In 1916 bleef de dodentol beperkt voor de soldaten uit - de huidige Hoogstraatse deelgemeente - Minderhout. Er viel dat jaar maar één dodelijk slachtoffer te betreuren. Op 21 september 1916 sneuvelde Minderhoutenaar Alfons Verbaeten in Lo. Toen hij met zijn sectie bezig was met herstelwerkzaamheden in de eerste lijn werd hij zwaar gewond door een geweerkogel en granaatscherven. Hij werd meteen van het front geëvacueerd maar bezweek kort na zijn aankomst in het Belgian Field Hospital in Hoogstade. Fons Verbaeten was in 1898 geboren in Meerle in het gezin van boswachter Petrus Verbaeten en Emma Van Huffel. Bij het uitbreken van de oorlog was hij ongehuwd, timmerman en woonde hij zijn ouders op de Schoorse Heide in Minderhout. Hij was amper 16 jaar oud toen hij op 6 april '15 de rijksgrens was overgestoken om in Baarle-Hertog dienst te nemen als oorlogsvrijwilliger. Burgemeester Van Gilse gaf hem geld voor de overtocht van Vlissingen naar Folkestone en op 9 april engageerde hij zich al 'voor de duur van den oorlog' in het leger. Van april tot einde juli '15 vertoefde hij in een opleidingscentrum van de IIIe Legerdivisie in Normandië maar op 30 juli muteerde hij naar een opleidingskamp voor de genietroepen van de VIe Legerdivisie. Wellicht had deze verhuis te maken met het feit dat hij voor de oorlog geschoolde timmerman was geweest. Op 25 september '15 kwam hij aan het front terecht, waar hij net geen jaar later, sneuvelde. Fons Verbaeten kreeg een laatste rustplaats op de BMB Hoogstade in graf 589.