Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    16-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CD: DIRE STRAITS

    Dire Straits: Dire Straits (1978)

    In 1977 speelde Dire Straits in het voorprogramma van Talking Heads toen die door Engeland tourden en het feit dat de BBC-dj Charlie Gillet in zijn radioprogramma enkele van hun demo’s speelde, bracht hen onder de aandacht van een select publiek. Het leverde hen onder meer een contract op bij Phonogram en in juni 1978 verscheen hun eerste album. In Engeland, dat op dat ogenblik nog volledig beheerst werd door de punkrage, werden de Dire Straits als té muzikaal en té verfijnd beschouwd en was het succes dan ook matig. Het eerste land waar Mark Knopfler (zang en gitaar), zijn broer David Knopfler (ritmegitaar), John Illsley (bas) en Pick Withers (drums) en hun muziek wél aansloegen, was Nederland, en daarna volgde Amerika, waar Dire Straits (zeer terecht en correct) werd gezien als een getalenteerde exponent van de New Wave-beweging. Pas toen de band in Amerika succes begon te hebben, volgde eindelijk ook Engeland.

    Bij (her)beluistering van de (uitstekende) eerste Dire Straits-plaat (die opgedragen werd aan Gillet) vraagt men zich af waar de Britse rockpers en –liefhebbers anno 1978 met hun gedachten zaten. Reeds het openingsnummer Down to the waterline [A1], net als de overige acht songs een compositie van Mark Knopfler, is een visitekaartje van jewelste. Na wat mysterieuze vervormde gitaargeluiden (die de misthoorn van een schip imiteren) en enkele rustige, haarfijne gitaarklanken (die meteen de economische maar bijzonder herkenbare en prachtige gitaarstijl van Knopfler introduceren) ontspint zich een gedreven, erg aansprekend uptempo-nummer, waarin Knopfler herinneringen ophaalt aan voorbije jeugdliefdes uit de tijd toen hij nog in de Noord-Engelse havenstad Newcastle woonde. Een nummer dat meer dan drie decennia later nog steeds stààt als een huis. Onmiddellijk daarna krijgt de luisteraar een dot van een akoestisch mediumtempo-nummer geserveerd, met alweer bijzonder mooi gitaarspel van Knopfler en een fraaie tekst die geïnspireerd werd door zijn mislukte huwelijk. Water of love [A2] heeft een zeer sterk meezingrefrein en is nog steeds één van onze all-time favourites.

    Ook de drie volgende nummers gaan over dat stukgelopen huwelijk. Setting me up [A3] is weer zo’n frisse en vlotte uptempo-rockerd, maar toch net iets minder van kwaliteit dan A1 en A2. Met Six blade knife [A4], een echt waar goddelijke mediumtempo-song, bevinden we ons echter opnieuw zeven meter hoger dan wat de gemiddelde rockgroep anno 1978 produceerde. De heerlijke laid back-melodie contrasteert perfect met de ultravenijnige tekst die door Knopfler getormenteerd en soms pijnlijk allittererend (you can take away my mind like you take away the top of a tin) gezongen wordt. De afwisseling snel/traag wordt volgehouden met Southbound again [A5], een pittige korte track die kant A vlotjes afrondt.

    Kant B wordt geopend door de instant classic-single Sultans of swing [B1], over een Londense amateurband waarvan de leden tijdens hun vrije tijd met veel plezier optreden in pubs (ongetwijfeld een verwijzing naar de tijd toen de Dire Straits nog de Café Racers heetten). Eigenaardig genoeg dachten wij indertijd, toen we dit nummer voor de eerste maal hoorden, dat het er eentje van Bob Dylan was. En hoewel Knopflers zangstijl soms wel wat wegheeft van die van Dylan (net zoals zijn pingelende laid back-gitaarstijl beïnvloed werd door J.J. Cale), is dat achteraf bekeken tegelijk begrijpelijk, grappig én onvoorstelbaar. Een gelijkaardige ervaring hadden wij ooit, maar dat is nog langer geleden, toen wij in het bekende Spreekwoorden-schilderij van Pieter Bruegel de Oude een schilderij van Jeroen Bosch meenden te herkennen. Of hoe het determineren van stijlen en invloeden slechts kan rijpen dankzij toenemende ervaring en groeiende vertrouwdheid met de materie. Sultans of swing zou overigens in geen enkele single-top 100 mogen ontbreken!

