Arno: Arno (1986)
Omdat we een verzamelbox met praktisch alle oude albums van Arno te pakken hebben gekregen, is dit hét moment om eens nader kennis te maken met deze Oostendse rocker. In 1986 had Arno Hintjens natuurlijk al een deftig verleden achter de rug met Tjens-Couter (wat een rotnaam voor een rockgroep!) en T.C. Matic, maar de albums van die groepen zullen voor een andere keer zijn. Arno was in 1986 het eerste soloalbum van de stotterende zanger die nooit stottert als hij zingt. Meteen maar bekennen dat we aan deze reeks beluisteringen beginnen met een levensgroot vooroordeel: Arno was voor ons tot de dag van vandaag de zanger van twee, drie leuke nummers (Je veux nager, Vive ma liberté en allez vooruit, ook zijn cover van Adamos Les filles du bord de mer) maar het weinige dat we van hem voor de rest kenden en gehoord hadden, leidde bij ons tot de conclusie: oei, oei, veel lawaaierige muziek en brallerig gezang.
Welnu, die eerste soloplaat uit 1986 spreekt dat in het begin al direct tegen. Dat begint me daar toch met een uitstékend heavy blues-nummer, Forget the cold sweat [A1], dat aan een mediumtempo tsjoeketsjoeketrein-ritme meer dan zeven minuten lang verderbolt en volgens ons uitstekend geschikt is om bij de aanvang van een fuif, als de mensen nog aan het binnenkomen zijn, de sfeer erin te brengen. Een simpele, maar zeer efficiënte tekst ook waaraan we, als we de tijd hadden, graag een close reading zouden besteden, maar helaas. Down and out [A2] is ook een mediumtemponummer, heeft een totaal andere klankkleur dan A1 en is iets minder outstanding maar toch nog altijd heel goed. De instrumental Congo [A3] heeft wéér een heel andere klankkleur, maar wat een prachtig staaltje muzikale sfeerschepping is me dit: de trommeltjes in het begin roepen meteen de Afrikaanse wildernis op, bij de vervolgens weerklinkende diepe bromtonen hoor en zie je zo een boot over een Congolese stroom drijven en ten slotte is er dat dreigend melodietje waarbij je een heel verhaal (met krokodillen en speerwerpende inboorlingen) kan fantaseren.
Die eerste drie nummers zijn zonder uitzondering knappe bewijsstukken à décharge die Arno prima weten te verdedigen tegen onze vooroordelen. Helaas is de rest van het album wat minder. Het niveau zakt weliswaar nergens onder de middelmaat maar het korte Play the guitar boy [A4] stelt na A1-A3 wat teleur, en Miss Nell [A5] is niet veel meer dan Arno die zich even compleet uitleeft op de bluesy mondharmonica. Op de B-kant zijn When the rock [B1] en Quest ce que cest [B2] toch wel degelijk iets te lawaaierig en Come back [B3] is oké maar haalt niet het niveau van de openingsnummers. De twee laatste tracks zijn vreemde eendjes in de bijt: Yooh [B4] hoort meer thuis op een Mexicaans feestpleintje en La bella rossa [B5], waarin Arno eventjes op de piano tokkelt, is een niemendalletje.
In een recensie van drie kolommen in Audio-Visueel [1986, nr. 3, pp. 40-41] noteerde ene André De Bruyn (geen familie): Deze plaat lijkt wel een exploratie van diverse aspecten van de zwarte muziek: van blues, over soul tot Afro-rock, en waar de muziek van T.C. Matic ook op plaat meer de reflectie was van een live gebeuren is het nu meer toegankelijke en vooral beluisterbare muziek. Andrés eindconclusie was misschien toch wat te enthousiast. Volgens hem toont Arno zich op deze plaat als een meneer met internationaal cachet. Hij plaatst zich meteen boven alles wat T.C. Matic gepresteerd heeft. Vandaar dat ik durf beweren dat dit de beste plaat is die de Belgische rock heeft opgeleverd. Oors Popencyclopedie (editie 2002, p. 19) heeft het correcter over een onevenwichtig solodebuut. Blijft het feit dat de eerste drie nummers van internationale klasse zijn.
Quotering: *** (27 juli 2015)
Klassiekers: Forget the cold sweat, Down and out, Congo.
