen. Beter nog, de samenleving verzekert hen ook van
nuttig en fatsoenlijk betaald werk, afgestemd op hun mogelijkheden. Voor
wie een heel leven heeft gewerkt, garandeert een welvaartsvast pensioen
een bestaanszekere oude dag. Een goed uitgebouwde sociale zekerheid
met een wettelijke basis en verplicht voor iedereen - waarborgt in alle
samenlevingen alle mensen en alle gezinnen of andere samenlevingsvormen
in alle omstandigheden hun bestaanszekerheid en hun integratie in de
samenleving. Bovenop het basisinkomen verschaft zij daarom voor
kinderen - die de beste opvoeding en onderwijs verdienen -, voor wie
getroffen is door ziekte, voor wie andersvalide is of werkloos en voor
gepensioneerden de nodige extra middelen om die zekerheid te realiseren. Alle
samenlevingen verplichten zich ertoe om, uit de welvaart die ze
creëren, in de mate van het mogelijke de inkomsten te halen om het
basisinkomen voor iedereen en hun sociale zekerheidssysteem zelf te
financieren. Echter, net zoals de mondiale samenleving het
basisinkomen garandeert voor alle mensen overal ter wereld, vervult zij
ook hier haar herverdelende rol. Zeker in het begin staat zij er mee
borg voor dat arme landen over de nodige middelen beschikken om hun
burgers van een minimale sociale zekerheid te laten genieten. Deze is
namelijk een noodzakelijke voorwaarde om welvarende samenlevingen te
kunnen uitbouwen. Van zodra hun welvaart stijgt, halen ook arme
landen daaruit gaandeweg de nodige inkomsten om het basisinkomen voor
iedereen en hun sociale zekerheidssysteem steeds meer zelf te
financieren.
gezondheid, inkomen en verzekerde
gezondheidszorg Genoeg en gevarieerd kunnen eten is veruit
meest belangrijk voor een goede gezondheid. Alle mensen moeten over
voldoende inkomen beschikken zodat armoede niet langer ziek maakt. Ook
daarom is inkomensherverdeling noodzakelijk. Basisgezondheidszorg
verdient voorrang op hospitaalgeneeskunde. Samenlevingen moeten waken
over het goede evenwicht tussen beide. Alle samenlevingen organiseren
een voor iedereen verplichte ziekteverzekering. Die kan volledig
publiek zijn. Of overheden garanderen en bewaken die verplichte
ziekteverzekering in een niet-winstgevende en niet-commerciële sfeer. In
een goede gezondheidszorg vinden zowel overheden, gezondheidswerkers,
maatschappelijke initiatieven zonder winstoogmerk en de privésector hun
plaats. Ze is een samenspel van niet-winstgevend initiatief, van
publieke sector, van markt en van regelgeving. Maar nooit worden
zieke kwetsbare mensen uitgeleverd aan het winststreven van
privébedrijven.
wonen van een dak boven het hoofd tot
leefbare steden Overheden zijn er verantwoordelijk voor dat
iedereen onder dak geraakt van een betaalbare en ecologisch duurzame
woning. Meer nog, zij moeten ingrijpen opdat onze steden leefbaar
zijn en ons alles bieden wat we mogen verwachten. Nog meer, zij
moeten exploreren wat het platteland en de kleinere steden te bieden
hebben aan een moderne samenleving. Meer dan ooit kan het ook daar goed
om werken, wonen en leven zijn. Een levenskrachtig platteland vult onze
grote steden aan en ontlast hen.
Dirk Barrez
Deze
voordracht is vooral gebaseerd op het boek Van eiland tot wereld. Appèl
voor een menselijke samenleving
De oplossing voor het eindeloos durende hoofddoekendebat is gevonden!
Het hoofddoek wordt een gegeerd mode-accessoire. Zoiets als de
Millet-vest een aantal jaren geleden. Dat riep toen ook al controverse
op maar in vergelijking met de hoofddoekjes was dat peanuts. Het
hoofddoek lijkt voor sommigen een soort lidkaart van Al Quaeda voor
anderen (sorry voor de vergelijking) is het de jodenster maar dan voor
onderdrukte vrouwen. Want alle moslimventen zijn natuurlijk gewelddadige
terroristen die hun (7) vrouwen slaan en verder enkel gebruiken als
broedhen. Terwijl de westerse mannen en vrouwen allemaal overtuigd zijn
van de geneugten der verlichting... Maar het debat is dus afgelopen
dank zij een Antwerpse modestyliste ...
Zelfs mannen willen ontwerpen van Antwerpse vrouwen
dragen
zondag 21 maart
2010
Hippe hoofddoeken scoren op Parijse
modeweek
ANTWERPEN - De
Antwerpse Fatima Rafiy verovert de internationale modepers met haar
hoofddoeken. 'Jonge moslima's zijn mijn doelgroep, maar tijdens de
Parijse modeweek waren ook Westerse vrouwen én mannen wild van mijn
ontwerpen.' ElkeMussche
Noor
D'Izar, letterlijk 'schoonheid van de sluier': zo heet het label van de
Antwerpse Fatima Rafiy (39) en Inge Rombouts (45). Fatima Rafiy is een
moslima die op zoek was naar hippere hoofddoeken die ook nog eens
gemakkelijk draagbaar zijn. Inge Rombouts, een ervaren rot in de
modewereld, heeft onder anderen bij Ann Demeulemeester gewerkt.
'We leerden elkaar kennen op een buurtfeest in onze straat', zegt Inge
Rombouts. 'We geraakten aan de praat en ontdekten meteen een
gemeenschappelijke passie: mode. Fatima is al jaren bezig met eigen
creaties en ze vroeg me of ik haar ontwerpen wilde bekijken. Ik was
vooral onder de indruk van haar hoofddoeken. Zo hip, dat had ik nog
nooit gezien. Ze waren ook compleet uit hun religieuze context gehaald,
dat vond ik knap. Ik zag onmiddellijk het potentieel en heb mijn job
opgegeven. Vorig jaar in april hebben we Noor D'Izar opgestart. Fatima
ontwerpt en ik hou mij bezig met de zakelijke kant.'
Gat in de
markt
Het creatieve duo kreeg begin deze maand de kans om
naar de Parijse modeweek te trekken. 'Ik heb altijd in mijn idee
geloofd', zegt Fatima Rafiy. 'Het is het gat in de markt, want er
bestaan gewoon geen hippe hoofddoeken. Maar dat mijn ontwerpen ook in de
smaak zouden vallen bij Westerse vrouwen, dat had ik nooit gedacht. Zij
zien mijn creaties als een modeaccessoire.'
'De internationale
modejournalisten waren laaiend enthousiast. Volgende maand staan we op
de cover van een Duits modeblad, ook de Deense en Britse pers hebben
interesse en binnenkort prijken we in de Chinese Vogue.'
Onhandige
modellen
Nochtans waren Westerse vrouwen niet meteen de
doelgroep van de ontwerpster. 'Ik wilde voor mijzelf en andere jonge
moslima's hippe hoofddoeken creëren, want dat vind je gewoon niet. En de
bestaande modellen zijn dan nog eens bijzonder onhandig. Het draperen
en vastmaken met speldjes is een heel ritueel en de hoofddoek blijft
nooit goed zitten.'
Onder motorhelm
'Ik creëerde
een hoofddoek met ingebouwde haarband, zodat speldjes overbodig zijn. En
daarnaast hou ik mij niet in: in nepleer en nepbont, gehaakt als een
muts en sjaal in één, een sportmodel. Mijn pilotenmodel viel tijdens de
Parijse modeweek zelfs in de smaak bij mannen. Ze wilden die onder hun
motorhelm dragen. Dat vond ik echt grappig. Ik heb ook een model met
twee gleufjes om je zonnebril in vast te steken als je die op je hoofd
zet.'
Voorlopig is er een webwinkel en een showroom, waar
geïnteresseerden de modellen kunnen komen passen. Fatima Rafiy ontwerpt
ook op maat. 'Voor een feestelijke gelegenheid, of gewoon een
lievelingsmodel.'
Nu nog een échte winkel: 'Een chique boetiek.
Ik wil de Arabische Chanel worden. Mijn hoofddoeken verpak ik dan ook
in luxueuze doosjes. Ik hou me niet bezig met de politieke discussies
over een hoofddoek. Wie er één wil dragen, fijn. Wie dat niet wil, ook
fijn. Ik wil gewoon als een ontwerpster door het leven gaan, net als
alle andere ontwerpers.'
Geef
toe, we zien dit vele malen liever dan de madammen in joggingpakken
en/of leggings op de markt van Aalst...Het is inderdaad mooi en elegant
en het helpt het hoofddoek uit de taboesfeer en uit de
wit-zwart-debatten.
Deze Fatima Rafiy biedt een veel leukere
invalshoek aan dan al die grote (mannelijke) filosofen met hun groot
gelijk.
Want je staat er misschien niet bij stil maar
hadden de moslima's nu toevallig voor één of andere reden de naaldhak
als symbool gekozen dan had je dit soort schoen ook horen afschilderen
als typisch onderdrukkingsmiddel, tortuurinstrument zelfs van
achterlijke mannelijke godsdiensfanaten die ons allemaal de moskee
willen injagen en voor de shariarechtbanken slepen.
Dank
je wel Fatima, wij zijn dus al fan van je collectie of tenminste wat we
er van kennen. We wensen je het toe om ooit de Chanel op te volgen.
Zelfs niet de Arabische Chanel maar opvolgster tout court...doe voort en
kijk niet om ! Wat we ook leuk vinden zijn je tips voor een dresscode
waar je alle zowel dure topspullen afwisselt met H&M-artikels...mooi
mooi want van die hersenloze fashionista's en Parishiltonklonen hebben
we al genoeg in onze autochtone rangen....
En
voor de andere liefhebbers, hier is een linkje naar de collectie: http://noordizar.be/nl/imsar
wel mijn beste Vermeersch, benieuwd wat je daarover denkt en als er nu
inderdaad wat niet-moslima's deze trend verder zetten is het debat van
de baan...maar waarschijnlijk zijn we toch erg naïef...
Clooney drinkt de verkeerde koffie; de Nespressurestory
Iedereen kent de "glossy" reclame voor Nespresso en misschien hebben
sommige lezertjes reeds een Nespesso genuttigd in één van hun flashy
coffeeshops. Je kan over de smaak discussiëren, het schuim en weet ik
veel allemaal. Iedereen heeft gelijk. Maar er is meer om over te praten
dan mooie reclame en Hollywoodsterren met grijze slapen die Nespresso
aanprijzen. Er is nu ook een website die de arbeidsomstandigheden
aanklaagt in de fabrieken van Nestlé, zo een beetje overal ter wereld.
En voor sommigen die nog menen te moeten leuteren over hoofddoeken die
de vrouwen onderdrukken is het misschien nuttig om eens naar wat
fotootjes te kijken. Blijkbaar is het niet zo erg gesteld met het
onderdrukkende hoofddoek wel met andere onderdrukkingen en die we beter
eens zouden aanpakken...
Global Dairy Workers
Conference pledges support to Nestle workers, demands: Stop Nespressure!
Representatives of dairy workers' unions from 22
countries gathered for their second global conference on March 9-12,
2010 in Buenos Aires and Sunchales, Argentina. In sharing the
information, delegates continually cited Nestle as a company where the
abuse of trade union rights is common practice in various countries. In
conclusion, the conference declared support to all Nestle workers
currently facing pressure, and in particular to the union at Nestle
Waters in Russia and its campaign for the reinstatement of fired union
leader, Sergey Strykov.
Nestlé European Works Council Steering Committee
denounces Nespressure .
. in Indonesia, Tunisia, Russia, the UK, Hungary
and Spain.
While the union
at Nestlé Indonesia in Panjang, SBNIP, continues to be denied the
opportunity to exercise its right to negotiate wages and the Nestlé
Tunisia Workers Union is struggling to obtain full implementation of an
agreement which was signed by the company and the government labour
authorities in January to end an industrial dispute, unions in Europe
are experiencing pressure when exercising basic rights such as forming
unions and defending the interests of their membership.
The
members of the Nestlé EWC Steering Committee received an update on
ongoing disputes at a meeting on 8 March. With respect to the dispute at
Nestlé Waters in Russia (discriminatory treatment of workers who joined
the union and dismissal on spurious grounds of a union leader),
Steering Committee members agreed to generate more protest letters to
Russian management. The Nestlé trade unionists from Germany who wrote
personalised messages to the Nestlé Russia General Manager, who was
previously in management functions in Germany, agreed to follow-up with
strong replies to the vague and empty response he sent them.
In
the UK, Nestlé announced a nation-wide pay freeze in November, adding
that employees would, however, receive pay rises in the form of
performance-based bonuses. The UK shop stewards and their unions have
rejected this attempt to substitute discretionary wage adjustments for
collective bargaining. In the absence of meaningful negotiations
anywhere at Nestlé UK since the announcement, the unions are preparing
to ballot the membership on industrial action over this attack on the
unions' negotiating rights.
In Hungary, where Nestlé does not
negotiate wages, but a package including benefits and wages, the union
is fighting for more fairness and transparency in the system. In this
package the amount of benefits is the same for everyone, but Nestlé
distributes the wage increase component at its own discretion. Nestlé
Hungary is pressuring the union to agree to its proposed package, which
takes into account a new wage category system - which the company
intends to set up later. The union has refused to sign away the members'
interests on a blank cheque.
In Spain, negotiations for the
renewal of the collective bargaining agreement at the frozen and chilled
foods plant in Valladolid are deadlocked and Nestlé has been using
Nespressure to reach its objectives. An attempt to undermine the union
negotiating committee and collect signatures of workers in support of
the company's collective bargaining proposal has backfired: the workers
stood up to the pressure and confirmed support for their negotiating
committee.
The Nestlé EWC Steering Committee has denounced the
discriminatory treatment of trade union activists, attacks on collective
bargaining rights, attempts to subvert the collective bargaining
process and have pledged support to unions and workers in their fight
against Nespressure.
Posted
by Jacqueline Baroncini on March 12, 2010 12:20 PM
Stop Nespressure! Leafleting and press conference
in Moscow
As
part of the continuing campaign for the reinstatement of Sergei Strykov,
trade union activists distributed leaflets in front of the Nespresso
boutique in Moscow on 26 February. The boutiques manager was handed a
letter of protest against the companys constantly applied practice of
pressurizing trade union activists, a practice which has already
acquired its own name - Nespressure. However, the letter was refused, in
a typical display of Nestle arrogance and contempt for public opinion.
The outrageous dismissal of Sergei Strykov, one of
the leaders of Nestle Waters workers trade union, at the end of
January, has provoked a wave of protest both in Russia and abroad.
Nevertheless, the companys management keeps ignoring the numerous
protests which are coming from the trade unions. In Russia the company
has commissioned the task of answering the protest letters to Mr.
Tratsevsky the director of the plant who initiated the anti-union
campaign and the dismissal of Sergei Strykov. Such undisguised cynicism
with regard to the rights of workers reveals the true value of the
companys claims concerning shared value.
In the meantime, this
Nestlés actions have attracted the increasing attention of Russian
mass media and were highlighted at a press conference dedicated which
was held on 18 February at the independent press center in Moscow.
Nieuwe ramp treft Nederland...Ollandse homosoldaten en Srebeniza
De zoveelste ramp treft onze Ollandse buren. We zijn erg benieuwd naar
de reacties en beginnen al vast uit te kijken naar het debat in de
Tweede Kamer...hup Wilders hup... en we stellen ons de vraag of de
Taliban in Afghanistan nu niet echt bang begint te worden: http://www.huffingtonpost.com/2010/03/19/dutch-furious-as-retired_n_505676.html
THE
HAGUE, Netherlands The Dutch prime minister Friday denounced as
"irresponsible" a claim by a retired U.S. general that gay Dutch
soldiers were partly to blame for allowing Europe's worst massacre since
World War II.
Dutch officials, from the Cabinet to the military,
were outraged by retired Gen. John Sheehan's remarks at a Senate Armed
Services Committee hearing in Washington, D.C., on Thursday.
Sheehan
claimed that Dutch military leaders had called the presence of gay
soldiers in the army "part of the problem" that allowed Serb forces to
overrun the Srebrenica enclave in Bosnia in July 1995 and kill some
8,000 Muslim men.
Dutch troops were serving in the undermanned
U.N. peacekeeping force in Srebrenica when they were overrun by heavily
armed Serb forces, who went on to turn the surrounding countryside into
killing fields littered with mass graves.
Prime Minister Jan Peter
Balkenende called Sheehan's comments irresponsible and said at his
weekly news conference that "these remarks should never have been made."
"Toward
Dutch troops homosexual or heterosexual it is way off the mark to
talk like that about people and the work they do under very difficult
circumstances," he said.
Sheehan, a former NATO commander who
retired from the military 1997, was speaking in opposition to a proposal
to allow gays to serve openly in the U.S. military.
Balkenende
said he would not take up the issue with President Barack Obama because
Sheehan is already retired.
Defense Minister Eimert van Middelkoop
called Sheehan's claim "damaging" and not worthy of a soldier. "I don't
want to waste any more words on it," he said.
Story continues below
Gen. Henk
van den Breemen, Dutch chief of staff at the time of the Srebrenica
genocide, called Sheehan's comments "total nonsense" and denied ever
having suggested gays in the army might have played a role in the
Srebrenica massacre.
The Netherlands has a long history of
accepting homosexuality, and gays have long been welcome in the
country's armed forces which also allow labor unions.
The leader
of one such union, Jan Kleian, was incensed by Sheehan's comments.
"The
man is crazy," he told Dutch radio. "It sounds hard, but I can't put it
any other way."
Waw, dit hadden we nooit
gedacht, beste Ollandse vrienden. Onze steun hebben jullie in elk
geval...en nodig deze Sheehan uit want goeie cabaretiers
worden zeldzaam! En de foto hiernaast is het vernieuwde défilé van het Ollandse leger...misschien kunnen deze eenheden de afwezige Congolese vervangen op 21 juli in Brussel????
We hebben het hier reeds een paar keer gehad over de situatie in Iran.
De massale protesten tegen het regime, de moedige studentenacties. Er
bleef echter een blinde vlek, namelijk op sociaal vlak, wat gebeurde er
in zulke dictatuur rond de werknemerseisen en globaal genomen rond de
economische situatie. We vonden een interessant artikel in Counterpunch
dat ons hierover wat meer weet te vertellen. Eigenaardig genoeg blijkt
het daar qua inhoud niet zo erg veel te verschillen van hier. De strijd
tegen de privatisering en tegen de precaire arbeidscontracten. Dit
laatste noemt men hier meestal "de flexibiliteit". Wat doodgewoon
neerkomt op tijdelijke arbeidscontracten aan de onderkant van het
laagste bestaande barema dat men ergens heeft gevonden en dat toch net
boven het minimumloon uitkomt... Maar lees dus zelf: http://www.counterpunch.org/hallinan03162010.html
March 16, 2010
How Iran's Workers Fight
Ahmadinejad's Neoliberal Cutbacks
The
Iranian Tsunami
By CONN HALLINAN
Earthquakes, like the recent Haitian and Chilean monsters,
are not subtle events: They flatten buildings, crush houses, and turn
infrastructures into concrete and steel confetti. But earthquakes can
also generate a power that remains largely unseen until a huge tsunami
rises out of the sea and obliterates a coastline.
It is a metaphor that comes to mind when Amin is talking
about the political earthquake in Iran. Amin cant use his real name,
nor can he afford to identify where he lives or works. Being an active
trade unionist in Iran is a dangerous job description. If three workers
meet they get thrown into solitary confinement, he says.
When most Americans think about the recent upheavals in
Iran, it is about marches demanding democracy and challenging the June
12 presidential election. The face of those protests is the Green
Movementso called because its supporters wear greenthat put millions
of people into the streets of Teheran and other large cities throughout
the country.
Largely unseen, and rarely reported
on, however, are thousands of strikes, slow downs and sit-ins by workers
challenging the erosion of trade union rights and the governments
drive to privatize the economy, plus instituting policies that will
impoverish tens of millions of people.
According to
Amin, over the next few months the government will begin dismantling
$20 billion a year in subsidies for gasoline, water, electricity, rice,
flour, bus fare, and university tuition. The Iranian people made these
things, fought for these things, says Amin. They are all that is left
of the [1979] revolution.
Along with the draconian
cutbacks in subsidies, Amin says the government of Mahmoud Ahmadinejad
is rapidly privatizing the public sector and turning it over to his
buddies in the Revolutionary Guard. According to official government
statistics for 2008, a third of state assets have already been
privatized, the vast bulk of it under Ahmadinejad. In many ways this
dismantling of the public sector resembles the privatization plan Russia
instituted in the 1990s that ended up turning over vast sections of the
economy to oligarchs at bargain basement prices.
The
resistance to the cutbacks and privatization comes mainly from the
trade union movementmuch of it underground but that can be a very
perilous undertaking in Iran.
Hundreds of unionists
have been fired, threatened, or jailed under brutal conditions over the
past few years. Mansour Osanioo, president of the Teheran bus drivers
union, was recently released from solitary confinement, but only after
an international campaign led by the International Transport Workers
Federation and the Indonesian seafarers union, Kesatuan Pelaut
Indonesia.
The International Trade Union
Confederation, Iranian unions and human rights groups have called for
the United Nations Human Rights Council to investigate the persecution
of trade unionists in Iran.
Men like Osanioo, bus
driver union vice-president Ebrahim Madadi, and Reza Rakhshan, a leader
of the sugar cane workers union, are either in prison or fighting to
stay free. But in spite of the efforts by the government to stamp out
unionism, strikes continue to roil Iran. According to Amin, there are
thousands of small and large labor actions.
Some
600 workers at Bandar Abbas Refinery Development Company struck to
recover five months of unpaid wages. Over 800 workers at the Dena Rah
Sasan civil engineering company struck over the same issue, closing off
the main gates with heavy trucks. Shiraz Iran Telecommunications
Industries workers staged a sit-in at the provincial governors mansion
over back wages, and a series of rolling strikes over wage and pension
reductions paralyzed the Mobarakeh Steel Complex.
Amin
says the government is trying to undermine labor laws that are
enshrined in the constitution. Workers are guaranteed collective
bargaining rights and the right to organize. Irans labor law is one of
the most progressive in the world. And they are trying to change this.
One employer strategy is to increase the number of
temporary workers. According to Amin, temps now represent upwards of
60 to 70 percent of the workforce. They have no benefits and are
largely at the mercy of arbitrary firings and periodic layoffs. The
trade union movement is trying to organize these temps, a risky
undertaking in the current climate created by the government. We have a
police state and we cant organize ourselves, he says.
Which is why, he says, the unionists are 100 percent
behind the democratic reform movement.
