Charlotte Gainsbourg: 5:55 (2006)
Charlotte Gainsbourg, de dochter van Serge Gainsbourg en Jane Birkin, heeft voor deze full-cd een heleboel hulp gekregen van een heleboel derden, waarbij ongetwijfeld het dochter-zijn-van wel een aantal deuren zal geopend hebben: Nigel Godrich (producer van Radiohead), Nicolas Godin en Jean-Benoit Dunckel (van Air), arrangeur David Campbell (vader van Beck) en voor de teksten Jarvis Cocker en Neil Hannon (van The Divine Comedy). Het resultaat van al deze bijeengestoken koppen is anders maar navenant, hoor. De single, The songs that we sing [5], kan er nog mee door, maar de overige tien nummers variëren van zeer middelmatig tot downright boring. Zeker wanneer Charlotte haar moeder tracht te imiteren door met een omfloerste, ongetwijfeld erotisch bedoelde fluisterstem te lispelen, werkt ze eigenlijk alleen maar op de zenuwen, zelfs al bezingt ze in poëtische termen haar vagina zoals in Beauty Mark [6] (This hidden place / This private part / This secret door into my heart / Ill keep it for you). In Humos eindejaarslijstjes voor 2006 zette één recensent (mk) deze cd op nummer één [Humo nr. 3459, 19 december 2006, p. 190]. Voor het overige was het plaatje nergens te bekennen. Raar toch hoe smaken kunnen verschillen.
Quotering: ** (2 januari 2007) Klassiekers: The songs that we sing.
Charlotte Gainsbourg: IRM (2009)
Deze keer heeft Charlotte voor de dertien tracks op dit album héél veel hulp gekregen van Beck (wiens vader al aan het vorige album meewerkte), maar reden tot juichen is er nog steeds niet. De ene keer klinkt La Gainsbourg als Carla Bruni, dan weer als Suzanne Vega en een derde keer als godweetwie, maar ze klinkt nooit zo goed als. Pas ruim over de helft van de cd is er enige reden tot optimisme, onder meer met het forse Trick pony [9] en het bluesy Dandelion [11]. Misschien moet ze zich maar concentreren op haar acteercarrière, maar dan eens bij iemand anders dan Lars von Trier.
Quotering: **½ (10 oktober 2011) Klassiekers: Trick pony, Dandelion.
|