    Ongetwijfeld het prijsnummer van het album is echter het magistrale In the gallery [B2], een mediumtempo-juweeltje met bijzonder subtiel Knopfler-gitaarspel en een intelligente, recht uit ons hart gegrepen tekst over fake artists die ten onrechte meer succes hebben dan rasechte kunstenaars die toevallig niét bij de vandaag heersende maar morgen vergeten trend behoren. In Wild West End [B3], een rustig nummer met een mooie akoestische gitaar in de hoofdrol, haalt Knopfler herinneringen op aan zijn armoedige tijd in Londen vóór het grote succes en aan de meisjes die daar rondfladderden, en de afsluiter Lions [B4] is een degelijk mediumtempo-nummer met een wat wazige tekst.

    In 1978 kon dit tellen als debuutalbum. De Dire Straits kondigden zich hier aan als een bijzonder getalenteerde, melodieuze gitaargroep met een uitstekende zanger-gitarist-componist in de rangen. Volgens ons is deze Dire Straits een klassieke rockplaat en in ieder geval het beste album dat de groep ooit gemaakt heeft.

    Quotering: ****½ (1 juli 2001)

    Klassiekers: Down to the waterline, Water of love, Six blade knife, Sultans of swing, In the gallery.

    Dire Straits: Communiqué (1979)

    Het tweede album van Dire Straits (met dezelfde bezetting als op de debuutplaat) werd onder leiding van producers Jerry Wexler en Barry Beckett opgenomen op de Bahama’s en verscheen in 1979. Communiqué werd door de critici vrij negatief beoordeeld, flopte in de Verenigde Staten, maar werd in Europa goed ontvangen.

    De vrij lange (5:14 minuten durende) openingstrack, Once upon a time in the west [A1], sluit perfect aan bij de sfeervolle gitaarnummers van het vorige album en bereikt moeiteloos hetzelfde hoge niveau. Na een dromerige gitaarintro, die sterk herinnert aan het begin van Down to the waterline, ontspint zich een vlot mediumtempo-nummer (net als de acht overige tracks geschreven door Mark Knopfler) met een wat wazige tekst over de gevaren van het Wilde Westen in het verleden. Dit alles laat het beste verhopen voor wat komen gaat. News [A2] was het favoriete nummer van Jerry Wexler, die het hele album dezelfde titel wilde geven. Het is weer een stijlvolle gitaarsong, ditmaal een slow, met een nogal bittere tekst over een ongelukkig gehuwde man die zelfmoord pleegt met zijn moto (een echo van Knopflers eigen mislukte huwelijk, dat ook op het eerste album reeds de inspiratie leverde voor een aantal nummers). Where do you think you’re going [A3] is dan weer een wat verkrampt liefdesliedje, dat rustig en akoestisch begint en halverwege versnelt van tempo. In zijn geheel minder sterk dan de vorige twee tracks. Het titelnummer Communiqué [A4], Knopflers favoriete song van de plaat, neemt de naar aanleiding van (politieke) schandaaltjes gepubliceerde, weinigzeggende perscommuniqués op de korrel, met een vinnig en scherp gitaartje als bindmiddel. Het monopolie van de gitaar wordt hier voor de eerste keer doorbroken via de toevoeging van enkele pianoklanken.

    Lady writer [B1] was de single die uit het album getrokken werd. Het is een vlotte uptempo-rocker over een vrouwelijke auteur die op de televisie geïnterviewd wordt en Knopfler herinnert aan een vroegere geliefde, waarbij de vergelijking uitvalt in het nadeel van deze laatste. Het is geen slechte single, maar het torenhoge niveau van Sultans of swing wordt hier duidelijk niet bereikt. Ook Angel of mercy [B2] en Portobello belle [B3], allebei odes aan een mooi meisje, zijn niet meer dan middelmatig goed. Single-handed sailor [B4], dat gebruik maakt van een niet zo eenvoudige beeldspraak waarin onder meer de Londense voorstad Greenwich en de daar als museumstuk geplaatste schepen Gypsy Moth en Cutty Sark een rol spelen, is een stuk sterker en het album wordt gedistingeerd afgesloten met het mediumtempo-nummer Follow me home [B5], ook alweer met zo’n merkwaardige, niet onmiddellijk doorzichtige tekst.