For the
moment, the reform movement appears to be on the ropes. The government
has closed over 50 newspapers and magazines, and the brutality of the
police and Basij militia largely prevented the Green Movement from
filling the streets of the nations major cities on Feb. 11, the 31st
anniversary of the revolution.
The authorities
first silenced the Internetone of the Green Movements key organizing
toolsand then flooded the streets with the police and militia. Hundreds
of people were beaten, tear-gassed and arrested, and many still remain
in jail. The regime also executed two dissidents on the eve of the
demonstrations, and sentenced nine other political prisoners to death.
While the Green Movement has support in many of the
nations cities, it has not yet recruited the bulk of the Iranian people
to its banner. According to a recent poll conducted by the Program for
International Policy Attitudes at the University of Maryland, a majority
of the population believes that Ahmadinejad won the June 12 election,
and shows no particular interest in regime change.
But
the same polls also reflected increasing disillusionment with the
general economic situation, and specifically with the Ministry of the
Interior. Only a little over a third supports the Ministrys policies,
and that disillusionment will almost certainly sharpen when subsides
disappear and rising prices and inflation cut yet more deeply into
peoples incomes. Unemployment is around 12 per cent, and according to
Reze Shahhabi of the Teheran Vahed Bus Workers Syndicate, many workers
must hold multiple jobs to make ends meet.
On one
level, the Green Movement and the trade union movement are very
different creatures. The reform movement has a strong base in the middle
class and its interests are focused on democratic rights. The trade
union movement is mainly concerned with resisting privatization and the
end to subsidies. But both movements also share a considerable patch of
common ground.
We are 100 percent behind the
reform movement, Amin says, because without democracy it is extremely
hard and dangerous to organize workers. And many leading reformers are
increasingly critical of the Ahmadinejads neo-liberal formulas. Former
presidential candidate and leading reform leader Mir Hossein Mousavi has
strongly criticized the cutbacks in subsidies.
The
Green Movement draws the attention of the international press, but as a
Feb. 15 statement by a coalition of trade unions, including bus
drivers, electrical workers, sugar refinery workers, metal workers and
the Free Assembly of Iranian Workers points out, We millions are the
producers of wealth, the wheels of production. Society moves only
because we move it. As Amin says, We have the muscle.
The stage is set for some sort of major upheavalpossibly
around the Mar. 20 New Years celebrationsbut a number of things could
derail it, including new sanctions, or the bombing if Iranian nuclear
sites.
Sanctions might let the regime off the
hook, says Amin. They could let the government claim that any
subsidies cutbacks are the result of Irans enemies. See, it is not us,
it is our enemies.
A military attack by either
the U.S. or Israel would be a disaster. That would wreck everything,
says Amin. Behind the cover of nationalism the government could crush
the opposition with impunity.
But silencing
opposition never makes it disappear. It is useful to remember that the
tipping point in the 1979 revolution that overthrew the Shah was a
nationwide strike by workers against the National Oil Company. The
walkout shut down the pipelines and refineries.
And
the walls came tumbling down.
hier vinden jullie een film over
Mansour Osanloo, de vakbondsleider van de buschauffeurs die al een hele
tijd opgesloten zit in de gevangenis:
Reports from Tehran indicate that union
leaders from the bus drivers union are currently being targeted. The
group Human Rights and Democracy Activists has reported on the court
sessions for two of the Syndicate unionists on charges related to last
years Mayday gathering. In addition, the syndicate has issued a
statement on threats on Osanloos life in Karaj prison.
On March
2, Homayoun Jaberi, a 33 years old member of the bus drivers labor
syndicate, was called into the revolutionary court on charges stemming
from his participation in the 2009 Mayday rally. He was charged with
plots against the security of the system which he and his lawyer,
Khorshidi, rejected. Judge Mohammadi, speaking with a threatening tone,
expressed remorse for not having given Mansour Osanloo a heavier
sentence.
Jaberi was arrested last year before Mayday even
started. He was taken to jail and held there for three weeks. This move
comes ten months after the event and appears to be related to government
schemes against this years Mayday. Mr. Jaberi has been barred from his
job at the Tehran Vahed Bus company where he has been denied wages and
pension benefits. Following multiple petitions, he successfully won a
legal battle that allowed him to return to work, however, the company
security, which works in tandem with the Intelligence Ministry,
continues to obstruct his return. Jaberi spent some time in ward 209 of
the notorious Evin prison in 2003 during the bus drivers strikes. He
also spent a month in jail in 2007 for attending an event in Osanloos
house in his support.
Similarly, on February 26, another syndicate
member, Gholam Reza Khani was called to the court on the charges
related to the same May 1 event. His court date was postponed.
Following
news of a string of assaults by guards in Karaj prison on Mansour
Osanloo, the Bus Syndicate Union has issued this statement:
We
condemn the perilous and difficult conditions Mansour Osaloo is held
under!
According to the latest news reached to us from his
family, Osaloo who has been transferred to Karaj Rejai-Shahr jail for
unspecified reasons is incarcerated in appalling and degrading
conditions.
This past week, one of the inmates has made an attempt
on his life which has luckily been averted by the vigilance of his
fellow-inmates. This, however, was not the only instance where the same
individual engaged in threats and taunts. This has caused worries for
the family, Vahed Syndicate members, and the Iranian workers community
in general.
Tehran and Municipality Vahed Bus Workers Syndicate
while condemning these acts against those imprisoned, calls for legal
protections and the prosecution of the culprits.
Mansour Osaloo
has been sentenced to five years in prison and he is now serving his
sentence in full at Karaj Rejai Shahr; a fact that has no precedent for
most prisoners of conscience in Iran.
Tehran and Municipality
Vahed Bus Workers Syndicate March 2010
March 16, 2010 -The
ITF reports that it has received information that Mansour Osanloo has
again been moved within Rajai Shahr prison. The latest unexplained move
to Ward 5, a ward normally reserved for drug addicts and HIV positive
inmates comes just a month after an abortive attempt to put him in
solitary confinement. Shortly afterwards he was attacked by another
inmate under suspicious circumstances. The ITF is putting the Iranian
authorities on notice that for as long as they unjustly detain Mansour
Osanloo, they are responsible for his wellbeing, and must immediately
cease putting him in danger
DW: Yesterday, the new Minimum
Wage rate was announced. What is your assessment of the rate which is
$303 (per month) for the next Iranian year?
Azim Zadeh: The
$303 rate, which is an increase of 15 percent compared to the last
year, not only will not solve any of the Iranian workers problems, but
compared to the current year rate of $260 will bring greater hunger and
destitution for the Iranian working people.
Today in Tehran, $303
does not even pay for the rent of accommdation for a 4-person family.
With $303, it may be possible only to pay rent for some periphery
locations in Tehran. With food, clothing, health, education, and other
expenses, I think the workers will face unprecedented poverty and hunger
in the coming year.
DW: Considering that even the
$260 was not paid for several months and the owed wages were postponed
for the next year, how will the new year look for workers? What effect
will this have on their lives?
Azim Zadeh: As I mentioned,
setting $303 as the minimum wage will bring unprecedented poverty for
workers. Indeed, the poverty and hunger in the coming year can not be
compared with even the last couple of years.
Considering the
expected high inflation and the ending subsidies, even if the minimum
wages are paid on time, this will not take any burdens off the workers,
let alone if they are postponed for six months or one year.
As you
mentioned, we saw during this year the same low $260 monthly rate,
which have been delayed for six months or for even a year. I dare say,
the wages for three or four million workers across Iran (especially for
those in one- or two-year projects, such as Asalouyeh, Mahshahrpor, and
others, who have had their wages delayed) ensure they face very hard
times.
Considering the current economic situation, it is expected
that not only delays in wage payments will not be curtailed, but in the
coming year it will actually increase. In such a situation, it is
natural that absolute and unprecedented hunger will be forced on the
working class in Iran.
DW: Considering that we are in the
final days of the year and workers protests are continuing, what course
will these protests take? And if there are to be any compromises between
the state and the workers, how will that compromise be brokered?
Azim
Zadeh: I think workers protests will sharply increase in the
coming year and spread across the country. As you know, the subsidies
are expected to be cut by $20 billion. According to a report by the
Parliament Research Office, the inflation rate caused by this cut will
be 37 percent. (This is based on the inflation rate announced by the
central bank which is 11 percent in the past three months.) All the
while the government talks about a gift by raising the minimum wages
by 15 percent.
It should also be noted that the psychological
effect of cutting the subsidies will also increase the rate announced by
the Parliament Research Office. Meanwhile, based on our experience of
the Iranian economy, in the last 30 years, we have had a nominal
increase of 30 percent in the inflation rate.
With the yearly
inflation and the 37 percent cuts in subsidies recently announced, and
the addition of the psychological effects, the $303 may not even have
the buying power of todays $100.
It is natural for workers to
react to such a situation, especially with the chronic economic crisis
always at hand and constant wage arrears. The Iranian working class
shall not remain silent. Workers unrest will increase.
On the
understanding between the state and the workers, the rate announced
today shows that the state and the employers are not at all willing to
reach an understanding with the workers. They want to force hunger and
poverty on the workers while continuing to enrich themselves. It is
natural that the conclusion of such a scenario is the widespread workers
protests.
DW: It is reported today that the government was
not even able to agree to this 15 percent increase.
Azim Zadeh:
Yes, that is true. The Labor Minister in last nights televised
interview discussed the 15 percent increase and the 11 percent inflation
rate. But the minister did not properly address its own labor law,
which states that workers wages are not to be based on inflation alone
but also on the expenses of a family of four.
How is it possible
to base the workers wages on this years inflation rate when the next
years inflation will be overwhelming for the workers? They are using
the inflation rate from March while next year inflation will increase by
20 to 30 percent. Meanwhile, they have completely forgotten their own
bases in the law, which is the expenses for a workers family of four.
Workers' Minimal Demands on the Occasion of the
Thirty-first Anniversary of the February 1979 Revolution
Four
independent workers' organizations have issued a communique honoring the
thirty-first anniversary of the 1979 revolution in Iran. A translation
is provided below:
Thirty-one years have passed since the
February 1979 revolution. At that time millions of Iranian people, full
of hope for a better life, took to the streets in order to break the
yoke of despotism and repression. A nationwide strike lead by workers at
the National Oil Company, the vanguard of the Iranian working class,
shut down oil pipelines, ultimately tearing the despotic regime asunder.
Masses of people chanted, "Our oil workers! Our resolute leader!" Power
fell to the people.
February 11, 1979, a day that marks an end to
despotism, is a day that calls forth unforgettable memories of men and
women, young and old, who had grown tired of repression and injustice;
people embraced one another in the streets, cried out with joy, and,
with tears in their eyes, looked forward to a liberated future.
Now,
thirty-one years have passed since those glorious days full of
enchantment and rebirth. Yet today the feelings of hope, enchantment,
and glory have been transformed into nothing but misery, destitution,
unemployment, sub-poverty wages, and subsidy cuts--unbearable agony for
millions of workers and wage earners.
Life continues. The Iranian
people still have a burning desire for change. They have not lost their
hope for life, their yearning for happiness, freedom, dignity.
Born
of democratic struggle, strikes, protests, and the campaign to
establish independent organizations on its behalf, the working class has
fought for its right to survive. Many of us now sit in jail for
attempting to organize the working class and build a better life.
But
these jail cells do not mark the end of the road. We millions are the
producers of wealth, the wheels of production. Society moves only
because we move it. We have at our back the historical experience of the
united and grand strike of the oil workers during the February
revolution. Relying on this experience and the power of our millions we
inspire the best and most humanistic aspirations of the 1979 revolution.
Today, after thirty-one years, we present our minimal demands and call
for immediate and unconditional realization of all of them:
Unconditional
recognition of independent workers organizations, the right to strikes,
to organize protests, the freedom of assembly, freedom of speech, and
freedom to associate with any political party.
An immediate
stop to all executions, and the immediate and unconditional release of
labor and other political activists from jail.
Immediate
increase of the minimum wage based on workers' input through their
representatives in general workers assemblies.
End to Subsidies
Rationalization Plan; delayed wages of workers should be immediately
paid without any excuses.
Job security for workers and all
wage earners, the end to all temporary contracts and blank signatures,
removal of all government-run organizations in the work place,
institution of new labor laws through direct participation of the
workers in their general worker assemblies.
Halt to all
firings under any circumstances. Anyone expelled, or at employment age,
must benefit from social security in line with human dignity.
End of all discriminatory laws against women and insuring full and
unconditional equality of women and men in all aspects of social,
economic, political, cultural, and family affairs.
Insuring all
the retired with a life of welfare, devoid of economic anxieties,
putting an end to all discriminatory payment practices, and allowing
everyone to benefit from social and medical services.
All
children, irrespective of their parents' economic and social status,
gender, nationality, race, and religion must be granted free and equal
educational, welfare, and health care benefits.
May 1st must be
declared a national holiday and included in the official calendar; all
legal restrictions on its celebration must be removed.
Tehran
and Municipality Bus Workers Syndicate Haft Tapeh Sugar Refinery
Workers Syndicate Free Assembly of Iranian Workers Kermanshah
Electrical and Metal Workers Guild
Legion of Christ Responds To Founder's Alleged
Children
Mexico City, Mexico,
Mar 4, 2010 (CNA/EWTNews).- The Legionaries of Christ released two
statements today responding to the dramatic revelations by a woman and
her three sons who claim to be the wife and children of Fr. Marcial
Maciel. During an interview in front of a large television audience in
Mexico, Blanca Estela Lara Gutiérrez and her sons charged that Fr.
Maciel, the founder of the Legion of Christ, led a parallel life.
The interview coincided with a visit to Mexico
made by Father Álvaro Corcuera L.C., currently the director of the
Legion of Christ.
During the
interview, Lara Gutiérrez said that she met Fr. Maciel in 1970, when she
was 19 years old. Maciel was 56 at the time. He told her that his name
was Raúl Rivas and that he was a widower.
Though they never officially married, Lara
Gutiérrez said that Fr. Maciel had two children her and adopted a third
whom she had from a previous relationship. The children were registered
as Omar, José Raúl, y Cristian González Lara.
During the long interview, which was rebroadcast
in Spanish on Thursday by CNN for viewers in Latin America, the three
children gave intensely dramatic details about how they were sexually
abused as children by Raúl Rivas. They also spoke of how they came to
know their fathers real identity and how they reacted to the
accusations presented to the Holy See against Fr. Maciel.
At the end of the program, the González Lara
family demanded the attention both of the Legionaries and of the
Vatican.
In reaction to the
interview, Jim Fair, spokesman for the Legion in the United States told
CNA that he was shocked and disappointed. But the Legion wants to act
responsibly, get to the bottom of things and correct what needs to be
corrected.
On Thursday, the
Legion of Christ in Mexico released two simultaneous statements through
which they expressed their pain and solidarity with Fr. Maciels alleged
family, though they neither confirmed nor denied the allegations. The
statements also revealed that Raúl González, who has been acting as the
spokesperson for the family, has previously requested $26 million from
the Legion in exchange for not breaking the story.
The first statement said that the Legionaries
share the suffering and pain of the members of the González Lara
family, understanding the difficult circumstances they have lived and
are living.
In recent years,
the Legionaries of Christ have gradually come to know, with surprise
and great sorrow, hidden aspects of the life of Fr. Maciel. We confirm
our commitment to act in truth and charity. We renew our request for
forgiveness from the affected people for all of the suffering this has
caused and for the ensuing scandal, added the statement.
The same statement made public a letter that Fr.
Carlos Skertchly, L.C. wrote to Raúl González Lara on January 12, 2010.
At this time, it is impossible for Fr. Álvaro
Corcuera to come to Mexico to meet with you as you requested, so he
asked me as his representative to be available to meet with you and
listen to you, Fr. Skertchly informed him in the letter.
Our intention as members of the congregation of
the Legionaries of Christ is to do whatever is possible to uncover the
truth about our founders life, to look for the best solutionsin a
spirit of gospel charityto the complex situations that are presenting
themselves, and to reach out pastorally to all of the people who have
suffered or who may be affected by it.
Fr. Skertchly also recounted his interaction with Raúl González
Lara, writing, On January 8 in the afternoon, I received your phone
call, in which you confirmed your request, affirming that if you give
me the money ($26 million), I will keep quiet about the truth, and you
asked for a response by January 13 at the latest, the letter continues.
In no way can we accede to
your request for money in exchange for silence. While we value all of
the pain and suffering that you have shared with us, and we deplore the
evil of scandal that may follow, we will never accept petitions of this
sort, which are also illicit. We prefer to seek and face the truth, no
matter how painful it may be, affirmed Fr. Skertchly.
In the second statement, Fr. Jesús Quirce Andrés,
L.C., rector of Anáhuac University, who was mentioned by the González
Lara family in the interview, stated that he been involved in
conversations with Raúl González at Gonzalezs request beginning on
April 18, 2008. Raúl had presented himself to the university, requesting
to speak with someone in authority.
At the beginning of October of 2008, he told me that his
father had mentioned that his will was to leave a legacy of $6 million
for Raúl, his younger brother, and his mother, said Fr. Andrés.
He never told me that he had been abused by his
father, says Fr. Andrés statement, in which he indicated that he had
never made these facts public out of respect for the privacy that Raúl
himself requested of me on various occasions.
I was ignorant of the fact that our conversations
had been recorded by Raúl. It surprises and offends me, especially
since Raúl himself had asked for complete reserve and discretion
regarding the topic, wrote Fr. Andrés.
Raúl González ceased all personal contact with Fr. Andrés in
February of 2009.
yek yek yek, de laatste dagen kunnen we duimen en vingers aflikken
vanwege de talrijke sexschandalen die onze moeder de kerk zo hard
treffen. Jarenlange tirannie en sexueel misbruik in kloosters, zangkoren
en bijna overal waar er katholieke priesters in de buurt waren. Geen
elk land ontsnapt er blijkbaar aan. De duistere middeleeuwen lijken
stilaan uitgeroeid. Mar we willen jullie één van de mooiste voorbeelden
van deze gruwel niet onthouden. Het gaat over de zogenaamde legionairs
van Christus wat zo een beetje een Rex-bijklank krijgt hier in België.
Het speelt zich echter voornamelijk af in latijns-Amerika en in de VS.
We beginnen met een kleine presentatie van de legionairs:
Zal
nieuwe paus van ze houden? Nieuwe (leken)bewegingen kijken met
argusogen naar pausverkiezing Van onze redacteur
BRUSSEL - Een
van de opmerkelijkste ontwikkelingen tijdens het pontificaat van paus
Johannes Paulus II is de hoge vlucht die nieuwe lekenbewegingen - van
Sant'Egidio tot het Legioen van Christus - hebben genomen. Zij kijken
met argusogen naar de pausverkiezing, want er staat heel wat voor ze op
het spel. Zal de nieuwe paus hun even welgezind zijn? PINKSTEREN
1998. Op het Sint-Pietersplein is het feest. Meer dan 250.000 mensen
zijn naar Rome afgezakt op uitnodiging van de paus. Zij hebben één zaak
gemeen: ze behoren allemaal tot de nieuwe lekenbewegingen die onder
Johannes Paulus II tot grote bloei zijn gekomen. ,,Die uitnodiging
betekende de erkenning van hun kerkelijke volwassenheid'', zegt Tertio
-redacteur Peter Vande Vyvere, die op die bijeenkomst aanwezig was.
,,Dat
Johannes Paulus ze op Pinksteren - het feest van de Heilige Geest -
bijeenriep, was ook niet toevallig. De paus erkende dat de nieuwe
bewegingen almaar meer de charismatische dimensie van de kerk
vertegenwoordigen. Dat zij de wervende, spirituele kant van de kerk
vormen.''
Dat de overleden paus de lekenbewegingen in zijn hart
droeg en hun alle vrijheid gaf - hun leden kregen hoge posten in het
Vaticaan - had verschillende redenen. Vande Vyvere: ,,De belangrijkste
was zeker dat hij onder de indruk was geraakt van hun wervingskracht.
Hij zag ze ook als dammen tegen de (evangelische) sekten.''
Wie
zijn die nieuwe bewegingen die luisteren naar namen als De
Arkgemeenschap, Sant'Egidio, Focolare of Comunione e Liberazione (zie
inzet) ? ,,Hoewel zij een aantal gemeenschappelijke kenmerken hebben,
zijn ze nauwelijks over één kam te scheren'', zegt Vande Vyvere. ,,Zij
verwijzen allemaal naar het Tweede Vaticaans Concilie als
inspiratiebron. Tweede gemeenschappelijke punt is dat ze allemaal
opgericht zijn door charismatische leken, Andrea Riccardi van de
Sint-Egidiusgemeenschap is zowat de bekendste. Zij beklemtonen ook
allemaal het belang van de doorleefde geloofservaring. Een sociologisch
christendom is voor de bewegingen niet voldoende.''
Maar
tegelijk zijn er grote verschillen. Bij sommige ligt de nadruk op het
sociale engagement en de dialoog met de andere godsdiensten. Daarom
worden ze eerder in de progressieve hoek gesitueerd. Sint-Egidius,
Focolare en De Ark horen daarbij. Bij andere bewegingen ligt de nadruk
meer op de katholieke stem die luid moet weerklinken in het
maatschappelijke, politieke en ethische debat. Zij zijn maatschappelijk
strakker. Comunione e Liberazione en het Legioen van Christus zijn zeker
conservatief te noemen.
En dan is er nog het Opus Dei, dat
losstaat van de bewegingen, omdat het beduidend ouder is en een
bevoorrecht statuut heeft. Maar ook Opus Dei heeft tijdens het
pontificaat een meer dan stevige voet tussen de Vaticaanse deur
gekregen. Ook voor hen staat tijdens het conclaaf veel op het spel.
,,De
inbreng van de lekenbewegingen is zeker een onderwerp van discussie'',
zegt kerkjurist Kurt Martens. ,,Krijgen we een nieuwe paus die de
lekenbewegingen evenveel ruimte en steun geeft, of wordt het iemand die
hun armslag beperkt? Daarmee hangt een volledige visie op de toekomst
van de kerk samen. Kies je voluit voor de nieuwe bewegingen, dan kies je
voor een groot stuk voor een kerk van de 'happy few'. Je aanvaardt dat
je een minderheidskerk wordt.''
Lode Aerts, rector van het
seminarie van Gent, is het daar niet mee eens. Hij staat gematigd
positief tegenover de nieuwe bewegingen. ,,Er zit kaf tussen het koren,
maar ik vind ze niet elitair. Heel wat bewegingen zijn volkser dan vele
parochies. Dat ze zo'n bloei kennen, heeft veel te maken met het feit
dat ze goed aansluiten bij de moderne mentaliteit. Zij spelen helemaal
in op het idee dat geloven een eigen keuze is.''
