Nürnberger 1989
Materieel en kunsthistorisch onderzoek van De Landloper van Hieronymus Bosch Verslag van een onderzoek uitgevoerd in het kader van het bijvak materieel onderzoek van kunstvoorwerpen (U.I. Nürnberger) 1989
[ongepubliceerde paper, Vrije Universiteit Amsterdam Vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie, Amsterdam, 1989, 20 blz. + illustraties]
In 1988-89 onderzochten J.R.J. van Asperen de Boer (Kunsthistorisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen) en Ulrike Nürnberger (doctoraalstudente van de vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie van de Vrije Universiteit te Amsterdam) Bosch Rotterdamse Marskramer-tondo met natuurwetenschappelijke methoden. Het zichtbaar maken van de ondertekening met infraroodreflectografie stond daarbij centraal.
In de huidige toestand is het schilderij achthoekig en samengesteld uit vier eikenhouten planken van verschillende breedte. Na verwijdering van de parquettage in 1931 was reeds gebleken dat het schilderij in twee helften was gezaagd, met de bedoeling voor- en achterkant van elkaar te scheiden. Na deze ingreep bestond het schilderij uit vier planken en werd het achthoekig gezaagd. Dit laatste gebeurde vermoedelijk in de 17de eeuw, want de lijst dateert uit die tijd.
Het schilderij is opgebouwd uit de eenvoudige tonaliteiten grijs, bruin, wit en groen. De nerven van het hout, de ondertekening bij de lichtere gedeelten en contourveranderingen zijn vaak met het blote oog zichtbaar. De oorzaak hiervan is dat de verflagen heel dun zijn opgebracht en deze hebben bij hun veroudering waarschijnlijk hun brekingsindex veranderd.
Via infraroodreflectografie werd de ondertekening bestudeerd. Daaruit bleek dat Bosch bij de uiteindelijke uitvoering de ondertekening soms niet precies heeft nagevolgd: in die gevallen werden de uiteindelijke vormen bijna altijd kleiner geschilderd dan die van de ondertekening. Bovendien zijn er tijdens het schilderproces ook een aantal compositieveranderingen doorgevoerd.
Samen met het dendrochronologisch onderzoek wijst het onderzoek naar de ondertekeningen op een nauwe verwantschap tussen de Rotterdamse Marskramer-tondo, het Narrenschip-paneel (Parijs), het Allegorie van de Overdaad-paneel (Yale) en het Dood van een Vrek-paneel (Washington). Sinds 2001 weten we dat al deze panelen ooit onderdelen waren van één en hetzelfde drieluik.
[explicit 30 augustus 2019]
|