    Het was voor Knopfler en zijn Dire Straits een giganteske taak om de kwaliteit van het debuutalbum te evenaren (laat staan te overtreffen). De groep is daar dan ook niet in geslaagd. Dit teleurstellende gegeven, in combinatie met de soms wat mistige lyrics van Knopfler, heeft er indertijd ongetwijfeld toe geleid dat de gespecialiseerde pers Communiqué nogal lauw ontvangen heeft. Niet helemààl terecht, want het is een meer dan degelijk album geworden, ook al blijft het een stuk minder briljant en verrassend dan de eersteling Dire Straits.

    Quotering: ***½ (7 augustus 2001)

    Klassiekers: Once upon a time in the west, Lady writer.

    Dire Straits: Making Movies (1980)

    Tijdens de opnames voor dit derde album (uitgebracht in oktober 1980) kregen de broertjes Knopfler klinkende ruzie, wat leidde tot het vertrek van David. Roy Bittan (van Bruce Springsteens E Street Band) werd ingehuurd om de keyboards te bespelen, zoals al meteen duidelijk te horen is op het openingsnummer, de spetterend-swingende rocker Tunnel of love [A1], die ook op single werd uitgebracht. Knopfler, die voor deze plaat weer alle nummers schreef, haalt hier opnieuw, net als in Down to the waterline uit het debuutalbum, herinneringen op aan zijn jeugd in Noord-Engeland. Ditmaal gaat het echter niet over de havenkant, maar over de kermisattractie in het kustplaatsje Whitley Bay (in de buurt van Newcastle). Tunnel of love is een uitstekende binnenkomer en een geknipte single, die halverwege verstilt om daarna de drive krachtig terug op te bouwen.

    Romeo and Juliet [A2], een ballad die begin 1981 een grote hit werd, is door Knopfler geschreven naar aanleiding van zijn breuk met het zangeresje Holly Vincent (van Holly and the Italians, u ook nooit van gehoord, zeker?). Het nummer is opgebouwd uit rustigere en robuustere momenten, en het is duidelijk te horen dat Knopfler zijn ziel uitzingt in de tekst. Nochtans is het nooit één van onze favoriete Dire Straits-nummers geweest, en het zal dat wellicht ook nooit worden. Hetzelfde geldt voor het derde langere nummer van de A-kant, Skateaway [A3] (overigens reeds de derde single uit dit album), over een meisje dat rolschaatsend, muziek beluisterend en filmsequensen fantaserend tussen de auto’s van een grootstad laveert. Het is weer een stevig rocknummer geworden, maar naar ons aanvoelen wat bombastisch geproducet, zeker in vergelijking met het frisse geluid van het debuutalbum (te wijten aan producer Jimmy Iovine?).

    Kant B begint opnieuw flink rockend met het korte, Tunnel of love-achtige Expresso love [B1], maar Hand in hand [B2] is een matige, weinig geïnspireerde ballad die met heimwee doet terugdenken aan de tijd van Water of love. Solid rock [B3] is dan weer een gelukkig vrij korte brok hyperkinetisch lawaai en het waarschijnlijk satirisch bedoelde Les boys [B4] is een compleet overbodig nummer.

    Making Movies werd door de pers een stuk beter ontvangen dan Communiqué, verkocht uitstekend en betekende zowat de definitieve doorbraak van Dire Straits. In onze ogen (en oren) is het echter een vrij middelmatig album dat op geen enkele wijze het schitterende debuutalbum naar de kroon weet te steken.

    Quotering: *** (2 juli 2001)

    Klassiekers: Tunnel of love.

