DE PREMIER (Erik Van Looy) (België, 2016)
(113)
De presidente van de Verenigde Staten (Van Looy cum suis hadden er duidelijk niét op gerekend dat Trump zou winnen) bezoekt België en de Belgische eerste minister moet haar neerschieten, in opdracht van een internationale criminele bende die zijn vrouw en twee dochters heeft gekidnapt. De bende staat onder leiding van het hoofd van de presidentiële veiligheidsdienst, een überrechtse rakker die de presidente te soft vindt en van de moord iets speciaals wil maken, ten eerste om op te vallen en ten tweede om nog meer angst te genereren (en angst is goed voor de Amerikaanse behoefte aan security & bewapening).
Zoals we dat ondertussen gewoon zijn van Van Looy zitten de cameraregie, de montage, de bruitage en de soundtrack meer dan snor, maar omwille van het zwakke, vol ongeloofwaardigheden stekende scenario valt deze film toch lelijk door de mand. Dat is al zo van in het begin, wanneer het huis van de premier niét blijkt bewaakt te worden (en het is terreurniveau 2!) en dat wordt altijd maar erger en erger. De chauffeur van de premier die een paar maal wisselt zonder veel problemen, het feit dat op het einde de bende bereid is de zaak in de doofpot te stoppen (terwijl de kabinetschef en de secretaresse van de premier verdwenen/gedood zijn: alsof niemand dat abnormaal zou vinden!) en de zaak die dan toch nog naar buiten wordt gebracht doordat de premier zich de nummerplaat van een Litouwse vrachtwagen herinnert (alsof die bende die nummerplaat niet zou veranderen, slimmeriken als ze zijn). Ook zeer ongeloofwaardig is hoe de Amerikaanse presidente reageert op de premier die voortdurend met een kurk in zijn achterste en met een lijkbleek gezicht bij haar aan de lunchtafel zit en geen woord met haar wisselt: die presidente rageert dus niet, ziet niets, hoort niets, merkt niets, vraagt niets. Ergens in de film wordt de premier door een politieke tegenstandster schotelvod genoemd, maar als er één schotelvod in deze film rondloopt, dan is het die presidente wel.
Deze film oogt dus wel spannend en vakkundig en al wat je wil, maar het verhaal wérkt niet en dat leidt tot een kijkkater op het einde. Het moraliserende tintje (de premier had een verhouding met zijn vermoorde secretaresse en dat blijft uiteindelijk tussen hem en zijn vrouw hangen) kan daar ook niets aan verhelpen. Overigens waren we deze keer ook niet echt onder de indruk van de acteerprestatie van Koen De Bouw, maar je ziet wel dat hij zijn best doet om getormenteerd over te komen. Al bij al: nogal teleurstellend, na De zaak Alzheimer en Loft.
Quotering: **1/2
[4 december 2016 Kinepolis, Antwerpen]
|