Zijn er
kardinalen die de vleugels van de lekenbewegingen willen knippen? ,,Ik
ken er geen die zich openlijk uitgesproken hebben tegen de bewegingen'',
zegt Martens. ,,Maar ik kan mij voorstellen dat zij niet allemaal even
gelukkig zijn met hun almaar groeiende wervingskracht. Bisschoppen zien
hun eigen seminaries leeglopen, terwijl Opus Dei met de priesters gaat
lopen. Opus Dei ontsnapt ook daar zijn statuut volledig aan de controle
van de plaatselijke bisschoppen.''
,,Toch kan ik mij niet
voorstellen dat een nieuwe paus de bewegingen de doodsteek zal geven'',
zegt Vande Vyvere. ,,Daarvoor zijn ze te belangrijk geworden voor de
kerk. Maar het kan best zijn dat hun invloed minder wordt. Sommige
bewegingen zoals het Legioen van Christus of de Neocatechumenale Weg
zijn niet bij iedereen even geliefd. Zij zouden wel eens meer weerstand
kunnen krijgen.''
Het is voor hen dus zaak een paus te krijgen
die hun welgezind is. Hoe zit het met de papabili? Topfavoriet Dionigi
Tettamanzi heeft een eredoctoraat gekregen van Opus Dei, maar maakt hem
dat tot hun kandidaat? Op het conclaaf zijn in elk geval twee echte Opus
Dei-kardinalen aanwezig: Cipriani Thorne van Lima en de Spanjaard
Julian Herranz. Zij maken nauwelijks kans op de tiara.
Angelo
Scola, een andere Italiaanse favoriet, leunt dan weer sterk aan bij
Comunione e Liberazione. De bijzonder invloedrijke kardinaal Martini
(emeritus van Milaan) heeft veel sympathie voor Sint-Egidius. Ennio
Antonelli van Florence en de Tsjech Miloslav Vlk sympathiseren met
Focolare.
Sant-Egidio en Focolare voeren de interreligieuze
dialoog hoog in het vaandel. En dat zou wel eens een aandachtspunt
kunnen worden dat onder een nieuwe paus onder druk kan komen. Een groep
kardinalen vindt namelijk dat die interreligieuze dialoog niet tot de
kernpunten van het beleid moet horen. Onder anderen kardinaal Ratzinger -
dé sterke man op het conclaaf - wordt tot die groep gerekend. Er staat
dus wel wat op het spel.
voor
diegene die graag mooie begeesterende prentjes kijken die hebben we ook
: http://www.youtube.com/watch?v=pnHOMl1ULdA
maar wacht liefst nog eventjes vooraleer je een priesterroeping voelt
opborrellen...
The
Legion of Christ is a Roman Catholic congregation
established in 1941 in Mexico by Fr. Marcial Maciel. It enjoyed the favor of Pope John Paul II. It has priests working in 22 countries[1],
and had 763 priests and over 1,300 seminarians as members by 2008.[2]
Its lay movement Regnum Christi has approximately 70,000
members.[3]
It operates centers of education (minor seminaries, seminaries, schools
and/or universities) in Mexico, Venezuela, Colombia, Chile, Brazil,
Ireland, France, Germany, Canada, the United States, and the
Philippines.
On March 31, 2009 the Legionaries of Christ and the
Vatican announced that Pope Benedict XVI has ordered a Vatican
investigation of the Legion of Christ. The Legion of Christ has
acknowledged that its founder fathered a child and is also responding to
claims that the founder molested seminarians. Cardinal Tarcisio
Bertone, the Vatican Secretary of State, said church leaders will visit
and evaluate all seminaries, schools and other institutions run by the
Legion worldwide.[4]
The founder
Marcial Maciel was born on March 10, 1920 into a devout
Catholic family during a time in which the Mexican government was
fiercely anticlerical. On June 19, 1936, Maciela
young seminarian at the timefelt called to establish a new religious
order, and in 1941, with the support of the bishop of Cuernavaca,
Bishop Francisco
González Arias, he founded the Legion of Christ, which was
originally known as the Missionaries of the Sacred Heart and Our Lady of
Sorrows. The name was changed because Maciel saw a likeness of his
missionaries in the legions of Rome. Coupled to this was also the
militancy of the Christian life found in St. Paul's letters. He received
his final inspiration concerning the name through Pope Pius XII when
the Pope quoted the Psalms when addressing a group of Legionaries:
"Sicut acies castrorum ordinata" (Like an army in battle array). Maciel
was ordained to the priesthood by Bishop González Arias in the Basilica of Our Lady of
Guadalupe in Mexico City on November 26, 1944, after which he
continued to build up the Legion and its lay companion, Regnum Christi.
Maciel was asked by Pope John Paul II
to accompany him on his visits to Mexico in 1979, 1990, and 1993, and
was appointed, also by Pope John Paul II, to the Ordinary Assembly of
the Synod of Bishops on the formation of Candidates for the Priesthood
in Actual Circumstances (1991). He has been a member of the
Interdicasterial Commission for a Just Distribution of Clergy (1991),
the IV General Conference of
Latin American Bishops (CELAM) (1992), the Synod of Bishops on
Consecrated Life and Their Mission in the Church and the World (1993),
the Synod of Bishops´ Special Assembly for America (1997) and, since
1994, a permanent consultant to the Congregation for the Clergy. The
golden anniversary of his priestly ordination was celebrated on 26
November 1994, with 57 Legionary priests ordained on the anniversary's
eve. Fr. Marcial Maciel also served as Chancellor of the Pontifical
Athenaeum Regina Apostolorum, which is based in Rome.
In
January 2005 Maciel, at age 84, was succeeded by Álvaro Corcuera, LC, as General Director of the Legion
shortly after the reopening of a sex abuse allegation by the Vatican.
Maciel died on 30 January 2008.
In July of 2009, media in Spain
published an interview with a woman who had a child with Maciel over 20
years ago and now lives in a luxury apartment in Madrid which Maciel
purchased for her. The woman, Norma Hilda Baños, insinuates that she was
abused by Maciel as a minor and later was impregnated by him and she
bore him a daughter, Norma Hilda Rivas.[5]
At least one source claims that Rivas is an alias that Maciel used
during his life.[6]
A
day later, Mexican media reported that an attorney, José Bonilla, will
represent three of a possible total of six of Maciel's children in a
civil suit to recover Maciel's estate. The lawyer claims that there are
several properties in Mexico and around the world which Maciel owned in
his own name.[7][8]
In March 2010, Bonilla announced that he would no longer represent the
three reputed children of Maciel, since one of them admitted to asking
the Legion of Christ for $26 million USD in exchange for silence. [9]
Ethos
Members of the Legion
take vows of obedience, chastity,
and poverty.
They originally took a private vow of charity, which was approved by
Pope John Paul II in 1983 and repealed by Pope Benedict XVI in 2007 [10].
Their private vow of humility remains intact. The Legion's spirituality
can be described as three loves: love for Christ,
love for Mary, and love for the Church and Pope.
Love
for Christ is, for Legionaries, a personal experience. Through the Gospel,
the Cross,
and the Eucharist, Legionaries come to know Christ
intimately, and love him in a passionate way by embracing him as their
model of holiness.[citation needed]
Love
for Mary flows from imitating Christ; the Blessed Virgin is loved
as both Mother of the Church and of the individual Legionary's vocation.
Legionaries consecrate their spiritual and apostolic lives to her care,
and seek to take on her virtues of faith, hope, charity,
obedience, humility, and cooperation with Christ's plan of
redemption.[citation needed]
Finally,
there is Legionaries' love for Church and Pope. The Church is
loved because it is the Body of Christ, and the beginning of his Kingdom
on earth. Legionaries see the Church both as she currently stands and
as Christ wants her to be. Thus Legionaries honor her by faith, submit
to her in obedience, win souls for her through evangelization, and put
her above all other earthly things in their lives. This love of the
Church leads many in the Legion to speak of being "always in step with
the Church, neither ahead nor behind." It also explains the Legionaries'
special affection for the Pope, who is supported in his charism of
primacy and magisterium. All bishops in communion with the Roman
Pontiff, as the Apostles' successors and teachers of the Catholic Faith,
are likewise honored.[citation needed]
The
very definition of the Legion of Christ's charism and ethos and how
much of it is related to their disgraced founder's life of deception and
moral turpitude is in question pending the results of the Apostolic
Visitation due in the fall of 2009.[11]
Formation
As a whole, the
Legion is dedicated to advancing the Church's mission in the world, and
to this end submits candidates to a rigorous formation of four
dimensions: human, spiritual, intellectual and apostolic. This formation
has caused critics to accuse the Legion of producing priests and
religious who all speak and behave in the same way. But as members of a
family receive similar upbringing, so the members of the Legion are
formed in like ways, but still respecting the freedom of the individual.
In
letters from Marcial Maciel to the seminarians, he describes the
loyalties a Legionary should have:[12]
177. The first duty of a
legionary is to love and esteem the Legion. As Nuestro Padre says, it is
not a sin to love our Mother who is with all her being dedicated to the
expansion of the Kingdom of Christ. On the other hand, when we do this,
we are not laboring blindly for we have before our eyes the splendid
fruits that the Legion has produced for forty years, the formation of
its men and the radiance of its apostolates which confirm that it is
work of God and of the Church. 178. To love the Legion is to believe
in it and in all that which makes up its specific charism -
spirituality, discipline, apostolic methodology. To love the Legion is
to intimately know it, accept it in all its fullness, without reticence
or diminution. To love the Legion is to actively pledge oneself to it,
living its spirit and enriching it with the contribution of all of ones
personality. To love the Legion is to feel oneself fully realized
within it and to make it an essential part of ones own happiness.
Contact
with the family is moderated, so as to not restrict their mission,
although they are allowed a considerably more contact with their
families than religious in past centuries. If they live in the same
country as their parents, the religious and priests are permitted to
visit their families usually once a year provided it does not inhibit
their individual assignments. In addition, they are permitted to visit
for landmark anniversaries of parents and grandparents and, their
families are encouraged to visit them normally two or three times a
year. However, the novices do not go home during their two-year
novitiate, but their families may visit. The high school seminarians are
permitted to go home in the following cases:
276. During periods of summer
vacation for fifteen days. During this period the Rector and, if the
number requires it, the Vice-Rector - each accompanied by another
religious - should visit apostolics in their homes to attend to them
spiritually and to attend to the family. 277. During the Christmas
holidays for three days. However, all apostolics should celebrate
Christmas Eve and Christmas Day in the vocational center and should do
the same during the last day of the year. 278. For the name day or
corresponding birthday of their parents for one day. This visit will,
however, be subject to the approval of the Rector based on the
individual environment of each family. 279. For their parents
anniversary for one day. 280. For the wedding, religious profession
or priestly ordination of one of their siblings for one day. 281. On
the occasion of the death or serious illness of a parent, sibling or
grandparent for three days.
All members of the
congregation are required to write their families every two weeks, for
the high school seminarians, every week. Periodic phone calls are also
permitted: once a week for the high school seminarians, three times a
year for novices, and roughly once a month for religious and priests.
The above are the usual, but each individual case is seen with the
superior.
Papal support
Since
its founding, successive popes have expressed support for the Legion.
When Maciel visited Rome in 1946, PopePius XII expressed a keen interest in the
undertaking and gave it his personal blessing. In light of the order's
achievements, particularly in education, PopePaul VI was pleased to award it the "Decree of
Praise" in 1965. The most enthusiastic support has, however, been that
of PopeJohn Paul II, who in an address, picked out the qualities
which have made the Legion so successful:[13]
The
close relationship between Maciel and Pope John Paul may have been one
of the reasons that Vatican investigation regarding sex abuse
allegations made against Fr. Maciel proceeded slowly although the first
allegations were provided to the Pope in the late 1970s.
Apostolates
The primary
apostolate of Legionary priests and brothers is to attend to the
spiritual needs of the members of their lay branch, Regnum Christi.
Since Legionary priests and brothers are themselves members of Regnum
Christi, often they are put in charge of directing the apostolic
projects.[citation needed]
Regnum
Christi has many Apostolates for charitable and spiritual
welfare. It essentially does not limit itself to any one apostolate, but
each member is encouraged to work on his/her area of
interest/expertise.[citation needed]
As
a spirituality, it encourages its members to work innovatively and
systematically. Members are given the option to work on an apostolate
not associated with the Legion, a Legion-endorsed apostolate, or to
create their own apostolate which may eventually reach Legion
endorsement.[citation needed]
In
2006, The Legion launched a test phase of Mission Network,
in the United States. Catholic Mission Network, Inc., is the
umbrella organization which oversees and approves all Legionary-endorsed
apostolates in the US, soon to be internationally. Its purpose is to
provide both 1) structure/supervision of the apostolates, and 2) An
overview as to what the Legion/Regnum Christi does as a whole, with
brand-name-type recognition.[citation needed]
In the United States,
bishops have barred or severely restricted the Legion and Regnum Christi
in six dioceses possibly because of its recruiting practices, but this
is unclear.
Since the 1970s, Marcial Maciel has been accused twice
of having repeatedly sexually abused other congregation members,
including young children. (see Sexual abuse
scandal in the Legion of Christ)
The
Vatican has ordered an apostolic visitation of the
institutions of the Legionaries of Christ following disclosures of
sexual impropriety by the order's late founder. Marcial Maciel
Degollado. The announcement of the unusual investigation was posted on
the Web site of the Legionaries of Christ March 31, 2009 along with the
text of a letter informing the Legionaries of the pope's decision. [14]
On
June 27, 2009, according to Vatican commentator, Sandro Magister,
Vatican authorities have named five bishops from five different
countries, each one in charge of investigating the Legionaries in a
particular part of the world. Their first report is due to the Holy
Father in March 2010:
Ricardo Watti Urquidi[15],
Bishop of Tepic, Mexico, in charge of Mexico and Central America, where
the Legion has 44 houses, 250 priests and 115-120 religious
seminarians; Charles J. Chaput, Archbishop of Denver,
in charge of the United States and Canada, where the Legion has 24
houses, 130 priests and 260 religious seminarians; Giuseppe Versaldi,
Bishop of Alessandria, in charge of Italy, Israel, the
Philippines, and South Korea, where the Legion has 16 houses, 200
priests and 420 religious seminarians. (in Italy 13, 168 and 418
respectively); Ricardo Ezzati Andrello[16],
Archbishop of Concepción, Chile, in charge of Chile, Argentina,
Colombia, Brazil and Venezuela, where the Legion has 20 houses, 122
priests and 122 religious seminarians; Ricardo Blázquez Pérez, Bishop of Bilbao, Spain, in charge of Spain, France,
Germany, Switzerland, Ireland, Holland, Poland, Austria and Hungary,
where the Legion has 20 houses, 105 priest, and 160 religious
seminarians[
dus
wat contoverse en een onderzoek maar eveneens een ganse website,
uiterst gedetailleerde info over allerlei horror binnen dat fameuse
legioen. Deze zeer goed gedocumenteerde site is opgericht door
ex-legionairs: http://www.regainnetwork.org/
een
voorbeeldje ze verwijzen daar naar een recent artikel in de New-York
Times:
Mexican Woman: 2 Kids With
Scandal-Tainted Priest
By THE ASSOCIATED PRESS
Published: March 3, 2010
Filed at
8:45 p.m. ET
MEXICO CITY (AP) -- A Mexican woman charged
Wednesday that the deceased, scandal-tainted founder of a conservative
Roman Catholic religious order led a double life and fathered two
children with her.
Blanca Lara Gutierrez said she met the Rev.
Marcial Maciel in the border city of Tijuana in the 1970s, but didn't
know he was a priest. She said he passed himself off as an employee of
an international oil company, a private investigator and a CIA agent.
The Legionaries of Christ, the order founded by Maciel, acknowledged in
February 2009 in connection with other cases that he had fathered a
daughter and molested seminarians.
During a radio interview
Wednesday, Lara Gutierrez charged that Maciel, who died in 2008 at age
87, sexually abused one of his two sons with her as well as a son she
had from a previous relationship. The sons, now adults named Jose Raul
and Omar, said the abuse went on for years.
The Vatican,
which has been investigating the order over the earlier allegations
against Maciel, did not have any immediate comment on what Lara
Gutierrez and her sons told MVS radio Wednesday.
The order's
Mexican headquarters did not answer its phone. Jim Fair, a U.S.-based
spokesman for the Legionaries, said he didn't know anything more than
what was broadcast in Mexico about the woman, her children and Maciel.
''I'm shocked and disappointed at what I've heard,'' Fair said in a
telephone interview. ''We want to act responsibly and get to the bottom
of things and correct what needs to be corrected. We're going to be in
the process of doing that.''
The accusations could not be
independently verified. A short official biography posted on the
Legionaries' Mexico Web site did not say where Maciel might have been
posted in the 1970s, but he apparently did move around a lot.
Jason Berry, author of the book ''Vows of Silence,'' an investigation of
the claims against Maciel, said that by 1976 Maciel traveled so much
that he wasn't really based anywhere.
''He was building an
international religious order and he flew often and spent periods of
time in different countries. He moved most frequently between Mexico
City, Madrid and Rome,'' Berry said. ''He was always in Mexico for
periods of time. He would come back for events. Mexico was his financial
base.''
The accusations that Maciel lived a hitherto unknown
double life, in which the priest passed himself off as ''Jose Rivas,'' a
widower, follow a long series of allegations that he engaged in sexual
misconduct in several cities.
Lara Gutierrez said she met Maciel
when she was 19 and he was 56. She said she didn't find out his real
identity until 1997, when she saw a magazine article about previous
allegations made against him.
Asked how she was able to sustain a
relationship with a man for around two decades without realizing who he
really was, Lara Gutierrez suggested she was blinded by love.
''I never knew who I was living with, I never suspected.'' she said. ''I
loved him very much.''
Pope Benedict XVI took
the extraordinary step last March of ordering a Vatican investigation of
the Legionaries of Christ. Church leaders are visiting and evaluating
all seminaries, schools and other institutions run by the order around
the world.
After its founding by Maciel in 1941, the Legionaries
of Christ became one of the most influential and fastest-growing orders
in the Roman Catholic Church.
Pope John Paul II
championed the group, which became known for its orthodox theology,
military-style discipline, fundraising prowess and success recruiting
priests at a time when seminary enrollment was generally dismal.
The order says it has more than 800 priests and 2,500 seminarians
worldwide, along with 50,000 members of the associated lay group Regnum
Christi.
------
Associated Press Religion Writer Rachel
Zoll in New York contributed to this report.
ROME,
(Chiesa) In the thick of the storm rocking the Catholic Church on
account of the sexual abuse committed against minors by priests, an end
has come to the apostolic visit ordered by the Holy See among the
Legionaries of Christ, the congregation founded by Marcial Maciel.
The
Maciel case is extreme in every way. It pushes the contrast between
image and reality to exaggerated limits. Between the beatified image of
the priest founder of an ultra-orthodox, ascetical, devout religious
congregation, flourishing with vocations, some of them exemplary, and
the reality of a dissolute second life, made up of incessant violations
not only of the vows but of the commandments, of continual sinful
affairs with women, men, and minors of every age and condition, with
children and lovers all over the world, their number still unknown.
A
second life, that even at the moment of death appeared to sink deeper
into the sulfurous fumes. Morbid stories have leaked out about Maciel's
last days in Houston, at the end of January 2008, before his burial in
Cotija, his birthplace, in Mexico.
The apostolic visit began on
July 15, 2009. And the five bishop visitors fulfilled their mandate
halfway through this month of March, with the delivery of their report
to the Vatican authorities. They were Ricardo Watti Urquidi, bishop of
Tepic in Mexico; Charles J. Chaput, archbishop of Denver; Giuseppe
Versaldi, bishop of Alessandria; Ricardo Ezzato Andrello, archbishop of
Concepción in Chile; and Ricardo Blázquez Pérez, archbishop of
Valladolid.
It will be the Vatican authorities who decide what to
do. The three cardinals charged with the case are Tarcisio Bertone,
secretary of state, William J. Levada, prefect of the congregation for
the doctrine of the faith, and Franc Rodé, prefect of the congregation
for institutes of consecrated life.
But the last word will belong
to Benedict XVI, the most prescient of all. Even before he was elected
pope and when Maciel still had very powerful protectors in the Vatican,
Joseph Ratzinger ordered an extensive investigation of the accusations
against the founder of the Legionaries. And as pope, on May 19, 2006, he
sentenced him to "a retired life of prayer and penance."
After
this sentence, the congregation of the Legionaries bowed to the papal
command. But it continued to show veneration to its founding "father,"
as an "innocent victim" of false accusations.
It was only after
his death and the revelation of other scandals that the directors of the
congregation acknowledged some of their founder's sins, but without
denying the goodness of his work.
Still today, after the
eight-month apostolic visit, Maciel's successor as director general of
the congregation, Fr. Álvaro Corcuera, and vicar general Luis Garza
Medina who were also for decades, especially the latter of them, very
close collaborators of the founder show no intention of leaving their
command. And neither do any of the other high and mid-level directors,
central or peripheral.
Their defense is that they were always
unaware of Maciel's second life, and that their fidelity to the Church
and to the pope, in addition to their leadership experience, are the
best guarantees for the congregation's continuity.
Last February
5, in "L'Osservatore Romano," Fr. Luis Garza Medina, unruffled,
published an article describing the "virtuous life" of the ideal priest.
He who more than anyone else lived side by side with Maciel, knowing
all his secrets and managing his money, and who always held him up as a
model.
But that the current leaders of the Legionaries should be
left at the head of the congregation is entirely unlikely. The more
probable decision is that the Holy See will appoint a fully empowered
commissioner of its own, and will set the guidelines for a thorough
reform, including the replacement of the current leaders.
But
rebuilding from the ground up a congregation still deeply influenced by
its disgraced founder will be an arduous enterprise.
Priests and
seminarians who until very recently were steeped in the writings
attributed to Maciel will have difficulty finding new sources of
inspiration, not generic but specific to their order. The current
leaders of the congregation aren't helping, either. On the contrary. One
of Maciel's former personal secretaries, Fr. Felipe Castro, together
with other priests of the Legion, has worked in recent months to select
from among the founder's many letters a group of letters to be "saved"
for the future, to keep a positive image of Maciel alive.
The
dependence of the Legionaries on Maciel was and for many still is
absolute. There wasn't a shred of daily life that escaped the rules he
dictated. Absurdly exacting rules. Which prescribed, for example, how to
sit at the table, how to use a napkin, how to swallow, how to eat
chicken without using one's hands, how to debone a fish.
But this was
nothing compared to the control exercised over consciences. The handbook
for the examination of conscience at the end of the day was 332 pages
long, with thousands of questions.
And then there were and are
the statutes properly speaking. Much more extensive and detailed than
those provided to the bishops of the dioceses in which the Legionaries
have their houses. The five visitors went through a lot of trouble to
obtain the statutes in their entirety.
From the statutes one
gathers that in addition to the three classical vows of religious
orders, of poverty, chastity, and obedience, the Legionaries were bound
by two other vows plus a third called "of fidelity and charity" for
the select members of the congregation which prohibited any kind of
criticism and at the same time required telling the superiors about
confreres seen violating the ban.