    Dire Straits: Love Over Gold (1982)

    Na het vertrek van David Knopfler werd de groep uitgebreid met twee nieuwe leden: Alan Clark op keyboards en Hal Lindes op gitaar. Tussen de tournees en het componeren van nieuwe Dire Straits-nummers door werkt Mark Knopfler aan de soundtrack van de film Local Hero van Bill Forsyth. De invloed daarvan is heel goed te merken op het in 1982 verschenen Love Over Gold, dat slechts vijf langere, door Knopfler geschreven tracks bevat. De tijd van de pittige, stevig-swingende rocknummers is blijkbaar voorbij en de nadruk ligt nu veeleer op sfeerschepping en het creëren van klanklandschappen (soundscapes), althans in de eerste twee tracks (samen goed voor twintig minuten muziek), wat in het ook op single verschenen Private investigations [A2] (de grootste hit van Dire Straits tot dan toe) tot het meest geslaagde resultaat leidt.

    Dit bijna zeven minuten durende nummer bestaat grotendeels uit fraaie riedels op akoestische gitaar en een door Knopfler half gemompelde tekst, met in het midden enkele ferme aanslagen op de elektrische gitaar die de luisteraar doen opschrikken. Marimba’s en mysterieuze synthesizerloopjes vullen de merkwaardig verstilde sfeer aan. Het bijna vijftien minuten lange openingsnummer Telegraph road [A1] begint met erg filmisch aandoende, mystiekerige synthesizerlagen, waarna zich een song ontspint, naar verluidt over een straat in Detroit, met talrijke tempowisselingen, mijmerend gitaarspel van Knopfler en breedvoerige tussenstukken die soms moeite hebben om de aandacht gaande te houden. Het geheel maakt een wat warrige en niet helemaal overtuigende indruk.

    Industrial disease [B1] is plots wat meer in de stijl van de lange uptempo-rocknummers op Making Movies. Het bevat een lange tekst die ongetwijfeld grappig-satirisch bedoeld is, alleen begrijpen wij niet precies waarmee Knopfler hier nu juist de draak steekt. De knorrende geluidjes van de ritmegitaar en het vrolijke orgelloopje zijn anders niet onaardig. Love over gold [B2], het titelnummer, is een bijzonder middelmatige mediumtempo-song. Het werd in 1984 nog eens op single uitgebracht, maar deed begrijpelijk genoeg niks. De afsluiter, It never rains [B3], is al even vervelend: veel te veel tekst en veel te lang uitgesponnen.

    Afgezien van het mooie Private investigations is Love Over Gold een teleurstellend album. Anno 1982 begint het er meer en meer op te lijken dat Dire Straits voornamelijk een groep is geworden van sporadische hitnummers die omringd worden met materiaal van danig mindere kwaliteit.

    Quotering: **½ (7 juli 2001)

    Klassiekers: Private investigations.

    Dire Straits: Alchemy (1984)

    Na vier studioalbums brengt Dire Straits in 1984 een dubbel live-album uit met nummers die in juli 1983 werden opgenomen. De groep bestaat nog steeds uit Knopfler, Illsley, Clark en Lindes, maar de drummer is nieuw: Terry Williams. Na wat inleidend gepriegel wordt van start gegaan met een degelijke versie van Once upon a time in the west [A1], dat echter veel te lang (meer dan tien minuten) blijft duren. Vervolgens krijgen we twee nummers uit het derde, en twee nummers uit het vierde album. Expresso love [A2] is nogal lawaaierig en de in elkaar overlopende rustiger nummers Romeo and Juliet [A3] en Love over gold [A4] waren in de studioversie al geen favorieten van ons, en daar komt bij deze hoegenaamd geen verandering in. Romeo and Juliet wordt overigens weer veel te lang gerokken. De live-versie van Private investigations [A5], op zich een fraaie Knopfler-compositie, voegt niets toe aan het origineel en de laatste track van de eerste cd is een slordige versie van de eerste grote hit van Dire Straits, Sultans of swing [A6]. In zijn geheel maakt dit eerste deel van Alchemy een ronduit matte en nergens bevlogen indruk.

