DE WERELD ALS MARKT EN STRIJD
(Michel Houellebecq) 2000
[Roman, vertaald en van een nawoord voorzien door Martin de Haan, Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen, 2000, or. Frans: Extension du domain de la lutte, Parijs, 1994]
Deze eerste roman van Houellebecq hebben wij gelezen vrij kort na zijn derde, Platform, en het is overduidelijk dat deze eersteling mijlenver onder het niveau van zijn opvolger staat. De tweede roman van Houellebecq, Elementaire deeltjes, moeten wij in de toekomst nog lezen.
De Nederlandse titel De wereld als markt en strijd klinkt al even onaantrekkelijk als Platform. Het is dan ook een zeer flodderige vertaling van het Franse Extension du domain de la lutte (Uitbreiding van het gevechtsterrein) maar daar heeft Houellebecq zelf uiteraard geen schuld aan. We krijgen in deze roman het verhaal van een ikverteller die als werknemer van een softwarebedrijf in de provincie een aantal cursussen moet verzorgen samen met een collega, ene Raphaël Tisserand. Die Tisserand is een oerlelijkerd die maar geen vrouw kan vinden en telkens opnieuw blauwtjes loopt. Als Tisserand op een keer weer eens bot vangt en het meisje in kwestie er vanonder trekt met een neger, spoort de ik Tisserand aan het koppeltje met een mes te doden als ze s nachts in de duinen aan het vrijen zijn. Tisserand begaat de dubbelmoord niet, maar laat de ik alleen achter en rijdt terug naar Parijs. Onderweg krijgt hij een dodelijk ongeval. De ikverteller raakt daarna in een serieuze depressie, zoekt een psychiater op, wordt opgenomen in een inrichting en vertrekt vervolgens naar een hotelletje in de Ardèche. Daar gaat hij een wandeling maken in het bos en het blijft onduidelijk of hij van plan is zelfmoord te plegen.
Deze roman hangt als los zand aan elkaar en weet met zijn talrijke uitweidingen en losse draden de lezer veel minder te boeien dan Platform, waarvan hier overigens reeds op pagina 12 een voorecho te horen is in het zinnetje: Voor mijn vakanties koos ik meestal voor de formule van de georganiseerde reis, soms voor een verblijf in een vakantiedorp. Voor de rest valt ook hier al uitgebreid Houellebecqs misantropische kijk op de wereld te beluisteren, bijvoorbeeld manifest op de bladzijden 88-89: Ik houd niet van deze wereld. Nee, ik houd er absoluut niet van. Van de maatschappij waarin ik leef moet ik walgen; van de reclame word ik misselijk; van de informatica moet ik kotsen. Het enige wat ik als ITer doe, is de wereld overspoelen met verwijzingen, controleprocedures en rationele beslissingscriteria. Het heeft geen enkele zin. Om eerlijk te zijn is het zelfs nogal negatief; een nutteloze belasting van neuronen. Deze wereld heeft overal behoefte aan, behalve aan extra informatie.
En op bladzijde 46 beïnvloedt die negatieve kijk zelfs Houellebecqs poëtica: Die geleidelijke vervaging van menselijke relaties blijft niet zonder gevolgen voor de roman. Want hoe zou je nog kunnen vertellen over van die vurige, jarenlang voortdurende passies, waarvan de gevolgen soms generaties lang merkbaar bleven? We zijn op zijn zachtst gezegd mijlenver verwijderd van Wuthering Heights. De romanvorm is niet bedoeld om onverschilligheid of absolute leegte te beschrijven; daarvoor zou een vlakkere, beknoptere en fletsere uitdrukkingsvorm moeten worden uitgevonden. Maar ondertussen vindt Houellebecq die uitdrukkingsvorm niét uit en schrijft hij toch maar een roman vol absolute leegte, en dat oefent een zware druk uit op het geheel. In Platform is dat veel minder het geval, dankzij het aldaar aangebrachte ventiel van een passionele liefdesrelatie. Hier blijft de erotiek beperkt tot enkele sporadische libertijnse passages in de trant van: Het is overigens een feit dat verpleegsters vanwege de hitte van de omgeving over het algemeen bijna naakt zijn onder hun zustersuniform; alleen een bh en een slipje, heel duidelijk zichtbaar door de stof heen. Dat zorgt ontegenzeglijk voor een lichte maar constante erotische spanning, vooral omdat ze je aanraken en omdat je zelf bijna naakt bent enzovoort. En ook het zieke lichaam wil nog altijd graag genieten, helaas [pp. 84-85].
De enige echt gedenkwaardige passage in De wereld als markt en strijd is te vinden op bladzijde 106, waar de Dictatuur van het Lot wordt aangekaart en in verband wordt gebracht met de ook door de Franse titel gesuggereerde thematiek van het verhaal, de terreinen van werk en seks waar door ons allemaal een constante strijd wordt geleverd om ons waar te maken: Net als het ongebreidelde economisch liberalisme, en om vergelijkbare redenen, leidt het seksueel liberalisme tot verschijnselen van volstrekte verpaupering. Sommigen vrijen elke dag; anderen vijf of zes keer in hun leven, of nooit. Sommigen vrijen met tientallen vrouwen; anderen met geen enkele. Dat heet de wet van de markt. In een economisch stelsel waar ontslag verboden is, kan iedereen wel min of meer zijn plek vinden. In een seksueel stelsel waar overspel verboden is, kan iedereen wel min of meer zijn bedgenoot vinden. In een volkomen liberaal economisch stelsel vergaren sommigen enorme rijkdommen; anderen kwijnen weg in werkloosheid en armoede. In een volkomen liberaal seksueel stelsel hebben sommigen een afwisselend, opwindend seksleven; anderen zijn veroordeeld tot masturbatie en eenzaamheid. Het economisch liberalisme is de uitbreiding van het gebied van de strijd, de uitbreiding ervan naar alle leeftijden en alle klassen van de samenleving. Op dezelfde manier is het seksueel liberalisme de uitbreiding van het gebied van de strijd, de uitbreiding ervan naar alle leeftijden en alle klassen van de samenleving. Op het economische vlak behoort Raphaël Tisserand tot het kamp van de overwinnaars; op het seksuele vlak, tot dat van de overwonnenen. Sommigen winnen op beide fronten; anderen verliezen op beide. Bedrijven vechten om sommige jonge afgestudeerden; vrouwen vechten om sommige jonge mannen; mannen vechten om sommige jonge vrouwen; de beroering en de onrust zijn enorm.
Niet slecht gezien van Houellebecq, maar Extension du domaine de la lutte blijft een bijzonder zwakke roman waar wij niet veel plezier aan hebben beleefd, veel minder in elk geval dan aan Platform. Benieuwd wat wij van Elementaire deeltjes zullen vinden.
Quotering: **
[explicit 20 augustus 2003]
|