These extra vows were supposed
to have been removed by order of the Holy See, in 2007. But the rank and
file of the Legionaries do not seem to have been notified of this
revocation.
The boundary between the spirit of obedience and the
spirit of subjection is not always clear in the congregation founded by
Maciel.
Among the Legionaries, the competition encouraged by the
rules is to see who can make the most proselytes. And the novice
immediately enters a collective machine that completely absorbs his
individuality. Everything is meticulously overseen and regulated, in a
thicket of limitations. From personal mail to reading material, from
visits to travel.
Over the eight months of the apostolic visit,
this control was relaxed only in part. Some priests told the visitors
about the things they believed were wrong. Others have left the
congregation and been incardinated into the diocesan clergy. Others have
continued to defend Maciel's legacy. Others feel lost. Still others,
finally, have faith in the rebuilding on new foundations of a religious
congregation that is part of their lives and that they continue to love.
an never ending story
en by the way: het Vaticaan heeft eveneens een onderzoek bevolen naar de verschijningen in ons favoriete bedevaartsoord Medjugorje...
Het
lijkt wel of er een ganse "business" ontstaat rond de "privacypolitiek"
van de "smart meters" we citeren een soort "best of" uit deze
presentatie:
The Smart Grid market may be bigger than the
whole internet.
What Could Detailed & Specific Power
Usage Information Reveal? Do you have children? Do you leave
them at home alone? What hours do you work? Do you come
home after bars close for the night? Do you have an alarm system
and is it armed? When do you usually bathe? Do you cook
your meals in the microwave or on the stove? Are you a restless
sleeper? How frequently do you wash your clothing?
The
Smart Grid is Here. United States 8.3 million smart meters
have already been installed in the United States. This number is
projected to increase to 52 million by 2012. The U.S. Federal
Government has allocated $4.5 billion in federal stimulus funds for
Smart Grid projects.
Canada North American utilities are
expected to spend $10.75 billion on Smart Grid infrastructure. The
Government of Ontario is committed to installing smart meters in all
homes and businesses by the end of 2010. Toronto Hydro has instituted
a program in which residential customers can sell distributed
generation back onto the grid.
Germany Yello Strom was the
first European utility to grant consumers access to Google PowerMeter.
Yello is now teaming with Cisco to install in-home energy management
devices. Italy 85% of homes have smart meters installed. This
is the highest penetration rate in Europe. France is second with only
25%. Netherlands April 2009 -First Chamber declined to pass a
bill which would require the installation of smart meters in
residences. Chamber cited privacy issues as the measure may violate
the right to privacy in the European Convention on Human Rights.
England The
Government has announced plans to install a smart meter in every home
in England by 2020. However, the Department for Energy and Climate
Change (DECC) has expressed privacy concerns about smart meters in its
impact assessment. There is scope for monitoring of
vulnerable householders by health authorities or social services. European
Union The European Parliament passed the 3rdEnergy Package in April
2009 which proposed that 80% of electricity customers have smart meters
by 2020.
Het wordt dus zeer duidelijk "big brother is
watching you" en als je dan nog de pech hebt om wat marginaal te zijn
slaagt men er zelfs nog in iedereen te doen geloven dat men aan sociaal
dienstbetoon doet wanneer ergens een soort "braindoctor" bepaalde
zwakke categorieën zal monitoren...dit opent ware horrorperspectieven... Maar
we laten jullie ongebreidelde fantasie haar werk doen...
Ook de
huidige trotse eigenaars van zonnepanelen zullen poeten opletten want
het zal gedaan zijn met de terugdraaiende meterkes die de verbruikte
elektriciteit aanrekenen minus de elektriciteit geleverd aan het net,
allebei tegen het zelfde tarief....fini, gedaan. Het zal de producenten
toelaten je elektriciteit te kopen tegen ridicule prijzen en jullie
geleverde elektriciteit duur te verkopen. Met andere woorden ik geef je
één eurcent voor je overschot die ik aan je buur tegen 1 euro verkoop
als groene energie. Bovendien kan de distributienetbeheerder je gewoon
afsluiten en dus beletten op het net te injecteren op de moment dat de
vraag te laag ligt. Dit zijn slechts twee voorbeelden die aantonen
dat de grootste winnaars niet de consumenten zijn maar maar de
leveranciers en de distributeurs...toevallig twee categorieën die nooit
een cent zullen bijdragen aan de betaling van de kost van de slimme
meterkes....alleen de verbruiker draait op voor de meerkost en hij heeft
er uiteindelijk het minste baat bij...
Dat waren nog eens tijden...Urbanus II en het vileine ras!
Waar wij ons dol aan ergeren is van die idiote beslissingen die dan nog
veel idiotere polemieken opleveren. Neem nu de uitnodiging van onze
minister van oorlog onze eigenste Crembo aan, het Congolese leger om
hier deel te nemen aan ons nationale défilé om hun eigenste 50 jarige
onafhankelijkheid te vieren. Zeg nu zelf: kan het nog kolonialer? We
kunnen ons al zo de nette uniformen met veel klatergoud inbeelden van de
troep uitverkoren elitesoldaten met relaties die met Crembo-air naar
hier worden gevlogen om voor de Bwana Kitoko II de Pruisische paradepas
te mogen tonen. Liefst nog met witte handschoenen want dat contrasteert
leuk met hun zwarte huid... En zonder te willen veralgemenen, maar we
hebben toch enkele bedenkingen op hun manier van "oorlogvoeren" in hun
oorlogszones. Niet dat we ons broederland het recht betwisten om vreemde
gewapende invallers d'r uit te schoppen maar wel de manier waarop dat
gebeurt. Heeft weinig te maken met de strategie van een geregeld leger
maar veel meer met het wangedrag van ongeregelde bendes. Een gewapende
groep die geen soldij ontvangt slaat aan het muiten. Dat weten we hier
al een paar eeuwen en daarvan hebben we in deze contreien wel de
gevolgen mogen meemaken. Nu is het ginder in de buurt van de grote meren
vroeger waren de Zuidelijke Nederlanden ook zo een gebrandschat gebied. We
zien dus echt niet in waarom we zulke luitjes over de kasseien
tegenover het Warandepark moeten hoeren stappen. Wij stellen voor dat
ook de Congolese luchtmacht deelneemt aan het luchtvaartdefilé. Dat zou
pas lachen worden. Crem-air en de Congolese luchtmacht met hun tricolore
rookpotten...Dit wens ik enkel life op scherm te volgen vanuit een
ondergrondse schuilkelder ergens in ons omringend buurland. Want die dag
is ons nationale luchtruim de gevaarlijkste plek van onze planeet. En
om verder te gaan met non-events willen we een pleziertje gunnen aan
alle islamofobe lezertjes. En gezien ons steeds groter wordend aantal
Ollandse lezers moeten er dat inmiddels heel wat zijn als we de opiniepeilingen mogen geloven. Vandaag geven we
jullie de toespraak van Urbanus II, de paus die opriep tot de heilige
oorlog en kruistocht en die Pieter de Kluizenaar zo erg begeesterde dat die elke man
die naar de hemel wou uiteindelijk naar ginder stuurde. Onze goeie
medeblogger met vettig bruin randje Tafelspringer (http://www.bloggen.be/tafelspringer/) verwees daar ook al naar toen hij het had over geert Wilders en enkele
uitspraken van Hirsi Ali. Al zien we niet meteen zelf een verband
tussen de 11de eeuw en de 21ste. Maar dat moeten jullie nu even
uitzoeken of er inderdaad een overeenkomst is. Weet dat er geen enkel
origineel document bestaat met deze toespraak en dat we het enkel hebben
via zogenaamde apocriefe geschriften ...en lees nu zelf
mee en lig niet meteen in een deuk. Het heeft immers aan ontelbare brave
mensen het leven gekost. Diegenen die aan de kant van Urbanus vochten
konden dan nog tenminste rekenen op een volle aflaat maar of de
tegenstander en " vilein ras" ooit in hun maagdenparadijs van martelaren
zijn terecht gekomen, daar koesteren we nogal wat twijfel over: maar nu
dus naar Urbanus den tweede
"Most beloved
brethren: Urged by necessity, I, Urban, by the permission of God chief
bishop and prelate over the whole world, have come into these parts as
an ambassador with a divine admonition to you, the servants of God. I
hoped to find you as faithful and as zealous in the service of God as I
had supposed you to be. But if there is in you any deformity or
crookedness contrary to God's law, with divine help I will do my best to
remove it. For God has put you as stewards over his family to minister
to it. Happy indeed will you be if he finds you faithful in your
stewardship. You are called shepherds; see that you do not act as
hirelings. But be true shepherds, with your crooks always in your hands.
Do not go to sleep, but guard on all sides the flock committed to you.
For if through your carelessness or negligence a wolf carries away one
of your sheep, you will surely lose the reward laid up for you with God.
And after you have been bitterly scourged with remorse for your
faults-, you will be fiercely overwhelmed in hell, the abode of death.
For according to the gospel you are the salt of the earth [Matt. 5:13].
But if you fall short in your duty, how, it may be asked, can it be
salted? O how great the need of salting! It is indeed necessary for you
to correct with the salt of wisdom this foolish people which is so
devoted to the pleasures of this -world, lest the Lord, when He may wish
to speak to them, find them putrefied by their sins unsalted and
stinking. For if He, shall find worms, that is, sins, In them, because
you have been negligent in your duty, He will command them as worthless
to be thrown into the abyss of unclean things. And because you cannot
restore to Him His great loss, He will surely condemn you and drive you
from His loving presence. But the man who applies this salt should be
prudent, provident, modest, learned, peaceable, watchful, pious, just,
equitable, and pure. For how can the ignorant teach others? How can the
licentious make others modest? And how can the impure make others pure?
If anyone hates peace, how can he make others peaceable ? Or if anyone
has soiled his hands with baseness, how can he cleanse the impurities of
another? We read also that if the blind lead the blind, both will fall
into the ditch [Matt. 15:14]. But first correct yourselves, in order
that, free from blame , you may be able to correct those who are subject
to you. If you wish to be the friends of God, gladly do the things
which you know will please Him. You must especially let all matters that
pertain to the church be controlled by the law of the church. And be
careful that simony does not take root among you, lest both those who
buy and those who sell [church offices] be beaten with the scourges of
the Lord through narrow streets and driven into the place of destruction
and confusion. Keep the church and the clergy in all its grades
entirely free from the secular power. See that the tithes that belong to
God are faithfully paid from all the produce of the land; let them not
be sold or withheld. If anyone seizes a bishop let him be treated as an
outlaw. If anyone seizes or robs monks, or clergymen, or nuns, or their
servants, or pilgrims, or merchants, let him be anathema [that is,
cursed]. Let robbers and incendiaries and all their accomplices be
expelled from the church and anthematized. If a man who does not give a
part of his goods as alms is punished with the damnation of hell, how
should he be punished who robs another of his goods? For thus it
happened to the rich man in the gospel [Luke 16:19]; he was not punished
because he had stolen the goods of another, but because he had not used
well the things which were his. "You have seen for a long time the
great disorder in the world caused by these crimes. It is so bad in some
of your provinces, I am told, and you are so weak in the administration
of justice, that one can hardly go along the road by day or night
without being attacked by robbers; and whether at home or abroad one is
in danger of being despoiled either by force or fraud. Therefore it is
necessary to reenact the truce, as it is commonly called, which was
proclaimed a long time ago by our holy fathers. I exhort and demand that
you, each, try hard to have the truce kept in your diocese. And if
anyone shall be led by his cupidity or arrogance to break this truce, by
the authority of God and with the sanction of this council he shall be
anathematized."
After these and
various other matters had been attended to, all who were present, clergy
and people, gave thanks to God and agreed to the pope's proposition.
They all faithfully promised to keep the decrees. Then the pope said
that in another part of the world Christianity was suffering from a
state of affairs that was worse than the one just mentioned. He
continued:
"Although, O sons
of God, you have promised more firmly than ever to keep the peace among
yourselves and to preserve the rights of the church, there remains still
an important work for you to do. Freshly quickened by the divine
correction, you must apply the strength of your righteousness to another
matter which concerns you as well as God. For your brethren who live in
the east are in urgent need of your help, and you must hasten to give
them the aid which has often been promised them. For, as the most of you
have heard, the Turks and Arabs have attacked them and have conquered
the territory of Romania [the Greek empire] as far west as the shore of
the Mediterranean and the Hellespont, which is called the Arm of St.
George. They have occupied more and more of the lands of those
Christians, and have overcome them in seven battles. They have killed
and captured many, and have destroyed the churches and devastated the
empire. If you permit them to continue thus for awhile with impurity,
the faithful of God will be much more widely attacked by them. On this
account I, or rather the Lord, beseech you as Christ's heralds to
publish this everywhere and to persuade all people of whatever rank,
foot-soldiers and knights, poor and rich, to carry aid promptly to those
Christians and to destroy that vile race from the lands of our friends.
I say this to those who are present, it meant also for those who are
absent. Moreover, Christ commands it."
"All who die by the way, whether by land or by sea, or in
battle against the pagans, shall have immediate remission of sins. This I
grant them through the power of God with which I am invested. O what a
disgrace if such a despised and base race, which worships demons, should
conquer a people which has the faith of omnipotent God and is made
glorious with the name of Christ! With what reproaches will the Lord
overwhelm us if you do not aid those who, with us, profess the Christian
religion! Let those who have been accustomed unjustly to wage private
warfare against the faithful now go against the infidels and end with
victory this war which should have been begun long ago. Let those who
for a long time, have been robbers, now become knights. Let those who
have been fighting against their brothers and relatives now fight in a
proper way against the barbarians. Let those who have been serving as
mercenaries for small pay now obtain the eternal reward. Let those who
have been wearing themselves out in both body and soul now work for a
double honor. Behold! on this side will be the sorrowful and poor, on
that, the rich; on this side, the enemies of the Lord, on that, his
friends. Let those who go not put off the journey, but rent their lands
and collect money for their expenses; and as soon as winter is over and
spring comes, let hem eagerly set out on the way with God as their
guide."
Bongars, Gesta Dei
per Francos, 1, pp. 382 f., trans in Oliver J. Thatcher, and Edgar
Holmes McNeal, eds., A Source Book for Medieval History, (New York:
Scribners, 1905), 513-17
de sossen hebben eindelijk weer een goed idee...de single buyer
We hebben reeds tussen twee lijntjes door vermeld dat de SP-a een
energieplan heeft. Ze hadden al eerder ééntje. Nog niet zo heel lang
geleden trouwens en waaraan we ons groen en blauw geërgerd hebben. Laten
we dus beginnen met de versie die onze wrevel heeft opgewekt:
http://www.mikadoweb.be/node/87
Ambitieus energieplan essentieel voor durfplan
economische toekomst
Submitted by admin on
Fri, 04/24/2009 - 08:47
Op 23 april stelde sp.a haar durfplan
voor. Het plan is volgens voorzitster Caroline Gennez een antwoord op de
crisis en moet de economie van de toekomst creëren.
De crisis is
te groot om ze met halve maatregelen op te lossen. Er is de laatste tijd
te veel gepraat en te vaak gewacht. Het is tijd voor daden. Ons
programma telt meer dan 100 paginas en 500 concrete voorstellen, aldus
Caroline Gennez. Maar er is zelfs nog meer nodig. Want we zitten
midden in de zwaarste economische crisis van ons leven. We hebben echt
een hyperactieve regering nodig, die de handen uit de mouwen steekt. Nu
meteen.
sp.a vindt dat de Vlaamse regering de eerste jaren van de
volgende legislatuur echt moet investeren in infrastructuur, in een
energie-arme economie, in mensen en in solidariteit. Samen met het weer
betrouwbaar maken van banken kan Vlaanderen zo een nieuwe start nemen.
Een
belangrijk onderdeel van het durfplan gaat over een ambitieus en
duurzaam energiebeleid. We staan voor een gigantische uitdaging op het
vlak van energieconsumptie en productie. We moeten tegelijkertijd de
overgang naar een lage koolstoffeneconomie maken, onafhankelijker worden
in onze energievoorziening op Europees vlak en een concurrentiële markt
creëren. En dat alles zonder dat het licht uitgaat, of de prijzen
onaanvaardbaar snel stijgen. Iedereen weet dat. Er zijn al veel
maatregelen genomen. Maar de vooruitgang is te traag.
Wij willen
versnellen. Niet langer achterop lopen in de EU, maar voorop. Onze
ambitie is om tegen 2020:
onze achterstand in
energie-efficiëntie van woningen te hebben ingehaald en beter geïsoleerd
te zijn dan de Europese landen die zuidelijker van ons liggen,
alle
huishoudens van elektriciteit uit alternatieve bronnen te voorzien en
het
slimste elektriciteitsnet van de hele EU te hebben.
Dit kan
en zal ons bovendien extra jobs opleveren. En het zorgt voor innovatie
in een groeisector.
De goedkoopste en schoonste energie is degene
die je niet verbruikt. Met alle premies en fiscale aftrekken die er nu
al zijn, is het rendement van investeringen in energiebesparing
gegarandeerd. Toch zijn er vandaag 800.000 woningen zonder dakisolatie.
Veel mensen zien de isolatiewerken niet onmiddellijk zitten, beschikken
niet over voldoende geld om de kosten voor te schieten, kennen geen
goede aannemer of zien op tegen het papierwerk. Daarom stellen wij voor
dat de netbeheerders, die elektriciteit en gas in huis brengen, vanaf nu
ook de isolatie meebrengen. Het energiebedrijf maakt een bestek op,
zoekt een aannemer en prefinanciert de werken. Het bedrijf sluit een
akkoord met de steden en gemeenten. Die zetten de bouwmaatschappijen aan
de slag om, alles samen, 80.000 huizen per jaar te isoleren. Zo is de
klus in 2020 geklaard.
Eens het dak geïsoleerd is, wordt het de
moeite waard om er zonnepanelen op te zetten. Ondanks de fiscale aftrek,
de groene stroomcertificaten en de premies, plaatsen mensen relatief
weinig zonnepanelen. Het initiële investeringsbedrag schrikt mensen af,
of maakt het hen onmogelijk. Wij willen mensen een renteloze lening
aanbieden, die ze terugbetalen op het ritme van hun fiscale aftrekken,
hun opbrengst uit groene stroomcertificaten en hun besparingen op de
elektriciteitsfactuur. Concreet stellen we voor dat mensen die gebruik
maken van de renteloze lening na drie jaar, dus nadat ze hun fiscale
aftrek krijgen, een eerste schijf terugbetalen. Mensen die niet in
aanmerking komen voor een belastingvermindering, betalen deze schijf
niet terug. Voor hen is dit voorschot een verworven Vlaamse premie. De
rest van de lening wordt afgelost over tien jaar of meer.
Om alle
huishoudens te voorzien van elektriciteit uit hernieuwbare energie en
om de Europese doelstellingen te halen, ontwikkelen we windenergie uit
de Noordzee. Nu staan er zes windmolens in de Noordzee. Er is plaats
voor meer dan 600. Het goede nieuws is dat we de stappen kennen om van
de huidige zes naar 600 windmolens te gaan: we zorgen voor een
ondersteunend vergunningsbeleid, we verplichten Elia om een stopcontact
in de Noordzee te leggen en we waarborgen als Vlaamse overheid de
financiering van de parken. Met een durfbeleid hebben we in 2015 het
equivalent van Doel I in de Noordzee staan. Bovendien baten drie nieuwe
spelers op de Belgische energiemarkt dit uit. Qua tewerkstelling mogen
we deze innovatie niet onderschatten: er komen nieuwe, vaak
arbeidsintensieve niches in de sectoren van onder meer de bouw, de
baggeraars en de metaalindustrie, die ons toelaten kennis te ontwikkelen
en te exporteren.
We denken beter nu al verder dan ons stukje
Noordzee groot is. Iets verderop, tussen Schotland, Nederland,
Denemarken en Noorwegen, waar nu de olieboorplatforms liggen, ligt een
enorme kans om windmolenparken te bouwen. We kunnen die verbinden tot
een NoordzeeRing. Zon Ring van windmolenparken, zoals uitgetekend in
het Masterplan Zeekracht van het architectenbureau van Rem Koolhaas, het
OMA, kan even veel energie opwekken als de olievelden in de Golfstaten
en Europa voor 2050 grotendeels energieonafhankelijk maken. Vlaanderen
kan hierin participeren, industrieel én politiek. De Noordzeering kan de
definitieve omslag betekenen van fossiele naar hernieuwbare energie in
Europa. En ze kan een symbool worden van Europese samenwerking. Van een
Europese visie op de toekomst. Van een Europa van oplossingen. Van een
Europa van jobs met toekomst.
Investeren in hernieuwbare
energieproductie is één zaak. Deze ook inpassen in het
elektriciteitsnetwerk is nog iets anders. Gezinnen, landbouwers, scholen
en KMOs kunnen met hernieuwbare energie-installaties of
(micro)warmtekrachtkoppeling grotendeels zelf hun stroom en warmte
produceren. Ze kunnen met het net overschotten en tekorten
uitwisselen. Het elektriciteitsnet kan evolueren van een net dat stroom
transporteert van enkele grote centrales naar duizenden afnemers, naar
een internetstructuur waar gebruikers ook energie aan kunnen
toevoegen. Slimme meters laten toestellen (bijvoorbeeld
warmtekrachtkoppelingsinstallaties) op momenten van piekvraag energie
opwekken en in dalperiodes stroom afnemen (van wasmachines,
diepvriezen, plug-in hybride wagens, ). De uitbouw van een duurzaam
netwerk veronderstelt een volgehouden inspanning. Er zijn momenteel al
lokale pilootprojecten gepland om expertise met slimme meters op te
bouwen. We streven naar de veralgemening van intelligente elektronische
meters voor 2020.
Het zal weinig lezertjes verwonderen dat we
dit soort apekool dus NIET lusten. Een voorbeeldje? Neem hun uiterst
domme omschrijving van "intelligente meters": Slimme meters laten
toestellen (bijvoorbeeld warmtekrachtkoppelingsinstallaties) op momenten
van piekvraag energie opwekken en in dalperiodes stroom afnemen (van
wasmachines, diepvriezen, plug-in hybride wagens, )....Indien
morgen zo een slim meterke in mijn kelder tijdens een dalperiode stroom
van mijn wasmachine afneemt of een wamtekrachtkopplingsinstallatie
opstart bij een piekmoment, dan valt te vrezen dat we binnen de kortste
keer met zijn allen gezellig rond kaarslicht en walmende houtvuren onze
sateekes zullen moeten opeten.... Idem dito met dat
zonnepaneelgeleuter en groenestroomcertificaten. Onze lezertjes hebben
de vorige bijdrage immers kunnen lezen dat zelfs de CREG al dat
gesubsidieer begint te gortig te vinden dus ... Laat staan dat het
studiebureau van Rem Koolhaas de onderzeese kabelverbindingen tussen de
windmolenparken gaat uitwerken...dat gedoe met die Noordzeestekker werkt
al lang op onze zwakke zenuwen. Niet dat we tegen die onderlinge
verbindingen zijn, die komen er zeker en vast. anders hebben die
windmolenparken immers totaal geen nut. Als je al die parkjes
afzonderlijk laat werken kan je beter meteen je eigen stront omzetten in
een biogasinstallatie. Zal je immers sneller aan elektriciteit komen.