    Op de tweede cd komt saxofonist Mel Collins de klankkleur wat meer variëren, maar veel positieve invloed heeft dat toch niet. Het ons verder onbekende Two young lovers [B1] is middelmaat troef en na een vrij overbodige intro, The Carousel Waltz geheten, gaat een veertien minuten (en dus weer veel te lang) durende, oerbrave versie van Tunnel of love [B2] van start. Telegraph road [B3] was op het album Love Over Gold al geen uitblinker en hier is het ronduit vervelend. Van het Making Movies-nummer Solid rock [B4] krijgen we dan weer een afschuwelijke lawaaiversie voorgeschoteld en Going home – Theme from ‘Local Hero’ [B5], een nummer uit de soundtrack die Knopfler schreef voor de film Local Hero, kan de zaak niet meer redden.

    Volgens ons is deze Alchemy een danig overbodig album en in elk geval een absolute afrader. Waar is verdorie het sprankelende van het debuutalbum gebleven?

    Quotering: ** (30 oktober 2001)

    Klassiekers: geen.

    Dire Straits: Brothers in Arms (1985)

    Van de oorspronkelijke Dire Straits schieten in 1985 alleen nog Mark Knopfler (zang, gitaar, componist van alle nummers) en John Illsley (bas en zang) over. De groep bestaat op dit album verder uit Alan Clark (toetsen), Guy Fletcher (toetsen en zang), nieuwkomer Omar Hakim (drums) en Terry Williams (drums). Brothers in Arms is commercieel gezien een overweldigend succes: er worden meer dan twintig miljoen exemplaren van verkocht en Dire Straits is lange tijd de best verkopende cd-act ter wereld. Terecht?

    Het album begint in elk geval niet slecht met drie nummers die ook op single werden uitgebracht. So far away [1] is een aardig mediumtempo-liefdesliedje met een leuk melodietje (dat echter te lang wordt uitgemolken) en een wat loze tekst. De beste track van de plaat is ongetwijfeld het door Knopfler samen met Sting geschreven (en gezongen) Money for nothing [2], dat na een wat flodderige intro losbarst in één van die onvergetelijke, goeie ouwe gitaarriffs met daarbovenop een cynische tekst waarin Knopfler en Sting alle ongetalenteerde no-goods die jaloers zijn op hun succes, een poepje laten ruiken. En werkelijk uitstékende single is dit, en duidelijk behorend tot het beste wat Dire Straits ooit gemaakt heeft. Het niveau blijft verder gehandhaafd met het vrolijke en pittige Walk of life [3], een ode aan een straatzanger die zijn ding doet in de tunnels van de Londense underground.

    Your latest trick [4] begint met een jazzy intro en dan speelt de saxofoon een vlotte melodielijn en krijgen we een afgeborsteld mediumetempo-nummer waarover weinig slechts, maar evenmin veel goeds valt te vertellen. Why worry [5] is dan weer een rustige, akoestische liefdesballade die hoofzakelijk een slaapverwekkende indruk maakt en trouwens veel te lang duurt om goed te zijn. Rond Rode acrosse the river [6] hangt een zwoel, tropisch sfeertje. De tekst refereert vaagweg aan de Falklands-oorlog en is blijkbaar bedoeld als een afkeuring van militaristisch geweldvertoon. Overtuigen doet het nummer echter nauwelijks, noch muzikaal, noch wat de boodschap betreft. In The man’s too strong [7] laat Knopfler duidelijk horen dat hij onder meer beïnvloed werd door de country & western-muziek. De akoestische strofen worden in het refrein afgewisseld met een indrukwekkend knallende elektrische gitaarriff. Het beste van de vier laatste nummers, maar nog altijd hoegenaamd geen topniveau. En ook One world [8] is niet meer dan een middelmatig uptempo-nummer. De afsluiter Brothers in arms [9] is een verstilde anti-oorlogsong (weer geïnspireerd door de Falklands-war). Potten worden hier al evenmin gebroken.