Arno: Charlatan (1988)
De accordeon geeft Jive to the beat [1] meteen een Frans sfeertje mee en voor de rest klinkt deze binnenkomer danig als een Serge Gainsbourg-imitatie (zelfs de titel zou van Gainsbourg kunnen zijn). Niet dat het een slecht nummer zou zijn, net zo min als het gestaag voortbonkende Take me where you sleep at night [2] of het nogal grappige Bathroom singer [3], maar geen van deze drie verdient het echt om tot Arnos klassiekers gerekend te worden. Dat geldt nog veel minder voor het drammerige Lets go to heaven (2.1.3.4.6.5.7.) [4] en de flauwe Brel-cover Le bon dieu [5].
Indien we Black doll [6] zouden moeten begrijpen als een grappige AC/DC-parodie, oké dan voor één keer, maar als we het ernstig moeten nemen, is het niet meer dan een brok lawaai. Trouble in mind [7] is dan weer een bijzonder matige slow en in Shoutback [8] klinkt Arno als een verwaterde en brave versie van de Sex Pistols anno 1988. Fun, money & pleasure [9] is wat te veel lawaai & gebral om goed te zijn. In feite is het latijnsgetinte Tango de la peau [10] met zijn grappige Franse tekst het enige nummer van dit album dat enigszins op niveau zit. Op het einde worden Bathroom singer [11], Take me where you sleep at night [12] en Tango de la peau [13] nog eens hernomen, niet toevallig de drie betere tracks van dit album.
In zijn geheel is Charlatan nog onevenwichtiger dan zijn voorganger en dus onvermijdelijk een beetje een teleurstelling.
Quotering: **½ (28 juli 2015)
Klassiekers: Tango de la peau.
Arno: Ratata (1990)
Tien nieuwe nummers staan er op dit album maar veel reden om hallelujah te roepen is er ook nu weer niet. Qua ritme zitten de meeste van deze songs wel snor, zeker bij hun aanvang, maar daarna blijkt telkens al snel dat de melodieën zonder uitzondering erg zwak zijn. Wat resulteert in verwaterd gedram en monotone matheid. Meest opvallend in de positieve zin is I cant stand it [9] met zijn Stones-achtige riff. In zijn geheel weer een teleurstellende plaat.
Quotering: **½ (19 augustus 2015)
Klassiekers: I can stand it.
Charles et les Lulus: Charles et les Lulus (1991)
Onder de grappige naam Charles et les Lulus is dit een hobbyproject van Arno samen met Roland, Adriano Cominotto en Piet Jorens. Deze bluesplaat bevat twaalf tracks en bestaat uit een mengeling van eigen nummers en bewerkingen van Amerikaanse bluesklassiekers. Het enige dat ons enigszins kon bekoren, was de eigenzinnige versie van Willie Dixons Little red rooster [3], dat we natuurlijk goed kennen in de versie van de Rolling Stones (die overigens stukken beter is, laat dat duidelijk zijn). Ook opvallend: het nummer Eyesight to the blind [8] van Sonnyboy Williamson wordt niet door Arno maar door Roland gezongen, en zo blijkt manifest dat deze laatste een betere zangstem heeft dan de eerste.
Quotering: **½ (19 augustus 2015)
Klassiekers: Little red rooster.
Arno: Idiots Savants (1993)
Voor zijn vierde (eigenlijk vijfde) soloalbum trekt Arno naar Nashville om er samen te werken met producer Glenn Rosenstein. Het levert het absolute hoogtepunt uit zijn muzikale carrière tot dan toe op: het onweerstaanbare, werkelijk superzalig voortbonkende Vive ma liberté [4], dat wij sinds onze pensionering dagelijks meebrullen. Het wordt op deze cd voorafgegaan door drie nummers die een beetje minder, maar toch nog degelijk zijn. Boogie woogie into town [1] is een rustige mediumtempo binnenkomer, Dancing inside my head [2] is redelijk funky en Funky youre not [3] is nogal zwaar-op-de-hand én een vaag doorslagje van Ce soir van Golden Earring dat zelf al zon wat te zwaarwichtig en niet helemaal geslaagd nummer was.
Na Vive ma liberté is het vet echter van de soep. Een aantal veel te drammerige tracks enerzijds: A beautiful day in L.A. [5], I sold my sould on MTV [8], Hoi hoi (Im your boy) [10] en New born monkey [11]. Anderzijds enkele rustigere maar vrij middelmatige songs: Rita Rose [6], Give me the gift [7], Martha ma douce [9] en Knock knock [12]. De cover van Adamos Les filles du bord de mer heeft ons nooit erg aangesproken. Oors Pop Encyclopedie (editie 2002) noemt Idiots Savants het meest consistente, hoogstaande en toegankelijke album uit Arnos carrière (weliswaar dus slechts tot 2002). Fel overdreven lijkt ons, afgezien dan van het inderdaad sublieme Vive ma liberté.
