Een knaap wordt man (A.M. de Jong) 1938
[in: A.M. de Jong, Merijntje Gijzens Jeugd en Jonge Jaren. Nederlandse Boekenclub, Den Haag-Antwerpen, z.j., pp. 1013-1171]
Een jaar geleden kochten wij deze Merijntje Gijzen-omnibus voor 2 euro op de tweedehandsboekenmarkt van Lillo en nu hebben we alle acht deeltjes dus gelezen (gedeeltelijk herlezen). In dit laatste deel komt Merijntje eerst terecht bij ene meneer Louis, een soort intellectuele edelman die op een kasteel woont en zich over Merijntje ontfermt. De jongeman wordt even de speelbal van Amelie, de verbitterde zuster van meneer Louis maar tegelijk een knappe weduwe en femme fatale. Vóór zij Merijntje in haar bed krijgt, heeft deze echter haar slechts op lust en spel gerichte bedoelingen door en hij vlucht terug naar zijn familie in Rotterdam.
Daar vindt hij werk als havenarbeider en leert hij Klaas kennen, die een goede vriend wordt. Via Klaas komt hij ook in contact met Riekie, een vriendinnetje van Klaas, en dat blijkt toch wel het blonde winkeljuffrouwtje uit de Van der Takstraat te zijn, dat al even optrad in het vierde deel (In de draaikolk). We maken een mislukte havenstaking mee (wat De Jong de kans biedt zijn socialistische gedachtegoed te ventileren) en tussen Merijntje en Riekie ontstaat een romance. Op het einde vraagt Merijntje haar of zij van hem houdt en zij antwoordt: Voor altijd. Laatste zin: Hij had de vluchtige gewaarwording, dat hij boven zich in de lucht de wieken van het geluk hoorde ruisen
Vijf jaar later zou De Jong vermoord worden door Nederlandse nazi-gezinden.
Merkwaardig: de gebaldheid en structurele kracht van het eerste deel (Het verraad) worden in de latere deeltjes nooit meer geëvenaard, maar De Jong blijft wel een gezapige verteller, die nochtans door de Nederlandse literatuurgeschiedenissen opvallend genegeerd wordt. Ondertussen hebben we ook het A.M. de Jong-museum in Nieuw-Vossemeer bezocht (op een regenachtige zaterdagnamiddag in juli) maar dat is helaas niet veel soeps.
Quotering: ***
[explicit 14 augustus 2017]
|