    In zijn boekje over Dire Straits [Dire Straits, Star Boox, Lisse, 1995, origineel Engels: 1994, p. 90] schreef Colin Irwin: ‘Met als hoofdthema oorlog, zowel in persoonlijk als letterlijk opzicht, raakte Brothers in Arms een gevoelige plek bij het volwassen publiek. Diep, melodieus, charismatisch, mysterieus, fascinerend, gevoelig en verleidelijk… Brothers in Arms had alles. De elpee bewees dat de muziek van de Dire Straits goeddoordachte muziek was, bestemd voor het grote publiek’. Behalve wellicht het laatste, lijkt dit alles ons schromelijk overdreven. Na het eerder sfeerscheppende maar teleurstellende Love Over Gold keerde Knopfler inderdaad terug naar het schrijven van kortere rocksongs met een lagere toegangsdrempel, maar de sprankelende frisheid van het debuutalbum ligt nu héél ver achter ons. Het geheel maakt hier een afgeborstelde en gesofistikeerde indruk: alles is technisch perfect, maar artistieke vooruitgang is compleet afwezig en grenzen worden er niet meer verlegd. Anno 1985 is Dire Straits een logge, maar commercieel succesvolle mastodont geworden die door het grote publiek – nu de naambekendheid er eenmaal is – en masse geconsumeerd wordt, getuige de gigantische verkoopcijfers van Brothers in Arms, dat uiteindelijk in wezen niet meer dan een degelijk-middelmatig album blijkt te zijn. Dat het volgende album niet minder dan zes jaar op zich zou laten wachten, toont overigens duidelijk aan dat ook Knopfler zelf aangevoeld heeft dat er wat te veel op de automatische piloot gevlogen werd.

    Quotering: *** (5 juli 2001)

    Klassiekers: Money for nothing, Walk of life.

    The Notting Hillbillies: Missing… presumed having a good time (1990)

    De lange periode tussen Brothers in Arms en het volgende album wordt door Mark Knopfler opgevuld met het producen van andermans werk, met het schrijven van filmmuziek en met een aantal soloprojecten, deze laatste weliswaar in samenwerking met anderen. In 1990 vormt hij met Dire Straits-toetsenist Guy Fletcher en met de gitaristen Steve Phillips en Brendan Croker de gelegenheidsband The Notting Hillbillies die op cd een laidback gespeelde mengeling van Amerikaanse folk, blues en country uitbrengt.

    Het album begint op haast perfecte wijze met een heerlijke, zeer aanstekelijk gezongen versie van Railroad worksong [1], een traditional die het keiharde leven van de Amerikaanse spoorwegarbeiders in vervlogen tijden oproept. De plaat bevat nog drie van zulke pareltjes: de Mark Knopfler-compositie Your own sweet way [3], de melancholische blues Blues stay away from me [6] (over permanente tegenslag in de liefde) en het mediumtempo Steve Phillips-nummer Will you miss me [7]. De overige zeven nummers zijn niet echt slecht te noemen, maar maken véél minder indruk: het brave Bewildered [2], de uptempo gebrachte traditionals Run me down [4] en One way gal [5], de flauwe slow-traditional Please baby [8], het al even zouteloze Weapon of prayer [9], de lichtwegende Brendan Croker-compositie That’s where I belong [10] en ten slotte het slijmerige Charlie Rich-nummer Feel like going home [11]. In zijn geheel dus maar een half geslaagd en dus middelmatig plaatje, zelfs al behoren tracks 1, 3, 6 en 7 tot de absolute topklasse.

    Quotering: *** (19 oktober 2001)

    Klassiekers: Railroad worksong, Your own sweet way, Blues stay away from me, Will you miss me.