Maar of zo een gereputeerd bureau als Koolhaas de nodige expertise in
huis heeft om hoogspanningsposten, -kabels en -lijnen uit te tekenen
hebben we toch wat twijfels over. Zo een onderlinge verbinding komt er
dus en dan kan je daar heel wat mee aanvangen met die windmolenparken
maar we zullen de trendy SP.a'erkes meteen geruststellen: Rem Koolhaas
zullen dat niet verwezenlijken ùmaar intussen weten we dat jullie Rem
Koolhaas dus kennen. Proficiat!
(Belga) Sp.a wil een radicale hervorming van de
energiemarkt. Niet alleen moet tegen 2020 een vijfde van de stroom uit
hernieuwbare bronnen komen, ook de prijs moet omlaag en de facturen
transparanter. Om de elektriciteit goedkoper te maken, moet de overheid
opnieuw meer gaan wegen op de energievoorziening. Het sp.a-energieplan
is maandag goedgekeurd op het partijbestuur.
"Een zekere toegang tot voldoende energie tegen een
betaalbare prijs staat voor ons centraal", zegt voorzitster Caroline
Gennez. "Om tot dit doel te komen, moeten we resoluut kiezen voor de
massale productie van hernieuwbare energie in eigen land. Daarnaast
moeten we af van de dominantie van één speler op de energiemarkt." De
partij pleit voor een aankoopcentrale die alle elektriciteit opkoopt die
afkomstig is van kerncentrales, windturbineparken op zee en
steenkoolcentrales. De centrale zal de stroom aankopen aan
productieprijs en die daarna op de markt brengen. "Nu weegt GdF Suez
teveel op onze prijszetting. Daardoor is onze elektriciteit de vierde
duurste van Europa", argumenteert Gennez. Andere spelers naast de
kernenergie, offshore windprojecten en steenkoolcentrales kunnen volgens
Johan Vande Lanotte vrijwillig aansluiten. Hij denkt daarbij aan de
gassector. Om tot 20 procent stroom uit hernieuwbare bronnen te komen,
is een nieuw windplan nodig en moet een tweede locatie voor windturbines
op zee worden afgebakend. De introductie van de elektrische wagen moet
worden versneld door de installatie van oplaadpunten te stimuleren. Door
de consumentenfacturen progressief te maken, wil de sp.a de kleine,
zuinige consument beschermen en belonen. De facturen moeten ook
transparanter worden. (LEE)
Zozo, de kampioenen van de
liberalisering van de energiesector -weet je nog het afschaffen van het
controlecomité????- hebben het warm water terug uitgevonden: "de
overheid moet opnieuw gaan wegen op de energievoorziening". Het is niks
te vroeg hé, beste sossewieten. Eerst de ganse boel liberaliseren om de
prijzen te laten zakken....ze zijn nog nooit zo snel gestegen en dat was
perfect voorspeld door een aantal mensen en organisaties maar sommige
proffen wisten beter en dan hebben we het niet over in ongenade gevallen
proffen! Maar het idee van de aankoopcentrale die alle stroom
centraal aankoopt zint ons wel. Het is wel geen uitvinding van deze
rooie vriendjes. Dit principe heet "single buyer" en ondermeer de Creg
publiceerde daarover reeds een behoorlijk interessant document: http://belgischenergierecht.blogspot.com/2009/09/kernenergie-en-single-buyer.html
en
in de nieuwsbrief van Febielec van 23/6/2009 vonden we dit:
Minister
Magnette wil single buyer voor nucleaire productie Minister
Magnette wil de verlenging van de levensduur van de kerncentrales
koppelen aan de invoering van een enige aankoper van hun geproduceerde
elektriciteit. Dit monopsonie zou een overheidsbedrijf worden dat de
nucleaire productie tegen cost+ zou aankopen en verder verkopen tegen
voorwaarden onder de marktprijs, maar met een marge die zou worden
geherinvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe productie-eenheden
(thermische centrales, hernieuwbare energie-opwekking en WKK).
Dus
de mosterd zijn ze niet erg ver gaan zoeken allen hebben ze het wat
uitgebreid tot de andere soorten elektriciteit. Niet alleen de
kernenergie.
Many
Asian, African, and Eastern European countries freeing up their electricity
markets are preserving an artificial monopoly over the wholesale
trading of electricity even after the vertically integrated national
power company is unbundled. Evidence so far suggests that this single-buyer
model has major disadvantages in developing countries: it invites
corruption, weakens payment discipline, and imposes large contingent
liabilities on the government. These disadvantages in most cases
overshadow the higher short-term costs of a bilateral contracts model
where generators contract with customers.
moesten ze even
kritisch zijn over de geliberaliseerde markt dan zouden we dit stukje al
wat aandachtiger lezen...maar we begrijpen dat iemand die ooit nog in
een centraal planbureau in Hongarije heeft gewerkt zo een dingen durft
te denken. Alleen verhoogt zo een artikel niet echt de geloofwaardigheid
van deze toch al wat gewantrouwde instelling...
Many countries are restructuring their electric power
industries (EPIs) from regulated monopolies to a competitive
electricity market. Competition is expected to increase productivity and
decrease production costs and the price of electricity. Countries are
at different stages of the restructuring process, and the process is not
finished in any country.
In spite of a
wide variety of possible structures, four main electricity market
models can be distinguished.
Model 1: Regulated natural monopoly (no competition).
This is a vertically integrated company comprising all spheres of
electricity production, transmission, distribution, and sale.
Model 2: Single buyer (purchasing agency, monopsony).
Competition is only among producers.
Model 3: Competition in the wholesale market.
Model 4: Competition in the wholesale and retail
markets.
Models 1, 3 and 4 are
more popular and better studied. Meanwhile the single buyer model is
perhaps the most interesting from the consumer viewpoint.
The variations of the electricity market are not
perfect and differ from other markets. This is as a result of the fact
that EPI is a complicated technologically unified electric power system
(EPS). The main properties of an EPS and its influence on electricity
markets are considered in the next section.
Properties of EPSs and Electricity Markets
EPSs have a number of well-known features:
a particular role of electricity
in the economy and society; the damage caused by sudden interruption of
power supply is many times larger than the cost of electricity
undersupplied
it is impossible to
store electricity on a sufficiently large scale
the necessity to provide the balance of power demand
and supply at every current moment
inevitable emergencies of power and electric equipment
that make it necessary to reserve (backup) generating capacities and
electric ties in EPS.
These
features influence electricity markets to a great extent. However, there
are even more important properties of EPSs in this respect.
Specialized transport of electricity (by wires) that
results in
territorial
limitations (local character) of the market; only those consumers and
producers who are directly connected to an EPS and via electric ties
with sufficient transfer capability can be a part of the market; there
are no world electricity market and prices
participation of only existing (operating) power plants
in the market
a technical
(physical) barrier for new power producers (NPPs) to enter the market.
Change in the daily, weekly and seasonal load of
EPS consumers leads to
the need to expand generation capacities according to
the maximum yearly load of the EPS (taking into account reserves); at
other periods of the year, power plants will be underloaded and have
lower income that might be insufficient to recover investment
the economic expediency to have within the EPS power
plants of different types to meet base, peak, and semipeak loads; these
plants are the most efficient in their load curve zones and differ in
their economic indices (specific capital investments, production costs)
the expediency to optimize the structure of generation
capacities of the EPS (shares of different power plant types)
the formation of marginal prices in the competitive
wholesale market (Models 3 and 4) that correspond to the cost of the
least-efficient power plants required for the current power supply (to
the marginal cost of the marginal unit); marginal prices are much higher
than regulated prices (tariffs) in Models 1 and 2.
Additionally, this property of the EPS is the reason
for organization of the spot electricity market, which is absent
in the other markets. In the original conceptions of EPI restructuring,
the spot market was supposed to send signals for generation capacity
expansion. But the experience and the subsequent studies show that it is
not able to provide such signals. The spot market reflects only the
current situation, and its signals are too late and unstable to provide
timely (and the more so optimal) generation expansion.
Restructuring and Consumerism: Single
Buyer Market
Another
perspective in this regulation series is based on the plan for the
Siberian market. This article brings forward another discussion of
industrial organization. The laws and regulations at the federal and
state level to establish competitive markets are under review and
continuous attacks. Many have questioned when deregulation will arrive.
Others question why competition has failed. Recent workshops by the
American Public Power Association (APPA) have shown the range of
analysis and the many false assumptions to justify each side. As noted
in the this article on restructuring in Siberia, there are several
models of industrial organization.
Figure A. Industrial organization structure with
major cash flows.
The single buyer market, at first review, seems to
be similar to the California (CA) market established by the independent
system operator (ISO). The CA ISO organizational model is shown in
Figure A. The Federal Energy Regulatory Commission (FERC) authorizes the
industry operation when business extends beyond the state. The State of
California Public Utility Commission (PUC) is in charge of authorizing
(regulating) Industry operation within the state. The independently
owned utilities (IOUs) are separated into different companies under an
umbrella or holding company. The municipal power agencies (MUNIES),
cooperative power companies (COOPs), and independent power producers
(IPPs) interact with and pay the CA ISO's operating expenses. The IOUs
in California with the majority of the assets include Pacific Gas and
Electric, San Diego Gas and Electric, and Southern California Edison.
Los Angeles Department of Water and Power is one of the municipal
agencies. There are many participants as one can determine by examining
the FERC-required documents supplied by the CA ISO. The question brought
forward at this time is the structure of the auction. The English
auction assumes that the seller is paying for the auctioneer when the
buyers are bidding to purchase. Similarly, the assumption when the buyer
is paying the auctioneer is that the sellers are bidding. In the
figure, examine the following cash flows within the U.S. market
structure.
The cash flows
within the holding company are not shown, but there are three
alternative cash flows to pay for the operation of the CA ISO. The
primary protector of the customer in the previously microregulated
environment is the state PUC. The first level of responsibility for an
IOU company is the stockholder. The holding company is restricted in the
information exchanged between the wholly owned subsidiaries but has the
right to direct the subsidiaries for maximum profit. This organization
is reminiscent of the vertically organized IOU before the reorganization
of the electric utility industry. The operating expenses of the CA ISO
are paid by the IOU company, the municipals, the COOPs, and the IPPs.
This organization should be compared with the organization recommended
in this article exploring an independent buying agent for the customer,
paid for by the customer. One should also consider the inherent
difference between the IOUs and the municipals and coops who consider
their customers as the shareholders.
Gerald B. Sheblé Associate Editor,
Business Scene
High capital-intensity and long time of
construction of power plants and some transmissions causes
impossibility of a quick
elimination of power shortage, if it has occurred in the market for some
reasons; many years are required for commissioning (designing and
construction) of new power plants (three to five years and more
depending on their type); the shortage can be avoided only if its
occurrence is not allowed, therefore timely development planning is
needed
moreover, if a power plant
is constructed by a private investor (in Models 3 and 4), then about
ten years after the power plant commissioning the investment will need
to be paid back. Hence, the private investor should know the EPS
expansion conditions and, first of all, the wholesale market prices for
the period of about 1520 years. Clearly, such information will be very
uncertain and this creates a high financial risk for the investor and
raises an interest on capital at which he will make a decision to
invest.
The development of
EPS implies successive (one by one) construction of new power plants and
transmissions. This EPS property leads to an important feature of a
competitive electricity market (Models 3 and 4). Every new power plant
apart from its production cost will have an investment component
required for investment recovery. Therefore, a price that an NPP can
offer to the wholesale market will be higher than the price offered by
an operating plant of the same kind. Thus, there will be a difference (a
"gap") between the electricity cost (and prices) of operating power
plants and the prices required for attraction of investments in new power
plants. Such a gap creates an economic (price) barrier for NPPs to
enter the market.
The positive
economies of scale, i.e., the effect of a decrease in costs of
production, transmission, and distribution of electricity (and its
price) at an increase in the total capacity of EPS. This property of
EPSs is conditioned by a number of factors that work with increasing EPS
scale:
reduction
of necessary capacity reserves
improvement
of economic indexes of EPS as a whole due to technological progress in
any sphere (production, transmission or distribution of electricity)
optimization of generation capacity structure,
electric networks, and operating conditions of EPS as a whole<
decrease in the share of administrative expenditures
with growth of companies.
These
factors led to formation of modern EPSs and were the reasons for
creating natural monopolies in EPI in the first half of the 20th
century. The EPI transition from a free market that had existed earlier
to the regulated monopoly resulted in a decrease in electricity prices.
This effect was achieved in both respects: operation and development of
EPSs. In the sphere of EPS operation, the prices were reduced from
marginal costs in the free market to average costs in the regulated
monopoly. In the sphere of EPS development, the investment component of
electricity prices became lower due to the change in mechanisms of
financing new power plant construction.
Within current EPI restructuring (the return to a competitive market),
the positive economies of scale starts to decrease (in Model 2) or is
even lost completely (in Models 3 and 4). In particular, the well-known
effect of EPS interconnection, consisting of the reduction of necessary
generating capacities with intersystem tie construction, cannot be
realized in the competitive wholesale markets. The spheres of
electricity generation and transmission are separated, investment in the
intertie should be made by network companies but the effect (investment
savings) is in the generation sphere. It becomes impossible to
substantiate the financial effectiveness of the intersystem tie.
It can be seen that EPS properties listed are
reflected differently in different electricity market models. However,
on the whole they testify to the imperfection of electricity markets. A
monopolistic nature of the market in Models 1 and 2 is obvious and the
state regulation is therefore necessary. In Models 3 and 4, power
producers conserve market power to create capacity shortage and raise
prices in the wholesale market by the cessation of new power plants
construction. Electricity production is, in this case, restricted by the
maximum possible production of existing power plants, and capacity
shortage will occur while power demand continues to grow. The economic
barrier for the new producers mentioned above fosters such market power.
A Single Buyer Electricity Market
A single buyer market model (Figure 1) differs from
the regulated monopoly in the division of generation sphere into several
financially independent power generation companies (PGCs) that begin to
compete with one another for electricity supply to the common
purchasing agency. NPPs can also appear. Spheres of electricity
transmission, distribution, and sale remain vertically integrated within
one company that is a monopolist relative to consumers as before.
Naturally the activity of this purchasing agency, and in particular the
setting the prices of electricity bought from producers and sold to
consumers, should be regulated by the state (as in Model 1). The agency
is also responsible for uninterrupted supply of electricity to
consumers.
It is supposed that the
purchasing agency buys electricity from PGSs according to long-term
contracts at fixed prices, terms, and conditions of supply. Contracts
with operating (existing) producers are concluded for a period of two to
four years. The prices are set individually for each producer at a
level close to its production costs (including a "normal" profit).
Contracts with new producers, envisaging construction of new power
plants, are made for a term of 1015 years that has to be sufficient for
the investment payback. Electricity prices are established at a higher
level because of the necessity to recover investments.
These facts create some favorable opportunities and
circumstances. First, the surplus generation capacities cause the
competing producers to offer prices as low as possible, i.e., the
benefit of competition is realized. At the same time, with the contracts
for several years power producers will have an incentive and time to
lower production costs for gaining higher profit.
Second, there is a chance to eliminate capacity (and
energy) shortage. The purchasing agency responsible for reliable power
supply to consumers will plan generation expansion on its territory in
advance (as in Model 1): it will forecast power demand, draw up future
balances of capacity and energy, etc. It may conclude long-term
contracts (for 1015 years) with PGCs or new producers for additional
supply of electricity (from new power plants), if needed. The investor
thereby will recover investments with guarantee (similar to the
situation with regulated monopoly). The guaranteed investment recovery
transfers the risk to the consumer (as in the case of monopoly), on the
one hand, but decreases the capital value (the interest rate), on the
other hand.
For the purchasing
agency as a whole, different producers' prices will be averaged by
analogy with the regulated monopoly. The higher prices in contracts on
power supply from new power plants will also be averaged. Thus the
single buyer market can ensure a low tariff level for final consumers.
At the same time a benefit of competition among power producers is
realized in the market. And with the proper state regulation, the single
buyer market should gradually decrease production costs and prices for
final consumers of electricity as compared to the regulated monopoly.
This is its advantage over the latter.
In a microeconomic sense, the single buyer market is a
monopsony that is advantageous for buyers (consumers). The latter are
in a privileged position relative to producers (in contrast with
monopoly market). In the regulated single buyer electricity market,
producer's prices are averaged (similar to the regulated monopoly) that
provides a low tariff level for final consumers. In principle it can be
even lower than in the regulated monopoly due to competition among
producers.
Certain Items Important
for Models Comparison
When comparing
electricity models, it is necessary to take into account certain
circumstances.
First, competition is a
driving force of the market economy. It results in the fall of costs
and finally of prices (especially in the markets with perfect
competition).
But it is very
important to distinguish who will benefit from the competition
effectproducers or consumers (buyers)as their interests are
contradictory. The effect for consumers may only be in the decrease of
prices. If prices do not decrease or moreover do increase, there is no
effect for consumers, and all the effect from competition falls to
producer's lot. This is precisely what happens in electricity market
Models 3 and 4 where marginal wholesale prices are formed.
In principle, both producers and consumers should
benefit from the effect. It means that a certain compromise between the
interests of producers and consumers has to be reached.
Second, the organization of competition in an
electricity market is reasonable only if the effect expected from
competition is higher than the expenditures to be spent on market
infrastructure and negative consequences for consumers from competitive
market functioning. Therefore it is necessary to economically compare
the expected effect with expenditures and consequences. Certainly this
is not an easy matter. But it should be made to the extent possible.
Third, shares of costs in different spheres of EPI
are approximately as follows:
electricity generation: 5060%
electricity transportation and distribution (regulated
monopolistic spheres): 4045%
electricity
sale: 5%.
Therefore, the main
effect from competition can be obtained in the generation sphere. And
this is implemented in the single buyer market.
An effect from competition in retail markets may be
very small, and it is doubtful that it will be higher than the expenses
on market infrastructure and maintenance of a great number of new
selling companies.
Fourth, the
state regulation of power company activities and electricity tariffs is
necessary in the following:
vertically integrated monopolies (Model 1)
single buyer market (Model 2)
competitive markets (Models 3 and 4)
spheres of transmission and distribution of
electricity (monopolistic ones)
all
spheres during the periods of capacity shortage or temporary absence of
conditions for competition.
Thus state regulation is inevitable to a larger or lesser extent in all
electricity markets. During the periods of capacity (or electricity)
shortage in competitive markets, it should be similar to the regulation
in Models 1 and 2. Therefore the state regulation has to be the subject
for permanent improvement and perfection.
The need for the state regulation in single buyer
market should be considered as an advantage rather than disadvantage.
Disadvantages of Competitive Markets
With the creation of a competitive wholesale market
(Model 3), many buyers (distribution-sale companies start to compete
with one another (in addition to competition among producers). The
competition among buyers (consumers finally)
does not lower production costs,
i.e., does not increase production efficiency (as it is at competition
among producers)
worsens the
position of buyers in the market and improves the position of producers
results factually in the rise of wholesale prices up
to marginal costs of a marginal unit, thus causing damage to consumers
and bringing super profits (producers' surplus) to producers. Marginal
wholesale prices are usually 3040% higher than the regulated tariffs
set at the level of average costs (in Model 1 and 2).
Therefore, the competitive wholesale market is
profitable only for producers and absolutely not profitable for
electricity consumers. Producers obtain not only the entire effect from
competition in the generation sphere but also "producers' surplus." For
consumers, on the contrary, there is no effect from competition and
moreover the price rise causes direct damage, as compared with the
single buyer market.
There are many
other disadvantages of competitive wholesale market against a single
buyer market:
loss
of economies of scale
deterioration
of reliability (for example, system emergencies in the United States,
Canada, and Western Europe in 2003)
difficulties with generation expansion due to the
economic (price) barrier for new producers to enter the market
increase of administrative and overhead expenditures
of very many new companies.
An
effect from the organization of retail markets (Model 4) is highly
questionable. The share of costs in the sale sphere is very small.
Meanwhile, the creation of many sale companies will lead to the need of
rather complicated and expensive systems to register and check
electricity sold by different companies. Besides, administrative and
other expenditures of these companies will appear. The comparison of all
these additional expenditures with possible effect from competition in
the sphere of sale is very unlikely to be in favor of the latter.
Recent Experience
Certain events have been observed in the last three to five years that
are interesting for this article.
First, developed countries such as France and Japan (and also many
states of the United States) still operate vertically integrated
monopolies (Model 1). This implies that EPI restructuring is not a
universal tendency.
Second, many
countries have restrained the restructuring process in the single buyer
market. This model was implemented in South Korea in 2001 and still
exists there. Transition to a competitive wholesale market, originally
planned for 2003, was postponed for an uncertain period. An especially
successful single buyer market is in China where EPI is developing at a
pace never seen before.
Third,
several countries that moved to competitive electricity markets (Models 3
and 4) went through severe system emergencies or EPI crises. The
emergencies noted in the United States, Canada, and Western Europe were
at least partly caused by EPI restructuring. The same can be said of the
Moscow emergency in May 2005.
Quite significant is the situation in Chile, Argentina, and Brazil.
Capacity or electricity shortages followed by price rises have appeared
there recently and governments have restored price regulation. With
generation divided into many PGCs, a kind of single buyer market turns
out to be there.
Conclusions
Competitive electricity markets (Models 3 and 4) are
quite disadvantageous for consumers as compared with regulated markets
(Models 1 and 2). The main shortcoming of the competitive wholesale
market is the formation of marginal equilibrium prices that are much
higher than regulated tariffs. It results in direct damage for consumers
and in huge profits for producers. In this case, competitive markets
are profitable only for the power producers.
The other shortcomings of EPI competitive markets are
the loss of positive economies
of scale
difficulties with
generation expansion that may lead to capacity shortage and to an
additional price rise
increase of
administrative and overhead expenditures
deterioration of power supply reliability.
In the end, these factors also increase production
costs and electricity prices, i.e., are unfavorable for consumers.
The single buyer electricity market (Model 2) has
advantages over both the regulated monopoly (Model 1) and competitive
markets (Models 3 and 4). With proper state regulation, electricity
tariffs for consumers in the single buyer market can be lower than in
the regulated monopoly due to competition among producers. The
advantages of the single buyer market over competitive markets were
listed above. Therefore, the single buyer market is the best one for
consumers.