Quotering: **½ (1 september 2015)
Klassiekers: Vive ma liberté.
Arno & The Subrovnicks: Water (1994)
Dertien nieuwe nummers, maar afgezien van een drietal rustiger tracks, horen we met de beste wil van de wereld weinig anders dan gedram en gebral. En die rustiger nummers zijn dan ook nog eens bijzonder middelmatig. Op deze cd staat kortom niets dat het onthouden waard is.
Quotering: * (4 oktober 2015)
Klassiekers: geen.
Arno: En Concert (À la française) (1997)
Live opgenomen in Frankrijk en de sfeer bij het publiek zit blijkbaar goed, maar vraag ons niet waarom. Depuis ce jour-là [1] is een logge, dreunende binnenkomer en er staan nog een paar doordrammers op dit album: Le bon dieu [4], Laisse-moi danser [5] en de oude TC Matic-song Putain putain [14]. Al de rest, op één uitzondering na, zijn flauwe, onopvallende, totaal geen beklijvende indruk makende nummers: Je ne veux pas être grand [2], Patchoulie [3], Tinquiète pas [6], Comme à Ostende [7], La danseuse de Java [8], Les yeux de ma mère [9], Marie tu mas [10], Mon sissoyen [11], Elle adore le noir [13] en La Paloma [15]. De uitzondering is Les filles du bord de mer [12], de Adamo-cover die hier dankzij de lollige live-sfeer een stuk beter klinkt dan de studioversie, maar nog altijd geen hoogtepunt is in het Arno-oeuvre. Net zomin als dit hele album.
Quotering: ** (14 oktober 2015)
Klassiekers: geen.
Arno: Charles and the White Trash European Blues Connection (1998)
Weer zon wat rare out-of-the-box-cd tussendoor. Bevat weinig memorabele covers van Death of a clown (Kinks) [1], Commit a crime (Howlin Wolf) [3], See-line woman (Nina Simone) [7] en You got to move (bekend van de Stones) [8]. En voor de rest nog zes nummers gedram en gebral. Wegwerp-Arno.
Quotering: * (21 september 2015)
Klassiekers: geen.
Arno: Le European Cowboy (1999)
Na de zeer matige binnenkomers Fantastique [1] en In my bed [2] krijgen we het redelijke titelnummer European Cowboy [3], dat nochtans geen verplichte leerstof is. De rest is dat nog veel minder: Mercy [4], Sous ton balcon [5], Sitting in a car [8] en Cry like man [11] zijn niet meer dan vier nummers gedram. Birthday [6] en Tatouages du passé [10] zijn flauw, saai en melig en High and dry [7] en Jai un problème [9], dat is twee maal mat mediumtempo-gezeur. De laatste track is een nieuwe versie van het TC Matic-nummer Oh la la la! [12] en kan ermee door. Allemaal veel en veel te weinig om lang bij stil te staan. In Humo nr. 3078 van 31 augustus 1999 schreef pdw naar aanleiding van deze cd: Ik zat eerlijk gezegd de hele tijd op mijn honger (
) en moest onophoudelijk denken: komaan Arno, whoop that thang! Whoop it nu toch een keer godverdomme!
Quotering: ** (2 oktober 2015)
Klassiekers: geen.
Arno: Charles Ernest (2002)
De drie eerste nummers zijn tamelijk veelbelovend: het weliswaar onopvallende maar rustige Lola, etc. [1], de uitstekende single Je veux nager [2] (Arno op zijn best maar toch net één half graadje minder dan de absolute topper Vive ma liberté) en de Stones-cover Mothers little helper [3]. Voor de rest staan er nog twee goede nummers op dit album: Elisa [6], een niet onaardig duet met Jane Birkin, en vooral het leuke, grappige Pas heureux ni malheureux [14]. Daarmee heb je het echter wel gehad, want de rest bestaat uit vijf dram-en-dreun-nummer waarvan Arno er toch wat te veel op zijn kerfstok heeft: Ma femme [4], They look at me [5], Amor [7], Elle a eu [8] en Honky tonk [12]. Plus nog eens vijf flauwe en zoutloze rustiger nummers: Lovin you [9], Il est tombé du ciel [10], Not in love [11], Hey sister [13] en Solo gigolo [15]. Alles samen verschrikkelijk middelmatige stuff voor iemand die jaar na jaar in Humos Pop Poll tot beste zanger van België werd verkozen.