    Dire Straits: On Every Street (1991)

    In september 1991, zes jaar na Brothers in Arms, verschijnt eindelijk nog eens een nieuw Dire Straits-album. Afgezien van de studiomuzikanten waarop een beroep wordt gedaan, bestaat de groep op dat moment uit Mark Knopfler (gitaar, zang), John Illsley (bas, zang), Alan Clark (toetsen) en Guy Fletcher (toetsen, zang). Een maand eerder werd de single Calling Elvis [1] uitgebracht, dat ook het openingsnummer van de cd is. Deze hommage aan Elvis Presley is een vlot-ritmische, maar tegelijk ook ingetogen en wat lauwe popsong die naar het einde toe duidelijk te lang gerokken wordt. Het titelnummer, On every street [2], werd in 1992 op single uitgebracht, maar deed weinig of niets. Het bestaat uit een vrij rustig eerste gedeelte en een sneller instrumentaal tweede deel en het is even degelijk-middelmatig als de openingstrack. When it comes to you [3] is een nummer met duidelijke country-invloeden, maar het haalt niet het niveau van de beste nummers van de Notting Hillbillies. Fade to black [4] is een eerste lichtpuntje op deze cd. Het is een trage, slepende blues, een mooi liedje over liefdesverdriet, voor de laatavond. Ook The bug [5] werd in 1992 nog eens op single uitgebracht, eveneens zonder opvallend succes trouwens. Het is nochtans een vrolijk-swingend popnummer met een wat filosofisch-relativerende tekst, maar wel van a tot z in het reeds door en door bekende Dire Straits-idioom.

    Nog zo’n weinig succesvolle single uit 1992 was You and your friend [6], een traag bluesy nummer dat ook nogal clichématig en weinig verfrissend overkomt. Heavy fuel [7] werd in 1991, na Calling Elvis, op single uitgebracht maar presteerde een stuk minder goed. Het is dan ook een nogal vervelend uptempo-rocknummer. Iron hand [8] is dan weer een fraai, ingetogen en akoestisch country-nummer waarin het Britse militarisme ten tijde van de Thatcher-periode ervan langs krijgt. Even cynisch is de tekst van Ticket to heaven [9], in 1994 op single uitgebracht, zonder succes. Het gaat over hypocriete tv-evangelisten, maar de tekst wordt samengeplakt met een mottige countryballad-melodie. Nog meer cynisme biedt My parties [10], een veeg uit de pan voor snobistische burgermannetjes en hun bekakte fuifjes in de achtertuin. Het is vast geen hoogvlieger, maar uiteindelijk toch nog één van de betere nummers van de plaat. Planet of New Orleans [11] is weer zo’n weinigzeggend, bluesy uptempo-nummer van dertien in een dozijn, dat veel te lang duurt om goed te zijn. How long [12] ten slotte is een kort, flodderig country-nummertje.

    In zijn geheel is deze On Every Street een perfect klinkende, uitstekend opgenomen plaat die echter – een enkele uitzondering niet te na gesproken – vooral een matte, uitgebluste indruk nalaat. Muziek van een groep en een songschrijver die al jaren over hun hoogtepunt heen zijn, geen enkele grens nog verleggen en teren op oude naambekendheid en successen. De gespecialiseerde pers merkte het ook op, maar het grote publiek tastte alweer gretig en mild in de buidel: de cd verkocht uitstekend. Dat verscheidene nummers na 1991 nog maar eens een keer op single werden uitgebracht, rook overigens verdacht sterk naar platte commercie, of met andere woorden: nog snel even eruit halen wat erin zit.

    Quotering: **½ (8 juli 2001)

    Klassiekers: Calling Elvis, Fade to black.

    Dire Straits: On The Night (1993)

    Na 1991 verschijnt geen nieuw werk meer van Dire Straits, maar in 1993 wordt wel een live-album op de markt gegooid met opnames van concerten uit mei 1992 in Rotterdam en het Franse Nîmes. Vanaf het openingsnummer (een tien minuten lange, maar weinig indrukwekkende versie van Calling Elvis [1]) worden Knopfler, Illsley, Clark en Fletcher en een stel gelegenheidsmuzikanten ontvangen door een blijkbaar laaiend enthousiaste menigte, en dat enthousiasme blijft tot de laatste noot aanwezig. Walk of life [2] is nog altijd even pittig als op het album Brothers in Arms, maar aan die studioversie voegt deze liveversie niets essentieels toe, en hetzelfde geldt voor het net als Calling Elvis aan het vorige album ontleende Heavy fuel [3]. Na drie vlot-ritmische nummers wordt het wat rustiger met een overigens toch nog wat bombastisch uitvallende versie van het overbekende Romeo and Juliet [4] en een correcte, maar lauwe versie van het al even bekende Private investigations [5].