The interest of
consumers' side embraces the interests of the whole economy and society
(excluding power producers). Naturally, states and governments should
first take care of consumers' interests and correspondingly choose or
adjust the conception of EPI restructuring.
For Further Reading
S. Hunt and G. Shuttleworth, Competition and Choice in Electricity. Chichester,
UK: Wiley, 1996.
L.J. De Vries,
"Securing the public interest in electricity generation market,"
Ph.D.dissertation, Dept. of Technology, Policy and Management, Delft
Univ. of Technol., the Netherlands, 2004.
L.S. Belyaev, "The need for a regulation of generation
capacity development in a competitive electricity market," in Proc.
Int. Conf. 2005 IEEE St . Petersburg Power Tech, St. Petersburg,
Russia, June 2730, 2005, p. 8.
L.S. Belyaev and S.V. Podkovalnikov, The Electricity Market: Problems
of Generating Capacity Expansion (in Russian). Novosibirsk,
"Nauka," 2004 .
C.R. McConnell and
S.L Brue, Economics: Principles, Problems and Policies, 14th ed.
Boston, Toronto: McGraw-Hill, 1999.
D.N. Hyman, Modern Microeconomics: Analysis and Applications,
vol. II. Homewood, IL: Irwin, 1988.
S. Fischer, R. Dornbusch, and R. Schmalensee. Economics, 2nd ed.
New York: McGraw-Hill, 1988.
H.
Rudnick, L.A. Borrso, C. Skerk and A. Blanko, "South American reform
lessons," IEEE Power Energy Mag., vol. 3, no. 4, pp. 4959, 2005.
Biography
Lev S. Belyaev is chief researcher and
head of laboratory at the Energy Systems (ESI) of the Russian Academy of
Sciences, Irkutsk. His fields of interest cover development, modeling
and optimization of various energy systems and assessment of energy
technologies.
Van Mierlo naar de eeuwige jachtvelden, Bos die papfles en pampers leuker vindt dan politiek, alleen Wilders en Balkenende blijven daar straks nog over. Effe Jeruzalem bellen om de adressen te vragen van firma's die snel een muur kunnen bouwen rond zulk land...
Vandaag vitten we verder over één van onze favoriete thema's, de slimme
meters, of wat dachten jullie? Onze kruistocht gaat hier verder. We
hebben jullie eerder al uitgelegd dat één van de rgio's waar de handige
verkopers van deze meters steeds wensen naar te verwijzen het Canadese
Ontario is. Ze zijn daar volop bezig met de iedereen daar te voorzien
van deze leuke hebbedingetjes. En wat merken we nu? De verantwoordelijke
van hun eigen officiële privacy commissie begint zich zorgen te maken.
Grote zorgen. En zoals onze Ollandse streekgenoten dat al eerder deden
gebruikt zij ook erg gefundeerde kritiek op de ongebreidelde installatie
van de slimme meters die toch wel erg slim dreigen te worden ...TE
slim...
Ann Cavoukian Information and Privacy
Commissioner of Ontario
Jules Polonetsky Co-chair of the Future of
Privacy Forum
North America's electrical grid is one
of the greatest technological achievements of the 20th century.
However, at the time of its design, the main goal was to make sure the
lights stayed on, with no serious thought to energy efficiency,
environmental conservation, alternative energy sources,
consumer-tailored choices, or cyber security. But times have changed,
and today the grid offers a virtual window into your home providing
granular levels of information such as when you cook or shower, and for
how long.
The information and communications technology revolution
has changed our society in profound ways and these new technologies are
being used to make the current electrical grid "smarter," commonly
referred to as the "smart grid." But this is not the future. The
deployment of smart meters in Ontario homes is already widespread, and
the Ontario government has committed to installing this technology in
all homes and small businesses by the end of 2010. President Barack
Obama's infusion of $3.4 billion (U.S.) to build the smart grid is
greatly accelerating the delivery of the program across the U.S.
Smart
meters record and report electricity consumption on an hourly basis
even at the appliance level. Consumers can access their meter data and
make individual choices about their energy use, benefitting by taking
advantage of future rates.
While this technology is clearly
beneficial in terms of valuable efforts to curb greenhouse gas emissions
and reduce consumers' energy bills, it will also give rise to a new
challenge privacy protection. Privacy is the smart grid's sleeper
issue. Whenever technology is utilized that targets individual
consumers, there is invariably a dramatic increase in the amount of
personally identifiable information that is collected and stored,
leading to very real concerns regarding privacy. This is why we need to
bake privacy into the smart grid at the design stage known as "privacy
by design" a concept developed to ensure the protection of privacy by
making privacy the default in the design of new technologies and
business practices.
We must take great care not to sacrifice
consumer privacy amid an atmosphere of unbridled enthusiasm for
electricity reform. But we need not forfeit one for the other in a
zero-sum manner; we can adopt a positive-sum approach, where both
interests may prevail.
Information proliferation, lax controls and
insufficient oversight of this information could lead to unprecedented
invasions of consumer privacy. Intimate details of individual hydro
customers' habits, from when they eat, when they shower, to when they go
to bed, plus such security issues as whether they have an alarm system
engaged, could all be discerned by the data, automatically fed by
appliances and other devices, to the companies providing electric power
to our homes.
These concerns, however, are not meant to scare us
away from the value of monitoring electrical usage data on the grid
giving consumers more control over their electricity usage and giving
electricity providers the ability to manage demand requirements what
we need to embrace is the idea that the dissemination of personal
information must be done in a privacy protective and transparent manner.
That is why along with co-author Christopher Wolf we are
releasing a white paper today, SmartPrivacy for the Smart Grid:
Embedding Privacy in the Design of Electricity Conservation, which
not only emphasizes the necessity of building privacy into the smart
grid, but also provides guidance as to what concrete steps can be taken.
For
example, data minimization is key: only the minimal amount of
personally identifiable information should be provided, based on the
nature of the relevant service, such as the first three digits of a
postal code, which may be sufficient for services that allow for
comparison of neighbourhood averages and other features such as regional
electrical usage.
In addition, when an electrical utility
company is sharing data with a third-party service provider, a
pseudonym, such as a unique ID number, may be utilized instead of a
customer's name or some other piece of information that can identify the
individual. Further, third-party service providers should enter into
contractual agreements not to correlate consumer data with data obtained
from other sources, without the consent of the consumer. These are only
a few of the steps that may be taken to ensure privacy protection on
the smart grid.
The time for action is now, before the smart grid
becomes a fully established part of our infrastructure. We cannot allow
privacy to become the Achilles heel of this new method of energy
management. The information collected on the smart grid will form a
large and complex library of personal information, the mishandling of
which could be highly invasive of personal privacy. There will be major
concerns if consumer-focused principles of transparency and control are
not treated as essential design principles. Both public and private
sector organizations responsible for the processing of customers'
personal information on the smart grid must ensure that privacy is
embedded into the design of the smart grid, from start to finish
end-to-end.
If we give consumers assurances that their privacy is
protected, we can then ensure consumer confidence and trust, which will
allow for the widespread acceptance of the smart grid, in turn
contributing to the overall goal of using energy in more efficient and
environmentally friendly ways. We cannot and need not sacrifice privacy
for energy efficiency. We can have both privacy and a fully functioning
smart grid. A positive sum (win-win) outcome for all electrical
utility providers, consumers, the environment and privacy is there for
the asking.
The paper discussed in this article can be
viewed at www.ipc.on.ca.
en
van dit laatste document geven we jullie graag de conclusie:
IV
Conclusion The inside of a dwelling is the most private of places,
and is recognized at the highest judicial levels. The Supreme Court
of the United States says: In the home, our cases show, all details are
intimate details, because the entire area is held safe from prying
government eyes.44 The Supreme Court of Canada also states: There
is no place on earth where persons can have a greater expectation of
privacy than within their dwelling-house. 45 Capturing the flow of
electricity into ones home, and the manner in which it is used over
a period of time, may be revealing and highly intrusive. The
overarching privacy concerns associated with Smart Grid technology are
its ability to greatly increase the amount of information that is
currently available relating to the activities of individuals within
their homes.46 The information collected on a Smart Grid will form a
library of personal information, the mishandling of which could be
highly invasive of consumer privacy. There will be major concerns if
consumer-focused principles of transparency and control are not treated
as essential design principles from beginning to end. Once energy
consumption information flows outside of the home, the following
questions may come to the minds of consumers: Who will have access to
this intimate data, and for what purposes? Will I be notified? What
are the obligations of companies making smart appliances and Smart
Grid systems to build in privacy? How will I be able to control the
details of my daily life in the future? Organizations involved with the
Smart Grid, responsible for the processing of customers personal
information, must be able to respond to these questions, and the best
response is to ensure that privacy is embedded into the design of the
Smart Grid, from start to finish end-to-end. As the Smart
Grid is only in its early stages of development, now is the time to
build SmartPrivacy into the Smart Grid. Consumer control of
electricity consumption and consumer control of their personal
information must go hand in hand. Doing so will ensure that consumer
confidence and trust is gained, and that participation in the Smart
Grid contributes to the vision of creating a more efficient and
environmentally friendly electrical grid, as well as one that is
protective of privacy. This will result in a positive sum (win-win)
outcome, where both environmental efficiency and privacy may coexist.
Ginder hebben ze natuurlijk niet eens meer de keuze. Men is volop die dingen aan het plaatsen dus je kan niks anders meer doen dan de schade te beperken via aangtepaste wetgeving. Hier moet men nog beginnen met de plaatsing en is er nog niet eens een politieke beslissing genomen, noch in Vlaanderen, noch in Brussel, noch in Wallonië. We kunnen hier dus nog hopen dat niet iedereen die dingen in huis moet nemen. Wij beweren ook niet dat niemand gebaat zou zijn met dergelijke meters maar de massale plaatsing zonder enige vorm van inspraak vanwege de burgers is er ons wel te veel aan. En Ollandse toestanden kunnen we ook missen...maar we maken ons weinig illusies alhoewel we stilaan wel merken dat de reactie op gang komt zeker in Brussel en nu recent ook in Wallonië. In Vlaanderen is het nog wat afwachten of denkt men weer het warm water te moeten uitvinden en als koploper van de technologische waanzin enig krediet te kunnen verwerven ergens bij verre investeerders. Wij zijn benieuwd want volgens onze bronnen zou maandag het beleidsplatform van de VREG bijeenkomen om een debat tussen allerlei partijen te houden...met wat geluk kunnen we het volgen via de website van de VREG of moeten we onze bronnen consulteren. We zien wel...
smartmeters in Australie ....het licht komt van downunder...
en we gaan terug verder met onze "kruistocht" tegen de slimme meters.
Deze keer vinden we een Australische studie van de Universiteit van
Malbourne die bevestigt wat wij al een tijdje vreesden. Namelijk dat de
zwakke groepen zoals gepensioneerden, éénoudergezinnen en
minder-validen de grootste slachtoffers zullen zijn van de volledige
uitrol van die krengen die ze zogezegd slim vinden. Als je
tegenwoordig wat rondloopt in het energielandschap dan wordt constant
om de oren geslagen met smartmeters, smartgrids, supergrids en de
vaststelling dat de distributienetwerken absoluut miljarden
investeringsgeld nodig hebben gezien hun respectabele leeftijd. Je
vraagt je af wie al deze dingen zal betalen. Het is natuurlijk zo dat
deze massale investeringen werkgelegenheid opleveren maar moet hiervoor
de consument, en meer bepaald de zwakker consument opdraaien. Politici
trekken zich er weinig van aan, tot nog toe, want ze hoeven geen
belastingsverhogingen door te voeren. Het wordt door de consument
betaald op zijn energiefactuur. Eigenlijk zijn het indirecte
belastingen maar daar malen onze politici niet om.
Over
the coming years, smart meters will be progressively rolled out to
households across states in Australia. This will facilitate a number of
changes to the way in which electricity is priced and sold in
Australia, doing away with the need for monthly or quarterly domestic
meter readings and the calculation of domestic electricity bills based
upon a flat or inclining pricing structure. Instead, smart meters will
allow for the remote reading, connection and disconnection of
electricity meters and the introduction of new ways of charging
households for their electricity use. These include time-of-use tariffs
and critical peak pricing structures (where a higher than normal price
is charged for brief periods of exceptionally high demand, such as on
extremely hot days where air-conditioner use is high).
The
goal of these dynamic pricing initiatives is to make residential
electricity consumption more responsive to supply shortages and
wholesale costs. However, there is a concern that these new pricing
mechanisms may disadvantage certain groups of consumers with little
ability to adapt to price signals and who are particularly reliant on
electricity for their energy needs (for instance low-income households
and households with a health-related electricity need).
The
goal of the 'Smart Meters, Smart Justice? Energy, Poverty and the Smart
Meter Rollout' project was to evaluate the likely impacts that the
introduction of smart meters and the associated pricing innovations
will have on low-income and vulnerable households. Through a
combination of focus groups and surveys carried out in regional and
urban areas of VIC, NSW, QLD, and SA, the project investigated consumer
perceptions, behaviours and cost minimisation strategies in order to
make recommendations to protect consumer interests and minimise the
adverse financial impact of forthcoming changes to the national
electricity market.
Findings:
The
'Smart Meters, Smart Justice? Energy, Poverty and the Smart Meter
Rollout' report was completed in January 2010 and launched at
Parliament House, Canberra on Tuesday February 2, 2010 in conjuction
with the Society of St Vincent de Paul's report 'New Meters, New
Protections'. The report has found that the Federal Government's new
'smart meter' rollout for energy use could adversely affect the most
disadvantaged households in Australia. Time-of-use pricing will
severely penalise consumers who cannot shift their use to off-peak
period.
The report has found that pensioners, parents with young
children, public housing tenants and people with disabilities will be
the worst hit by the smart meter rollout and will struggle to cope with
an increase in annual electricity costs. These groups may be forced to
forgo essential electricity use or give up other items such as food and
clothing, because of an inability to afford electricity usage.
The
need for smart meters has not been justified to the extent that it is
legitimate to exacerbate the poverty and hardship of the vulnerable and
disadvantaged.
SJI's
project partner, Society of St Vincent de Paul, has now completed its
series of reports on consumer protections and smartmeters. The final
report, 'New Meters, New Protections' is available from the Society's
website: http://www.vinnies.org.au/articles-reports-and-speeches-national?link=954
Via
de linkjes vinden de echte liefhebbers de weg naar het volledige
rapport en ook nog ander uiterst interessant materiaal. Dit rapport zou
in elk geval een aantal van onze zogenaamde "sociaalbewogen" politici
moeten wakker schudden. Zolang het beperkt blijft, en we vallen weer in
herhaling, tot een stupied blogje...kom nou, geen vuiltje aan de lucht
...nu komt het van een veel minder stupiede instelling ...wakker worden
beste decisionmakers!
Veel nieuws de laatste dagen van het energiefront. Het debat over de
slimme meters waarover we nog wel één en ander zullen publiceren.
Vervolgens het energieplan van de Sp-a dat we later zullen doornemen
maar -en dat mag ook eens gezegd worden- interessante denkpistes bevat
waar we heel erg mee opgezet zijn. Raar maar waar. Maar dus later meer.
Intussen lezen we zaken waarvoor we een jaar geleden al gewaarschuwd
hadden en stellingnames die wij hier al veel eerder hebben ingenomen.
Zo ondermeer over de overdreven subsidies aan de groene energie die op
de rug van de gewone consument worden afgewenteld. En als we op die weg
blijven voortgaan en de grote windmolenparken in de Noordzee krijgen de
zelfde subsidies via groene stroomcertificaten dan kunnen we best
allemaal een hometrainer met dynamo kopen want dan wordt onze
energiefactuur doodgewoon onbetaalbaar. Maar het klinkt heel
ongeloofwaardig op een blog als dit. het klinkt al helemaal anders als
anderen dit ook beginnen te zeggen:
BRUSSEL - Groene-stroommakers krijgen in België te veel subsidies. Daarvan zijn ze bij de Creg, de energieregulator, overtuigd. Creg-directeur Guido Camps spreekt ook verontrustende taal over de gasprijs.
De prijzendirecteur van de Belgische energieregulator (Creg)
heeft gisteren tijdens een hoorzitting van de Commissie Bedrijfsleven
van de Kamer krasse taal gebruikt over de toestanden die er heersen op
de geliberaliseerde energiemarkt in ons land.
Zo aarzelde hij
niet om te stellen dat de energieleveranciers Electrabel en Luminus
elkaar blijkbaar zeer goed verstaan over de manier waarop ze de
gasprijs berekenen voor de verbruikers. Ik kan het niet bewijzen maar
het vermoeden is toch zeer sterk dat er hier sprake is van een
entente', verklaarde de Creg-directeur.
De steen des aanstoots zijn de opvallende gelijkaardige prijsformules
bij de twee grootste leveranciers. Met als gevolg dat aardgas in de
loop van 2007 in een klap 14procent duurder werd. Zowel de
prijzendirecteur van de Creg als
een vertegenwoordiger van de Nationale Bank van België, die gisteren
eveneens zijn licht liet schijnen over de schommelingen van de
elektriciteits- en gasprijs, vermoeden dat het puur gaat om een
verhoging van hun winstmarge.
Electrabel en Luminus samen
nemen een zeer sterke marktpositie in. 85procent van alle particuliere
gasverbruikers in ons land is klant bij een van beide.
Ter
vergelijking: tussen midden 2007 en midden 2008 steeg de gasprijs in
totaal met 60procent. In de buurlanden steeg de gasprijs overigens veel
minder sterk. De gemiddelde prijstoename bedroeg 20procent.
Electrabel wachtte gisteren overigens niet op de hoorzitting in het
parlement om al zijn versie over deze forse verhoging van de gasprijs
te presenteren. De grootste energieleverancier waste zijn handen in
onschuld. Het bedrijf wees erop dat de forse prijsstijging er kwam
omdat het zelf meer moest betalen voor het aankopen van aardgas. Dat
kwam door de algehele stijging van de energieprijzen vanaf midden 2007.
En verder was de stijging volgens Electrabel te wijten aan de
distributiekosten en de overheidsheffingen.
De directeur van de Creg
liet verstaan dat het gebrek aan concurrentie op de Belgische gasmarkt
de leveranciers tot nog toe vrij spel heeft gegeven. Maar er is volgens
hem vandaag toch nog een sprankeltje hoop. Guido Camps schrok er
gisteren niet voor terug om de lof te zingen van de kleine Luikse
energieleverancier Lampiris. Omdat die het heeft aangedurfd om de
concurrentiestrijd aan te gaan met de gevestigde waarden Electrabel en
Luminus. Gas is bij Lampiris tussen 15 en 20procent goedkoper dan bij
de twee marktleiders. Dat komt omdat het op de groothandelsmarkten
goedkoop aardgas inslaat.
Het ziet er bovendien naar uit dat
tot 2012 en misschien zelfs tot 2015 een massa goedkoop gas op de
groothandelsmarkten beschikbaar zal blijven door een wereldwijd
overaanbod aan aardgas.
De directeur Energieprijzen van de Creg
zei ook uit te kijken naar een aanzienlijke daling van de
elektriciteitsprijs. Heel wat stroom in ons land wordt immers opgewekt
in gasgestookte centrales. Dat er tot nog toe geen sprake is geweest
van een prijsdaling, is volgens hem ook niet meteen een teken van een
goede werking van de vrijgemaakte energiemarkt in ons land.
Het ziet er overigens naar uit dat ook de groene stroom de elektriciteitsprijs veel sterker doet stijgen dan eigenlijk nodig is. Dat is volgens Creg-directeur Camps te wijten aan de veel te genereuze subsidiëring van groene-stroomproductie in ons land. Hij had het zelfs over windfall- of superwinst.
Camps aarzelde gisteren niet om dat zo te stellen alhoewel het onderzoek van de energieregulator naar de subsidiëring van groene stroom nog volop bezig is. Het grote probleem volgens de Creg-directeur is dat het rendement van groene-stroomproductie veel lager wordt ingeschat dan eigenlijk het geval is.
Windmolens in zee zullen verbruikers meer dan 100 miljoen kosten
dinsdag 02 maart 2010
Bron: BELGA
Auteur: BELGA
Windmolens in zee zullen verbruikers meer dan 100 miljoen kosten
pol de wilde
BRUSSEL
- De jaarlijkse kosten van de groenestroomcertificaten verbonden aan
het eerste actieve windmolenpark in zee, voor de kust van Oostende,
zullen oplopen tot meer dan 100 miljoen euro voor de verbruikers.
Dat
blijkt uit een studie van de Creg, de Commissie voor de Regulering van
de Elektriciteit en het Gas, die La Libre Belgique dinsdag publiceert.
De totale jaarlijkse kost wordt geschat op 108,25 miljoen euro. Dat
raming is gebaseerd op de kosten voor de groenestroomcertificaten,
bijkomende kabels in zee en de nodige aansluitingen, en voor de
spreiding van de productie, die de netwerkbeheerder (Elia, GRT) moet
betalen.
De grootste kost, die van de groenestroomcertificaten,
wordt geschat op 100 miljoen euro tegenover 7 miljoen euro voor
spreiding van de productie. De schatting van de Creg houdt alleen
rekening met het eerste, al actieve windmolenpark in zee, dat van het
consortium C-Power voor de kust van Oostende.
Tegen 2018
zouden zes bijkomende windmolenparken operationeel zijn voor de
Belgische kust. De rekening voor groenestroomcertificaten dreigt dus
nog fiks op te lopen voor Elia. Als er niets verandert, zal de
verbruiker opdraaien voor die kosten, oordeelt de Creg.
Voilà,het is altijd prettig een ander deze dingen eens horen te zeggen. Trouwens
herinneren jullie zich nog onze juichkreten over Lampiris? Wel, we zijn
niet meer alleen om ze proficiat te wensen...
en
verder hadden we ook gewaarschuwd voor dit fenomeen dat zich nu dus in
de harde realiteit voordoet en dit na een zachte winter...wacht effe af
tot volgend jaar na deze winter. We zijn geen pessimisten maar we
beginnen het wel stilaan op de heupen te krijgen dat er weinig politiek
volk staat te roepen over deze zaken. Maar owee als er één klont klei
zou overgeheveld worden van Halle naar Vilvoorde of hoe zat het weer?
BRUSSEL - Bijna 80.000 gezinnen betaalden in 2009 systematisch hun elektriciteits- en gas- facturen niet.
Van onze redactrice
De netbeheerders hebben in 2009 79.474 dossiers doorgestuurd naar de
Vlaamse OCMW's. Het gaat om gezinnen die maandenlang hun
elektriciteits- of aardgasfactuur niet betaalden. Ook na ettelijke
aanmaningen. Dat zijn 11 procent meer dossiers dan in 2008.
De
bedoeling is dat de OCMW's met de wanbetaler een oplossing zoeken. Ze
zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de lokale
adviescommissies. Daarin zetelt iemand van het OCMW en iemand van de
netbeheerder. De klant wordt dan uitgenodigd om samen te zoeken naar
wat er gedaan kan worden.
Dat is erg arbeidsintensief', zegt
Nathalie Debast van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. We
doen nog voor de vergadering van de lokale adviescommissie een sociaal
onderzoek naar wat er precies aan de hand is, want de dossiers die we
krijgen gaan bijna altijd over nieuwe klanten. Mensen die al bij ons in
begeleiding zijn, zorgen er immers voor dat gas en elektriciteit zeker
betaald worden.'
De nieuwe klanten hebben bovendien zelden alleen problemen met hun energiefactuur.
Ze hebben ook andere schulden, hebben een te laag inkomen, zijn slecht
gehuisvest. Maar dat kost tijd en energie. We vragen al jaren extra
ondersteuning. Want deze stijging is de zoveelste op rij. Er is in het
Vlaams Parlement een resolutie ingediend, maar het kabinet van Freya
Van den Bossche (SP.A), bevoegd voor Energie, verwijst naar het kabinet
van Jo Vandeurzen (CD&V), bevoegd voor Welzijn, en omgekeerd. Ze
trekken allebei hun paraplu open en staan een oplossing in de weg',
aldus Debast.
Maandag besliste Van den Bossche wel dat de
periode voor niet-afsluiting omwille van de koude wordt verlengd tot
eind maart. In de praktijk zal dat niet veel wijzigen, omdat
netbeheerder en OCMW slechts in zeer uitzonderlijke gevallen tot
afsluiting overgaan', reageert Debast.
en
dan durven we nog niet blijven stilstaan bij de formidabele uitvinding
die "budgetmeter" heet. Hoe zouden de consumenten het stellen die met
dit kleinood worden geconfronteerd tijdens deze lange winter?
Kouwelijk, erg kouwelijk waarschijnlijk want ze moeten hun energie op
voorhand betalen. En bij deze temperaturen is hun laatste 50 zo door
de schouw gejaagd...
Als je dit leest, terwijl er rondom jou een
aangename warmte heerst, vragen we een kleine poging tot enig
inlevingsvermogen. Bijvoorbeeld een alleenstaande caissiere van
Carrefour met twee kleine kindjes....effe een test...empathisch
vermogen op speed...en dus wachten op de cijfers volgend jaar...zal
weer een katastrofe worden. zeker weten maar ja 80.000 gezinnen daar
maalt toch niemand om...tegen een gemiddelde van drie personen gaat het
amper over 240.000 mensen met koude voeten....bof, de moeite niet. Stap
maar rustig in de de voorverwarmde Mercedes, BMW of Audi, beste
politici ...en maak je zorgen over het feit dat je blackberry zo moeilijk werkt op je injebouwde bluetoothinstallatie....
anderhalf miljard euro voor 1,5 % energiebesparing of kan het nog stommer?
De slimme meters is een onderwerp dat op ons blogje zo een beetje de
rol speelt van het monster van Loch Ness. Op de minst verwachte
momenten duikt het op en zorgt voor wat deining. Dus wat gebeurt er
rond de slimme meters? Zijn jullie al vergeten wat dat voor beestjes
zijn? Niet erg we frissen jullie geheugen effe op:
Onder
een slimme meter verstaat de VREG een meter die het energieverbruik op
het moment zelf (real-time) vaststelt en de mogelijkheid biedt om het
verbruik zowel lokaal als van op afstand uit te lezen en die tevens kan
gebruikt worden om van op afstand het energieverbruik te beperken of de
verbruiker aan- en af te schakelen.
De term "slim" slaat - eerder
dan op intelligentie van de meter zelf - vooral op de
communicatiemogelijkheden (niet alleen wat betreft meterstanden en
andere bijkomende informatie, maar ook bijvoorbeeld de mogelijkheid tot
aan- of afschakelen van op afstand) en mogelijkheid tot latere upgrades
van de meter van op afstand. De slimme meter en het communicatiesysteem
moeten bovendien deel uitmaken van een intelligent systeem waarbij de
gecommuniceerde gegevens zo efficiënt mogelijk gebruikt worden of ter
beschikking gesteld worden, en waarbij de meter en meterfuncties snel
en betrouwbaar kunnen worden aangesproken.
Het is duidelijk dat
door de invoering van slimme meters geen fysieke meteropnames meer
moeten gebeuren. Op alle belangrijke momenten (verhuizing,
leverancierswissel) kan de meterstand van op afstand afgelezen worden.
Slimme meters laten ook toe om afnemers meer informatie te geven over
hun verbruik, zodat ze hun gedrag kunnen aanpassen. De facturatie kan
sneller en correcter verlopen en dat leidt tot minder klachten en
ongenoegen. Fraude kan ook sneller opgespoord worden. Er zijn nog heel
wat andere voordelen. De belangrijkste voor- en nadelen van een massale
invoering van slimme meters komen uitgebreider aan bod in de kosten-batenanalyse die de VREG liet opstellen.
SITUERING
In
verschillende Europese landen werden al een aantal projecten van
massale plaatsing van slimme meters opgestart en uitgevoerd. Italië
wenst de invoering van slimme meters tegen 2012 te hebben afgerond en
de overgrote meerderheid van de Italianen beschikt ondertussen al over
een slimme meter. In Zweden is men volop bezig met de uitrol ervan.
Ondermeer Nederland en Frankrijk bereiden een grootschalige invoering
voor. Elk land heeft zijn eigen redenen voor de invoering van slimme
meters. Met het in voege treden van de energie efficiëntierichtlijn
en meer bepaald de verplichting tot frequente facturering op basis van
reële verbruiken, is er wel een belangrijk argument voor de invoering
van slimme meters.
Meestal speelde de overheid een belangrijke
rol in het opstarten van deze projecten, soms zelfs door het
verplichten van de invoering ervan (zoals Italië, Zweden, Spanje en
Nederland). Uit meerdere studies in verband met de invoering van slimme
meters blijkt dat het niet evident is om uit te pakken met een sterk
positieve kosten-batenanalyse. Bovendien zijn de kosten en baten
meestal niet gelijk verdeeld over de belanghebbenden en het is niet
altijd duidelijk wie uiteindelijk de kosten van de invoering van slimme
meters draagt.
WAT GEBEURT ER IN VLAANDEREN?
In de
loop van 2007 heeft de VREG het overleg opgestart met de netbeheerders
en leveranciers over de mogelijke invoering van slimme meters in het
Vlaamse Gewest. Doel is om te bestuderen of de massale invoering van
slimme meters wenselijk is vanuit technisch en financieel oogpunt.
In 2007 liet de VREG een eerste studie
uitvoeren door de KUL waarin de communicatiemiddelen die gebruikt
kunnen worden voor de gegevensoverdracht (communicatie over het
elektriciteitsnet, communicatie over telefoon- en kabelnet en draadloze
communicatie) onderling vergeleken worden qua kost en geschiktheid voor
de vereiste functionaliteiten.
In 2008 werd door consultant KEMA een kosten-batenmodel
ontwikkeld voor de Vlaamse markt, waarmee de kosten en baten van de
invoering van de slimme meters kunnen worden geanalyseerd. Dit model
gaat uit van een macro-economische benadering, maar de impact op de
verschillende belanghebbenden (de netbeheerders, de leveranciers, de
verbruikers, de overheid) kan eveneens worden onderzocht. Verschillende
alternatieven kunnen worden bekeken (onder meer met betrekking tot de
communicatiemedia en de functionaliteiten) binnen het kader van de
huidige marktorganisatie. De lijst met functionaliteiten en de meeste
gegevens voor het model werden aangeleverd door het Werktraject 4 van
de Studie over het marktmodel
die de VREG uitvoert. Een eerste rapport met resultaten werd in juli
2008 op de VREG-website geplaatst. Het model kan verder gebruikt worden
als instrument om advies te verlenen en beslissingen over de invoering
van slimme meters te onderbouwen.
In haar ondernemingsplan 2008
heeft de VREG zich ertoe geëngageerd op basis van deze analyse een
eerste advies te verstrekken over de wenselijkheid van de aanpassing
van het regelgevend kader inzake metering aan de Vlaamse minister van
Energie. Op basis van de onderzoeksresultaten totnogtoe, adviseerde de
VREG aan de Vlaamse minister van Energie om in samenwerking met de
sector verder onderzoek te doen. Er is dus nog geen concrete beslissing
genomen over het al dan niet invoeren van slimme meters in Vlaanderen.
Zo,
het geheugen is opgefrist en we gaan wat neuzen in al deze linkjes.
Meer bepaald het Kemarapport dat al een tijdje bestaat maar nergens
terug te vinden was tot we het hier nu op de website van VREG netjes
kunnen inkijken zoals het hoort in een democratie. Want tenslotte
betaalt de verbruiker de kosten van deze studie. Hier staat een korte
samenvatting van de voornaamste conclusies van deze studie en voor de
liefhebbers hebben jullie het volledige document gratis ter beschikking
na het aanklikken van volgende linkje: http://www.vreg.be/vreg/documenten/rapporten/RAPP-2008-10.pdf
Kosten-batenanalyse invoering slimme meters
De VREG heeft een model
laten ontwikkelen om de kosten en baten van een eventuele invoering van
slimme meters voor elektriciteit en gas in Vlaanderen te kunnen
inschatten. Dit model werd opgesteld door de firma KEMA. In
samenwerking met de marktpartijen die deelnamen aan de studie
Marktmodel van de VREG, werden een aantal mogelijke scenario's voor de
invoering van slimme meters bestudeerd in het model. Het rapport met de
eerste conclusies hiervan is nu beschikbaar.
Bij het lezen van het rapport moet rekening gehouden worden met de volgende elementen:
Het betreft in de eerste plaats een model, waarbij zowel de gebruikte
parameters als de toewijzing van de kosten of baten aan bepaalde
marktpartijen kunnen aangepast worden in functie van nieuwe ervaringen
en van eventuele aanpassingen aan het marktmodel;
De studie
berekent de netto contante waarde van de massale invoering van slimme
meters in Vlaanderen volgens een aantal scenarios. De uitkomst wordt
ook opgesplitst per marktpartij;
De input voor het model kwam
zowel vanuit de Vlaamse marktpartijen als vanuit de ervaringen van KEMA
en uit internationale studies. Een aantal van de waarden die in het
model gebruikt worden, zijn gebaseerd op schattingen. Dit komt
ondermeer omdat er maar beperkte internationale ervaring bestaat met de
invoering van slimme meters en de effecten daarvan. De studie bevat
daarom ook een gevoeligheidsanalyse over de invloed van deze waarden op
het resultaat;
De kosten en baten zijn eerder conservatief ingeschat:
Er
werd uitgegaan van een voorzichtige besparing van 1,5% op het
energieverbruik als gevolg van de invoering van slimme meters. Op basis
van eventuele latere pilootprojecten en buitenlandse studies kan dit
percentage steeds aangepast worden.
De kosten
konden beter becijferd worden dan de baten. Heel wat baten worden wel
vermeld in de studie, maar het bleek zeer moeilijk om deze te
kwantificeren, zodat deze niet konden meegeteld worden in de
kosten-batenanalyse. De conclusies zijn daarom mogelijk iets te
pessimistisch.
Enkel de kosten en baten die niet zouden
voorkomen in het nulscenario (business as usual, geen plaatsing van
slimme meters) werden meegenomen. Toch moet opgemerkt worden dat met de
invoering van slimme meters meer dan waarschijnlijk een deel van de
vooropgestelde doelstellingen betreffende reductie van het
energiegebruik worden behaald. Zonder invoering van slimme meters zou
dit deel van de reductie op een andere manier bereikt moeten worden,
wat ongetwijfeld ook een kostenplaatje heeft.
Een
belangrijke vraag is wat dit betekent voor de afnemer. Uit het model
blijkt dat vooral de afnemer voordeel doet gezien de energiebesparing
die hij kan realiseren. Maar anderzijds dragen de netbeheerders volgens
het huidige marktmodel de grootste kosten voor de invoering van slimme
meters. De vraag is hoe die kost versleuteld zal worden en wat de
impact zal zijn op de distributienettarieven. Deze vragen kunnen op
basis van het huidige rapport nog niet beantwoord worden.
Daarnaast
is het logisch om een eventuele invoering van slimme meters niet enkel
met studies te onderbouwen, maar ook te laten voorafgaan door concrete
pilootprojecten om zowel de technische haalbaarheid als de in de studie
aangenomen waarden te kunnen aftoetsen. Dit zal nader bestudeerd worden
in samenwerking met de sector.
Het model zal nu verder gebruikt
worden als instrument om in de toekomst advies te verlenen en
beslissingen over de invoering van slimme meters te onderbouwen. De
VREG plant om voor het einde van het jaar hierover een eerste advies
aan de minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur over
te maken.
Wel, beste lezertjes zoals jullie hierboven
kunnen lezen bedraagt de totale energiebesparing door de door ons zo
gehate slimme meters amper 1,5 %. Zegge en schrijven dus ANDERHALF
PERCENT. en wat is daarvan de kostprijs????? effe zoeken...
Eandis
wil binnen vijf jaar starten met de installatie van slimme
energiemeters. Die moeten de oude meters vervangen en geven een beter
inzicht in het energieverbruik van de Vlaamse gezinnen.
Foto: Oxxio
Slimme energiemeters bieden de distributienetbeheerders - die verenigd
zijn in Eandis - een beter overzicht van de schommelingen in het
energieverbruik. Door de toename van lokale stroomproductie via
zonnepanelen, windmolens en warmtekrachtkoppeling fluctueert die immers
sterk.
Bovendien zijn de oudere netten voor
éénrichtingsverkeer ontwikkeld. Op zonnige dagen verdwijnt zo een groot
deel van de lokale productie via zonnepanelen ongebruikt in het net. De
slimme meters moeten vraag en aanbod dus beter op elkaar afstellen.
Een netwerk van deze slimme meters, smart grid genoemd, levert heel wat
kostenbesparingen op zoals minder investeringen in bijkomende
productiecapaciteit en dalende verbruikskosten door een grotere
efficiëntie. Bovendien, zegt Eandis, zijn de slimme meters ook nodig
wil Vlaanderen haar milieudoelstellingen halen.
Omdat deze
digitale meters in verbinding staan met een centrale computer, hoeft
men ook niet meer langs te komen om de meterstanden van gas en
elektriciteit op te meten. Het uitlezen zou gebeuren via power line
communication (PLC), dus over het elektriciteitsnet, of mobiel via
GPRS. Op administratief vlak zou het ook het een en ander moeten
vereenvoudigen zoals correcte verbruiksfacturen of een betere
afhandeling van verhuizingen.
In 2010 worden de eerste
vierduizend slimme energiemeters geïnstalleerd in de gemeenten Leest en
Hombeek. Een tweede groter proefproject met 40000 energiemeters is
voorzien voor 2012. Vanaf 2014 start men de uitrol in heel Vlaanderen,
wat op termijn moet uitmonden in 2,5 miljoen meters voor elektriciteit
en 1,5 miljoen voor gas.
De totale kostprijs
van het grootschalige project kost zeker 1,5 miljard euro. Wie dat gaat
betalen is nog niet duidelijk, maar Eandis denkt er wel aan het
distributietarief met 20 procent te verhogen.
ANDERHALF
MILJARD EURO voor een besparing van ANDERHALF PERCENT. Da's hier dus
wel het wereldrecord van de meest stupiede enegiebesparing volgens
ons....en we hebben het dan nog even niet over de kwalijke sociale
gevolgen die deze meters hebben als er geen beschermende maatregelen
komen ten gunste van bijvoorbeeld de "zwakke gebruikers". Maar wedden
we dat sommige belangengroepen dit soort meters zal komen voorstellen
als DE grote oplossing voor ons energieprobleem?
ter ere van de dag der dagen, de vrouwendag, willen we echt de madammen
in de schijnwerpers plaatsen op een gepaste manier. We vonden hiervoor
twee uittreksels van één van de beste programma's ooit op de VRT "in de
gloria". Beste dames, dit is een speciale attentie voor jullie:
Maar
ondertussen draait de wereld verder en stellen we vast dat de overgrote
meerderheid van de IJslanders in een referendum weigerde om hun schuld
aan de Engelsen en Ollanders terug te betalen...
Following
Saturday's referendum in Iceland in which 93.5 percent of voters voted
No to plans to reimburse the Netherlands and the UK for monies lost
following the collapse of online bank Icesave, there has been a mixed
reaction on the part of the two EU governments.
London has said
it is open to fresh talks on the matter while the Hague has warned
explicitly that the vote threatens the north Atlantic nation's EU hopes.
PM Sigurdardottir did not vote in the referendum (Photo: Magnus Fröderberg/norden.org )
With
an overall turnout of 62.7 percent of registered voters, 94 percent
vote no while just 1.8 percent backed the deal. The remaining four
percent and change came from spoilt ballots.
"Talks among the
three governments for an alternative resolution of the Icesave issue,
however, have already begun," said Icelandic foreign minister Ossur
Skarphethinsson, referring to discussions that were suspended on Friday
ahead of the vote.
"Negotiators have been meeting in London for
the last three weeks for this purpose. These talks have been
constructive and positive and the government of Iceland is confident
that a solution acceptable to all parties can be achieved."
Indeed, UK chancellor Alistair Darling conceded that his government were open to further negotiations.
"It's
not a matter of whether the sum should be paid. There is no question we
will get the money back but what I am prepared to do is to talk to
Iceland about the terms and conditions of the repayment," he told the
BBC on Sunday.
Dutch foreign minister Maxime Verheugen however
suggested the result undermined the country's application to join the
European Union, saying it was "part of our considerations" as to
whether to support the north Atlantic nation's bid.
Last month,
the European Commission recommended the EU move ahead with accession
talks, but it remains in the hands of the EU's existing member states
whether to do so.
Ahead of the vote, there were concerns that the
referendum could lead to the financial isolation of Iceland, risking
loans from the International Monetary Fund and threatening the
country's financial rating.
However, Reykjavik received a show of
support from IMF chief Dominique Strauss-Kahn on Sunday, who said that
the fund is "committed to help Iceland" and that the dispute between
the country and the Netherlands and the was a "private" matter,
suggesting it will not have an affect on the IMF delivering further
tranches of aid to the country.
After the Icesave internet bank
collapsed in 2008, depositers in the UK and the Netherlands were
compensated by their governments to the tune of 3.8 billion. The Hague
and London now are demanding Reykjavik pay them back.
The
government had agreed to do so, but the terms were considered onerous
by a majority of the population. Under the terms of the agreement, the
loan was be paid back over 15 years with interest, with estimates
suggesting every household will have to contribute around 45,000.
Protest
followed passage of the deal in parliament and the country's president
to sign the government bill that approved a schedule of payments to the
two governments, provoking a referendum on the matter.
Citizens
were furious that the financial burden of a crisis caused by bankers
would be borne by the people and their public services.
Following
the No vote, government nevertheless said that the vote was not a
plebicite on whether to pay back the 3.8 billion debt, but the terms
of the previous deal and said talks on a better agreement would begin
again immediately.
The vote is a heavy blow to the governing
left wing coalition, but Prime Minister Sigurdardottir dismissed
suggestions that it endangered her administration.
"This has no impact on the life of the government," she of the result.
"Now we need to get on with the task in front of us, namely to finish the negotiations with the Dutch and the British."
Prime Minister Johanna Sigurdardottir did not vote in the referendum.
Meanwhile,
UK anti-Third-World debt campaigners, who have alongside their Dutch
counterparts attacked their own governments as "bullies" over the
issue, cheered the result, saying it gave inspiration to others around
the world hobbled by "unjust or unpayable" debts.
"The current
system only blames the borrower country allowing lenders to squeeze
the last drop of blood out of their debtors, whatever impact that has
on the people who live in the debtor country," said Nick Dearden of
Jubilee Debt campaign, which backs the creation of an international
debt arbitration tribunal.
"Around the world,
many countries still pay far more on servicing unjust debts than they
do on health or education for their own people."
Toch stichtend allemaal...en hoe we toch mekaar verscheuren....
en na IJsland en Griekenland volgt nu Portugal:
in De Morgen staat:
Portugal bevriest lonen ambtenaren tot 2013
De Portugese minister van Financiën Fernando Teixeira dos Santos
De socialistische regering in Portugal gaat de lonen van ambtenaren
bevriezen tot 2013, zo maakte ze vandaag bekend. De maatregel maakt
deel uit van een globaal besparingsplan om het tekort op de begroting
terug te dringen tot minder dan 3 procent van het bbp tegen 2013.
Portugal
heeft net als Griekenland te kampen met een zwaar begrotingstekort (9,3
procent bbp in 2009) en een oplopende overheidsschuld. Minister van
Financiën Fernando Teixeira dos Santos zei dat de schuld in 2012 zal
pieken op 90,1 procent van het bruto binnenlands product. Het jaar
nadien moet de schuld alweer zakken tot 89,3 pct van het bbp. De
Portugese overheid gaat besparen en voor 6 miljard euro nieuwe
inkomsten zoeken.
Eén van de maatregelen is de bevriezing van
de reële lonen van ambtenaren, naast een plafonnering van de sociale
hulp, meer belastingen voor de hogere inkomens en een vermindering van
de defensie-uitgaven met 40 procent. Ook de aanleg van een hst-lijn
tussen Lissabon en Porto is met twee jaar uitgesteld tot 2017, en
tussen Porto en Vigo tot 2015. De 6 miljard euro nieuwe inkomsten
zouden komen van privatiseringen. "Een precisering volgt later", aldus
minister Teixeira dos Santos. (afp/adv)
08/03/10 17u24
gemerkt
dat de socialisten steeds het vuile werk opknappen? Zowel in Ijsland
als in Griekenland en nu ook in Portugal... en niet alleen de
ambtenarenlonen worden bevroeren maar ook de sociale hulp...en dus
toetert men in Belgistan dan maar net het omgekeerde. Niet dat men dat
ooit wil verwezenlijken maar het staat toch zo mooi als titel in de
gazet en uiteindelijk gelooft een deel van het kiesvee het nog ook....
Lieten: 'Minimumuitkering moet met 150 euro omhoog'
maandag 08 maart 2010, 16u47
Bron: belga
Lieten: 'Minimumuitkering moet met 150 euro omhoog'
photo news
BRUSSEL
- Volgens Vlaams minister van Armoedebestrijding Ingrid Lieten (SP.A)
zijn de minimumuitkeringen niet meer op een niveau om fatsoenlijk te
leven. Ze wil dat de federale regering het bedrag optrekt met 150 euro.
Lieten kreeg maandag bezoek van het
Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen. Een delegatie
daarvan trekt vandaag nog naar het Europees parlement in Straatsburg,
om er de armoedeproblematiek in de schijnwerpers te plaatsen. Vooraf
passeerden ze langs bevoegd minister Lieten, om ook daar hun eisen te
formuleren. Dat België net in het Europees jaar tegen Armoede voor zes
maanden EU-voorzitter zal zijn, opent volgens hen perspectieven.
Concreet
heeft een werkgroep binnen het Netwerk nagedacht over hoe een Europese
armoedestrategie voor 2020 eruit moet zien. Armoedebestrijding in
Europa moet overal hetzelfde worden aangepakt, oordeelde die. Een
nivellering naar onder is sowieso uit den boze. Voorts moeten de
minimuminkomens omhoog, moet naast activering ook werk worden gemaakt
van sociale inclusie en is een duurzame tewerkstelling van 70 procent
nodig.
Lieten beloofde dat ze zal trachten armoede op de
politieke agenda te houden. Tegen eind juni wil ze ook haar actieplan
rond krijgen, waar ze momenteel met middenveld en ervaringsdeskundigen
aan werkt. En ze zal het systeem van ervaringsdeskundigen zelf -
waarbij mensen die uit de armoede ontsnapten de overheid bijstaan - bij
de andere EU-lidstaten promoten.
In eigen land gaat Lieten
aankloppen bij de federale regering. Ze heeft er met de Vlaamse
regering op aangedrongen om de problematiek in overleg met de regio's
onder de loep te nemen. Concreet zouden de uitkeringen toch met 150
euro omhoog moeten, oordeelt Lieten.
en
het mens heeft overschot van gelijk maar er is geen geld meer in kas
dus ...dat was er wel voor de armlastige banken maar niet voor de
armen. En daar zal sos Lieten niks aan veranderen, wees gerust!
Er is iets loos met onze nieuwsberichten. Neen, niet alleen inhoudelijk
maar ook vormelijk. Ons slecht karakter dwingt ons om toch een vraag te
stellen over de meerwaarde van een interview dat rechtstreeks vanuit de
nieuwsdienst wordt afgenomen van een braaf meiske met knalrode
kouwelijke neus en dikke wanten "LIVE" vanuit "de Antwerpse
diamantbuurt". Wat onze ongelukkige vrouwelijke rooie speurneus daar
weet te vertellen kon ze net even goed vanuit een goedverwarmd lokaal.
Want geen enkel beeld brengt enige bijkomende verheldering bij het
aangehaalde onderwerp, namelijk de gijzeling van een
diamantairsfamilie. Tegenwoordig heet zoiets dan wel
"Tigerkidnapping". Waarom dat nu erger zou zijn omdat het over Indiase
slachtoffers gaat dan wel indien deze uit Kirgizië dan wel uit Schilde
afkomstig zouden zijn, is ons ook niet meteen duidelijk, tenzij om voor
ons totaal verkeerde redenen. Als we dan nog de "Antwerpse schepen voor
diamant" zien opdraven omdat er te veel inbraken zouden zijn bij één
bepaalde groep mensen dan breekt onze klomp... Het gaat er ons
natuurlijk niet om dergelijke praktijken goed te keuren maar wij
dachten dat in een rechtstaat IEDEREEN recht op veiligheid had. Of je
nu Indiêr, Jood, Afrikaan of gewoon van de Seefhoek bent, maakt voor
ons geen ene moer verschil...In Antwerpen echter wel dus...
Kijk
toch zelf naar deze parel van een interview en zeg nu zelf, zouden we
niet beter meteen een petitie organiseren om te eisen dat reporters in
menselijke en comfortabele omstandigheden worden geïnterviewd? Gaia zou niet dulden dat daar een zebra of een buidelrat in de zelfde onmenselijke omstandigheden zelfs maar 10 seconden voor een camera wordt gezet.... http://www.standaard.be/video/videoplayer.aspx?cat=0&subcat=0&videoid=1050809
Ondanks alle pogingen van de overheid om de kloof tussen arm en rijk
niet te groot te laten worden, blijft de inkomensongelijkheid toenemen.
Dat heeft de directie Statistiek van de FOD Economie berekend. Dat
schrijft Het Belang Van Limburg.
Om
uit te drukken hoe groot de ongelijkheid is tussen inkomens in een
bepaalde regio, maken statistici gebruik van de zogeheten Gini-index.
Een coëfficiënt van 0 op deze index geeft aan dat er geen ongelijkheid
is, of dat iedereen evenveel verdient. Een coëfficiënt van 1 beduidt
dat één iemand alles verdient, en de rest niets.
In Vlaanderen
is de coëfficiënt 0,376 voor de belastingen tussenkomen, en 0,304 na
aftrek van de belastingen. In 1990 bedroeg de Gini-coëfficiënt nog
0,310 voor de belastingen, en 0,238 na de belastingen.
"De
overheid doet heel veel pogingen om de ongelijkheid binnen de perken te
houden, zoals de invoering van dienstencheques en andere
tegemoetkomingen voor lagere inkomens", zegt decaan Filip Vergauwen van
de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen in de krant. "Maar al
die maatregelen blijken dus niet efficiënt."
Inkomenskloof tussen Brussel en Vlaanderen nog nooit zo groot
Brussel - De inkomenskloof tussen het Brussels Gewest en de rest van
België blijft groeien en bereikt een historisch dieptepunt. Het
Brusselse inkomen ligt ondertussen ook een vijfde lager dan dat in
Vlaanderen, opnieuw goed voor een record. Amper dertig jaar geleden was
de situatie precies andersom. Dat blijkt uit een analyse van de
fiscale inkomens door brusselnieuws.be. [1 reactie]
Het
gemiddelde inkomen per inwoner van het Brussels Gewest ligt ondertussen
al 16 procent onder het nationale gemiddelde, een laagterecord. De
gemiddelde Vlaming verdient dan weer zes procent meer dan het nationale
gemiddelde. De kloof tussen Brussel en Vlaanderen is met andere woorden
al aangegroeid tot 20 procent. Dat blijkt uit cijfers van de FOD
Economie, die brusselnieuws.be onder de loep nam.
De
cijfers, die deze week werden gepubliceerd, zijn gebaseerd op de
belastingaangiftes van 2008, die op hun beurt een beeld geven van de
inkomens van 2007.
De recente cijfers betekenen een lichte
achteruitgang tegenover het jaar voordien, toen de kloof 15 procent
bedroeg. Maar de score staat in schril contrast met de toestand in de
voorbije decennia. In 1977 (het eerste jaar waarvoor de FOD Economie
gegevens ter beschikking stelt) lag het Brusselse inkomen net 18
procent boven het nationale gemiddelde. Het Vlaamse gemiddelde bedroeg
toen zelfs twee procent minder dan het Belgische.
Ook de voorbije
tien jaar bleef de relatieve Brusselse welvaart zakken. In 1998 scoorde
Brussel 8 procent slechter dan het nationale gemiddelde, nu is die
kloof dus verdubbeld.
Stadsvlucht en migratie De
aanhoudende trend heeft twee hoofdoorzaken, weet Christian Kesteloot,
sociaal geograaf aan de KULeuven en co-auteur van de Atlas van
achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel.
Het is nog
steeds zo dat stadsbewoners die daar de middelen voor hebben, eigenaar
willen worden buiten de stad. Die trend is al aan de gang sinds de
jaren 50-60, maar die zogenaamde suburbanisatie houdt nog
steeds aan. Een tweede oorzaak is dat de nieuwe stadsbewoners die in de
plaats komen nu eenmaal voor een groot deel jonge en arme mensen uit
het buitenland zijn.
Pensioen Een blik op de cijfers
per gemeente, leert dat zelfs de traditioneel rijke gemeenten in het
Gewest achteruit boeren. Het gemiddelde inkomen in Sint-Pieters-Woluwe
mag dan nog 14 procent hoger liggen dan het nationale gemiddelde, tien
jaar eerder bedroeg die kloof nog 24 procent.
In de rijke
Brusselse gemeenten zie je een ander fenomeen, weet Kesteloot. Veel
inwoners zijn er wél eigenaar van hun woning en blijven dus ook in de
gemeente. Alleen zijn die welvarende inwoners nu steeds vaker op
pensioen en zakt hun inkomen daardoor uiteraard.
Ambitieus voor opleiding en werk Hoe
keer je een trend die ondertussen al decennia aanhoudt? Gentrificatie,
het aantrekken van bewoners uit de middenklasse, lijkt een voor de hand
liggende oplossing, zegt Kesteloot. Maar gaan schuiven met mensen is
niet meteen ideaal. Een echt ambitieus beleid voor opleiding en werk is
een veel intelligentere oplossing. Dat beleid is nu te zwak in het
Brussels Gewest."
Tenslotte moet je ook durven herverdelen, vindt
Kesteloot. "Brussel moet meer middelen krijgen uit het Gemeentefonds.
Vlaanderen steigert bij dat soort vragen en heeft het dan al snel over
slecht bestuur. Maar eigenlijk is dat naast de kwestie.
We
denken dat we uit deze twee kleine recente artikels mogen afleiden dat
er wat loos begint te lopen in Belgistan. De herverdeling van de
rijkdommen hapert...Onder andere ons belastingssysteem slaagt er niet
meer in om een verantwoorde herverdeling te bewerkstelligen. De laatste
decennia werd steeds meer de klemtoon gelegd op het individu, ook door
de linkerzijde en werd de collectiviteit en de solidariteit in een
kwaad daglicht gesteld. het begon met de luie Waal die de zuurverdiende
centen van de hardwerkende Vlaming opsoupeerde, dan waren het al die
doppers en vreemdelingen die ons kwamen plunderen, dan de politieke
vluchtelingen ...telkens vond men één of andere sociale groep die de
oorzaak was van ...tja van wat eigenlijk? Want tot nog toe nam het
inkomen van de bovenste laag wel voortdurend toe. Die bovenlaag slaagt
er merkwaardig genoeg steeds beter in om iedereen te doen geloven dat
hun verminderende inkomsten en vermeerderende uitgaven de schuld zijn van
mensen die het uiteindelijk nog slechter hebben...straffe kost qua
hersenspoeling. Want als dan toch aan een groep zou liggen dan zijn wij
eerder geneigd te kijken naar diegenen waarvan het inkomen steeds
toeneemt. Of zijn we verkeerd? Nu merken we ook dat die zelfde rijke
elite natuurlijk steeds minder geneigd is op te draaien voor alles wat
zelfs maar neigt naar openbare dienstverlenig zoals ziekteverzekering,
staatsinstellingen enz...waarom zou ze ook. Ze kan zich toch alles
aanschaffen met hun fortuin. Diegenen die het moeilijker hebben moeten
maar harder werken...en iedereen begint uiteindelijk in dergelijke
prietpraat te geloven... Ons systeem begint inderdaad stilaan te
stuiten op haar eigen grenzen. Een fenomeen zoals in IJsland waar de
ganse bevolking moet opdraaien voor de compleet waanzinnige politiek
van privébankiers die van iedereen een gekke consument hadden gemaakt
door hen voor te liegen dat er geen maat stond op de groei en dat er
steeds meer kon uitgegeven worden is geen alleenstaand fenomeen meer.
Een gans land bankroet. Griekenland eveneens bankroet door de schuld
van incompetente politici die er zelfs in geslaagd zijn de
staatsfinanciên comppleet te vervalsen. Een sinds Louis Quatorze bijna
uitgestorven praktijk leek het...verkeerd gedacht dus. Wie draait er
voor op? De rijken? Of zoals de Griekse Kommunistische partij (nog heel
erg van de oude school) zo mooi zegt "de plutocratie"? Neen, want die
zitten veilig op bergen gestolen sollen. Het zijn de sukkelaars , de
werkenden en de gepensioneerden die ervoor opdraaien via het afschaffen
van steun het verminderen van lonen en pensioenen enerzijds en het
optrekken van belastingen anderzijds maar merkt iemend iets van het
optrekken van belasting op grote fortuinen of op speculatie? Noppes... De
zelfde fenomenen vinden we dus terug in Belgistan. Jarenlang getoeter
tegen dure openbare diensten, tegen te hoge belastingen en tegen de
zogenaamde potverteerders van allerlei pluimage eist stilaan zijn tol.
Het ieder- voor- zich wint het op solidariteit. Nochtans zouden de recente
gebeurtenissen voldoende moeten hebben aangetoond dat individualisme
totaal zinloos is als het echt tegenvalt. Kijk maar naar Chili en
Haïti. Beter bewijs dat alleen solidariteit kan helpen kan je moeilijk
vinden en beter bewijs dat je als burger enkel maar iets te winnen hebt
bij een degelijke uitgebouwde openbare dienst is ook moeilijk te
sprokkelen. Maar toch blijft men verder doen met theorieën over "de
ontvette staat" te verkondigen...en ondertussen hebben onze
staatspensioenen een absoluut diepterecord gevestigd en betaalt stilaan
iedereen zich blauw vanaf het ogenblik dat je een been breekt of een
operatie ondergaat. Maar kent iemand een radioloog, een tandarts,
orthodontist, een chirurg met minder dan 4 auto's, drie huizen en een
buitenlands optrekje? Heeft iemand al een bedrijfsleider of onze
radioloog, tandarts enz...weten kamperen voor een school om hun
kinderen in te schrijven? Ho, was jullie dit nog niet opgevallen? Dat
Brussel achteruit boert t.o.v. van Vlaanderen verwondert ons niet. Het
zijn inderdaad de hierboven opgesomde fenomenen maar er is meer aan de
hand dan dat. Ganse wijken in Brussel worden bevolkt door een toplaag
zeer rijke luitjes die hier echter totaal geen belasting
betalen...Europese ambtenaren bijvoorbeeld. Of denkt er echt iemand dat
een Brusselse trambestuurder zich nog een sandwichke kan permitteren in
de buurt van "La Place du Chatelain" of de "Rue du Bailli" of in de
wijde omgeving van het Schumanplein? Je kan maar pech hebben en een
ongeval hebben vlak voor de deur van een ziekenhuis als Baron Lambert
of Edith Cavell en daar verzorgd worden...pleeg liever meteen
zelfmoord want de facturen die je daar zal moeten betalen gelijken heel
sterk op Amerikaanse ziekenhuisfacturen zonder dat de verzorging
spectaculair beter is dan in een ziekenhuis ergens in Bommerskonten. De
rijke Brusselse zelfstandigen en hiermee bedoelen we dus geen
winkeliers maar een soort volk dat diensten aanbiedt aan firma's en
jullie kennen ze zelf wel....strak in het pak (zowel de vrouwelijke als
de mannelijke soort) en met blitse wagens, wat zou dat soort volk van
belastingen afdragen? Allerlei kosten aftrekken, daar zijn ze veel
beter in dan belastingen betalen. Dat laatste is echt voor de
schlemiel, voor de kassiersters van de Carrefour bijvoorbeeld .Zou dit
soort elite ooit hebben nagedacht met wiens geld de dijk is gebouwd
waarachter hun Knokse cottage is gelegen? Of de autostrade naar de kust
en alle asfalt onder de wielen van hun Porsche Cayenne? Heel
waarschijnlijk niet. En ze zullen zeker niet wakker liggen van de
duizenden die ontslagen worden zonder diploma en boven de 35jaar en die
dus geen enkele kans meer maken op de arbeidsmarkt . Van wat zij aan
belastingen afdragen daar geef je nog geen half uur bijkomende vorming
aan een ontslagen Opelarbeider...Al deze vaststellingen beginnen
stilaan te knagen aan ons links geweten maar we horen hier niemand deze
dingen luidop zeggen....
Leterme: "60 miljoen voor MYRRHA goede investering"
Eerste minister Yves Leterme heeft in Mol meer uitleg gegeven over de
beslissing van zijn regering om dit en de komende vier jaar in totaal
60 miljoen euro vrij te maken voor het MYRRHA-project van het
Studiecentrum voor Kernenergie (SCK-CEN) in Mol. Hij wees onder meer op
de verwachte daling in kernafval en meer medische toepassingen.
Duurzame energie De
premier had het over een toekomstgerichte investering en een van de
eerste om de economie structureel te versterken. "Het gaat om een
reactor van de vierde generatie", zei Leterme. "De regering rekent op
een terugverdieneffect. Het risico van nucleair afval zou tot 1.000
keer lager kunnen worden en het volume 100 keer kleiner. Bovendien zal
wetenschappelijk onderzoek de medische toepassingen verruimen. Deze
investering is goed voor de samenleving en draagt bij tot duurzamere
energieproductie."
Details nog niet duidelijk Het gaat
om nieuwe budgetten die worden ingeschreven bij de budgetcontrole in
maart, benadrukte de premier. Het geld zal worden gebruikt voor de
laatste fase voor de eigenlijke bouw van de MYRRHA-reactor, met
conceptuitwerking en wetenschappelijk onderzoek. Daarna is er volgens
Leterme "een mechanische overgang" naar de bouw. Die kost wordt geraamd
op bijna 1 miljard euro, waarvan de overheid normaal 40 procent op zich
neemt. Daarover wilde Leterme echter niet veel kwijt, omdat "daarover
nog niet in detail gesproken is" en dat "ook afhankelijk is van
Europese co-financiering".
MYRRHA moet bij het SCK-CEN de plaats
innemen van de BR2-reactor die al meer dan 45 jaar draait in Mol. Het
project zou 2.000 jobs creëren. (belga/svl)
04/03/10 15u30
Zo
dus...nu nog wachten op het nucleair pretpark, sorry "themapark en
ontmoetingscentrum" en klaar is kees...en tenslotte kan het nog steeds
erger. Vraag dit maar aan de Regensburger Domspatzen die vreemde
handelingen moesten ondergaan om de hoge terts te halen. Maar zoek dat
maar zelf uit beste lezertjes... Ondertussen lezen we nog meer heugelijk nieuws want blijkbaar is één nucleair pretpark nog niet voldoende:
BRUSSEL - De voorbereiding van de bouw van een nieuwe kernreactor in Mol brengt al wat extra jobs op. Maar de echte banenexplosie komt er pas na 2014.
Van onze redacteur
Het plan voor de bouw van een nieuwe nucleaire
onderzoeksreactor in Mol staat garant voor zeer veel bijkomende
werkgelegenheid. Dat verzekert de directeur van het Studiecentrum voor
Kernenergie (SCK), Eric Van Walle.
Nog dit jaar zal zijn
onderzoekinstituut dankzij het Myrrha-project al dertig bijkomende
personeelsleden aanwerven en daarenboven nog eens werk bieden aan 100
contractuelen.
Maar de echte boom van de werkgelegenheid is nog
niet voor de komende jaren. De sterke toename van de werkgelegenheid
hangt volledig af van de beslissing om de installatie ook effectief te
bouwen. De Belgische regering zal daarover pas ten vroegste in 2014
beslissen.
Als het licht echt op groen zou gaan, dan zal dat
volgens de topman van het SCK tijdens de bouwjaren garant staan voor
500 tot 600 banen. En als de reactor eenmaal klaar is zal het
rechtstreekse personeelsbestand van het SCK boven de 1.000 werknemers
uitstijgen, schat Eric Van Walle. Vandaag is het studiecentrum goed
voor circa 650 jobs.
Premier Yves Leterme zelf verdedigde gisteren het plan. De regering
rekent op een terugverdieneffect. Het risico van nucleair afval zou tot
duizend keer lager kunnen worden en het volume honderd keer kleiner.
Bovendien zal wetenschappelijk onderzoek de medische toepassingen
verruimen.' Hij had het verder over een toekomstgerichte investering en
een van de eerste om de economie structureel te versterken.
Het verklaart waarom er gisteren zo positief werd gereageerd in de
Antwerpse Kempen. Het regionaal sociaaleconomisch overlegcomité Kempen
zei verheugd te zijn. Het project biedt de mogelijkheid om de regio te
laten uitgroeien tot een topregio op het vlak van duurzame energie- en
milieutechnologie, luidde het.
Begin dit jaar was echter een
heel ander geluid te horen bij de buren van het SCK. Dat is de Vlaamse
instelling voor technologisch onderzoek (Vito). Die kondigde toen aan
dat het samen met de KU Leuven het Vlaamse centrum voor
energieonderzoek gaat uitbouwen in... Waterschei in de provincie
Limburg. Dit project, dat volop ondersteund wordt door de Vlaamse
overheid, werd Energyville gedoopt. Net als in de Kempen koestert Limburg de ambitie om een leidend Europees centrum voor energieonderzoek te worden.
Politiek ligt het SCK-project gevoelig bij Groen! en SP.A. Zij vrezen
dat de regering zich in een megalomaan financieel avontuur aan het
storten is.
...en blijkbaar hebben we reeds een innovatieve ontdekking gedaan die uniek is in de wereld namelijk het nucleair wafelijzer:
BRUSSEL
- De regering-Leterme was gewaarschuwd. De inspectie van Financiën
stelde begin februari al dat de wafelijzerpolitiek terug uit de kast
werd gehaald. Deze waarschuwing had alles te maken met het feit dat in
het eerste regeringsvoorstel in één trek 80 miljoen euro ter
beschikking werd gesteld aan een Vlaams en een Waals nucleair instituut
(DS 4 maart). Het gaat om het Studiecentrum voor Kernenergie in
Mol (SCK) en het Instituut voor Radio-elementen (IRE) in Fleurus. Het
bedrag werd bovendien in dat eerste voorstel nog gelijk verdeeld.
De inspectie van Financiën, die regeringsvoorstellen moet beoordelen op
onder meer budgettaire haalbaarheid en doeltreffendheid, stelde verder
vast dat het bedrag niet voorzien was in de begroting en voegde er nog
aan toe dat er te veel onbeantwoorde vragen zijn over het financiële
plaatje van het project om in Mol de nieuwe nucleaire onderzoeksreactor
Myrrha te bouwen. En dat ter vervanging van een exemplaar dat in 2026
stilgelegd moet worden.
De inspectie van Financiën vroeg zich
af of de ramingen van de kosten voor de bouw van de nieuwe reactor (960
miljoen euro) en de inkomsten (95 miljoen euro) en werkingskosten (72,5
miljoen euro) eenmaal de installatie werkt realistisch waren. De
regeringsnota brengt alvast geen opheldering', luidde toen de conclusie.
Er wordt nog aan toegevoegd dat het opmaken van een realistisch
businessplan voor de nieuwe kernreactor geen sinecure wordt. Wie kan
er iets concreets vertellen over een project dat pas in 2024 in
uitbating zal gaan', vroeg de inspectie van Financiën zich retorisch
af.
Het resultaat van dit negatieve advies is dat de regering
gisteren alvast beklemtoonde dat het geld voorzien zal worden tijdens
de eerstvolgende begrotingscontrole.
We herhalen voor de slechte lezer en de goede verstaander: "het geld voorzien zal worden tijdens de eerstvolgende begrotingscontrole."
Uit welingelichte bronnen menen we te weten dat men van plan is de
werkloze Opel- en Carrefourarbeiders en -sters te recycleren tot radio-isotopen....