Het doorgeefmeisje (Paul Koeck) 2003
[Roman, De Bezige Bij, Amsterdam, 2003, 204 blz.]
Deze vrij dunne roman vertelt het van het heden via flashbacks naar het verleden springend verhaal van de superknappe mulattin Marianne Quatorze, die opgroeit in een Congolees dorpje als dochter van een negerin en (zoals op het einde pas blijkt) een Belgisch minister. Als meisje wordt zij samen met een dozijn andere bastaardkinderen van de minister naar België gehaald en aldaar geadopteerd door de bisschop van Limbourg. Als tiener nog raakt zij gehuwd met een groentenboer die haar regelmatig slaag geeft en uit deze situatie wordt zij weggehaald door de rechter Bram Bonami, die haar als zijn maîtresse plaatst in een Brussels flatje. Als dit uitkomt, vlucht hij met haar weg naar Brazilië, naar zijn oude studievriend Otelo, die esthetisch chirurg is. Aldaar wordt zij de maîtresse van Otelo en Bonami keert alleen naar België terug. Als Otelo echter voor een symposium naar Leuven komt, papt zij weer aan met Bonami en trouwt zij met hem. Na een tijd start Otelo een kliniek op in Brussel en Marianne papt nu weer aan met Otelo en zij evolueren meer en meer naar een S&M-relatie. Marianne is daarna opnieuw een tijd bij Bonami en ook zij evolueren naar S&M. Dan is zij weer bij Otelo (volgt u nog?), en dan weer bij Bonami en het drietal vertoeft vaak in de S&M-club van Oscar Horemans. Otelo heeft ondertussen ook een domein in Frankrijk gekocht, alwaar allerlei sadomasochistische spelletjes gespeeld worden met Marianne. Uiteindelijk naaien de twee mannen haar vagina dicht. In de seksclub en op het domein worden ook hardepornofilmpjes met Marianne gedraaid en als die in de handen van Bonamis collegas vallen, wordt Bonami uit zijn burgerrechten ontzet en Otelo wordt in België en Brazilië uit de geneesherenorde ontslagen. Bonami pleegt zelfmoord, Otelo verdwijnt naar Brazilië en de nu 41-jarige Marianne kwijnt met haar hondje weg in een Brusselse volkswijk.
Onze eerste kennismaking met een roman van Paul Koeck kan niet bepaald een succes genoemd worden. Dit boekje dat van voren naar achter vol (overigens weinig opwindend beschreven) seks staat, zit van achter naar voren vol onwaarschijnlijkheden en losse draden, is slordig geschreven en gestructureerd, werd oppervlakkig en ongeloofwaardig uitgewerkt en is uiteindelijk zo onbevredigend als wat. Een totaal flutromannetje, kortom. Erik Vissers stelde in De Standaard der Letteren dezelfde diagnose: Dit boek is bijzonder oppervlakkig, onwaarschijnlijk en zelfs ongeloofwaardig. (
) Bovendien heeft Koeck niet eens de moeite genomen om zijn verhaal goed te schrijven: de structuur hangt met haken en ogen aan elkaar, de erbarmelijke stijl verraadt snelschrijverij en wat nog het meest stoort, is de onaanvaardbaar oppervlakkige karakterisering van de personages.
Typisch voor het absoluut minder dan middelmatig gehalte van deze roman is alleen al de cover. Het hoofdpersonage heet een beeldschone halfbloed te zijn waarvoor alle mannen uit de bol gaan, maar op de cover zien we slechts de blote rug van een weinig aantrekkelijk blank meisje met een knolneus. Paul Koeck kreeg in het verleden onder meer de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Toneel. We zullen maar veronderstellen dat Het doorgeefmeisje niet representatief is voor zijn oeuvre.
Quotering: **
Geraadpleegde lectuur
- Erik Vissers, Pijnlijk over de rand, in: De Standaard der Letteren, 24 april 2003,p. 4.
[explicit 28 juni 2003]
|