    Your latest trick [6], On every street [7] en You and your friend [8] waren in de oorspronkelijke studioversies al vrij middelmatig, en dat is hier niet anders. Even wordt de luisteraar van een zich stilaan opdringende lethargie bevrijd door de gitaarriff van Money for nothing [9], maar al snel blijkt het slechts om een flodderige doorslag van het briljante origineel te gaan. Het door het publiek luidkeels meegezongen en van een lange en vervelende outtro voorziene Brothers in arms [10] sluit deze live-cd af.

    In een beperkte oplage wordt de cd vergezeld van een bonus-minicd met de titel Encores. Eerst krijgen we nog maar eens Your latest trick te horen (God mag weten waarom). The bug (uit On Every Street) is redelijk okay, maar het heropgegraven Solid rock (uit Making Movies) is ons in deze versie wat té lawaaierig en rommelig. En als een hond in een kegelspel is daar dan Local hero – Wild Theme, een instrumentaal nummer uit de soundtrack die Knopfler schreef voor de film Local Hero. Het is op zichzelf geen slecht nummer, maar wel een wat rare afsluiter van deze live-cd.

    Met dit alles zijn we ondertussen mijlenver verwijderd van de briljante soberheid en het aanstekelijk-pure gitaarwerk van het debuut album Dire Straits uit 1978. Ondanks het gejuich van de crowd op de achtergrond blijkt zonneklaar dat de groep van Mark Knopfler anno 1992-93 een logge, steeds zichzelf herhalende en nooit meer grenzen verleggende muzikale mastodont is geworden. Hoog tijd om ermee op te houden dus, en dat is dan ook gebeurd.

    Quotering: **½ (15 september 2001)

    Dire Straits: Live at the BBC (1995)

    In 1995 verschijnt nogmaals een live-album, maar dit keer met opnames uit de beginperiode. De eerste zeven tracks werden opgenomen tijdens een concert in de studios van BBC Radio One op 22 juli 1978. De groep had op dat moment nog niet zoveel succes in de UK en dat is hier duidelijk te horen aan de nogal beleefd-lauwe reacties van het publiek en de droge aankondigingen van Knopfler. Waarom nu precies deze live-opnames op cd moesten worden gezet, is een vraag die zich onweerstaanbaar opdringt, want de groep – en vooral Mark Knopfler – is manifest helemààl niet in topvorm. Er worden foutjes gespeeld, de zang is bijzonder zwak en hees en de versies van Down to the waterline [1], Six blade knife [2] en Water of love [3] hebben niets, maar dan ook niéts, van de frisheid en prefectie van de versies op het debuutalbum. Hetzelfde geldt nog sterker voor de volgende drie tracks, die eveneens terug te vinden zijn op dat eerste album: de hier te beluisteren versies van Wild West End [4], Sultans of swing [5] en Lions [6] zijn gewoon abominabel. Nummer [7] is What’s the matter baby?, een nummer dat uitzonderlijkerwijs geschreven werd door Mark én David Knopfler en dat begrijpelijkerwijs op geen enkel album is terug te vinden. De lange, bijna twaalf minuten durende versie van Tunnel of love [8] ten slotte werd live opgenomen voor het BBC-programma Old Grey Whistle Test op 31 januari 1981.

    Dit album voegt niets toe aan het verschijnsel Dire Straits en doet zelfs afbreuk aan de goede naam van de groep. Dit is puur een zaak van geldklopperij en dat kan de sympathieke begeleidende tekst van Charlie Gillett (de BBC-dj die Dire Straits indertijd een duwtje in de rug gaf) niet verdoezelen. Dat Mark Knopfler ooit toestemming heeft gegeven om deze cd te laten verschijnen, is onbegrijpelijk. Een totaal overbodig plaatje.

    Quotering: ** (9 juli 2001)

    [explicit]


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs