De pupil (Harry Mulisch) 1987
[Novelle, De Bezige Bij, Amsterdam, 1987]
Een vrij teleurstellende Mulisch, deze opvolger van De aanslag. Een raar verhaaltje ook, deze novelle met symbolisch einde
Na de Tweede Wereldoorlog wordt de 18-jarige ik-figuur (waar ongetwijfeld veel van Mulisch zelf in zit) de pupil van een steenrijke Belgische madame (weduwe van de uitvinder van de veiligheidsspeld), die in Italië in de buurt van de Vesuvius woont. Op een bepaald moment helpt de ik-figuur deze madame Sasserath af van haar slapeloosheid door haar opnieuw te leren dromen. Zij is hem hier heel dankbaar voor en zal hem belonen. Op het einde van het verhaal wijdt de ik samen met Madame een door haar bekostigde stoeltjeslift op de Vesuvius in. Zij gaan naast elkaar in het liftje naar boven, onderweg valt zij in slaap en er komen in de dalende stoeltjes plots allerlei mensen naar beneden die de ik wel lijkt te kennen, maar hij kan hen niet exact plaatsen. Als hij zelf boven arriveert, is Madame zomaar verdwenen. De ik wordt eerst beschuldigd van moord, maar gaat wegens gebrek aan bewijzen vrijuit. Blijkt op de laatste bladzijden dat dit het geschenk van Madame was: de personages die de latere boeken van Mulisch zouden bevolken. Madame heeft zich daar wel zelf voor moeten opofferen.
Wat is dit allemaal voor onzin? Wie is die Madame Sasserath eigenlijk? Waarom lost zij zomaar op in de lucht? En de Vesuvius, dat is dus Mulisch zelf? Op de achterflap een kleurenfoto van Mulisch in zwembroek die vanop een terras naar de Vesuvius kijkt. Nu ja! Ongetwijfeld heeft alles in dit boekje een diepere, symbolische betekenis (bijvoorbeeld het motief van de veiligheidsspeld, even denken, en u ontdekt zélf de symboliek wel), maar het overtuigt niet. Het is een beetje onnozel, net zoals die stomme ijdelheid van het ik-personage: hij is knap, intelligent, innemend, sympathiek, kortom de beste, de slimste en de
Is dat grappig bedoeld, of wat?
Toegegeven: ik krijg weinig hoogte van deze Vesuvius-Mulisch, maar ik geloof te mogen stellen dat het deze keer niet aan mij ligt.
Quotering: **
[explicit 4 oktober 1987]
|