Taxi naar de Boerhaavestraat (J.M.H. Berckmans) 1995
[Verhalen, Nijgh & Van Ditmar-Dedalus, Amsterdam-Antwerpen, 1995]
Steeds maar meer van hetzelfde, altijd maar meer van hetzelfde, wat deze Antwerpse marginaal aan kortademig proza de wereld instuurt. Laat men in godsnaam eens ophouden die Berckmans af te schilderen als een belangrijk auteur (bijvoorbeeld Herman Jacobs in De Morgen van 19 mei 1995). Toegegeven, het is soms wel grappig, deze ongelooflijke opeenhoping van pessimisme en uitzichtloosheid aan de rand van de maatschappij, maar het is toch niet omdat iemand toevallig drie zinnen achter elkaar kan schrijven zonder fouten (is dat overigens wel zo, corrector?) dat hij een belangrijk auteur is. Of is dat toch de norm voor Vlaams proza?
Berckmans is trouwens nog nooit in staat geweest een volwaardig langer verhaal, laat staan een volwaardige roman uit zijn pen te krijgen en vanaf het moment dat hij in deze meest recente bundel eens buiten zijn versleten thematiek stapt (de korte afdeling over enkele revolutionairen), valt hij onmiddellijk door de mand, wordt zijn proza om in de stijl van de auteur te blijven strontvervelend.
Dat men die Berckmans in sommige recensies zo ophemelt, is een zoveelste teken aan de wand in verband met de algehele vervlakking en nivellering-naar-beneden-toe van onze cultuur en maatschappij.
Quotering: **
[explicit 27 mei 1995]
|