Quotering: **½ (2 oktober 2015)
Klassiekers: Je veux nager, Pas heureux ni malheureux.
Arno: French Bazaar (2004)
Het begint uitstekend met de prima uptempo-single Chic et pas cher [1] en na het rustiger, maar ook veel matiger La vie est une partouze [2] krijgen we zowaar nog eens twee prima mediumtempo-nummers achter elkaar: Fais gaffe [3] (bijzonder leuk refrein!) en Françoise [4]. Het rustige Chanteur de charme [5] kan er zeker ook nog goed mee door, maar dan zakt het niveau een beetje: De rustige songs Lili [6] en Femme riche [7] zijn niet meer dan degelijk. Helaas zakt het niveau daarna nog wat verder naar beneden: In love avec un DJ [8] is tingeltangelmuziek, 40 ans [9] is nog net een degelijke mediumtempo-track en dan volgen nog vier rustiger maar ook erg matige gevalletjes: Vide [10], Bonbons [11], Voir un ami pleurer [12] en La fête [13]. Als je dat allemaal achter elkaar beluistert, hoor je al snel niet veel meer dan gezeur. Op de originele cd (niet op de verzamelboxversie) staan ook nog vier bonuscovers, waarvan vooral de covers van het Abba-nummer Knowing me, knowing you en Willie Dixons Back door man opvallen: verdienstelijk, zonder dat het je echt doet omvervallen.
French Bazaar is inderdaad beter dan heel wat van de voorgaande albums van Arno, maar bevat toch nog te veel middelmatigheid om onverwijld alle loftrompetten boven te halen.
Quotering: *** (14 oktober 2015)
Klassiekers: Chic et pas cher, Fais gaffe, Françoise, en met wat goede wil ook Chanteur de charme, Knowing me, knowing you, Back door man.
Arno: Jus de Box (2007)
Drie dramnummers achter elkaar in het begin: Enlève ta langue [1], Im not into hop [2] (met ingebouwde Franse rap door ene Faf Larage) en Mourir à plusieurs [3]. Miss Amérique [4] is de meest doenbare track van dit album, zonder overigens al te hoge toppen te scheren. Daarna nog vier van die ongeïnspireerde dreunsongs: From zero to hero [6], Hit the night [8], Een boeket met pisseblommen [12] (gezongen in het Oostends) en Les filles de mon quartier [13]. De rest is meer mediumtempo of rustiger, maar zonder uitzondering matig en onopvallend: Reviens Marie [5], Jusquau bout [7], Douce [9], Red lipstick [10], Toute la nuit [11] en Help me Mary [14]. Nog maar eens een ondermaats album dus van Arno. Signaleren we nog snel dat deze cd in Humo [nr. 3464, 23 januari 2007, pp. 180-181] door Charlie Poel veel te welwillend besproken werd.
Quotering: ** (15 oktober 2015)
Klassiekers: Miss Amérique.
Arno: Le Coffret Essentiel (2014)
In 2014 verschijnt een verzamelbox met daarin twaalf oude albums van Arno en daarnaast nog een bonus-cd en verder nog een dvd met een live-optreden (Arno Stoemp) en een reeks videoclips. Op die bonus-cd staan 19 nummers, voornamelijk covers en oude nummers met gastoptredens (van onder meer Tom Barman, Stef Kamil Carlens, Zap Mama, Ray Davies en Stromae) maar behalve Knowing me, knowing you [8] horen we hier niets opvallends, laat staan iets dat beklijft.
Aangekomen bij het einde van deze Arno-trip (die enkele maanden heeft geduurd), is het tijd voor een round-up. En wat blijkt? Met de hierboven gesignaleerde klassiekers kunnen we zo ongeveer een cd vullen en dat is een cd van uitstekende kwaliteit. Maar is die oogst ook niet wat schraal, na dertig jaar muziek maken, en dat voor iemand die in België beschouwd wordt als behorend tot de top? Verder is nogmaals gebleken dat vooroordelen heel vaak geen vooroordelen zijn, maar wel degelijk oordelen gebaseerd op voorlopig nog wat vage indrukken. Naast die beperkte reeks prima songs heeft Arno namelijk ook heel wat rommel en ballast geproduceerd, en ja hoor, daar zit heel vaak gedram, gedreun en gebral tussen. Dat Arnos zangtalenten niet van wereldklasse zijn, daar zal wel niemand over in de contramine gaan. Enfin, dat handjevol goede songs zullen we maar meenemen en bewaren, zeker?
[explicit 18 oktober 2015]
|