Het zomert in Barakstad (J.M.H. Berckmans) 1993
[Verhalen, Nijgh & Van Ditmar-Dedalus, Amsterdam-Antwerpen, 1993]
Berckmans heeft wel een herkenbare eigen stijl: altijd weer die bezwerende herhalingen en varianten, het miserabilistische toontje, het vulgaire taalgebruik, de nadruk op het scatologische en het obscene, het gebruik van de indirecte rede, het schilderen van de zelfkant van de maatschappij. Jammer genoeg gaat die herkenbare eigen stijl al vlug té herkenbaar en doorzichtig worden, zodat het geheel vervalt in oppervlakkig gezeur.
Dat dat heel de tijd zomaar doorgaat. Dat dat op den duur altijd hetzelfde is. Jaja. En maar schrijven over scheten laten en zuipen en voor de rest geen kloten doen. In verhalen die het leven en de moderne stadsmens huilend misprijzen. Dat dat het enige is waar het over gaat. Jaja. Dat de lezer het na een tijdje wel weet. Dat die lezer het na een tijdje zelf ook allemaal wel kan schrijven. Van die verhalen die het leven van de moderne mens schreeuwend misprijzen. Jaja.
Quotering: **1/2
[explicit 3 juli 1993]
|